Ik was een beetje sip thuis. Klaar met werk en kind pas over anderhalf uur ophalen: nou, dan ga ik op zoek naar warme kleding om te gaan hardlopen! Weet je zeker dat de somberheid verdreven wordt. Mijn horloge lijkt de actie af te keuren en wil geen satellieten vinden tot hij opnieuw is opgestart en ik al een inwarmrondje erop heb zitten. Gelukkig neemt mijn telefoon al de route waar!
Warm aankleden was een must, want het vroor; van die droge vrieskou. Extra ondershirtje, warme trui én nog een jasje, dat is voor het eerst dat ik drie laagjes aanheb! En nog heb ik de eerste twee kilometer ijskoude handen, ondanks de handschoentjes. Ik loop expres door de wijk heen om geen wind tegen te hebben. In eerste instantie wordt ik niet blijer van het hardlopen, nee, alleen maar nog killer. Voordeel is dat het horloge onder de laagjes verstopt zit en ik dus gewoon mijn eigen tempo zal moeten lopen. Ik heb lekker muziek aan staan van Passenger. Er lopen mij twee volledig ingepakte mensen tegemoet, ik krijg het er alleen maar nog kouder van. En dan na drie kilometer stroomt er een warmte binnen. Ik loop lekker, ik voel me goed, de handschoenen kunnen zelfs uit! En -hoe is het mogelijk- daar loopt gewoon nog iemand, die is raar….
Ik loop het bos in. Hoe vaak heb ik hier al gelopen? En waarom wordt ik daar altijd langzamer? Vandaag was ik verbaasd vanwege een fiets die er staat te wachten tot de eigenaar terugkomt en hem van het slot haalt. Ik ben de tel van de kilometers al kwijt en denk op 5 te zitten. Nu de handschoenen uit zijn, kan ik toch kijken en het zijn er al zes. In de laatste heb ik foto’s gemaakt en die zit alsnog op 6:15; maar hou op: ik ga niet meer kijken. Ik kom een mevrouw met twee hondjes tegen, maar ik durf niet te vragen of ze op de fiets is… Ik neem een ommetje over het fietspad in plaats van ‘mijn’ bospad af te maken. Ik heb nog tijd genoeg en ik vind dit heerlijk, dus waarom zou ik niet gewoon doorgaan?
Ik ga langs de oostvaardersplassen natuurlijk en het is me allemaal zo bekend en toch ook weer anders nu het zo koud is. Ik hoeft helemaal niet hard van mezelf of op enige wijze ook maar iets te presteren en dat werkt erg bevrijdend. Ik ga gewoon minstens tien kilometertjes warm blijven en het enige wat ik daarvoor hoeft te doen is rennen! Ik zie de paarden staan en er komt een reiger met veel kabaal vlak over me heen.
En dan ga ik het pad op langs de palen. Een test-momentje. Dit pad moet ik van mezelf altijd in intervallen lopen. Zeg nou zelf, daar vrágen die palen toch om? Maar ik versnel vandaag niet en ik vertraag niet (alleen om een foto te nemen dan), ik loop me heel erg in te houden. “Sometimes I Feel I’m Going Nowhere; Sometimes I Feel I Never Will” klinkt de muziek “I Never Noticed ‘Cause I Never Stand Still”. Als ik aan het einde van het pad ben, vergaat de wereld niet en ontploft er niks omdat ik geen intervallen heb gedaan. Het kan dus best! Ik klim voor het eerst dan ook maar eens de heuvel op en kijk weer op mijn horloge. Ik denk dat ik over de tien kilometer maar 55 minuten heb gedaan, maar het blijken pas negen kilometers te zijn. Ik zet mijn horloge stil om een panoramafoto te maken.
Ik heb nog steeds de tijd voor ik het kind moet ophalen, dus ik denk dat ik nog maar het kilometertje extra loop. Dat is een rondje van precies een kilometer en dan haal ik de twaalf kilometer die ik bij vertrek in mijn hoofd had zitten toch nog! Als ik op de 11 kilometer zit volgens de telefoon vraagt mijn horloge om aandacht. Ik ben vergeten hem weer aan te zetten! Daar baal ik nou echt van! Gelukkig zet ik de telefoon nooit uit. Ik ga langzaam de brug op en ik vermoed dat ik dezelfde hardloper als daarstraks weer zie die oefeningen op de trap doet. Dan ben ik bij het vriendje waar mijn kind speelt. 10 Kilometer volgens de Garmin in een keurige 1 uur en 2 minuten. Ik blijk veel harder te hebben gelopen dan dat achteraf.
De telefoon houdt het op 12 kilometer. Daar ben ik het ook mee eens, ook al is het gemiddelde tempo dan lager. De Garmin houdt het gemiddelde hardlooptempo op 6:08 minuten per kilometer.
Met het kind ren ik de laatste kilometer ook nog; hij blijft me gemakkelijk voor 🙂 Het is de snelste kilometer van allemaal, hahahaha. Als ik thuis ben, daalt mijn hartslag razendsnel naar 80 en dan lonkt de warme douche! Het is achteraf onbegrijpelijk hoe koud de eerste twee kilometer waren. Het is maar goed dat ik niet ben omgekeerd terug naar huis.