browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2021-24 Door voor de Duin Tri OD

Posted by on 17 August 2021

Maandag 9 augustus. ? in ??

Tijdens de Trail de Fantomes hebben Vincent en ik getwijfeld: wat is zwaarder, deze trail of shoppen… Ik hou het bij shoppen. Dus wat gaan we doen op deze vrije maandag? Shoppen! In een hypermarche in België. Dat is dan wel weer leuk… En vermoeiend. Naar huis reizen en opruimen ook. Dat is genoeg voor 1 dag. Mijn bovenbeenspieren zijn op zijn best gezegd ‘gevoelig’ van de uitdaging.

Dinsdag 10 augustus. Uitlopen ?‍♀️ ☀️ ? ?

Nog steeds ‘alleen’ op het werk. Aan de telefoon ben ik de eerste opvang. Ik heb het idee dat het maandag is en ik schiet lekker op. Tussen de middag ga ik hardlopen. Heel rustig. Lekker solo. Dan kan ik mijn eigen (non-)tempo bepalen. 3 Kwartiertjes. De meest gebruikelijke route langs de Oostvaardersplassen. Het blijkt eigenlijk behoorlijk warm. De eerste kilometer gaat lekker. Ik loop prima en heerlijk rustig. De tweede kilometer gaat ook goed, maar ik laat de berg voor wat ‘ie is. De derde kilometer ga ik onverhard; dat hoort bij het rondje. Goed idee, maar nu overvallen de hitte en het terrein me wat. Ik zwak iets af, maar geniet van het mooie wijdse en vlakke terrein wat me zo bekend is. Fotootje van de paardjes en de schaduw.

Kilometer 4 laat te wensen over. In alle opzichten. Ik heb het te warm, te langzaam, te zwaar en vooral te dom om een overwoekerd en extra zwaar onverhard pad te pakken! Er is veel gras, ongelijke ondergrond en de hitte stijgt op uit de omgeving. Ik wandel zelfs maar even om de hartslag een beetje in het gareel te houden.

Beetje onhandig. Maar niet dat ik dan naar het asfalt ga. Helaas. Er is een nog zwaarder pad wat korter is. Ik hobbel gewoon verder. Op het asfalt ga ik de brug weer over. Had ik al bedacht dat ik op het warmste moment van de dag loop? Toen ik daar liep pas eigenlijk. Om een zelfs mij onbekende reden loop ik ook nog door het park terug én maak ik 7 kilometer vol. Dat past binnen de gestelde tijd en de gemiddelde tijd is ook nog eens net aan binnen de 7 minuten. Maar moe ben ik er wel van! Ik doe ‘s avonds netjes de krachttraining. En het strijken. En luisteren naar de coachcalls. Met de spierpijn had ik eigenlijk niet moeten gaan lopen, maar tijdens het lopen heb ik er geen last van. Wel tijdens traplopen. Ik denk eigenlijk altijd dat die coaches de Trail de Fantomes onderschatten, maar ik krijg hen niet aan het verstand gepeuterd dat het nou eenmaal niet zo goed past tussen de wegwedstrijden in de polder.

Woensdag 11 augustus. Fietsen rond de Plassen met zin in het afvoerputje

Ik moet fietsen. Met de nadruk op moet. En dan niet een uurtje een beetje trappen, maar 2 en een half uur. Minimaal 2 uur dus. Mijn zin ligt in het afvoerputje. En de zon gaat vroeger onder, dus ik moet ook nog eens bijtijds weg. Vincent hoeft maar een uurtje (geluksvogel) en hij gaat het eerste uur met mij mee. Langs de Noorderplas. Ik zal doorgaan langs de Oostvaarderplas. Het is heerlijk fietsweer. Windstil, niet te koud en niet te warm. Mijn zinnetje komt het putje niet uit. Helaas. Ik fiets gewoon maar. Vincent is gelukkig het zonnetje op de fiets! Ik heb weinig te kletsen en te vertellen (vandaag schoot het werk totaal niet op) en ook geen zin in een spelletje. Op de dijk gaat het tempo wat omhoog. Gek genoeg komt het niet in me op om met Vincent mee terug te fietsen. Ik blijf op de dijk tot Lelystad. Liggend op de fiets. Mijn enige gezelschap is nu nog verveling. Ik lees het boek over de Barkley Marathon en dit is niets meer of minder dan een mind-training. Je hoofd overwinnen. Daar ben ik goed in. Ik droom een beetje weg en spurt de Knardijk af. Soort van spurt dan, dat moet je ruim zien! Ik zou de 50 kilometer wel willen halen, dus het tweede uur (over de dijken) moet ik wat goedmaken van de stad. Ik zie de ondergaande zon. Als ik zin zou hebben en de omgeving nieuw zou zijn geweest, was ik echt enthousiast geworden! Maar nu effe niet. Ik stop ook niet meer voor een foto. Vandaag fiets ik door. Ik ga door het Kotterbos en dan moet ik en nog verder fietsen om 50 kilometer te halen en ik moet nog langer door om 2 uur te halen! Ik fiets om via het Oostvaarderscentrum en achter de wijk langs. De 50 kilometer haal ik binnen 2 uur zonder moeite en uiteindelijk fiets ik 53 kilometer in ruim 2 uur. Gedaan. Getraind.

Donderdag 12 augustus. Zwemmen in het Henschotermeer ?

We gaan lekker samen buiten zwemmen, Vincent en ik. Om een extra provincie te scoren voor Trispiration en omdat het een hartstikke leuke plek is, gaan we naar het Henschotermeer. Ik weet nog dat ik daar supertrots was op mijn eerste rondje! Nu ga ik een paar rondjes doen. Vincent moet zwemmen aan rennen koppelen. In een trisuit natuurlijk. Het Henschotermeer is niet diep, dus niet koud. Nou! Voor het eerst ever-ever vind IK het koud. Vincent niet, maar ik! Ik vind het water koel en moet er echt even doorheen komen. Zou dat vermoeidheid zijn? De bovenbeenspieren voel ik nog steeds, dus ik neem een achtje mee.

We gaan zwemmen. Vincent loopt meer dan dat hij zwemt. Ik doe kalm aan. Heb de tijd. Navigeren is hier mijn ding niet. Het zicht is ook niet zo best. Onder het brugje door en dan maant Vincent me opzij waar het dieper is. We zwemmen zonder boei en dat kan prima, maar onze spullen liggen nu onbeheerd. We zwemmen een stukje verder en dan onder de andere brug door. Even verderop is het zo ondiep dat je niet meer kunt zwemmen. En ik kwam er al slecht in! Van Vincent moet ik om de tassen heen lopen als we rond zijn. De kilometertijd is niet om over naar huis te schrijven. Gelukkig mag ik een uur zwemmen! Ik leg het achtje weg en ga alleen nog een rondje zwemmen, terwijl Vincent zal hardlopen. Zonder achtje vind ik tegenwoordig fijner zwemmen. Ik herhaal: liever zonder dan met achtje.

Ik ga gestaag door. Echt moe word ik er niet van, maar echt snel ga ik dan ook niet. Ik ga nu tegen de richting in. Loop over het ondiepe stukje (ritme weg) en onder de brug door kan ik weer zwemmen. De ondergaande zon is erg mooi. Ik zwem lekker en kom in een soort van ritme, al is het geen wedstrijdtempo. Gewoon slagen maken. En bedenken hoe leuk het is dat ik hier nu met minder moeite 2 rondjes zwem. Het volgende brugje is wat verder voor mijn gevoel en na de brug is het een beetje minder lekker. Ik voel vermoeidheid. Niet speciaal in mijn armen of benen of dat ik trek heb, maar algemeen wat moe. Ik doe wat vaker schoolslag. Dan de hoek om en in de verte speelt Vincent. Ik haal 2000m.

Nog een rondje gaat het zeker niet worden, maar ik wil van de brug gebruik maken om mijn zwemslag te zien. Vincent kan dat een keer filmen. Dus ik ga nog even verder. Was die brug ook zo ver weg?! Ik ga 1 op 3 ademen. Daardoor verandert de hele zwemdynamiek. Ik weet niet of dat ten goede is, maar het bevalt me wel. Vincent maakt plaatjes van de zwemmer bij ondergaande zon. Onder de brug door en dan ga ik weer terug. Dat is echt harken inmiddels.

De tassen lijken nog veel verder weg dan de brug was. Alle zin is ook verdwenen. Uiteindelijk kom ik een soort van zwemmend-wandelen na 2600m weer terug waar ik begon een dik uur eerder. Het is stil geworden en de zon gaat prachtig onder. Een vakantieplaatje!

Vrijdag 13 augustus. ? De Grote Trap op, Rondje Wold en de Grote Trap weer af. ? ?

De kat heeft verkeerd gelegen, of ik, of allebei; maar de spierpijn is aan de linkerkant toegenomen! Mijn knie doet ook pijn. En ik ga weer fietsen. Manuel gaat met me mee. Dan mag hij niet zo hard. Ik mag ook niet hard namelijk. Na 2 kilometer verzucht Manuel al dat hij alleen nooit gegaan was als hij wist dat het zo hard waaide. We gaan door het Kotterbos en dan de Grote Trap op. Of af. Maar eerst ‘op’ denk ik. Of over? ?‍♀️ We kletsen wat en trappen gewoon maar. Ik probeer op de cadans te letten maar dat helpt niet. Ik let wel goed op de voeding. Ik drink uit de bidon. Veelvuldig. Er zijn weinig andere fietsers. Dat zal door die wind komen. Volgens mij heb ik altijd wind! Aan het einde van de Grote Trap gaan we richting het Horsterwold. Over een fietspad wat voor mij nieuw is, al weet ik wel waar het uitkomt. Ik ben bijna teveel bezig met drinken op de afslag. De brug over en dan gaan we het Horsterwold in. Ik wil linksom de ronde maken. Precies hoe weet ik niet. Bos, bochten en een iets lager tempo. Ik denk dat we de 50 kilometer binnen 2 uur wel zullen halen. Ik eet een halve reep op! Ik herhaal: ik eet een reep! Jaja, het wordt nog ooit wat met dat eten onderweg. De route is een beetje gokken, maar dat vind ik net erg. Het komt vast wel goed. De zon is gaan schijnen intussen en het is -op de wind na ja- lekker weer. We komen op de Flehite weg en de Winkelweg en dan rijden we naar de stoplichten toe. Dat bevalt me wel: weinig bochten en brede weg. Volkomen duidelijk! We gaan de Grote Trap weer af. Als we daarstraks op zijn gegaan tenminste. Nu met wind tegen. Of eigenlijk van opzij. Officieel. Duidelijk merkbaar. Zelfs voor mij! Ik vind het afzien. Dat het opzij is. Van voor kan ik tegen vechten, maar de zijkant maakt het allemaal instabiel op die lichte fiets. Treetje voor treetje gaan we die Grote Trap af. Ik heb altijd gezegd dat omhoog zwaar is, maar afdalen nog veel moeilijker! Aan het einde van de Grote Trap gaan we naar links. Dan hebben we een soort rondje aan beide kanten. Recht tegen de wind in vind ik niet zo erg. Dat is kop omlaag, liggen en en hard trappen, dan ben je sneller klaar. Kop over kop. Nog 1 fietspad onder de a6 door met zijwind en weer redden we 50 kilometer binnen 2 uur. We moeten nog naar huis en rijden weer langs het Schanullekesluisje. Ik fiets keurig ruim 2 uur met een gemiddelde van 25 kilometer per uur. Nu moeten al die andere mij toch eens uitleggen hoe zij zo gruwelijk hard fietsen op dezelfde ochtend. Manuel fietst normaal ook sneller, maar nu krijgt de wind de schuld. Mijn trage tempo geeft me zo weinig vertrouwen voor de wedstrijd. Dan ligt het tempo wel hoger gelukkig. Ik doe ook nog een rondje krachttraining, maar vandaag ben ik erg moe van alles. Gewoon moe. En mijn linkerbeen is ook nog steeds moe.

Zaterdag 14 augustus “Relext” zwemmen

Samen met RW ga ik zwemmen in het open water. Dit is onze laatste kans voor we eind van deze maand aan de Rijntocht beginnen. Ik zie er een beetje tegenop, want ik weet dat rust ook belangrijk is. Maar ik moet van de trainer heel “relext” zoals hij het schrijft.

RW is toch sneller. Om 2 uur hijsen we ons in wetsuits en dan gaan we van boei naar boei. Zo zonder druk en moeite zwem ik echt heerlijk. RW heeft last van vaseline op het brilletje. Dat krijg je er nauwelijks af. Bij de boeien wachten we op elkaar. Van rode boei naar een andere rode boei en dan onder de brug door naar de volgende boei. Ik ga gewoon echt kalm. RW zwemt de grotere bogen. We gaan om het eiland heen. Er zijn veel golven. Ik kan er wel tegen, maar het tempo is ook navenant. Er zijn ook veel plantjes. We horen en zien de kermis. Het is redelijk druk met bootjes, terwijl het op het strand juist heel rustig was. Na het eiland krijgen we wind en golven mee. Echt harder gaat het niet, maar soepeler wel. Er is ook meer herrie van de kermis te horen. We blijven redelijk bij elkaar elke keer. Weer terug van boei naar boei, onder de brug door en naar de andere boei. RW zwemt meer dan ik, maar behalve dat ze ook wat meer omzwemt, is haar horloge ook minder rechtlijnig. Ik zwem 2250m bij elkaar in een krap uurtje en ik ben er tevreden mee. Dat was heel erg relaxed!

15 augustus Duin Triatlon OD ?‍♀️ ?‍♀️ ?‍♀️

Er lag geen enkele druk op (behalve misschien een trainer die ‘verras me’ had gezegd in een onbewaakt ogenblik), maar toch sliep ik niet zo best. Ik wilde me niet vastleggen op een tijd of wat ik na anderhalf vrijwel wedstrijdloos jaar in de koker heb zitten. Ik heb een nieuwe fiets (een snellere?), een andere wetsuit (kan die ook snel uit?), veel getraind (is het niet te krap op de Trail des Fantomes?), toch weer een jaartje ouder (vergeet je dan meer met wisselen?!) en ik heb een paar kilo over. Dat alles bij elkaar maakt me toch onrustig. En dan is om 7 uur opstaan voor mij wat vroeg. Alle spullen lagen al klaar en ook Vincent is klaar voor zijn debuut op de sprintafstand. Met moeite werk ik de verplichte 3 witte bollen met appelstroop weg. Insmeren, TVA-trisuit aan, nog een keer naar de WC en dan rijden we naar Duin. We parkeren de auto en het is een stukje lopen over het graspad. Rob zit met zijn teen. Die heeft een paar weken geen schoen van binnen gezien, die teen en die gekneusde teen vind veel lopen geen goed plan. Anno 2021 moet je eerst door de Corona-check heen. Vincent heeft er een t-shirt bij, dat hebben we lang geleden schijnbaar besteld! Tja, je schrijft je in voor een wedstrijd ergens in december 2020 en dan is het maar de vraag of het uitkomt als de wedstrijd eenmaal plaatsvindt… Snel stickers plakken en dan naar de wisselzone. Erg veel tijd heb ik niet, maar ik weet nog hoe het moet. Gel naar binnen, water er achteraan en dan de bidon op de fiets ; sokken liggen klaar en dan het wetsuit aan. Het valt me mee, maar het is even trekken en doen. Ik krijg nog een tip om mijn koordje onder de badmuts te doen. Ik denk dat de meneer die het tipte geen lange haren heeft, want ik heb het geprobeerd, maar mijn haar vond het minder fijn. Ik ben toch wel gespannen. Zoveel mensen in 1 startvak… Gelukkig hoeft ik niks van mezelf en weet ik inmiddels dat het afhangt van de vorm van de dag in welke tijd je gaat finishen. In tussentijd moet ik er maar (zoveel mogelijk) van genieten. Even inzwemmen en ik vind het weer niet warm, maar het water is erg lekker. Een korte briefing en dan hoppa- go! Steentjes voor me onder water. Jakkes. Ik glij uit en donder het water een beetje in.

Plekje zoeken en rustig gaan zwemmen. Dat lukt mij meestal prima. Van gele bol naar gele bol. Geen haast, maar kalmte voel ik in het water. Het zal me wat! Ik let op de insteek, haal moeiteloos 1 op 4 adem en doe mijn ding. Zo simpel is het. Ik geniet van het water en dat ik kan zwemmen. Geen paniek, geen gedoe, geen stress. Dat is winstpunt 1 van de dag. Gele bol, die meneer zwemt schoolslag, volgende gele bol. Ik laat me niet gek maken of ik laatste lig en hou mezelf vooral onder controle.

Rond de grote witte puntige boei. Even een stukje meer aan de buitenkant zwemmen om uit het gedrang te blijven en dan weer terug. Daar word ik misselijk. Dat is totaal nieuw! Geen idee waarvan, maar ik voel me kotserig. De geur van het bootje, de gel, de kleine golfslag? Geen idee, maar ook hierdoor laat ik me niet uit evenwicht halen. Ik zwem hier en met de Frysman vergeleken is dit een makkie. Ik zwem zo lang mogelijk door.

Over het zand lopen en naar Vincent zwaaien en dan snel weer gaan zwemmen om die stenen te ontwijken. Haal ik zwemmend 3 lopers in die met stenen proberen te dealen! De misselijkheid wijkt niet, maar wordt ook niet erger. Gele boei, weer die schoolzwemmer en nog meer zwemmers. Ik ben niet de laatste. Rust bewaren en denken aan de lage insteek. Het wetsuit zit prima. Ik keek net even en ik heb het eerste stuk in dik 15 minuten gezwommen. Wat zou een klein half uurtje mooi zijn! Maar het mooiste is, dat ik hier lig te genieten van de plantjes en van de rust die het zwemmen zonder druk met zich meebrengt. Ik ben al snel weer bij de grote boei en neem nu de korte route. Dan kom ik even lastig uit als we tegen de wind in gaan, die wat aangetrokken is. De golven zijn iets hoger. De schoolslagzwemmer zit me in de weg, maar ik wijk wat uit.

Na een dikke kilometer zal ik dadelijk blij zijn als het eerste deel er op zit. Het gaat iets minder hard. Jammer dat ik me niet zo lekker voel. Op het laatst bereid ik het uitkleden vast voor. Ik zie dat ik iets van 32/33 minuten heb gezwommen. Mooi. Het pak gaat in het lopen al uit – dat gaat goed.

Rob staat netjes bij mijn fiets. Pak uit en sokken aan. Liever nu dan straks voor het lopen. Ook hier in de wissel brengt niks me van mijn stuk. Alleen dat ik me nog steeds misselijk voel en niet wil eten of drinken. Fietscomputer op de fiets klikken (die zat in de schoen) en omdraaien en aanzetten in 1 moeite door en dan het hele eind de wisselzone uit lopen met de fiets. Horloge omzetten, opstappen na de gele lijn en gaan fietsen.

Eerst wind mee. Na de chicane ga ik lekker liggen en gaat het tempo omhoog. Ik heb geen idee wie in welk rondje zit. Ik kijk mensen en fietsen. Wat leuk dat ik hier weer ‘s op de weg fiets. Ik moet er van lachen. Het is zo lang geleden en ook nog zo bekend!

In het keerpunt na 5 kilometer staan mensen langs de kant en ik hoor ze zeggen: ‘kijk eens wat een mooie fiets”. Ik roep dankjewel en ga lachend het stuk terug tegen de wind in beginnen. Tempo iets omlaag en nog meer mensen kijken. Elke keer als ik ZGvG zie moet ik grijnzen. Ik dwing mezelf te drinken. Niet omdat ik me beter voel, maar het moet voor straks. Ik blijf goed kijken naar al die mensen. Ik word veel ingehaald, maar ik doe echt mijn eigen race. En als ik alles rond of boven de 30 kan houden, is dat voor mij uitstekend. De eerste 10 kilometer gaan netjes binnen 20 minuten. Met 2 keerpunten. Ik zie Rob niet, maar die zal met Vincent bezig zijn. Goed hoor, ik moet het toch zelf doen. En weer lekker wind mee pakken! Ik zit blij op de fiets, maar ik ga niet over de kop fietsen. Dat hoeft en mag niet. Als dit het is vandaag, is dit het.

Ik dwing me weer tot drinken. Op het gewone fietspad lopen meiden hard in topjes. Die zijn er voor de heren, wat krijgen wij dames? Ik peddel door en bij het tweede keerpunt word ik aangemoedigd door RH en MH. Eigenlijk moet ik hem eens vragen de fiets af te stellen. Tegen de wind in gaat nu niet meer zo soepel. Drinken! Ik doe mijn best, maar nog niet op de helft en er is even niet zoveel om naar uit te kijken. Bij het vierde keerpunt alweer ontwaar ik ook een knappe jongen voor de vrouwen, dus ik moest hier straks maar weer snel terugkomen voor ie weg is! Ik moet zo om mezelf lachen, maar het helpt me wel aan wat motivatie! En straks start Vincent hier. Ronde 3 pak ik weer op. De misselijkheid daalt ook en ik drink flink. Of ik de bidon leeg krijg weet ik niet, maar het is fijn dat ik me beter voel. Ik trek het tempo wat omhoog en het wordt al iets rustiger op het parkoers. Altijd fijn. Tegen de wind in hou ik me er aan vast, dat ik voor Vincent terug moet en dat is een goede motivatie.

Haal ik het onderste uit het kannetje? Nee, dat niet. Maar vind ik het leuk zo? Jazeker! En wat is het belangrijkste nou echt? Na de chicane zie ik een geel truitje op een rode fiets op me af komen. Het is mijn jochie van 1 meter 70. Hij rijdt vooraan! Mijn topper op kop in een race. Ik mis de knappe jongen, maar nu ben ik extra gemotiveerd door mijn eigen jongen. Rob roept me ook nog na dat hij eerste was bij het zwemmen. Mijn kerel! Ik zet nodeloos de achtervolging in en barst bijna van trots. Mijn tempo blijft daardoor lekker op peil. Ik drink nog meer, maar de bidon is niet leeg. Het is flink zonnig en de wind trekt echt aan. Nog 1 stuk terug en ik heb mijn motivatie gevonden en rij net zo hard tegen de wind in als met wind mee. Nu wil ik het fietsgedeelte graag binnen 1 uur en een kwartier afronden. Dat moet zo’n beetje lukken. Nog steeds niet als laatste.

Ik zie Vincent nog een keer als hij zijn tweede ronde in gaat en hij steekt ook zijn vuist omhoog.

Ik stap netjes van de fiets af en begin de hele lange weg terug door de drukke wisselstraat. Echt een end. Fiets weghangen, helm af, gel pakken en de schoenen zijn al aan. Ik heb geen 40km volgefietst. Wel binnen die 75 minuten. In de wisselzone zet ik het lopen vast aan, want ik wil 10 kilometer lopen voor de Garmin badge. Ik vrees dat niet te halen. Op het aanloopstuk neem ik een gel. Het zal moeten. Ik prop de plakkerige troep in het trisuit. MB fotografeert me. Mijn lievelingssupporter. Al is ze hier voor haar eigen kind.

Ik hoor mijn naam ook vanaf het dijkje van MBB, die coacht voor een ander team. Ik begin te denken dat ik de hele OD triatlon binnen 3 uur moet afronden, maar het lopen zal zwaar worden. Veel zon, midden op de dag en ik voel mijn benen. Al binnen een kilometer weet ik: dit wordt aftellen en niet stoppen met lopen tot je er bent! Heel veel zon, weinig schaduw en het is druk en onrustig. Dat ben ik niet meer gewend! Het rondje is klein. Omhoog en daar in de felle zon is de post. Ik drink al rennend 2 slokken en gooi de rest over me heen. Het is warm. Heet. Dan omlaag en daar komt de misselijkheid een beetje terug. In de wijk moeten we omhoog. Niks vergeleken bij vorige week, maar toen was er schaduw. Dan een klein stukje onverhard en dan staan ze te zeggen dat we de moeten uitkijken bij het afdalen. Haha! Waar is het touw? Een makkie voor me. En daarna het gras ook.

Het hete asfalt vind ik moeilijker. Keerpunt. En dit dan vier keer! De moed zakt me in de schoenen, maar ik ren door. De kilometertijden vallen niet tegen. Schommelen tussen 5:30 en 5:40. Ik wil het onder de 6:00 houden, maar moet zien of dat lukt. Ineens hoor ik: “Ride on, mama” Dat is wat Vincent en ik hadden afgesproken als hij me inhaalt! En daar gaat hij, in een hoog tempo. Waarschijnlijk nog steeds op kop. Ik ren verder. Zon, omhoog, water over me heen, omlaag, misselijk, zon, omhoog is al iets minder soepel, maar ik wil het tempo vasthouden. Zand, omlaag. Ik merk dat mijn spieren nog moe zijn van vorige week. Ik voel ook mijn knieën bij het afdalen. Mijn benen hebben meer moeite met lopen. Het gaat. Maar niet vanzelf. Mijn hoofd is gelukkig weer sterker en dwingt tot doorlopen. Keerpunt. En dan zie ik Vincent die tegen me roept: podium gaat me lukken! Ik denk: je ligt eerste man! Ik zit op 5km en ben blij dat ik op de helft ben. Makkelijk binnen een half uur, maar helemaal noteren in welke tijd doe ik niet. Naast de hitte komt nu de vermoeidheid opzetten. Foute boel. Nu moet ik echt winnen van mijn hoofd en van mijn benen. Die vermoeidheid duidt op een echt voedingsgebrek. Dan is het net of ik zo zou kunnen gaan liggen en slapen. Omhoog naar de post. Het water is op! Nee! De misselijkheid neemt toe. Als ik moet kotsen, doe ik dat en loop ik door, beslis ik. Ik loop het nu uit ook. Ik zie weinig bekenden langs de kant. Er staat een meneer die bij zijn vrouw op de fiets ook meldt erg misselijk te zijn. Ik ben blij dat ik niet de enige ben, maar ik loop door en wil me niet laten kennen. Niet stoppen en niet wandelen. Een mantra door de vermoeidheid, pijn en het afzien heen. Zand, omlaag en vooral niet stoppen! Nog 1 rondje. Nog 1…. 7 Kilometer. Mijn tijd gaat iets achteruit, maar nog niet boven de 6 minuten. Nog 3 kilometer dus, reken ik met moeite uit. Keren. Terug. Zon. Dikke zon. Iets meer rust. Stukje schaduw, heel even. Omhoog. Ik vraag en krijg 2 bekertjes water. Over me heen. Koelen is belangrijker dan drinken. Toch te laat. Ik zie de juf van Vincent uit groep 3 en vertel haar dat die kleine knul de rookierace heeft gewonnen. Ik kan nog wel praten, maar lopen voelt oncomfortabel. Omhoog. Dan maar iets rustiger, maar niet stoppen en dadelijk mag je naar beneden! Het zand ligt in de schaduw. De laatste keer omlaag. Rust voor me op het gras. Ik denk dat ik een betere trail loper ben dan triatleet. Misschien moet ik alleen dat gaan doen, trailen. Ik moet iets bedenken wat ik dadelijk wil eten, maar ik weet niks. Ik voel me niet lekker genoeg om aan eten te denken. Nog een klein stukje, ik hoeft niet meer te keren. Er komen me nog mensen tegemoet met een 100-nummer uit mijn serie! Die moeten nog een ronde langer. Niet stoppen met lopen. De dijk over is bloedheet. Ik vraag mensen hoe laat het is, omdat ik wil weten of het binnen 3 uur haal. Het is ‘pas’ 10 over 12. Gestart om half tien. Makkelijk binnen 3 uur, misschien wel binnen 2 uur en 3 kwartier. Ik ga inderdaad de tien kilometer niet volmaken. Jammer, maar ik zal zo blij zijn dat ik er ben, dat wat korter me niet uitmaakt en zelfs wel welkom is! Daar staan opeens mijn lievelingssupporter en mijn trailheld! Ik lach, ondanks dat ik het gewoon wel zwaar heb. Ik kan zelfs mijn duimen opsteken.

Vincent is eerste, zeggen ze, maar dat wist ik al. Ik zie de finish liggen en juich omdat ik zo blij ben dat ik er ben!

Als ik gefinisht ben zie ik eerst een uberblije Vincent en dan drink ik water. Ik draai me om en zie dat ik er iets van 2 uur en 44 minuten over heb gedaan. Mooi zo.

Ik zet mijn horloge niet uit, want ik moet die 10 kilometer nog volmaken. Dat is nog dik 700 meter die ‘k er straks bij zal moeten lopen. Blij zijn voor Vincent. Trots zijn op Vincent. De volgende binnenjuichen en winegums en spekjes eten. Blijkbaar had ik daar behoefte aan.

Ik vergeet mezelf een beetje. Ben ik blij? Ja, ik ben blij dat het gelukt is. Ben ik trots? Ja, op Vincent, niet op mij. Ben ik kapot? Nee, gek genoeg is dat snel over. Net als de misselijkheid gelukkig. Er ligt wel iemand op de brancard aan een infuus. Misschien wel die man van daarstraks. Ik spreek Vincents juf, klets en we moeten wachten op de prijsuitreiking. We halen de fietsen. Het is druk en onrustig, maar het overweldigt me niet meer. Ik ben wat afgesloten. Door alle commotie met Vincent, vergeet ik mezelf (ook) een beetje. Het is net alsof het gewoon is dat ik zomaar een kwart triatlon doe.

In de wachttijd dribbel ik de dijk langs voor de tien kilometer en dat gaat uitstekend. Ik ben meer gemaakt voor rust en mijn eigen ding dan voor een wedstrijd en prestaties. “Ga je naar huis lopen?”, vraagt MB en dat zou me lukken! Maar ik wil kletsen en wandel direct na de 10km terug. Weinig verrassende winnaars. Ik weet niet zo goed waar ik sta. Dit was het gewoon. Na de 30km trailen vorige week. Ik ben niet tot het gaatje gegaan.

Vincent staat niet op het podium. In de tweede heat van de sprinttriatlon, dus niet in de rookie-race, waren er 3 jongens onder de 23 jaar sneller. Dan legt mijn 15 jarige het af tegen iemand van 20 of 22 jaar. Hij was erg teleurgesteld. Wel gewonnen, maar geen beker. Dat snap ik wel, maar het maakt mij en Rob niet minder trots.

Uiteindelijk ben ik op mijn afstand in mijn categorie vijfde geworden. Net als Vincent in zijn categorie. We hebben vooral veel honger en we zijn door de zon (in verschillende gradaties) verkleurd! Of ik te moe ben, of te slecht gevoed heb weet ik niet, maar ik hoeft niet van de daken te schreeuwen wat ik allemaal gepresteerd heb. Mijn grootste prestatie is eigenlijk dat ik mijn kind inspireer tot grote sportdaden! Ik hoeft alleen maar het goede voorbeeld te geven. En dat heb ik gedaan vandaag.

16 augustus Uitfietsen met een theestop ☕️

Rustig een uurtje fietsen- dat kan ik! Moeiteloos! Ik voel me verder prima, geen spierpijn of ergens pijntjes. Wel wat vermoeid, maar dat is logisch. Ik ga in de avond iets naar SG brengen en dat kan prima op de fiets! Het waait hard, maar het is droog. Ik ga de stad door met wind tegen. Eigenlijk gaat het fietsen prima! Ik mis een afslagje en rij een stukje om. Na 35min ben ik in de Noorderplassen en drink ik thee bij SG. We kletsen. Tegenwoordig gaat de zo alweer vroeg onder! Ik krijg een SMSJe van Rob dat ik nog 25 minuten heb en dan spring ik op. Volgens SG kan ik best via de dijk terug, maar ik vind de wind van opzij wat akelig. Een uitdaging die ik niet uit de weg ga zal ik maar denken. 10 Minuutjes later fiets ik op de dijk. De zon gaat al onder en is prachtig.

De wind komt van links achter, dus ik kan lekker tempo maken en liggen op de fiets. Kan ik ook eens een keer hard! Als ik de afslag naar huis neem heb ik helemaal wind mee en ik vlieg langs de plassen. Dat moet ook wel, want de zonnebril is al af omdat het anders echt te donker is. Ik ben net na zonsondergang thuis en het uurtje uitfietsen kan worden afgevinkt.

Dinsdag 17 augustus. Een lunchloopje met Manuel ?‍♀️ ?‍♂️

Gek genoeg ben ik vandaag vermoeider dan gisteren! Mijn linkerknie trekt een beetje en ik ben onrustig. Ik ga aan het werk en tussen de middag ga ik hardlopen met Manuel. Ik hoeft, mag, wil en ga niet zo hard. Gewoon een soort veredeld uitlopen. Vincent gaat ergens in de buurt suppen en daar wil ik langs lopen. Achter de wijken langs. Het gaat netjes in een tempootje van 6:30, maar al snel lopen we toch weer iets harder. Mijn hartslag blijft onder de 150. Maar niet onder de 140. We lopen te kletsen. Ik kan prima lopen, mijn benen doen het gewoon. Manuel gaat zo nu en dan een stuk op zijn eigen snellere tempo. Ik hobbel gewoon door.

We lopen langs de Vaart en dan vallen er een paar druppels. Het is verfrissend. Ik zie Vincent in de verte in de kano. Ik ga gewoon netjes de drie kwartier volmaken en ik vind het wat zwaarder worden. Over het algemeen. Geen pijntjes verder, maar gewoon wat zwaarder lopen. Als Manuel nog een keer versnelt, vertraag ik juist wat, maar de hartslag gaat niet echt omlaag. Ik loop maar door en door. Uiteindelijk loop ik de 8 kilometer vol. Natuurlijk lukt dat! Er vallen steeds meer druppels. We hebben de regen aangezet denk ik.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

20 − one =