browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2021-11

Posted by on 16 April 2021

Zondag 4 april – Brabant op eerste paasdag ? – Best Hard Lopen

Voor de Trispiration Challenge ga ik vandaag samen met Vincent een uur / 10 kilometer hardlopen in Brabant. Rob zet ons bij de Makro in Best uit de auto. Ik heb dan een bidon sportdrank leeg en maak me best zorgen dat ik een uur lang behoorlijk door zal moeten lopen om Vincent bij te houden. Ik heb een route op mijn horloge klaarstaan langs het vliegveld en door het park bij Meerhoven.

We lopen naar de hoek van de Makro en ik moet plassen van de sportdrank. Dan gaan we langs het kanaal lopen. Er vaart een boot. Die past net. Het gaat wel lekker. Ik zie alleen de route. We gaan best hard, zegt Vincent. We nemen een stukje onverhard mee, zodat ik ‘een boompje’ kan zoeken. Het is niet druk gelukkig. We halen de boot niet in, zegt Vincent. Hij loopt onderlangs, onverhard en ik bovenlangs, verhard met ‘heuveltjes’.

Ik ga erg lekker zo zonder rugzakje, op asfalt en ‘maar’ 10 kilometer. ‘Wat heb jij’, vraagt Vincent, ‘je loopt onder de 5 minuten hoor’. Ik wil de boot inhalen of naar de paaseitjes bij mama, ik geloof hem maar half tot er een kilometertijd doorkomt van 4:57. Dit ga ik niet volhouden, mok ik. We halen de boot in en steken de brug over voor de boot langs.

Dan door langs het vliegveld. Ik kan niet echt rustiger gaan lopen. Ik wil wel en ik moet ook en het voelt alsof ik dat doe, maar mijn benen gaan nu gewoon door. Vincent maakt foto’s van de vliegtuigen.

Dan moet hij mij inhalen en dat is best lastig. Want hoewel ik echt denk langzamer te gaan zit de tijd nog steeds op 4:57. Ik ben zelf verbijsterd en wil nu ook kijken wat er kan, maar ik vergeet dat Vincent te melden. Vincent moet in zone 1 lopen. Nu is voor hem 5 minuten per kilometer nog geen zone 5, maar ook geen zone 1 meer. We lopen langs het vliegveld. Ook daar is het doodstil en weinig levendig.

Ik spurt maar door en Vincent heeft er genoeg van! Ik wil de 5 kilometer volmaken nu zonder te stoppen. Ik moet even weer op de route langs het flight forum komen. Vincent houdt me niet meer bij. Bij 5 kilometer in 25 minuten en 45 seconden stop ik en is Vincent pissig.

We gaan rustiger lopen, maar ik voel me nog steeds erg goed. We lopen over het verlaten vliegveld terrein en ik herken hier helemaal niks! We zien wel een ‘opgezet’ vliegtuig. Vincent maakt een foto en ik wacht en zet dan gewoon mijn horloge stil of ik ga iets rustiger.

We zullen daarna ook wel even moeten afremmen, want nu komen we in het park en bij echte. heuvels! Die gaan we natuurlijk over!

We komen verderop in het park en ik merk dat ik nog steeds door en door wil, maar bij de stapstenen móét Vincent even spelen 😉

Daarna is er weer een heuvel. Vincent gaat er overheen en ach- ik ga maar mee…. Vincents beentjes zijn nog wat moe van het zwemmen en hardlopen eerder deze week.

We vervolgen onze weg door het park, waar het wel razenddruk is. Met wandelaars en paas-eieren-zoekers en fietsers. Allemaal met een plat accent! Het park is hartstikke mooi, maar zin in ommetjes door het bos heb ik niet meer. Ik zit nog in het idee tempo-loopje en dat verander ik niet zomaar in een sightseeing-run. We komen door stukken van Veldhoven die ik totaal niet herken en ik waarvan ik ook geen idee meer heb waar ik ben. Tot we bij de Heerbaan komen. Natuurlijk gaan de 10 kilometer binnen een uur gemakkelijk lukken, maar mijn horloge is tijdens de pauzes gestopt. We komen langs de kerk van Zeelst en ik app mam dat we er aan komen.

Voor Vincent mag de WC-deur alvast open gezet worden. Het duurt een hele tijd voor Vincent de omgeving herkent. 11 Kilometer komen we op. Ik heb dat in een uur gedaan, wat voor mij top is. Voor Vincent is het zone 2. De duur van de loop was iets langer, maar nog altijd harder dan 10 kilometer per uur.

‘Best Hardlopen’, noemt Garmin het. Best Hard Lopen is een betere titel!

Douchen, paaseitjes zoeken, snoepen, gourmetten en kletsen in de tuin. Vincent is snel hersteld en ik ook, maar Vincents benen zijn het er nog niet zo snel mee eens. Ik doe ‘s avonds nog lekker een rek- en strek yoga voor de benen.

Paasmaandag 5 april – fietsen in de sneeuw ❄️ van de bergen, terwijl het buiten sneeuwt. ?

Lekker uitslapen en vers brood eten. Veel hoeft er niet vandaag. Gek genoeg valt er deze pasen meer sneeuw dan met kerst! Het giert echt een paar flink om het huis heen! De sneeuw blijft niet liggen. Buiten fietsen dus zeer zeker niet! Dan maar binnen fietsen en de lange route doen door Watopia voor de route van Watopia deel 2. De vorige keer is mijn stempel niet gezet. Er staan zo’n 700 a 800 mensen klaar om mee te doen. Ik hoeft niet hard. Totaal niet. Als ik 700ste wordt, met de berg oversteken en dik 900 hoogtemeters, lijkt mij dat prima!

Ik geniet een beetje van de omgeving en hou mijn cadans lekker hoog. Al snel lig ik achteraan op de meer dan 700ste plek. Ik weet dat de berg nog komt, maar eerst de dino’s!

De Tacx onderbreekt zichzelf. Daar baal ik dan van, want de klim is net begonnen! Het zal iets zijn met een dubbel signaal, en ik moet wachten tot ik terug kan komen en weer verder kan trappen. GRRRR. Intussen sneeuwt het buiten weer. Hoe raar is dat…

Ik ploeter naar boven. Cadans hoog houden en maar blijven trappen. Ik moet zo’n 20 plaatsen goedmaken. Wat er dan gebeurt! Ik haal de ene na de andere in. Ik zie veel mensen die staan, maar ik blijf zitten en trap me het schompes. Het went al. En ik ken de weg. Dorpje-kasteel-luchtballonnen-sneeuwtunnels.

Ik haal echt veel mensen in, het is ongelooflijk! Niet zomaar tien mensen, maar met mijn doortrappen haal ik zomaar bijna 50 mensen in. Ik ben in dik 40 minuten boven. Maar dan moet ik nog op en neer naar de radio tower.

Ik blijf achter iemand fietsen en die krijgt een duimpje. Daarna ga ik zo hard mogelijk omlaag en rij ik even 87 kilometer per uur op de fiets!

Ook daar maak ik nog een flinke inhaalslag. Of er zijn mensen die ermee stoppen of van de Tacx uitvalt, maar ik ruk op richting de 600ste plek! We komen in een een groepje te rijden, maar nu moeten we nog een keer omhoog door de Titans Groove. Ik begin het wel erg heet te krijgen zeg! Maar goed: nog 1 keer wat mensen achterlaten en dan zit ik rond de 610de plek in plaats van de 700ste. Er zijn ook weinig vrouwen op de 800 mensen, hooguit tien procent.

Ik heb heel veel punten gehaald in Level 20 (dubbele scores…, ik completeer een nieuwe route en ik zet nog een nieuw PR op de QOM. Ik fiets nog even vol tot 40 kilometer en dan daal ik nog een kilometer af zonder te trappen.

Die zit er op! Na een tijdje wachten, volgt de tweede (van de vijf) stempels in mijn route-paspoort.

Dinsdag 6 april. ?‍♀️ met hertjes en intervallen ? en met Vincent ?‍♂️ samen.

Vincent moest intervallen doen. Ik kan hem in de versnelling natuurlijk absoluut niet bijhouden, maar daarna moet hij rustig en dan kan ik er wel weer bij komen. We spreken de route goed af: heen langs de kassen, terug langs de plassen. We lopen samen in en dat gaat heel rustig. We maken er maar gebruik van dat het wat langer licht is deze avond, want we gaan (een uur) na het eten. Dan gaat Vincent versnellen: iets van 600-800-1200 op zijn 10 kilometer tempo. Hij heeft niet zo’n goed idee hoe hard dat is, maar ik zie hem voor me uit verdwijnen.

Na 600m komt hij weer bij. Ik ga ook lekker doorlopen. Gewoon om te kijken wat ik zelf kan. Zomaar op een dinsdagavond. Het valt me mee! Mijn tempo (wat zondag ook al hoog lag) gaat zomaar richting de 5:30 en daaronder. En dat twee kilometer lang! Ik haal Vincent in tijdens zijn pauze. Hij heeft het best zwaar, zo na het eten en laat op de avond na een drukke dag. Ik wil de 5 kilometer nu ook binnen een half uur lopen! Dan loop ik de plassen in en daar staan de hertjes.

De donkere lucht achter ze is echt prachtig. Dan maar geen 5 kilometer in 30 minuten! Die moeten op de foto. Vincent komt er ook aan. Verderop in het bos staat ook een roedel. We lopen samen verder en ik verbijster mezelf eerst door de 5 kilometer toch in 29 minuten te lopen en daarna loop ik 600m met Vincent mee op een tijd onder de 5 minuten! Ik ben dan ook erg blij met de wandelpauze!

We hobbelen tussen het pad door wat nu ook in bloei staat. Daar steekt de wind op. ‘Over tien minuten regent of hagelt of sneeuwt het’, voorspel ik. Vincent gaat na 5 minuten heel langzaam lopen over op 600-800-1000m 5km tempo. Dan moet hij maar rechtdoor lopen bij het Oostvaarderscentrum, anders is het rondje veel te kort! Dan hebben we ook wind mee. En inderdaad: dan hebben we de hagel in de rug! Ik hou hem niet bij, maar versnel zelf ook nog een keer. Het is echt best wel ongelooflijk dat ik ook nog een kilometer kan lopen in 5 minuten!

Vincent loopt nog een keer hard voor mij uit en loopt zomaar een halve minuut sneller dan ik ooit zal kunnen. We zitten op 9 kilometer en nu hobbelen we nog 2 kilometer rustig uit naar huis. Ondanks dat we stukken gewandeld hebben, ligt het gemiddelde nog aardig hoog. Voor een soort van gemiddelde dinsdagavond in april met sneeuw.

Voor het slapen gaan, doe ik een rustige yoga-training. ?‍♀️ Aarden. Ik heb al een boel gedaan, maar dit is mij te ‘niks’! Ik denk niet dat ik goed kan aarden, maar ik haal er wel een namasse-badge mee. Geaard of niet!

woensdag 7 april. Fietsen met hindernissen ?

Na een dag werken, stap ik weer in de wereld van Zwift. Nadat ik ontdekt heb dat Vincents definitie van “natuurkunde kennen” volledig is anders is als die van mij en Rob. Dus ondertussen zit Vincent erbij te leren over de verschillende soorten krachten en hoe die op elkaar weken en welke afkortingen er zijn. Ik doe de Womens Ride van de Tour van Watopia. En dan blijkt dat de Tacx zijn verbinding kwijt is! Ik heb nog een minuut en samen met Rob moet ik alles opnieuw opstarten. Uiteindelijk lukt dat en dan moet ik achter de andere ladies aanfietsen.

Dat betekent in dit geval dat ik 35ste lig! Er zijn maar 35 vrouwen! Ik “klim” al snel “op” naar de 33ste plek. Het maakt me niet zo uit, ik moet luisteren naar natuurkunde. En straks weer een keer die berg over! Misschien haal ik dan ook nog iemand in, maar ik heb geen enkele haast. Ik ben hier voor de dubbele punten en that’s it!

Dan krijg ik tussen de formules door een aapje via Zwift van een meefietste met de vraag “he Anke, fiets jij ook”. Te grappig! Ik herken de naam en zij fietst voor me. Ze woont hier in de wijk! Hoe lollig!! Ik pik van de natuurkunde niet meer zoveel mee. Inderdaad schuif ik een paar plaatsjes op, maar echt mijn best doe ik niet.

Ik moet ook nog naar boven naar de radiotoren. Dan belt een vriendin met wie ik had afgesproken om te bellen. Ik jaag Vincent naar beneden om verder te gaan met natuurkunde. Dan ga ik al bellend omhoog fietsen.

Op het betweterige af geef ik mijn vriendin raad. Ik ben wel eerlijk geweest en ik hoop dat ze er wat mee kan. Ondertussen houden er een aantal dames mee op blijkbaar, waardoor ik nog wat opschuif. Ik heb weinig tijd meer om er op te letten. Vincent komt langsgestormd om te vertellen hoe leuk natuurkunde is. En dan is de tour klaar!

Ik fiets de 30 km vol en stap dan bellend weer af.

Donderdag 8 april. RUSTDAG

Ja ECHT: ik doe niks op sportief gebied! Er komt überhaupt weinig uit mijn handen, maar dat is die dag in de maand dat je toch je bewegingsdoel haalt, ook al doe je niks.

Vrijdag 9 april. Ik blijf lang in bed liggen. Doe rustig aan. En ik verveel me. Ik lees in mijn boek, doe de was. En ik verveel me verder. Vandaag wil ik niet veel doen, want ik zie er tegenop om morgen te moeten gaan hardlopen op asfalt om de Oostvaardersplassen heen. Ik slaap slecht, ik loop weinig meer en de dijk is een dikke mentale uitdaging. En 30 kilometer is ook weer ver. Maar ja, Joyce wil dat heel graag en ik heb wél enorm veel zin om met haar bij te kletsen. Dan is 30 kilometer opeens weer veel te kort!

Uiteindelijk stap ik toch maar even op de fiets. Binnen uiteraard. Ach, denk ik, wat maakt het ook uit, ik doe gewoon de kortste route voor de dubbele punten! En ondertussen lees ik dan mijn boek. De Tacx wil weer niet goed aan, maar pikt het signaal toch weer op als de Group Ride al gestart is. Opeens ben ik tot mijn schrik 1 van die ‘invoegers’ en fiets ik totaal onverdiend op de 50ste plek. Ik val gauw terug. Dit is een gemengde groep en een korte afstand, dus de snelle heren zijn dik in de meerderheid!

Ik lees meer dan dat ik naar het scherm kijk. En ik trap. Netjes achteraan kom ik te fietsen, maar voor elke kilometer krijg ik 40 in plaats van 20 punten. Ik hoeft de berg niet over gelukkig. Ik fiets niet in groepen mee, ik kom steeds meer solo te fietsen, maar ik merk het amper op.

Na een paar hoofdstukken ben ik rond en verhuis ik naar de bank om verder te lezen. Ik maak nog een wandeling en dan zie ik morgen wel of het me gaat lukken om een stuk te hardlopen! We hebben geen haast. Meer tijd om te kletsen.

10 april Rondje Oostvaardersplassen ➕➕ – De Hartstocht ? met veel gekwebbel en een stukje meer

Vroeg op. Als je tenminste slaapt en dat lukt me maar slecht. De spullen liggen klaar en ik had voor kwart over 7 gegeten moeten hebben, maar dat lukt ook niet. Ik ga om kwart over 8 weg en dan ren ik naar het Oostvaarderscentrum. Daar voegt Joyce zich bij me en dan lopen we samen de Oostvaardersplassen rond. 90% asfalt. Dat we zo vroeg vertrekken, komt door mij, want ik heb -domdomdom- in de middag een zwemtraining geboekt. Ik weet niet hoe ik dat ga doen, maar dat zien we later wel.

We doen dit in het kader van de Hartstocht, die door de Hartstichting is georganiseerd. Dat is een wandeltocht. Die mag je starten waar je wil en de afstand mag liggen tussen de 10 en 30 kilometer. Wij kiezen voor 30 kilometer, maar de app wil niet aan. Ik heb er 2 kilometer op zitten en ik wil nu door. Zo lopen we langs de plas aan onze kant. Ik tetter maar door. Dan kunnen we lekker het tempo van Joyce aanhouden en hoeft ze alleen maar te luisteren. We hebben uitzicht op het wild van de Oostvaardersplassen.

Het hele Kotterbos door klets ik Joyce de oren van het hoofd. Geen punt! Joyce hoeft niet eens iets terug te zeggen! Ik weet toch al wat ze overal van vindt. Dan laten we het Kotterbos achter ons en gaan richting de Praamberg.

Ik zit al op 7 kilometer en ik werk netjes mijn eerste gel weg. Ik heb dit rondje al eerder gelopen, maar ik heb nooit netjes genoeg voeding genomen. Deze keer ‘moet’ dat van Manuel, die vorige keer met mij meeliep. Met deze drinkzak blijk ik echter heel moeilijk te kunnen drinken! Ik moet veel te hard zuigen en krijg bijna geen water binnen. Het gaat zo slecht dat ik er van ga lopen hijgen. Ik had nooit gedacht dat ik daar al langer problemen mee zou kunnen hebben. We blijven hardlopen. Geen stops. Mijn maag speelt echter wel een beetje op, maar dat is geen reden om te stoppen. Bij de Praamberg lopen we door. Ik ga op zoek naar het pad over het Oostvaardersveld. Ik weet waar het moet zijn. En jawel, ik merk het op na voor mij 12 kilometer en voor Joyce 10 kilometer. Onverhard en rust!

We gaan over de pollen wandelen en nemen het pad naar rechts op de afslag. Dat hadden we niet moeten doen, maar het bos geeft meteen kalmte. Joyce kletst er maar eens even op los. Het tempo boeit me helemaal niet. We nemen een ommetje. Er is gelukkig niet zoveel modder! We genieten van de wijsheid en de rust die de natuur zo tentoonspreid. We weten dat er straks weer asfalt is. Joyce baalt dat ze zich vandaag niet beter voelt.

Ik vind het allemaal prima, want ik ga het wel halen voor het zwemmen. En ik vind het weer lekker (niet te zonnig en niet te warm of koud) en ik ben onwijs blij met het gezelschap en ik eet netjes de gels en de maagpijn is weg. Dan gaan we onder het spoor door. Ik vind dat altijd leuk, maar nu liggen er plankjes om droge voeten te houden en dat maakt het extra grappig. Onnodig, maar leuk.

We komen aan de andere kant bij het centrum. Dan zit het onverharde gedeelte er weer op. Vanaf nu is het dijken!

Aan deze kant en op dit tijdstip is het overal wat drukker. Ik stel voor dat we op de Knardijk blijven lopen en ik neem het vermaak weer op me. Joyce houdt het lang vol, maar niet helemaal. We moeten uitwijken voor fietsers en de meesten razen langs je heen. Op 1 mevrouw op een electrische fiets na, die zegt ons “jullie moeten nog een eind”. De supporter van de dag! Dat doet me goed. Geen idee hoe ze dat weet, maar ze heeft gelijk!

En dan zijn we op de kruising van de dijken. We hebben het wel zo gepland dat we wind mee hebben op de Oostvaardersdijk! Ik zit op 21 kilometer in 2,5 uur. Ik weet dat de Oostvaardersdijk lang, saai en recht is. Een mentale uitdaging, waar ik totaal niet tegenop zie. Deze keer herken ik de fiets van twee vriendinnen die ons inhalen wel, maar ze fietsen te hard om ons te horen roepen. We wandelen een stuk. En lopen dan weer een paar kilometer te klagen over Corona. Ik ben echt keurig bezig met de gels!

Tot mijn 25 kilometer lopen we samen. Ik zal daarna doorgaan tot de 30 kilometer en die op mijn eigen tempo volmaken. Joyce vindt dat niet erg, dan kan zij ook haar eigen tempo aanhouden zonder het gevoel dat ze mij ophoudt (wat niet terecht is, maar onuitwisbaar). Ze zegt nog dat ik wel door mag lopen tot huis, maar dat dacht ik echt niet! Ik haal haar straks weer op. En dan versnel ik. Een beetje. Want ik weet ook dat ik er nog lang niet ben.

Ik moet plassen. Dat is lastig. Ik wil eigenlijk doorlopen tot kilometer 30 en dan gaan zitten, maar dat red ik niet. Op 27,5 kilometer hurk ik aan de rand van de dijk. Auto’s zien me niet en in de wijde omtrek even geen fietser te bekennen. Dan loop ik weer door. Het fietspad ligt vol (zout?) bolletjes. Verder is NIETS om je aandacht af te leiden. Niks-niks-niks. Strak, recht, saai.

Ik ga maar tellen vanaf kilometer 29. Tot 300. Dan moet ik er ongeveer zijn. Ik wilde inderdaad net binnen de 3,5 uur de 30 kilometer halen. Als ik nu omkeer, een paar honderd meter extra loop en de dijk nog af moet, zit ik straks als ik thuis ben op ongeveer 38 of 39 kilometer. En dan? Ga ik dan nog die 3 of 4 kilometer extra? Ik peins me suf. Kan ik dat? Ja. Krijg ik er spijt van als ik dat doe? Morgen of straks in het zwembad, ja. Krijg ik spijt als ik het niet doe? Ja, ook. Ik draai me om tegen de wind in om Joyce op te halen. Dat is even anders! Goed dat we wind mee hebben. En dan gaan we samen weer een stuk op. Joyce is duidelijk: na 30 kilometer zet ze haar horloge uit en ze wandelt desnoods terug naar de auto. Het asfalt is te veel voor haar. Te zwaar, te weinig demping. Ze snapt het volledig als ik door ga lopen.

Ik neem het ommetje op de dijk en bij het brugje lopen we weer samen. Joyce heeft er 30 kilometer op zitten. Ze wandelt. Ik zit op 33 kilometer. De laatste 3 kilometer zal ik alleen moeten doen. Ik app Vincent, maar die fietst. Ik app Manuel, maar het komt hem echt niet uit. Ik wandel gewoon een stuk met Joyce mee. Dat vind ik niet erg, want de tijd boeit me niet echt. Kilometers maken: twee-en-veertig; daar draait het me om. Is dat verstandig nog geen maand na de 50 kilometer? Vast niet. Maar ik ga het wel doen! Misschien haal ik het nog binnen de 5 uur, maar waarschijnlijk net niet en dat vind ik dan prima.

Ik wandel met Joyce mee tot mijn kilometer 35. Ik vind het moeilijk, maar ik moet een extra stuk route bedenken en dat vind ik lastig. Guess what – de mevrouw op de elektrische fiets die we aan de andere kant zagen, komt ons nog een keer voorbij! Bij de bloesems! Ze wordt echt De Supporter van de Dag.

Ik neem de laatste gel en dan ga ik voor de laatste 7 kilometer. Ik ren weer een kilometer in 6:20. Het is een kwestie van volhouden en doorgaan. En mezelf soms toestaan om te wandelen. Ik moet alles loslaten aan tijd. Ik ben nog niet zo dodelijk vermoeid als ik anders ben! Niet dat mij dat opvalt, want ik ben vooral bezig met het tellen van de kilometers en bedenken van een route. Rechtdoor bij het Oostvaarderscentrum.

Supporter van de Dag neemt daar een kop koffie. Ik ga door. Het zal net boven de 5 uur uitkomen. Gek idee dat ik hier daarstraks ook al liep. Toen nog superfris, maar nu ben ik 35 kilometer verder! Ik wandel soms stukjes om bij te tanken en vol te houden. Dat vind ik belangrijker dan de tijd.

Ik misreken me toch ergens, want ik denk dat ik nog 4 kilometer moet en het zijn er 5. Dat haal ik (nu) net niet meer in 32 minuten. Mijn voeten doen pijn. Ik heb blaren merk ik! Dat is wandelend nog erger, maar hardlopen is niet meer zo vanzelfsprekend. Elke keer pak ik het hardlopen toch maar weer op. De brug is best hoog zo…. Ik besef dat ik intussen 39 kilometer heb gelopen en dat ik nog te kort kom. Ik moet het huis voorbij lopen. Moeilijk te bepalen hoe dat dan moet, maar 42 kilometer gaan het nu worden ook! Ik kan ook niemand te appen krijgen voor een beetje steun. Ik doe dit helemaal ALLEEN. Ik moet ALLEEN de weg bepalen. ALLEEN het doorzettingsvermogen hebben. Zonder Joyce was ik nooit vertrokken, maar ik ben hier op kilometer 40 op mezelf aangewezen. Joyce zit in de auto en kan ook niet appen. De oude mevrouw met rollator lacht me vriendelijk toe. Weet zij veel….. Ik loop door naar de brandweerkazerne. Binnen 5 uur gaat me niet meer lukken, maar 5 uur en 5 minuten en 5 seconden lijkt me leuk. Op kilometer 41 glij ik wel weg. Blijkbaar is de energie op. Mijn benen zijn erg moe. Mijn voeten doen pijn. Ik kan mijn omgeving niet meer zo goed in me opnemen. Dat is het moment dat je publiek nodig hebt. Dan had ik binnen 5 uur een marathon gelopen. Maar er is geen publiek.

Vergeleken met deze struggle is de dijk maar gewoontjes. Ik moet mijn huis voorbij lopen en terugsteken door het park om aan de 42 kilometer te komen! Maar ze zullen er komen ook.

Ik vind 5 uur 5 minuten en 5 seconden tellen! De foto was gewoon net iets te laat 🙂 Ik heb gewoon een marathon gelopen! Zomaar. Gewoon.

Als ik thuiskom, drink ik vooral veel chocomelk met whey poeder. Ik heb inderdaad niet veel gedronken en veel gels gehad. Ben ik moe? Ja. Mijn benen zijn erg vermoeid. Moet ik door? Ja! Ik wil gaan zwemmen! Van mezelf hoeft ik maar een half uur. Beetje uitzwemmen.

12 februari 2017
Zwembad Almere Poort.
Ik zwem in baan 1 en GN komt net iets later binnen. GN is een wat oudere triatlete, maar wat is ze goed! Ze is een uitstekende loopster. Ze springt bij ons in de baan. “Jij had toch de marathon vandaag?”, vraag ik verbijstert. “Ja”, zegt ze, “Ik kom uitzwemmen.” Later bleek dat ze zo snel was weggegaan bij de marathon dat ze haar eerste plaats had gemist. “Wie had nou gedacht dat je met een tijd van 3:45 eerste dame zou worden”, zegt GN, “Ik liep gewoon lekker makkelijk!”


Voor mij was dat de spirit van de triatleet ten top. Nee, óver de top.
Een marathon lopen en daarna gaan uitzwemmen, HOE DAN?

Dit vooral is me altijd bijgebleven.

En nu maak ik de gang zelf naar het zwembad. Het enige waar ik me zorgen om maak, zijn mijn voeten. Met blauwe teennagels en blaren. De regen deert me niet zo. Het wandelen naar het zwembad is een ellende! Daar komen we andere clubgenoten tegen. Ik hou mijn mond maar. Deze mensen vinden zichzelf zo goed. Zij springen meteen in de snelle baan. Vincent en ik pakken de baan voor de langzame zwemmers.

Ik stoot mijn teen en dat is vreselijk pijnlijk. Mijn armen vinden het zwemmen prima. Mijn wetsuit zorgt dat de benen niks hoeven te doen. Ik ga gewoon prima en lekker en niks hoeft. Na een paar banen gebruik ik ook mijn benen en dan merk ik hoe gemakkelijker dat het zwemmen maakt. Hou ze dicht bij elkaar. Het is niet zo druk in de baan. Gewoon lekker alleen maar op en neer zwemmen. Soms met en soms zonder benen. Ik ben volslagen gek geworden. Zwemmen na een marathon. Van de pot gerukt. Ik ben een level hoger gekomen in de triatleten-idioterie. Dat ik dit normaal vind! En het ergste van alles: ik zwem er gewoon 2000m bij. Boem. ?

Say HI to de Badeenden op de achtergrond! Omkleden en teruglopen zijn erger dan zwemmen. De honger blijft een beetje uit. Geen goed teken dat ik nu al spierpijn heb! Ik eet wel de verdiende hamburger. Ik denk dat ik ook nog wel had kunnen fietsen in Zwift, maar dat was een grapje van Rob en dat mag achteraf toch niet.

Dat is ook goed ook, want ik ben gewoon wel moe. In topconditie! Voor de marathon krijg ik 8 badgepunten van Garmin. Schiet ik lekker op met leventje 5 worden. Een mooie bonus! Ik geef niks om een medaille of loftuitingen. Ik heb mezelf iets bewezen: ik ben compleet gek geworden! ?

?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️? ?‍♀️ ?‍♀️?‍♀️ ?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️??‍♀️?‍♀️?‍♀️??‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️⌚️ ?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️? ?‍♀️?‍♀️??‍♀️??‍♀️?‍♀️ ? ?‍♀️ ?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️?‍♀️ ? ? ? ?

11 April. Ik lig een tijd wakker ‘snachts en neem een paracetamol. Net iets teveel vocht verloren. Dan doen de spieren even pijn. Maar als ik wakker word, is dat zo goed als over. Ik zou ook wel eens spierpijn willen hebben eigenlijk! Stom is dat he. Als ik de trap afloop, voel ik wel iets, maar het is in geen verhouding met een marathon lopen. Daarentegen ben ik moe. Een diepliggende vermoeidheid. Verder heb ik echt nergens last van! Is dat niet raar? Ik ben een beetje ongedurig en heb nu gelukkig wel trek. Mijn voeten zijn weer bijgetrokken.

Ik ga fietsen ‘s middags. In Zwift. Een vlakke route. Geen beklimming voor mijn spieren! Ik voel ze dan wel niet, maar laat ik het niet opzoeken. Ondertussen bel ik met mijn zus. Zij kletst, ik trap.

Ik trap hard en moeiteloos. Na de route ga ik nog even verder.

Tot er verbazingwekkend genoeg 35 kilometer op de teller staan. Met een gemiddelde van boven de 30 kilometer per uur. Weg spierpijn die er had kunnen zijn!

Ik ga ook nog buiten fietsen met Vincent mee die een 3 kilometer test doet. Rob fietst er ook bij. Vincent loopt als een hele grote jongen. Zo hard! 3 kilometer binnen 12 minuten (11:45). Wat een kracht! Geen idee van wie hij dat kan hebben…..

Maandag 12 april. Fietsen ?‍♀️ ?‍♂️ rond de ? Oostvaardersplassen

Een halve dag werken. Nog een minuscuul beetje spierpijn, maar het mag geen naam hebben. Misschien een halve ochtend als ik de trap af loop. Gek genoeg baart me dat juist zorgen! Hoe kan ik een marathon lopen en daar vrijwel geen last van hebben?! Ik weet heus dat het niet op topsnelheid was en dat het wandelen de inspanning op de spieren heeft verminderd, maar 42 kilometer lopen zonder daar iets aan over te houden? Dat is toch wel raar of niet dan?! Laat in de middag stelt de trainer me gerust: het is uitzonderlijk, maar het kan wel. Ik ben daar als het ware op gebouwd intussen. Aan gewend geraakt. Als een bouwvakker die elke dag zwaar werk kan doen. Het stelt me gerust én het maakt het nog lastiger om een uitdaging te vinden die bij mij past en mij aanspreekt. Vandaag is de nieuwe bidon binnengekomen die past op mijn fiets. Dus die gaan Vincent ik maar uitproberen met een rondje Oostvaardersplassen!

Lekker rustig aan en gekleed op kou. We nemen de wind mee op de Oostvaardersdijk. We kletsen lekker. Ik merk dat mijn benen dit toch wel apart vinden! We kunnen niet zomaar afstappen en het erbij laten. Dan moeten we eerst losklikken. En dat er wind is. En zo weinig andere fietsers! Gelukkig roepen Vincent en ik zo nu en dan Ride On ?

Het is wel behoorlijk koel. Bij het Buitencentrum aan de andere kant van de Oostvaardersplassen gaan we naar het tunneltje kijken. Vincent wil die graag zien! We zijn in dat stukje nog nooit geweest en nu kun je er fietsen, want je zit werkelijk niemand in de weg!

We doen allebei nog een plasje en dan gaan we verder naar de sluisjes. Vincent heeft het koud. Heel erg koud. Bij mij valt dat wel mee. Ik ben een beetje moe. Geen spierpijn, wel wat vermoeider. Als dat alles is! Mijn cadans houdt niet over. Ik wil graag 35 kilometer fietsen. De helft van naar Zandvoort. Vincent krijgt het steeds kouder en de zon gaat ook langzaam onder. Uiteindelijk doen we over de 35 kilometer 1 uur en 45 minuten. Vincent wordt maar langzaam warm. Ik ga lekker in bad liggen.

Dinsdag 13 april. De vreselijke jungle van Zwift ? ?

Ik rij nog steeds mee in de Tour van Watopia. 5 Rondes zijn het, dubbele punten en vandaag gaat ronde 4 van start. De ergste: door de jungle. De korte route doet een dubbele jungle-lus, de langste route heeft er een bergbeklimming bij. Dus ik kies de meisjes route met asfalt en één ronde jungle. Het is niet zo druk en ik fiets lekker achteraan.

Plek 71 van de 80 en ik zak zelfs af naar de 73ste plek. Het boeit mij niet. Als ik maar rond kom. Punt. Er rijdt een Amerikaanse met mij mee die de schattige vuurvliegjes opmerkt. Haal me lekker in joh! In gedachten klets ik wat terug tegen haar. De jungle is mooi, maar ik vind de vertragende ondergrond een ramp. Niks leuk.

Na de grotten weet ik dat het tot de brug alleen maar omhoog gaat. En nog slomer dus. En na de brug is het nog een stuk tot de molen. Ik vind dat echt vreselijk, dus wat doe je dan? Dan zet je de blik op oneindig, de cadans op 76 en dan is het trappen-trappen-trappen. En dat doe ik. Zo haal ik de Amerikaanse in. En in mijn gestage tempo van 15 kilometer per uur de volgende. En de volgende. En nog 1.

De meesten meiden staan op de fiets en ploeteren. Ik ga alleen maar door. Plaats 68, 64 en dan op het asfalt naar de 60ste plek. Ik ben er zo klaar mee! Weg hier! Ik moet nog een stuk omlaag en dan pak ik ook nog een plek of wat mee. Het gaat wel lekker zo! Mijn benen vinden dit helemaal prima. Maar mijn hoofd…. Dat staat op onweer en sjacherijn!

De laatste (mevrouwtje Vage) krijg ik niet ingehaald en dan moet ik ook nog langs de hel-vulkaan. Ik tel de kilometers af. Maar ik maak het wel vol! De moeilijkste stempel in de Tour of Watopia haal ik ook binnen!

Woensdag 14 april. Hardlopen?‍♀️ in zone1️⃣/2️⃣ met ?‍♀️wandel-⏸ 6x?

Ik weet het niet hoor. Het is drie dagen na de marathon en ik heb nergens meer last van. Niks. Noppes. Nada. Alleen een ontevreden gevoel: wat-nu-dan-(nog). Ik werk en ik ben niet blij. Gewoon om alle Corona-maatregelen die maar voortduren en het blijft allemaal uitzichtloos. De wedstrijden worden al opgeschoven. Het komt mij niet slechter uit, maar het idéé… Ik ga tussen de middag met Manuel lopen. Heb medelijden met hem, want hij moet naar mijn mopperbui luisteren. Meteen na het werk (of om 5 uur, dat is eerlijker) ga ik hardlopen. Alleen. Zonder muziek. Zonder afleiding. Zonder route. Ik doe wel netjes de training. Zone 1 / 2 en na elke 10 minuten een minuut wandelpauze. Dat klinkt gemakkelijk, maar goedbeschouwd heb ik toch echt pas een marathon gelopen! Ik kan nog geen hartslagmeter om, want daar is de huid nog gevoelig, dus ik moet het met de polsmeting van het horloge doen. De zon schijnt en de omgeving waar ik woon is mooi. In elke pauze maak ik 2 foto’s. 1 Van de omgeving en 1 van iets van mij.

En dan wil ik perse de 10 kilometer vollopen. Ik krijg wind tegen, maar dat zorgt wel voor een verlaging in de hartslag. Het tempo is er een beetje uit. Maar hoe-dan-ook ga ik 10 kilometer halen! Dat lukt me. Vijfenzestig minuten. Tjonge-jonge.

En dan langs de snackbar thuis Vincent en een mondkapje ophalen en de elf kilometer ook nog vol lopen. Ja, ik kan nog hardlopen. En ja, ik heb nog steeds nergens last van. En ja, ik ben blij dat ik me moest inhouden. Maar helaas is de sacherijn mijn hoofd nog niet uit.

donderdag 15 april RUST- en WANDEL?‍♀️?‍♂️ DAG

Op de rustdag van de week ga ik samen met Rob een lunchwandeling maken om brood te halen en we wandelen tijdens de training van Vincent. Langs de Picnic-auto die we elke week tegenkomen, onder de verborgen tunnel door, langs de sprookjespaaltjes, om via het insectencrematorium, over de onverharde berg, door het gemaaide en verborgen grasveld, over het snippertjespad en dan over de brug langs het AZC weer terug. Al met al wandel ik dik 9 kilometer weg op een RUSTdag.

vrijdag 16 april. Een halve marathon trail in heel relaxed tempo ? over het Leersumse Veld met Joyce ?
Eigenlijk was het idee Drenthe als provincie te scoren deze maand. Maar alle wedstrijden en dingen zijn weer gewijzigd en uitgesteld, waardoor ik deze maand Noord-Holland kan inzetten. Dus we hoefden niet ver weg. Joyce zag het Leersumse Veld op Facebook voorbij komen. Zij maakt de route na, ik start de Mercedes op en we prepareren elk een rugtasje en dan gaan we naar Leersum. Vraag me niet hoe, maar onderweg lijkt het alsof we elkaar al jaren niet gesproken hebben in plaats van gisteren nog op whatsapp. We rijden naar vakantiepark Ginkelduin (ofzoiets) van Molecaten. We zoeken de parkeerplaats op alsof we gasten zijn en dan gaan we. Nog voor we de eerste bungalows voorbij zijn, komt er heel laag een militair propeller vliegtuig over ons heen.

We gaan niet op snelheid vandaag. Iets met wat we vorige week hebben gedaan. En dat we weer lekker onverhard lopen. Al snel staan we weer stuk bij een mooi watertje. De eerste kilometer moeten we altijd even een beetje zoeken en is het wat rustiger, maar dan begin ik te kletsen. En dat gaat dan eigenlijk de hele tijd door! Als echte ‘meiden’ (al zijn we die leeftijd wel voorbij) bespreken we iedereen en bediscussiëren we alle mogelijkheden. We lopen een beetje om het park heen. Dat hele Leersumse Veld lijkt niet zo groot, is mijn eerste reactie. Na 3 kilometer lopen we weer bij het vakantiepark! Dan gaan we de vennen omheen lopen.

Heel erg mooi! We hobbelen om het water heen. Er zijn wel meer mensen aan de wandel, maar echt druk kun je het niet noemen. In de schaduwen is het nogal koel, maar in de zon is het lekker. Dan komen we tussen de meren te lopen. Heel erg mooi verandert in prachtig mooi.

We lopen tussen de meren door over een zacht pad. Een deel van de route wandelen we. Enkel en alleen maar om er langer van te kunnen genieten! Dit is zo gaaf! Van prachtig mooi gaan we over in ongelooflijk mooi.

We rennen toch weer stukjes, want daar komen we voor. Het blijft echt erg, erg gaaf. Tot slot komen we in de categorie onwaarschijnlijk prachtig!

We laten na 7 kilometer in een uur het water achter ons en gaan door richting de rest van het Leersumse Veld. We lopen nogal eens net een ander pad als de route aangeeft en we nemen ook de tijd om te wandelen. Mijn benen vinden alles prima en krijgen een steuntje van de nieuwe compressiesokken, maar we zijn hier toch niet om records te breken? We komen op het zand. Het is ongelooflijk hoeveel zand Joyce altijd kan vinden op plekken die meer lijken op heide- en bos-grond.

En dan te bedenken dat Joyce geen groot voorstander is van energie-vretend zand. We komen op het keerpunt waarop we terug hadden gekund naar de auto. Had gekund. Maar ik mag met Joyce mee blijven gaan als ik geen bezwaar heb tegen het tempo. Heb ik niet! Totaal niet. En we hebben nog zat te bepraten. We lopen over de heide en door het bos.

Ik denk soms: ik ga een kilometer hardlopen, maar dan is er weer een berg, weer een stuk omhoog, weer iets moois om even extra van te genieten of weer een pad wat we moeten zoeken. We lopen samen naar boven en kletsen weer verder. Ook over de tweede zeven kilometer doen we een uur. Naar beneden lopen we zomaar een hele kilometer hard! Al maakt het niet uit. Er zijn ook bankjes voor ons, voor de zachtlopers!

Ineens komen we aan de rand van een soort dorp en velden. Geen idee hoe of waar, maar de zon zorgt er voor dat het inmiddels flink warm is! Dan steken we het bos weer in. Het lijkt op een soort van weg-terug, maar de route of waar we zijn ben ik al lang kwijt. We gaan nu hele stukken echt behoorlijk omhoog. Allemachtig. Maar prachtig. Iets met Utrechtse HEUVELrug.

Ik ga aan het uittellen dat het ons makkelijk moet lukken om de halve marathon binnen 3 uur te lopen. Ook Joyce. Ik tel de kilometers wel af, maar ik heb het totaal niet moeilijk. Ik weet nog dat we in de Waterleidingduinen liepen in november vorig jaar en dat het een strijd was om 21 kilometer in 3 uur te lopen. Intussen denken we: wat stijgt, gaat ook weer omlaag en dan rennen we wel weer!

Goed bezig he?! We komen op een kruising waar we al eens waren en we komen ook weer langs de plek waar we terug hadden gekund naar de auto. Nu doen we het wel echt! Maar daar zitten wel zo’n 9 kilometer tussen. Ik heb me maar matig aan de gels gehouden: twee stuks. Maar op de heenweg heb ik ook 2 gels in water opgemaakt. Ik haal de halve marathon met gemak binnen 3 uur.

We zwerven intussen weer over het vakantiepark. Joyce maakt de halve marathon ook af en dan zoeken we de auto weer op. Best gek, dat je een week na het lopen van een marathon weer een halve marathon loopt. Er waren tijden dat je zelfs van een halve marathon een paar weken moest rusten! Maar dit is allemaal onverhard natuurlijk en niet zo snel.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

eighteen − 12 =