browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Een ultraloop – De marathon voorbij

Posted by on 20 March 2021

19 maart 2021

De slechtst denkbare dag van de maand: de tweede dag van het maandelijkse feestje. Dan loop ik leeg. Maar op deze dag hadden Joyce en ik het plan om de 42 kilometer nog een keer te gaan lopen. Net als 3 maanden geleden in de Kennemer Duinen. Onverhard.

Wilskracht

We hebben het altijd alleen tegen elkaar gezegd: we lopen een keer de ultra! Dat is voorbij de marathon. 50 Kilometer. We hebben altijd gezegd: tempo doet er niet toe. We hebben elkaar beloofd dat ieder van ons op elk moment mocht zeggen: we doen het niet meer of we doen het even anders. En we doen het samen. Samen uitbouwen. Samen afzien.

De Kennemer Duinen waren erg zwaar, net als de meeste kusttochten. Dus vandaag zoeken we iets “eenvoudigers” uit: de Veluwe. Ook onverhard, maar zonder zand en duinen met hoogteverschillen die aardig oplopen. We kiezen de route van PL die De Dansende Bomen heet.

Daadkracht

We liggen wel op 1 lijn, Joyce en ik: “als we al 37 kilometer hebben gelopen, laten we dan de marathon volmaken, want nu zijn we er toch. Anders moeten we nog een keer eerst die 37 kilometer lopen voor we weer een poging kunnen wagen!” We lopen allebei de kilometers vol die we in ons hoofd hebben. Alleen ernstig lichamelijk letsel kan ons tegenhouden. Het tempo boeit ons niet. Niemand vraagt ooit hoe lang we er over gedaan hebben.

En toch… we weten allebei een week van tevoren al: als het kan, als het in het vat zit, laten we dan 8 kilometer aan de marathon vastplakken. Dan hebben we het maar gehad. Daarom starten we vroeg. We hebben het extra stuk van de route klaarliggen, zodat we niet nog iets voor na de marathon moeten bedenken. Dat kunnen we dan niet meer zo goed, hebben we al geleerd. Maar na 42 kilometer komen we langs de auto en kúnnen we stoppen.

Draagkracht

Dat het vandaag kán gebeuren, maakt ons zenuwachtig. Het is niet goed te overzien. Genoeg gels mee, ik drink een bidon sportdrank leeg in de auto en ik eet de dagen ervoor alvast veel. Toch kan dat onverwachte feestje me wel parten spelen! Ik had het met mijn dieet en sporturen toch echt 4 dagen later pas verwacht! Pijnlijke tenen kunnen voor extreem ongemak zorgen, ook al kon ik van de week al langs de pedicure. Er kan iets anders te pijnlijk zijn om verder te lopen. En je weet het nooit, of dit de dag is dat je je niet goed genoeg voelt voor een monsterafstand. We zijn op alles voorbereid.

Om half 9 staan we bij Boshuis Drie in Speuld. Je hijst een rugzakje van dik 2 kilo op je rug, want we zijn zelfvoorzienend, er is geen post onderweg. In de auto staan 2 blikjes cola voor als we weer bij de auto zijn en we door willen lopen. Als…

We gaan het bos in, tegelijk met het zonnetje. En verder is er NIEMAND. Een miljoen vogels zijn ons publiek. Ze kwetteren, zingen, fladderen en geven een oorverdovend concert. De route is goed te volgen en we lopen over de bosgrond. We komen na 2 kilometer 1 fietser tegen die ik denk te herkennen, maar die niet reageert op haar naam. Ik ga uit van een marathon. Dan komen we langs een mooie kuil vol water. Pas later bedenk ik dat dat het Solse Gat was!

De zon die door de bomen speelt is prachtig. We voelen ons prima en genieten erg van de omgeving. Ik vertel de sage van het Solse Gat. We lopen nu gewoon door. Niet snoeihard, want we moeten nog zo ver. Maar nu gaat alles goed. Ik kwebbel tegen Joyce over het werk. Het eerste uur gaat echt goed en we lopen dik 8 kilometer.

Soms loop ik een stuk vooruit op mijn eigen tempo. Dat zijn we ook overeengekomen. Ik laat Joyce niet in de steek, zij heeft ook de route, we komen elkaar weer tegen en ik hoeft me even niet aan te passen. Voor ons werkt dat fantastisch. Ik loop niet extreem hard, want we moeten nog echt wel ver. Als ik flink om me heen kijk, vergeet ik dat al gauw. Het is wel mooi hier! Totaal anders als de duinen. Als ik dan een stukje vooruit ren, bedenk ik wat ik Joyce moet zeggen en dan loop ik haar weer tegemoet.

Toch rijgen de kilometers zich aaneen zonder heel veel noemenswaardige feiten. We houden een plas- en eetpauze. Tijd is toch niet belangrijk! In mijn hoofd plant ik de gedachte dat we na 42 kilometer klaar zijn. Blijft nog een rot-end, maar dat kan ik opdelen in 6 ‘rondes’ van 7 kilometer. Mijn horloge loopt al voor op die van Joyce.

We komen langs het zwaartepunt van Nederland en dan wordt het opeens druk. We zijn vast in de buurt van een plaats (Putten?) of een parkeerplek. We lopen ook langs de bostoren. Gelukkig is die gesloten, want boven kom ik toch niet op de open trappen!

Dan moet ik opeens de bosjes in hoognodig! De dieren die daar later langskomen, zullen dit wel vinden stinken, want dat vind ik ook al! Het lucht wel op. Ik moet de goede weg terug nog even zoeken en dan is mijn tempo er een beetje uit. Joyce haar maag en darmen voelen minder goed aan.

We komen langs een arboretum. Bomen met bordjes erbij. Kan me totaal niet boeien. Een boom is een boom en een bloem is een bloem, zoals een vogel een vogel is voor mij! Stukje wandelen en door! Ik ga de 21 kilometer niet volmaken in 2 en een half uur. Daar heb ik meer tijd voor nodig. Het feit dat je dan op de helft bent, -of nog niet- en dat het Joyce haar maag vandaag niet lukt, dempt de zin even. Hoewel we met een flink verval meegerekend, vandaag toch een uur van de vorige trailmarathon kunnen afsnoepen. Bij een of ander landgoed ga ik er vandoor.

Dan pik het weer op. Joyce hoeft zich niet meer aan mijn tempo te houden of het idee te hebben dat ze me ophoudt, ik ga even alleen en als zij wil, kan ze een bosje uitzoeken. Ik kom in een lekker ritme en hobbel het bos door en de hei op. Eigenlijk wil ik niet stoppen nu ik zo lekker aan het lopen ben, maar er zijn twee redenen om dat wel te doen: Joyce weer opvangen en een gel eten.

Stiekem denk ik: nu ben ik ook op de helft met 26 kilometer. Als we tenminste nog doorlopen na de 42 kilometer. Want ik moet dan meer lopen. De hei is ook prachtig en een reden voor een rustmomentje.

We lopen samen een heel stuk op, langs alle mensen die pauze hebben of de hond uitlaten. Ik vind de hei leuk, maar het bos is fijner. We waren het er net over eens dat het weer zo’n heerlijke route is, als er een pad komt wat niet bestaat. We moeten door het bos klimmen en dat wekt irritatie, want we moeten nog zo’n end en dit kost veel energie.

We steken over bij de kunstzinnige bank en ik ga alleen de 30 kilometer volmaken. Ik droom helemaal weg, zo lekker gaat het! Geen woorden voor eigenlijk, maar ik zit echt in een flow. Toch keer ik na 30 kilometer weer om voor Joyce en voor een gel. Dat gaat behoorlijk goed met het eten! Ik krijg appjes van de trainer die ons aanmoedigt en vraagt hoe het gaat (maar helaas komt hij de cola niet brengen) en van Manuel. Ons eigen publiek van vandaag!

We naderen de heide. En daar ligt… zand. Zand met (zo snap ik later) tanksporen. Wij gaan over de hei zoals de route zegt, maar daar is geen enkele vorm van pad. Ik merk dat me dat weer irriteert. Eenmaal op het zand ga ik ietsje harder. En dan horen we een helikopter! Die hebben wij altijd in onze loopjes, maar deze is gaaf! Het is een legerhelikopter die heel laag vliegt en vlakbij komt.

Zo’n kleine verrassing doet me dan goed. Ik krijg er energie van. We lopen nu wel tussen de heide door en ik merk dat ik moe word. Moet op de stappen letten en aan de gang blijven. Ik moet uittellen wanneer ik weer een gel moet nemen. En ik wil die hei dan af. Door tot 35 kilometer. Als ik dan aan de gang ben, gaat het prima! Na 35 kilometer ga ik Joyce weer ophalen.

Ik heb nog tijd voor een pit(pis)stopje en dan lopen we een heel stuk samen op. Haar maag is nog steeds niet gekalmeerd. Ik loop al een flink stuk voor. Ik wil de marathon nu graag rond de 5 en een half uur halen. Joyce moet vaker wandelen, maar begint elke keer weer met hardlopen. We spreken af dat ik door zal lopen als mij dat beter past. We lopen even een stukje verhard langs 3 huizen en dan weer een karrenspoor op. De weg sla ik over, want aan de andere kant ligt ook een pad. Weer de heide op. Een andere deze keer. Ik laat nu even mijn eigenbelang voorgaan. Dicht bij die 5 en een half uur komen, dat is nu even mijn kleine persoonlijke doel.

Het gaat niet meer vanzelf. Ik weet ook dat als ik 42 kilometer heb gelopen, ik nog niet bij de auto zal zijn. En dan? Gaan we dan verder of wil Joyce dat niet? En ik, ik kan dat wel, maar wil ik het en kan ik het maken voor Joyce? Ik moet het hardlopen ook afwisselen met wandelen om even energie te tanken. De hei is mooi, maar ik heb er minder oog voor. Als ik Joyce tegemoet loop, is zij duidelijk: we maken er 50 van ook vandaag! Hoe lang het ook duurt. Opgelucht loop ik weer verder en we gaan het bos weer in. Over de marathon doe ik 5 uur en 37 minuten.

Dat is dikke winst! Vorige keer net geen 7 uur en nu dik onder de 6 uur. Joyce loopt er ook een dik uur af. Samen gaan we richting de auto. Vooral richting het blikje cola. De tijd maakt mij nu iets minder uit. Ik hoop alleen de 50 kilometer binnen 7 uur te lopen. Dat moet lukken, want ik zit al op 44 kilometer bij de auto. Voor de laatste 6 kilometer heb ik dus nog iets van 55 minuten! Bij de auto zetten we de horloges even stil en drinken de warme cola. De parkeerplaats staat nu vol!

We hebben iets slims bedacht: er loopt een route van 8,5 kilometer met paarse paaltjes. Die paaltjes kunnen we volgen en de route staat op het horloge. Dat kan niet missen en we hoeven zelf niks meer te bedenken. Dan zitten we op 50 kilometer en ik kom op 52 kilometer uit. Ik blijf nu bij Joyce. Niet alleen omdat het gezelliger is, maar ook omdat ik niet meer zo hard kan. Nu zijn de wandelelementen in de meerderheid!

Joyce kan lekker vertellen, maar ik merk dat ik moeite heb het op te nemen. Mijn baas appt me en dat vind ik extra moeilijk om te verwerken. Een fietser moedigt ons luidkeels aan: “kom op dames, volhouden”. Hij moest eens weten dat wij al meer dan 40 kilometer hebben gelopen, dan zou hij van z’n fiets vallen. De dansende bomen zijn nog steeds mooi. En er zijn grafheuvels.

Toch is het minder boeiend dan vanmorgen, want ik kan de aandacht er niet meer voor opbrengen. Ik heb nog een gel genomen. Bij Joyce valt de cola supergoed! Haar maag kalmeert en nu kan ze mij lekker er doorheen trekken! Ik heb trekkende spieren en soms weinig zin meer in het hardloopelement. We komen weer op de hei, maar nu lopen we door naar de schaapskooi. Er vallen tien druppels.

Dan het zand weer op en de hei weer over. Als ik het eenmaal op een joggen zet (meer is het niet), kan ik wel een tijdje door. Heerlijk om te merken dat Joyce me bijhoudt. Eenmaal in het bos, ga ik weer door. Ik moet naar de 50 kilometer! Gemakkelijk is anders. Na 6 uur en 50 minuten staan ze er. Ik ben een ultraloopster. wow.

Ik ben blij. App de trainer, die ik al eerder heb laten weten hoe het ging. En ik ben moe. Erg, erg moe. Er helpt geen mars meer. Mijn spieren doen zeer, mijn voeten zijn gevoelig en er schuurt nog wel meer. Ik zet mijn horloge niet uit, want Joyce is er nog niet. Dapper zet ook zij tussen de dansende bomen door tot er 50 kilometer op haar horloge staat! Wat ben ik trots op d’r!!

Blij zijn we. En kapot. Het is toch weer een grens overschreden! Ik ben echt erg, erg moe. We zijn dan ook 7 uur en een kwartier onderweg geweest! Joyce maakt de loop af op 50,50 kilometer en ik op 52,25 kilometer. Bij de auto hebben we wel een warme chocomelk met slagroom verdiend. Onbevattelijk dat we zover gelopen hebben.

We halen de badge van Garmin voor deze prestatie. Er wachten nog meer verrassingen: ik heb mijn hele drinkzak van 2 liter leeg! Mijn voeten voelen beurs, maar zijn niet kapot en ik heb nog wat energie over voor het huiswerk en alle WC’s schoonmaken. Ernstig lichamelijk leed is er niet. Ik heb moeite met de trappen en ben moe, maar ook trots. Nu ben ik triatleet en ultraloopster. Dat durf ik dan best op Strava en op Facebook te zetten! Want achteraf weet ik: we hebben het gedaan! En dat vloeit voort uit alles waar we samen naar toe geleefd hebben en voor getraind hebben.

Waar wilskracht, daadkracht en draagkracht samen komen.

One Response to Een ultraloop – De marathon voorbij

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

twenty + 14 =