13 September. Terug op de fiets. ?
Na een dag werken op kantoor voel ik me weer helemaal super. Mijn herstelvermogen is werkelijk formidabel. Serieus nergens spierpijn, niet meer dat extreem vermoeide en vooral geen idiote honger of trek zelfs. Dat is een grotere overwinning dan het PR op de halve triatlon. Fysiek ben ik ijzersterk. Mentaal is er nog winst te halen.
Er staat een fietstraining van anderhalf uur. Natuurlijk wil ik nog naar buiten toe, al wordt het alweer vroeg donker. Ik zet een muziekje op en haast me naar buiten. Het zal een race tegen de zonsondergang worden! Ik ga nog een keer de Oostvaardersplassen rond. in het gangetje kijk ik nog even naar de windrichting en besluit ik andersom te fietsen: eerst het Kotterbos door! De fiets zit meteen weer goed. Ook al geen zadelpijn. Wat ik wel voel is een bak aan energie! Ik ga al snel het Kotterbos door. De race tegen het licht motiveert me meer dan wat ook. Lekker overzichtelijk! Ik ga ongewoon hard. Er is dan ook bijna geen wind. Ik ga zó lekker! De wereld schiet aan mij en mijn fietsje voorbij.
Ik ben ook niet meer bang om te vallen, dus ik neem het niet nauw met de bochten. Gossie, had ik dit vrijdag maar gehad. Zelfs de Knardijk kan mij en mijn muziek en mijn energie niet opvreten. Er zitten veel kikkertjes. Ik begin me wel weer aan een aantal trainingstechnische zaken te ergeren, maar ik pak de energie maar om nog iets harder te fietsen naar de Oostvaardersdijk en wind mee. Een zuchtje wind is ook goed.
Het uitzicht is geweldig, want het is superhelder. Mega. Zo ver heb ik ook nog nooit kunnen kijken! Er is niemand op de fietspaden. Ook nog eens een plusje. En geen vliegjes. Ik stop alle tellertjes even voor een foto.
En dan weer door. Liggen en luisteren. En me een beetje druk maken, maar vooral niet over het huidige tempo. Ik ga nog harder. Dat moet ook, want de zon gaat best snel omlaag! Het is echt ontzettend mooi. Wat een voorrecht, zo’n achtertuintje. Ik stop nog een keer om het op beeld vast te leggen.
Mijn gemiddelde ligt nu hoger dan in de wedstrijd. Het is ook korter natuurlijk, maar ik had toch moe kunnen zijn of niet?! Langs de Oostvaardersplassen stuit ik tot twee keer toe op vertragende e-bikes met halfdove berijders. Ik rij nog helemaal terug naar de Evenaar, zodat ik ook nog eens een groene training haal. Dan wordt het wel donker. Als het had gemoeten had ik ook nog gaan hardlopen. Helaas staat het niet in het schema, want wat wil ik graag hardlopen!
14 September. Zwemmen??♀️ in het zwembad en rennen ?♀️ in de zon ☀️
Ik stop bijtijds met werken, zodat ik naar het zwembad kan. Tussen kwart over 12 en kwart over 1 kan ik een uur zwemmen. Ik koop een 12 baden kaart. Dat duurt natuurlijk een paar kostbare zwemminuten. Ik heb de snelle borstcrawlbaan voor mezelf alleen de eerste tien minuten! In de training staat dat ik 3 keer 750m moet zwemmen en daarna nog een zestal versnellinkjes. Oke. Dat is voor mij behoorlijk doormaaien! Gelukkig voel ik me super, dus het lukt me zeker om de 750jes te zwemmen. Ik tel ze zelf ongeveer af. Eerst zonder hulpmiddelen. Dat gaat me goed af. Er zijn 2 mannen bij gekomen in de baan en dat is perfect. We houden een beetje rekening met elkaar. 1 Man snapt het niet, die begint met schoolslag en is duidelijk wat trager in zijn borstcrawl. Ik heb mijn nummertattoo nog op, maar niemand die er iets over zegt. Ze krijgen de kans ook niet. Na 750m doe ik de paddels aan en neem een achtje. Ik moet even wennen en mijn armen ook, maar ik schiet het water door. Lekker! Het horloge telt een beetje raar en ik zwem 725m. ? . Dingen uit en dan heb ik nog even de tijd om met een achtje nog een keer 750m te zwemmen. De versnellingen zullen er niet meer in zitten. We delen de baan nog met zijn tweeën. Ik zie de andere man (ik ken hem wel ergens van en weet dat hij engels is) steeds later starten en mij proberen in te halen. Ik voel nu mijn armen best een beetje. Hoe fijn! Ik zwem voor mijn doen super. Dat komt omdat ik me verheug op het lopen.
Snel omkleden, een blokje reep wegwerken en de sportdrank opmaken en dan de tas in de auto en vol chloor ga ik de zon in. Ik zet het horloge te laat aan! Mijn Apple Watch start nog eerder. Potdikkeme, dat overkomt me zelden, dat ik 400m mis. Het Beatrixpark door en dan het fietspad op richting de Hogering. Ik hou de hartslag laag, maar ook de training met hartslagbeperking heeft het horloge niet opgepakt. Ik heb geen haast. En verhogingen doe ik gewoon wat kalmer aan. De zon is best heet eigenlijk. Ik zweet al het chloorwater eruit! Het is niet gemakkelijk of vanzelf, maar ik rijg gewoon de kilometertjes aan elkaar. Mijn voeten doen het, mijn hoofd vervalt niet in gemopper en dit lukt me gewoon als ik maar rustig aan blijf doen. Rond de 6:30 en hartslag onder de 140 houden. Ik luister naar de muziek. Ik stop op 5km, want dat heb ik met mezelf afgesproken, maar ik sta me in de zon af te vragen waarom eigenlijk. Ik moet wel weer drukken. Geen idee of dat nu voortaan zo blijft of dat het door de reep komt, maar ik heb zakdoekjes bij me! Het is echter beheersbaar. Ik loop op dezelfde plek als anderhalve week terug voor de halve triatlon. Maar dan in omgekeerde richting en volkomen relaxed. De grijns is nu oprecht en 10 dagen geleden verstoord door onrust en frustratie.
Het tempo gaat door de zon, de hitte en de aandrang wel iets omlaag. Ik loop de stad en de schaduw in. 9 Kilometer zullen het worden ook! Dan kom ik langs een gezondheidscentrum. Daar is een toilet! Ik sneak zonder mondkapje en druppelend naar binnen (4 stappen van de ingang) en er is papier en het lucht enorm op. Ik jog/ren weer verder. Omdat ik in het begin een stukje heb gemist, ga ik nog even door langs het Den Uijlpark en dan vind ik het na 1 uur en 1 minuut wel goed.
15 September – Rustdag – ?♀️ en ?️♀️
“Ga je mee lunchrennen?” appte Manuel. ? Rustdag… ? ? Onderzoek: is er een mogelijkheid om nee te zeggen? Nopes. Op de rustdag mag ik een half uurtje zone 0-1 hardlopen.
Dus ik waarschuw Manuel dat het echt joggen is, zeker voor hem en ik ga vers brood halen. ? Lijkt me fantastisch. Hartslagbeperking op 129. Dat is echt laag. ? Zeven minuten per kilometer. Manuel kletst me de oren van het hoofd. Ik haal brood en jog alleen weer terug. Manuel gaat op zijn eigen tempo verder, wat ik goed begrijp! ‘s Avonds doe ik nog een kwartiertje krachttraining. ?️♀️ Voor de rest gaat de dag op aan werken en aan de nodige trainingsstress. Soms moet je dingen opgeven, maar ik ben daar niet zo goed in. Wikken, wegen ⚖️ kiezen, delen.
16 September De fiets ? weer op.
Vincent moet een uurtje fietsen, ik moet anderhalf uur fietsen. Ik wil op de Tacx, Vincent wil op de Tacx. Maar dat kan niet tegelijk. Buiten kan wel tegelijk, maar dan moeten we bijtijds weg. Ik kom uit mijn werk, kleed me om en Vincent kleed zich ook om. We springen op de fietsjes.
We gaan de hele Ibisweg af. Richting de Knardijk. Die halen we niet helemaal, want we gaan achter de plassen langs. OEI, daar staan een boel kOEIen.
We passeren ze voorzichtig. En dan langs Haje en tussen de plassen door. We gaan na de brug-waar-ik-onderdoor-gezwommen-ben naar rechts. En dan via de Praambult terug. Het is een lekker stukje fietsen, net anders dan anders. Ik rij nog langs het Oostvaarderscentrum en fiets 1 uur en 12 minuten. Vincent gaat ietsje eerder terug en fietst netjes een uurtje. Daarna gaan we eten.
17 September – Fietsen door de provincie Utrecht met Manuel. ?♀️ ?♂️
Voor de Trispiration jaarchallenge ben ik er in gestonken: de regels worden uiteraard halverwege het jaar aangepast, omdat ik niet meer in te halen ben. Ik heb nu een categorie in mijn eentje, want niemand anders gebruikt de verdubbelaar. Ik vind er nu geen lol meer aan! In je uppie in de categorie win je, maar ik voel me de grootste verliezer. Toch wil ik nog proberen zoveel mogelijk punten te halen. En de provincie Utrecht heb ik lopend al doorkruist en ik heb er ook al gezwommen, maar nog niet gefietst! Ik moet 30 kilometer fietsen in de provincie. Nadeel is dat ik er moet komen en dat ik eerst 22km Flevoland door moet. Manuel gaat op deze windstille ochtend met me mee en zal op mijn trage tempo moeten. Ik maak maar gebruik van hem door er achter te gaan fietsen als hij zich wil uitsloven en boven de 27 kilometer per uur rijdt. En ik drink en eet. We rijden bij Eemnes de provincie Utrecht in. We gaan naar het pontje over de Eem.
Daarna fietsen we langs de Eem, die lekker slingert. We gaan onder de A1 door en ik geniet erg van het fietstochtje. Het is niet koud, maar ook totaal niet zonnig. Ik drink echt twee bidons leeg! We komen over de Hembrug.
En daarna rijden we door Soest. Manuel snapt iets beter hoe de route werkt die ik heb uitgezet, dus die gaat voorop. We komen langs Paleis Soestdijk. Daar gaat niet alleen het zonnetje aan, maar ook mijn interne overwinning-verbrander, want wat heb ik hier vaak vanuit Zeist gereden in de hoop dat ik er rustig kon fietsen! En nu doe ik het!! Bijna een andere Anke. De heuvel op is genieten en de heuvel af tot de Shell nog veel en veel meer! We rijden terug achter Eemnes langs. Dan zitten er dik 35 kilometer provincie Utrecht op. Missie geslaagd. Maar we moeten nog naar huis terug door onze eigen polder. Langs de muur van Blaricum (noord-Holland), over de Stichtse Brug en over het Vierbruggenpad. We fietsen 80 kilometer in dik 3 uur. Geen hoog tempo, maar wel een lekker tochtje gemaakt.
18 September – Zwemmen ?♀️ in de Weerribben met Trispiration
Met de meiden van Trispiration gingen we naar natuurgebied de Weerribben om buiten te zwemmen. Ik reed er heen door dikke mist in de Flevopolder. Dat past wel heel goed bij mijn stemming. Somber, stil, ingesloten en grijs. Voorbij Schokland breekt de zon door. Ik vind het gebied rond de IJssel wel mooi. Eindelijk ben ik er dan. Nog steeds ben ik stil en op mezelf. KG vraagt me direct of ik bijgekomen ben en -werkelijk- ik moet een minuut denken voor ik weet dat ze het over de halve triatlon heeft, ze herinnert me er aan! Die lijkt alweer ver achter me te liggen. Door voor de volgende uitdaging! Lekker zwemmen in Overijssel. In wetsuit natuurlijk.
Na veel geteut (vind ik) ga ik snel als eerste het grote water op. Heerlijk! Ik zwem even terug en dan weer vooruit. We zijn met zijn drietjes. Ik vraag of we naar de witte paal in de verte zullen gaan. Ik ga gewoon! Ik hoeft niet al te veel na te denken over de slag en al snel ligt iedereen achter me. Het gaat mij gewoon lekker. Ik ben niet van de clubjes. Nooit geweest. Ik ben van het doorgaan en doorzetten en ik heb die witte boei of paal in mijn hoofd gezet! Ik kan er prima op navigeren. De rest ligt achter me.
Ergens lig ik helemaal alleen in alle stilte op het water te genieten. Echt, superstilte en megarust. De witte paal lijkt te ver weg en daar baal ik dan van. De groep is afgebogen naar rechts. Ik ga ze toch maar tegemoet. Omdat ik anders de weg terug niet weet! Ik ga ze maar afsnijden. De zon in het water, plantjes onder me en het zwemmen gaat van een leien dakje. Ineens ontspan ik mijn vingers er ook nog bij. Fase drie van de zwemtips! Breed uitsteken en diep insteken gaat nu (meestal) vanzelf, maar het volledig ontspannen zwemmen had ik nog niet onder controle. There it is. In het begin voelt het als klauwhandjes, maar het is zó relaxed! Ik moet vaart maken en kom bij de groep net als ze een spatwater-foto maken.
Ja, leuk (not), maar ik wil zwemmen. Ik zit bijna op de 2000m. Ik ga met de groep mee terug. Naar de 2 bomen toe. Snel zit ik weer vooraan in de groep. Ik maak zelfs een omtrekkende beweging om de hele club heen! Om ze daarna weer soepel achter me te laten. En weer terug te gaan om iemand die wat meer alleen zwemt even te steunen. Ik zwem in JBs benen, maar ze stopt net even. Al dat gestopt en gekwebbel onderweg is niet aan mij besteed. Ik wil met mijn klauwhandjes en brede vleugelslag door! JB kan ik niet bijhouden als ze aanzet: het verschil tussen 40 jaar zwemervaring en 5 jaar zwem-geklungel van mij! Ik zwem al 2500m. Mijn omweg was groot. We stoppen een paar keer om te navigeren en dan zwemmen we nog naar de brug. Mijn horloge slaat 1 keer op hol en meet wat extra meters. JB maakt foto’s, maar ik ben te snel. Ik ga extra onder de brug door, want Overijssel is een nieuwe provincie!
Ik heb iets tussen de 3300m en 3700m gezwommen.Ik heb heerlijk gezwommen, echt zálig. Maar nu wil ik weer weg en mijn stilte in. Ik ga niet meer mee lunchen met de kletstantes. ‘s Middags ga ik met Rob wandelen als Vincent zwemt. We wandelen 7,7 kilometer weg. De oranje pijlen volgend waar ik morgen de alternatieve Dam tot Damloop moet rennen. Ik zie er als een berg tegenop, niet vanwege de afstand, maar vanwege de mensen die meedoen. Aan de ene kant ben ik er melig van, anderzijds cynisch. Het mag geen enkel probleem zijn om 10 Engelse Mijl te lopen, nu maar hopen dat ik er zin in hou!
19 September – de Alternatieve Dam tot Dam loop ?♀️ “dag anke” – over jezelf tegenkomen
Weer vroeg opstaan om te gaan sporten… Er is niet genoeg witbrood, dus ik neem gewoon yoghurt met muesli. Dat is niet zo best. Mijn maag is een beetje van slag en ik moet een aantal keer naar de WC. Ik ga met een rugzakje met water lopen. Enerzijds denk ik echt: het zijn maar 16 kilometer, anderzijds heb ik geen idee hoe ik die moet gaan doorkomen! Gewoon lekker kalm aan en rustig. Met mijn eigen muziekje op en genieten van de omgeving. Zo druk is het allemaal niet. Ik verval in het gebruikelijke stilzwijgen. Netjes een gel voor ik ga en ik hoef er onderweg maar 1 bij te nemen. Ik ga inderdaad gewoon lekker mijn eigen tempo doen, de rest loopt hard weg. Vincent loopt intussen 5 kilometer een ander rondje. We komen elkaar nog tegen. Ik loop heerlijk, al blijft mijn buik een beetje zeurderig pijn doen en werken mijn darmen de muesli wat langzaam weg. We gaan langs de Noorderplassen over het natuurpad. Ik kijk niet naar de tijd, ik luister naar de muziek. In het zonnetje. Dat bevalt me uitstekend. Ik tel de pijlen, maar op dit pad zonder afslagen blijf ik heel lang hangen op 13. Bij de brug krijg ik de app van Vincent met zijn tijd: onder de 20 minuten. Tsjakka!
Ik loop lachend verder. Ver voor me loopt me een man in een blauw shirtje. Ik haal hem niet in. Toen ik wel een keer spiekte naar het horloge, zag ik dat ik 28 minuten over de 5 kilometer had gedaan. Dat voelde goed. De muziek helpt me. Bij de rode ophaalbrug zit mijn favoriete fotograaf en ik kan alleen maar lachen vanaf het moment dat ik hem zie.
Hij maakt niet alleen een foto, maar complimenteert me ook met het feit dat ik hier na vorige week een triatlon weer meedoe! Dat geeft me een kilometer lang extra vleugels! Hij heeft zo gelijk, en dan weet hij nog niet eens dat ik fysiek nergens last van heb gehad de afgelopen week. Nu komt het minst leuke stuk, maar het gaat voorbij en ik ben ongeveer op de helft. Ik blijf gewoon maar lopen. Mijn benen doen het wel, maar niet optimaal en zorgeloos. Langs het pad zitten 2 vriendelijke ouders me aan te moedigen. Verderop, bij het ommetje langs het Boathouse staan ook wat supporters, maar die lopen mij eerder 2 keer in de weg dan dat ze iets bijdragen. Ineens krijg ik het wel moeilijk. 10 Kilometer binnen een uur, dat wel, en ik blijf hardlopen, maar nu is de fysieke kant drastisch aan het afnemen. Ergens dwaalt in mijn hoofd dat ik zou moeten eten, maar ik weet niet wanneer en ik wil niks en ik krijg niks weg en ik moet er niet aan denken en ik stop de gedachte snel weer weg. Ik blijf pijlen tellen en probeer te denken: bij pijl 40 ga ik eten, maar dan zijn het er twee en is de gedachte weg. We gaan de Hogering over en ik heb het zwaar. Gewoon blijven hardlopen tot 11 kilometer en dan zijn het er nog maar 5! Zo denk ik wel, maar ik voel opeens fysiek eerder het einde in zicht komen. Pijntjes in knieën en benen zijn me altijd vreemd. Een meneer die me tegemoet loopt roept vriendelijk: ‘het zijn maar 16 kilometer, zet ‘m op!’ Dat helpt een minuutje ofzo. Onder de bomen door en ik denk werkelijk over afsnijden, opgeven en uitwandelen. Ik doe het niet, maar het is echt op de grens. Op het stukje richting het Beatrixpark kom ik mezelf tegen: alle helderheid is weg, het genieten is totaal onvindbaar en ik denk alleen maar dat ik dit simpelweg niet meer aankan. Het is geen fijn weerzien met mezelf. Ik probeer te drinken, maar dat lukt niet. Wandelen ga ik niet, want ik weet zeker dat ik dan niet meer opstart. In de verste verte om me heen is niemand te bekennen. Dat vind ik niet erg. De zon is wel best sterk. Dan verval ik even helemaal en zie ik zomaar enge mensen in de bosjes zitten – die er natuurlijk bij nader inzien niet zijn! Even gaat mijn hoofd echt op hol. Een vreemde gewaarwording. Mijn lies gaat pijn doen. Ook dat nog. Ik ben compleet van slag. ? En ik zit pas op 12 kilometer! Wandelen of helder redeneren komt geen van beide in me op. Ik loop het Beatrixpark in en Rob maakt een foto. Lachen kan ik niet meer. Ik wil hem het rugzakje geven, maar dan heb ik geen telefoon meer bij me, dus dat kan niet!
Ik kijk uit naar de finish, omdat ik daar kan gaan zitten en uithuilen en liggen en dan niet meer hoef te sporten. Het idee nooit-meer-sporten spreekt me enorm aan op dit moment. Ik loop bijna blind door het Beatrixpark, wat echt een gek idee is. Ineens ben ik dan op de brug en zie ik 2 andere deelnemers, een vader en kind die een stukje hebben meegedaan. Maar de tussentijd weet ik niets meer van! En dan ga ik een ander brugje over, maar hoe ik daar gekomen ben, ben ik helemaal kwijt. Het ruikt naar herfst. Het enige wat ik met moeite doe, is pijlen blijven tellen. Dat vergt veel concentratie. Zelfs dat is helemaal niet gemakkelijk. Ik heb geloof ik filmmuziek nu. Maar er is zeer weinig heroïsch aan als je jezelf zo onaangenaam tegenkomt! Bij de berg is het op. Ik moet wandelen. Zelfs als ik de laatste 2,5 kilometer wandel, vind ik het best. Fysiek ben ik uitgeschakeld. ? Dat doet letterlijk en figuurlijk ontzettend veel pijn. Na een week doortrainen, is het nu eindelijk klaar. Mijn rechterlies doet pijn en ik ben moe tot in mijn botten. Wandelen schiet niet op en even later ben ik weer op het brugje het Beatrixpark uit. Ik app Vincent dat ik nog een kwartier nodig heb. Wandelend denk ik? Voor 2 kilometer moet dat ongeveer lukken, een kwartier. Misschien. Ik ren weer een beetje, anders duurt het zo lang voor ik kan gaan liggen! Hoe of hoe lang ik het hardlopen volhield weet ik niet, maar ik wandel en ren ook weer ergens een meisje append op de fiets bijna omver. Het kan me echt meer niet schelen hoe lang ik er nog over doe. Tijd is van enkel belang meer en heeft ook geen waarde meer voor mij op dit moment. En dan besluit ik weer te hardlopen tot de brug bij de Noorderplassen. Kleine doelen, maar het is vaag. Mijn overlevingsstrategien ben ik vergeten. De vriendelijke ouders supporten weer en vragen hoe het gaat: ik zeg ze dat ik blij ben dat het nog maar een kilometer is. Hoe ik die kilometer doorkom, weet ik op dit moment totaal niet. Het is een wonder dat ik tot 16 kan tellen! De andere jongen die met Vincent 5 kilometer liep, fietst langs op zoek naar zijn moeder. W fietst langs en roep dat ik er bijna ben, alsof ik dat zou vergeten. Ik word dadelijk ingehaald, maar heus, het kan mij niets schelen. Ik kán gewoon niet meer. Als de twee mensen me voorbij zijn, moet ik nog iets verzinnen en -hoe idioot- ik ga intervallen doen met de boompjes. 2 Bomen hard, 1 boom rustig. Het is afleiding en voor het tempo is er vast nauwelijks verschil meer, maar het gaat om de intentie. Intervallen – hoe verzin je het… Misschien toont dat nog wel het beste aan hoe slecht het gaat, als je vrijwillig intervallen gaat doen… Tot de brug hou ik vol. Dan zijn de bomen weg. Nadeel is dat ze bij de brug mij kunnen zien, dus nu moet ik ook nog eens blijven hardlopen. Ik kijk even naar de tijd en denk dan: oké, dan maar binnen de 1 uur en 40 minuten. Nog 2 minuten aftellen met die hap! Ik begin met tellen, maar ik zie enkel de finish, de mensen, mijn kind en een tunneltje naar ‘stop hier’. Tellen kan ik niet meer. Het waren 67 pijlen. Ongeveer.
Ik finish (1 uur en 39 minuten) en dan ga ik zitten op het gras. Ik denk niet dat ik hier ooit nog wegkom. Ik kan alleen maar mijn ogen dichtdoen en me ontzettend ongelukkig voelen. Ik zag de man van het voedingsschema en ik weet onmiddellijk wat er aan schort: niets gegeten en 2 slokken met veel moeite gedronken. Dan kom je inderdaad jezelf tegen. Ik stel me teleur, dat ik het nog een keer verkeerd moest doen. Ik ben verdrietig dat ik hiervan meer kapot ben dan van de halve triatlon. Ik ben boos dat ik mijn grens zo heb opgezocht fysiek. En ik ben moe. Zeer diep moe. Het is moeilijk voor me om te zeggen dat het niet goed gaat, maar ik doe het toch maar, want het is een keer zo. “Je moet een rustdag nemen – of twee”, zegt de trainer, maar ik kijk de andere kant op. “Drink wat”, zegt Vincent, maar ik heb daar de kracht niet voor. “Super dat je dit weer gedaan hebt”, zegt KH, maar ik voel me uitgeput. Ik wil gewoon even helemaal NIKS. Geen idee hoe lang ik daar zit- maar je moet toch iets he, want niks en daar blijven zitten tot het donker is of tot je doodgaat, is ook zo raar (al lijkt me dat een prima optie) Dus ik drink wat water en ik sta op (de pijntjes vallen mee, maar ze zijn er absoluut), ik zeg Vincent hoe geweldig hij is en ik klets nog even met de mensen. Ik zeg de trainer dat ik stop bij hem en hij zegt dat hij dat jammer vind. Als we naar de auto lopen, trekt er een wee door mijn buik. Dat verklaart wat! Daardoor voel ik me naast ongelukkig in het kwadraat nu ook nog eens echt ziek. Het zet door tot ik gedoucht en gegeten heb. Vandaag geen brave voeding. De buikkrampen trekken weg, maar de vermoeidheid niet snel. Wat ik voel over deze slijtageslag kan ik niet precies vatten: een mengeling van teleurstelling en deceptie en wanhoop en verdriet en frustratie dat ik blijkbaar ook niet feilloos ben en er ook aan Anke een fysieke grens zit. Da’s effe wennen. Het is even de scherven bij elkaar rapen en dan weer doorgaan!