browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-28

Posted by on 21 August 2022

15 augustus. Onweer ?

‘s Morgens begint de dag met een hele flink zware onweersbui die boven ons huis tot uitbarsting komt. Letterlijk. Maar de hitte is nog niet weg. Het is een combinatie van slechte luchtkwaliteit die hier in Europa het weer anders maakt dan in Canada denk ik. Het blijft vies drukkend en benauwd en warm. Ik ben op kantoor. Daar is klimaatcontrol en een nieuwe managSTER en we wandelen even buiten, de HR medewerkster en ik. In de volle zon. Ik heb het even heel erg moeilijk en dreig ‘out’ te gaan, maar ik wandel er doorheen en zij merkt het niet eens. Geen last verder. Van geen zin. Totaal geen zin. Niet weer op de fiets! Ik wil niet! Thuis eten Rob en ik samen, omdat de jongeman werkt. En dan moeten we mijn nieuwe horloge bandje ophalen Echt mooi van Garmin. Ik stel het fietsen uit. Hoef maar 40 minuten. Moedeloos en moe doe ik de fietskleren aan. En dan dondert het in de verte. Nee toch. Ik app met Joyce waar het spookt en dondert en regent. Uitstellen dan maar. De druppels vallen mee bij ons. Ik ben met mijn zusje en het wordt donker. Ik zit in mijn fietskleren te kletsen. Ik sla het fietsen over. IK DOE NIKS. RUSTDAG. Slome dag. Hoe is het mogelijk? Ik voel me er niet eens slecht bij.

16 augustus. Een koppeltraining. Weer. ?

Weer. Ik ben de animo een beetje kwijt. Weer sporten. Weer hitte. Weer plakkerig. Maar een halve triatlon komt niet vanzelf. Niet bij mij. Dus geen zin is geen optie. Er staat een intervallentraining op de rol met hard hardlopen er achteraan. Ik sleep mezelf en de fiets naar buiten. De fietskleren van gister lagen er toch nog. Ik stel het nog even uit door de kinders iets leuks voor te stellen. Dan stap ik op. 30 minuten infietsen. Muziek aan. Cadans hoog houden. Geen zin. Niet zeuren. Als ik de plassen langs fiets, voel ik een paar druppels. Het zijn er echt een paar. En dan blijkt het fietspad vochtig. Even verderop zelfs heel nat. Hier heeft het flink geregend! Mijn remmen piepen er van. De mensen stoppen omdat ze er van schrikken en ik roep dat ik het ben, niks aan de hand. De dijk op. Er zijn zelfs plassen. Ik hou niet van nat na zo’n lange droge periode. Dan is het glad. Mijn banden zijn zo smal. Eng. De temperatuur schommelt enorm. Dan zijn mijn knieën warm en mijn benen koud. Het tempo ligt wel hoog. Doordrammen maar. Het blijft nat, dus het heeft echt flink geregend. Let op de cadans. Door de regen is het wel lekker rustig. Tempo elke 5km iets hoger leggen? Ik zie wel of het lukt. Dan komen de intervallen als ik de Noorderplassen al voorbij ben en net ben overgestoken. Ik ga liggen, hard trappen, cadans hoog houden en dan gaat het tempo mee. Al kom ik niet zone 4. Niet zeuren, geen zin. Drinken in de pauze. Tweede interval ook oke, lekker wind mee en gedag zeggen tegen DvA uit de straat. Tempo loopt mooi op. Rechtop in de rust. Derde interval is even lastig met oversteken en een hond die net op tijd wordt tegengehouden, maar ik hou het tempo hoog. Vierde interval kan maar deels liggend ivm hobbelig fietspad. Drinken in de rust. Het is weer vies warm. De vijfde keer interval is helemaal onmogelijk op het hobbelige fietspad en wind tegen. Ik haal zone 4, maar tempo ligt beduidend lager. Dan door de stad terug. Ik ben er al zo klaar mee. Tot mijn verbazing ligt het gemiddelde tempo weer hoog. Geen tijd en zin voor een foto. Ik ga door de stad terug en voel me best asociaal omdat ik mijn tempo belangrijker vind dan het verkeer. Ik let wel goed op, maar ik vind dat ik voorrang zou moeten hebben! Ik denk dat ik eigenlijk een gel moet eten, maar dat doe ik in de wissel wel. Ik drink nog wel. Mijn benen zijn echt moe, mijn hoofd is het figuurlijk moe. gemiddeld 28,5. Nog even en ik beheers het trucje.

Mokkend kom ik thuis aan. Ik vind mijn trainster nu even niet zo leuk. Het is een stomme training. Ik denk dat ze mij een beetje overschat. Ik moet 2,5 kilometer hard hardlopen op een tempo van 5:00-5:10. Da’s echt flink voor mij! En dan 3,5 kilometer rustiger op 5:45. Is ook best fors eerlijk gezegd. Ik ga snel verder met de nieuwe schoenen. Gel erin en weg ermee.

Ik kijk soms even met een schuin oog naar het tempo en dat is perfect: hard. Heet. Ongemakkelijk. Op het kilometerpunt krijg ik geen reactie van het horloge. Ben ik vergeten om het aan te zetten. ??? En die drie dan in hoofdletters. Ik loop nog een kilometer zo hard het lukt, maar het is echt zo warm en drukkend en zwaar! Ik red 5:09. Met viaduct er in. Ik doe nog een kilometer mijn uiterste best tot op de rand van wat ik kan. Nog een kilometer op 5:07. Ik kan niet meer. Ik stop even, fotografeer beide horloges, baal en bedenk dat ik op de bel precies kan zien hoe laat ik wegging.

Verder. Het moet maar. Onverhard rustiger. Het is zo walgelijk, vreselijk heet. Zo benauwd. Ik zweet me kapot en ben net zo rood als mijn pakje. Niet leuk. Echt niet. Ik ga door het bos en het ruikt al naar herfst. De bomen verliezen ook al bladeren. Dan in de zon het viaduct op en het tempo is nog steeds best hoog. Ineens is het op. Mijn lijf geeft het even op en ik moet wandelen, anders ga ik tegen de vlakte. Dan maar geen 5:45! Ik pak na een paar keer diep ademhalen het hardlopen weer op. Naar beneden en op weg naar huis gaat het weer beter. Dit is zo zwaar en ongemakkelijk! Als ik moet kiezen tussen fietsen en hardlopen is het eigenlijk makkelijk: dan fiets ik wel iets minder hard! Die eerste kilometer zit me flink dwars. Ik loop nog op een flink tempo de straat door en doe volgens Garmin de 5km in 27:23. Plus iets van 5:10 – ik krijg het niet uitgerekend. Ik haal de vuilnisbak. Dit was niet leuk en ik had gelijk met mijn geen-zin. Maar het zal wel weer zin hebben gehad voor iets.

Ik heb de eerste kilometer zeker hard gelopen! Ik vertrok om 17:22:06 en om 17:27:?? zette ik het horloge aan en toen was ik al iets verder dan de eerste kilometer. ‘t Is wat het is – of eigenlijk wat het niet is. Dit was ‘m niet.

17 augustus – een rare ervaring bij de zwemtraining

Een lange enerverende dag op kantoor. En dan door naar het zwembad in Stad. Vóór mij in baan 2 (niet echt de snelsten, maar ik wilde even niet me uitsloven in baan 3) zwom tig jaar triatlonervaring, meer zwemuren dan ik ooit zal maken en ik zwom achterop keurig benen te doen en bleef een halve baan achter, vanwege hun hulpmiddeltjes. Mogen ze, want ik haal de gemiddelde leeftijd omlaag. Zij voor mij hebben zich allemaal al dubbel en dwars bewezen. Moest ik ze inhalen en flink doorzwemmen. Goed voor me. Letten op de techniek: lange slagen, krachtige bewegingen. Maar de mensen in het midden klaagden: het ging veel te hard. Klopt, het tempo lag erg hoog. Dus iemand ruilde met mijn plekje achteraan. Ik kwam er lekker in en ik moet bekennen: ook met een hulpmiddel. Proberen 1 op 3 te ademen.

Netjes meedoen met de rugslag en de schoolslag. Een andere van de geweldenaren schoof naar achter, want hij was kapot. Ik begon me te vervelen met het tempo. Dat ging steeds minder hard. Ik scherpte mijn techniek aan. Moest me dan weer inhouden. Weer iemand weg uit de baan die het zat was. Toen moesten we 50-100-150m rustig doen en daartussen 50m armen hard. 1 Iemand zwom nog voor me. Met flippers. Ik kon rustig mijn pullboy achterwege laten. Daar zwom de kliek aan het einde van training -achter mij op wat ‘normaal’ rustig was, maar ik vond het zoooooo slap. Als je begint op een tempo van 3,1 en nu afzakt naar 2,6; dan snap je dus niks van tempo-indeling, van training, van deze sport. Ik ging voorop in de 50m hard. Liet de rest een halve baan achter me. Er zijn een aantal mensen van hun voetstukje gevallen in dat uurtje. Ik was er echt een beetje verdrietig van. En boos. En hongerig. Ontdaan. Een goed gesprek met een supervrouw (SZ-B) hielp me over de teleurstelling heen. En friet met M&Ms.

donderdag 18 augustus – Lopen met MV

MV is een triatlete met een beperking. Schijnbaar. Ik weet niet precies wat ze heeft, maar er is sprake van een spierziekte waar ze buddy’s voor nodig heeft en moeite met prikkelverwerking, maar ze kan wel een hele triatlon doen. Nu traint ze voor de challenge in Almere en ze past op een huis in Almere in haar vakantie. Ik heb vandaag hardlopen in mijn programma staan en zij ook, dus ik ben bereid een uurtje eerder te stoppen met werken en met haar mee te gaan voor 15km hardlopen door mijn achtertuin. Maar haar hondje is ziek en ze rijdt van de dierenarts in Almere naar Amsterdam. Ik zou van minder in de stress raken en ik ga eerst eten. Zij heeft minder last van de stress denk ik en staat voor de deur. Ik ben benieuwd wat haar probleem is! Het is raar dat iemand een auto voor de deur zet met een gehandicaptenkaart er in om vervolgens in training voor een hele triatlon met mij te gaan hardlopen. Vincent gaat ook mee. MV’s tempo en mijn route en Vincent voor de gezelligheid. Het is best warm en ik ben vermoeid van het werken. We lopen kletsend de Oostvaardersplassen in. Vincent en ik praten, want voor ons is 6:58 een moeiteloos tempo. MV is nog wat stil, maar is nog wel veel bezig met haar hondje. Haar loophouding is niet je-van-het, maar verder is er niks mis met haar. We gaan naar het uitkijkpunt.

En dan weer verder. Met z’n drieën lopen is niet heel handig, daarvoor is het fietspad net te smal. Dat deert MV niet echt, volgens mij. Er zijn best wat vliegjes. Aan het einde van het fietspad gaat Vincent via het bos alleen terug. MV en ik gaan naar de dijk toe. Kunnen we kletsen en kan ik mooi doorvragen!

We gaan langzaam de dijk op, want MV heeft ergens last van. Verbazingwekkend dat zij nog iets kan hebben met alle medische begeleiding die ze achter zich heeft! MV kent veel mensen, maar dat er nu elke dag iemand met haar mee gaat nu ze in Almere is, dat valt tegen. Ze doet wel mee aan de elitewedstrijd aanstaande zaterdag. Ik ben daar nog nooit voor toegelaten!

We gaan weer terug na de dijk. Echt motiverend en superenthousiast gezelschap is MV niet. Ze is logischerwijs veel bezig met haar eigen triatlon. Wel vertelt ze me over haar toekomstplannen en de andere van het team. We gaan het bos in. Ik vind het benauwd buiten. Heeft MV ook geen last van. Ik wijs haar ook op fietsers, maar ook daar let ze uitstekend zelf op. Ik moet even de bosjes in om wat krokodillen te verjagen. Hoewel het tempo voor mij niet hoog ligt, gaat het niet vanzelf. Ik vraag na wat ik graag wil weten, zij stelt (gelukkig) niet zoveel vragen. De bosgrond vertraagt ons wel wat. Dan lopen we terug langs de lama’s en over het viaduct. Levert weinig problemen op: niet qua prikkels (wandelaars, fietsers en omhoog tegelijk) en ook niet qua moeite. We gaan zelfs iets harder! Dat merkt en kan ze ook. Maar 15 kilometer worden het niet vandaag, ze vindt -net als ik- 11 kilometer wel prima. Door het park naar huis. Ik weet niet goed wat ik er van moet vinden. Het was minder gezellig dan ik had gedacht en zij minder speciaal als ik had gedacht. Eerlijk, als zij ziek is en buddy’s nodig heeft, dan wil ik dat voor de zenuwen en de voeding ook wel!

19 augustus – de inspanningstest en losfietsen

Vincent heeft een inspanningstest bij Tri2One coaching. Hij wordt gemeten door HS en ander verrassend bezoek wat voor Vincent erg goed uitpakt. Het kind kan snoeihard lopen terwijl het er ook nog makkelijk uit ziet.

Nu weten we zijn hartslagzones. Veelbelovend. Thuis eten we een frikandellenbroodje en daarna ga ik fietsen met Manuel. Mijn idee was een rondje Oostvaardersplassen, maar Manuel wil de 40km wel aantikken. Ik hoef niet zo hard en Manuel is nog steeds op de MTB. We kletsen mee als ik gister met MV kon. We worden verrast door een enorm jacht wat op het Markermeer ligt.

We maken een ommetje en ik vind het zo leuk als Manuel over zijn werk vertelt! Mijn hart gaat naar hem uit omdat hij niet meer kan hardlopen door een blessure. Tegen de wind in laat het tempo te wensen over en ook de cadans raak ik een beetje uit het oog, maar ik vind het wel een stuk leuker! Echt waar. Omdat ik me vandaag ook niet druk hoef te maken. Dat doe ik morgen wel! We fietsen de 40 kilometer vol voor de badge.

En daarna ga ik met de meiden pannenkoeken eten, waarbij het verhaal van MV en de wedstrijd waar ze voor uitgenodigd is, net anders blijkt te liggen. We maken een wandeling op slippers.

20 augustus Kwart(je) Anna Pauwlona

De kwart afstand van 1 kilometer zwemmen, 40 kilometer fietsen en 10 kilometer hardlopen is niet dik gezaaid in Nederland. Het is allemaal 1500m zwemmen. Deze viel eigenlijk wel goed en ik heb vluchtig gekeken waar Anna Pauwlona lag en me ingeschreven. Voor de lijst alle-afstanden-in-een-jaar. Eigenlijk ligt Anna Pauwlona helemaal in de kop van Noord-Holland en is het een flink eind rijden. Rob gaat alleen mee, want Vincent moet werken. Ik ben slecht voorbereid en verdiep me eigenlijk pas een dag van tevoren in de route en wat er mee moet. Het is anders dan anders: zwemmen op een andere plek, de fiets nemen naar de hardloopplaats. het verwart me. En… het water is warm. Te warm voor een wetsuit. Ik zou me zorgen moeten maken, maar zelfs dat doe ik niet. Ik heb gewoon geen zin. Simpelweg geen zin, geen motivatie, weinig animo. We zijn op tijd (om 11 uur) in Breezand, waar ik ga hardlopen en daar zet ik mijn schoenen neer.

Dan rijden Rob en ik naar de jachthaven bij Anna Pauwlona en daar zijn we ook vroeg. We gaan op een bankje in het dorpje zitten. Daar ligt de zin ook niet echt. Rond kwart voor 1 gaan we met fiets en spullen naar de jachthaven. Het is er druk, maar ik heb me voor alles een beetje afgesloten. Niet zenuwachtig, da’s mooi meegenomen. Maar ook niet geboeid of dat ik er naar uitkijk. Wel onder de indruk van al die snelle atleten om me heen. Ik zoek geen contact en ga op de steiger zitten te wachten. Een klein beetje gespannen, maar ik heb iets gevonden: ik ga zitten te bidden! Dat leidt af, is een saai mantra en geeft rust. Als de mannen weg zijn om kwart over 1 mogen wij het water in. Lekker water. Inzwemmen naar de steiger. Beetje gespannen, maar alles zit goed. En dan mogen we zwemmen! Ik kom wat lastig weg, moet even wennen en mijn plekje vinden. Dat kost me tijd. Dan kom ik in een slag met 1 op 4 ademen en lekker doormaaien. Breed, ver, doorhaal. Het gaat goed. Ik vind het zelfs een tijd heel leuk!

We zijn al snel bij de eerste gele boei die zo ver weg leek. Ik ga hard voor mijn doen! In een groepje. Dan wind mee naar de brug. Dat navigeert helemaal lekker. Ik kijk niet naar de tijd.

Na de boei moet ik me oriënteren. De zon staat nu lastig voor een enkel-rechts-ademer en er zwemmen mensen om me heen en het ritme is even weg. Ik kan ook niet tegen die stank van diesel. Ik ben niet de laatste. Dan krijg ik een slok water binnen, wat ik zelden meemaak en zeer vervelend voelt. Ik maak me even zorgen of ik de kilometer wel zal halen en hoe dan, maar het voelt hartstikke goed! Als ik dan het water uit ga, ben ik wat teleurgesteld over de tijd. Ik kom het water niet lekker uit; dizzy en ik val een beetje. Ik doe alles netjes in de plastic zak en er zijn al heel veel fietsen weg! Sokken aan lukt ook al niet soepel. Maar het moeilijkste is het opstappen! Ik kom niet goed op mijn fiets en daar baal ik van.

En dan gaan fietsen. Volgens mij beginnen we tegen de wind in. Ik haal een aantal mensen in, en ook mannen die tien minuten eerder zijn gestart. Ik doe gewoon mijn ding en let op de cadans. Hoog inzetten. En gaan. Ik erger me aan het slechte wegdek. Langs het water. Ik moet even zoeken naar mijn eigen ritme. En denken waar ik eens aan zal gaan denken. Wat zouden anderen doen op de fiets eigenlijk? We komen bij een brug bij een plaatsje. De pijlen op de weg zijn duidelijk, de vrijwilligers zijn er in overvloed. De eerste 10 kilometer gaan best snel voorbij en dan zit ik in een lekkere flow. Het tempo ligt wat hoger, ik speel met de wind en kijk een beetje om me heen. Het voelt niet vertrouwd om te gaan liggen, maar ik weet niet precies waarom niet. Ik drink grote slokken. Dan begint er een soort gedraai en ik weet niet waar ik blijf. Er loopt vanalles door elkaar, mijn gedachten, de plekken waar ik langs kom.

Het spoor over, de dijk langs en tempo oppikken wind mee, bloemenvelden, grote boerenbedrijven en veel steunvlaggen, mensen in hun tuintje, vrijwilligers op kruisingen. Ik denk niet zoveel aparts. Waarom er water op de velden staat. Welke bloemen ze kweken. Hoe ver 40 kilometer is. Ik neem netjes een gel op 20km en drink voor mijn gevoel behoorlijk. Door naar de 30 kilometer. Spoor, kinderen in tuinen, over een stuk van het loopparkoers – wat zal ik straks blij zijn als ik 7 kilometer zie staan. En ik fiets in niemandsland. Wind tegen. Keren. Wind mee. Ik vind het stom dat ik geen idee heb waar ik zit. Het lijkt op de Frysman. En op Hoorn. En ook op Almere, met de rechte wegen. Niemand voor me. Op het laatst 1 iemand en iemand die me nog inhaalt, maar zonder startnummer? Ik wil wel plassen, maar hoef niet echt. Een breed fietspad, hoekje langs de derde lege spoorbaan. Ik ga de 40 kilometer net niet redden in 80 minuten, dus net geen 30. Valt ook weer wat tegen qua moeite en tempo.

In de wisselzone pers ik wel een paar druppels eruit. Ik wissel snel. Ook nu alweer veel fietsen. Ik hoef alleen maar naar de finish voor mijn knipkaart. Mijn idee is gewoon te lopen met een tempo tot 6:30. Het dorp uit hobbelen. Ik sluit me volledig af voor alle publiek. Mijn eigen ritme pakken, mijn eigen ding doen. Ik kijk niet naar het tempo, maar na de eerste kilometer ben ik wel verbaasd met 5:33. Dat is niet vol te houden, maar het moet zo blijven voelen: easy en steady. Het is bewolkt. Dorp uit. Weer geen idee hoe en waar. Maar dit trucje beheers ik. Stappen maken. Me niks aantrekken van warmte.

Het publiek buiten het dorp charmeert me meer: met sponzen en klappen en water. Ik blijf hardlopen, haal een dame in en pak hardlopend water aan. Ik blijf achter John. Het voelt enorm makkelijk en steady en het tempo komt rond de 5:40 te liggen. Er gloort ambitie: niet meer boven de 6:00 uitkomen. Voor ik de ambitie kan vangen, is het weer weg. Ik hobbel echt heerlijk voort. Het allerliefste van de dag is de peuter die mij met zijn papa een spons aangeeft. Ik mis bijna de pijlen naar rechts! Maar ook hier: overal behulpzame vrijwilligers en mensen langs de kant. Naar het pontje en het stuk waar we ook fietsten. We zitten al op 5 km in 28 minuten nog wat, dus dat gaat mooi. Ik span me nog steeds niet in. Langs de andere kant van het water. In de 6de kilometer vat ik het plan op om de laatste 2 kilometer te versnellen. Om te kijken wat ik nog kan en mezelf moe te maken. Ik word nu niet moe van het hardlopen. 1 Kilometer ging iets langzamer (die met de spons van de peuter?), maar dik onder de 6:00. En doorrrrr. De stad weer in. Veel publiek, veel mijn naam. Ik kijk uit naar de laatste 2 kilometer. Maar kilometer 7 en daarna kilometer 8 moet ik wel wat dieper voor graven. De hartslag blijft niet meer onder de 150. Ik moet me gaan afsluiten. Aan de andere kant van de dijk lopen al veel mensen terug. Ik blijf achter John, zo vertellen ze mij meermaals. Maar John is 10 minuten eerder gestart mensen. Ik doe mijn eigen ding lekker. En bedenk dat er idioten zijn die dit keer 4 doen. Straks wil ik stroopwafels. Daar heb ik echt zin in en kijk ik naar uit. Ik keer ook om en ga het brugje over om aan de andere kant van het water terug te gaan, wil aanzetten en dan voel ik het: niks gegeten. Geen energie. Weer. Ik ben boos op mezelf en stel het plan bij: niet gaan wandelen, blijven rennen en alles wat er nog is in de laatste 2 kilometer stoppen. Dan maar niet versnellen! Tempo houden zal moeilijk genoeg zijn. Ik ga het halen. Hier rijden auto’s langs. Ik heb genoeg gedronken en koel gehouden, maar geen gel genomen. Verdikkeme. Kilometer 8 duurt lang en is niet makkelijk, maar ik had op iets anders gehoopt. Dat de misselijkheid zou terugkeren omdat ik me aan het inspannen ging, niet omdat ik weer vergeten ben een gel te nemen. Ik moet poepen! Zul je altijd zien. Verder loop ik volkomen behoudend nog steeds en ongeïnteresseerd in het eindresultaat. Nog 1 kilometer. Veel mensen langs de kant roepen: nog een klein stukje, maar dat voelt echt anders gasten! Ik blijf op tempo. Tot de laatste snik. Ik moet namelijk echt meteen door naar de WC dadelijk. Gelijk. En dan is daar de finish. Ja leuk, ik kom uit Almere, maar ik train niet voor Almere (niet echt), en daar zie ik tegenop als de motivatie dan net zo laag is en ik zie een totaaltijd en denk: komt overeen met de reistijd.

En dan zeg ik Rob gedag en loop door naar de WC. Daar moet ik poepen en neemt de misselijkheid en slapte af. Zoals bekend heel snel. Ik ben echt snel weer bij, nauwelijks moe, maar ook niet trots of blij. Mama is gefinisht!

Volkomen behoudend geracet: geen laatste geworden, geen eerste, geen PR, niets heel erg verprutst – of eigelijk alles tot wissel2-, niet stuk gegaan, sterk gelopen en lekker gezwommen. Maar ook weer in de eetproblematiek getrapt, weinig gemotiveerd, niet echt genoten, niet gestreden. Rob haalt stroopwafels en mijn schone kleren. Na 2 stroopwafels zit vol. Lekker een jurkje aan en dan wandel ik alweer met gemak naar de auto. Nog een paar stroopwafels en de verdiende hamburger. Ik heb in vergelijking met de rest niet zo hard gefietst (maar in Almere werd gestayerd) en wel hard gelopen! In zone 2/3 een tempo van 5:42 gemiddeld: daar mag ik blij mee zijn!

21 augustus – Uitfietsen ??‍♀️ ?

De zin is op. Helemaal leeg het potje. Ik denk dat het komt omdat het niet meer uitmaakt: met het verlengen het fietsparcours van Almere kan ik zeker niet beter presteren dan ooit eerder. De ene of andere training meer of minder maakt niet uit. Het wordt niet meer beter of slechter. Ik moet me mijn bed uit slepen en zoeken tot op de bodem om te gaan uitfietsen. Om tien uur ga ik echt, beloof ik mezelf. Kwart over tien. Dan lukt het pas. Geen idee van route, hoe lang ik dit ga volhouden en of ik ergens wat motivatie tegenkom. Ik zoek het richting de manege. Niet. Over de brug naar Almere Haven. Ook niks. Ik denk wel na hoe het komt dat ik niet meer wil. Volgens mij is het oplengen van het fietsen in de challenge Almere funest voor mijn motivatie. Ik kan toch niet veel harder fietsen, dus daar verlies ik het op. En dan maakt het niet uit of ik veel of weinig train, ik finish toch wel. Desnoods wandel ik ‘m lekker uit! Ik moet nog de voeding op orde krijgen en verder is die halve weinig uitdagend. Ik moet het er maar eens over hebben met de trainster, wat ik nog zou moeten trainen. Ik zoek naar de motivatie in het Kromslootpark en ook daar ligt het niet voor het oprapen.

Ik ga langs het rechte fietspad. Intussen heb ik de muziek aangezet. Ik heb op de fietscomputer de tijd neergezet, zodat ik niet word afgeleid door tempo (te laag) of de cadans (ook te laag) en gewoon maar wat doe. Eindelijk ga ik de dijk op. Wind mee. Maar eigenlijk is het te laat: de motivatie, de zin, de animo: ver te zoeken. Ik ga het in Almere niet meer vinden. Ik leg me er maar bij neer.

Toch vind ik in een ver hoekje nog het idee om vandaag dan ook maar 40 kilometer te fietsen. Op een trainingstempo. Dan kan ik tenminste zien wat het verschil is met een wedstrijd. Het komt van heel diep. Uit een hele donkere hoek. Alles is ook zo saai hier, zo bekend, zo ‘gewoontjes’. Maar ja, dat gaat de Challenge niet oplossen! Integendeel… Ik zou nog 1 keer moeten trainen met voeding en een lange fietsrit en een stuk hardlopen. Maar wanneer?! Misschien ben ik er de komende week wat te moe voor met 3 kantoordagen, 1 F1 dag en een halve marathon. Het sterkste moment van de training volgt op 38 kilometer: ik fiets een stukje om richting de Evenaar. Ik fiets extra veel, zonder dat ik daar een reden voor heb. 40 Kilometer in meer dan 1,5 uur. Tsjonge. Ik krijg een berichtje van Rob dat Vincents vriendinnetje op een racefiets zit. Daar kikker ik nou enorm van op! Hoe stoer, leuk, dapper is dat? Ik kom ze tegen in de wijk.

Ze is mijn heldin en mijn tempo, cadans en route zijn opeens totaal niet meer boeiend. Die twee zien fietsen en zij op mijn (!!) racefiets met een brede smile, on-be-taal-baar. Ze hebben net samen een rondje om het park gerend. Die meid is goud waard! Wat een supervrouw! Ik heb de twee uur fietsen niet gehaald, het tempo is bagger en de cadans is nauwelijks beter. Maar de afgelopen week 10 uur gesport. Da’s meer dan genoeg!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

thirteen − six =