browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2022-32 – RUSTweek – bijkomen en een hele rare run-bike-run

Posted by on 25 September 2022

Maandag 19 september – Medals Monday

Iedereen showt altijd op maandag de medailles van het weekend. Ik doe dat meestal niet, hou niet van dat kijk-mij-eens. Maar deze maandag doe ik alle medailles in 1 keer:

Echt oplettende kijkers zijn er dus niet. 1. Eén iemand schrijft me dat er ook een hardloopmedaille bij ligt. Verder doe ik niks vandaag. Net als gister. Niks sportiefs. Wel werken, naar de therapie, eten en uitrusten. En sportieve plannen maken.

20 September 2022 – Stukkie fietsen. Voor appeltaart. Vincents vriendin heeft appeltaart gebakken. En iemand moet die keuren. Ik werp me graag op. Vincent hoeft geen appeltaart, die gaat ergens anders voor mee. We gaan over de dijk. Het maakt mij niet zo uit hoe snel we gaan of hoe het gaat, we trappen gewoon! Ze maken een gat in de dijk bij het Bloq! In het asfalt op dit moment, maar ik hoop dat ze niet te diep gaan. We hebben wind mee dacht ik. En we moeten de weg zoeken, want naar de Literatuurwijk ga ik zelden. Het komt goed. Iets te laat, maar de appeltaart is nog warm! En heel erg lekker. In mijn fietskleding heb ik een heel fijn gesprek met de andere moeder van dit schattige stel. Doordat het zo’n prettig gesprek is, vergeet ik de tijd. En dan moeten we op de terugweg racen! Over het drukke Spoorbaanpad. Heel lastig en onrustig. Als ik had geweten wat de toestand was van Vincents remmen, had ik hem met de trein gestuurd! Maar we zijn op tijd thuis om te eten net voor de Picnic komt en we door moeten naar school. Ik heb deze keer helemaal niet meer aan een fotootje gedacht! Ik heb zelfs niet kunnen denken aan het uitwerken van mijn volgende plannen. Soms is het leven druk.

woensdag 21 september. Waar hebben we vandaag zin in? Behalve niks-doen, boekje lezen en een hoop werk verzetten in elk geval NIET in zwemmen. Enorm niet in zwemmen. Ik heb de zwemspullen wel bij me op kantoor, maar ik heb zó geen zin. Dus ik ga niet. Dat mag deze week. Hoe gek dat ook is voor mij. Mijn hoofd en mijn lijf moeten tot rust komen. Toch moet ik ook naar buiten na zo’n kantoordag. Hardlopen zou het leukste zijn, maar het is alweer zo vroeg donker en dan moet ik zo lang wachten na het eten. Dus -hup- de fiets op en Vincent weer meetrekken. Hij doet de route. Naar de atletiekbaan en dan via de camping over de rode brug naar de dijk. Klonk niet direct verrassend, maar dat pakte anders uit! Naast de Lepelaarsplassen wilde ik stoppen voor een foto, want het was zo mooi.

En toen kwamen we op de Oostvaardersdijk. De zon ging net onder en ik heb het nog nooit zo helder gezien! Ik zag de windmolens aan de overkant van het Markermeer en we konden ook kijken tot de windmolens bij Urk. Ontzettend zeldzaam helder. En MOOI. Prachtig. Adembenemend.

Zou je niet zeggen he, dat dit Almere is?! Toen we naar huis fietsten, koelde het wel af. Hoe ver of hoe hard we hebben gefietst en met welke cadans of op welk wattage, geen enkel idee. Onbelangrijk. De kogel is door de kerk voor wat betreft mijn volgende doel.

donderdag 22 september. Terug naar de atletiekbaan. Ik zou mijn best moeten doen volgens het schema. Na 3 kwartier dacht ik, glimlachend in mezelf, dat dat het enige was wat ik in elk geval probeerde. We gingen inlopen en ik kwebbelde wat mee. Ik had weinig zin om te versnellen. En dat zat er ook niet echt in. Op de baan gingen we nog een aantal versnellingen doen en ik merkte echt dat me dat gewoon niet gegund was vandaag. Als je dan eenmaal in een rustige toestand gaat, dan is het dat gewoon. Dan kan ik wel verwachten dat ik me na een paar (loop)rustige dagen beter voel, maar de werkelijkheid is gewoon dat alles in en aan mij vooral uit lijkt te zijn op rust!

De baantraining bestond uit: 2x 800m en 400m. 800=200rustig, 200sneller, 200rustig, 200sneller. 1 minuut stilstaan en rust. Die beviel me wel. Ik heb lekker ook het horloge even uitgezet. 400=100rust, 100sneller, 100rust, 100sneller. 200rust (wandel/dribbel). Er was bij mij weinig verschil tussen rustig en sneller. Heel weinig verschil. Hoe zeer ik ook mijn best deed. Daarna 2×600 en 300. 600=200snel, 200rustig, 200snel. 300=100snel, 100rust, 100snel. 100 wandel/dribbel. Hetzelfde: ik ging lekker alleen lopen het donker in, deed mijn best en daar bleef het bij.

Toen moesten we nog een keer iets doen met 200m en 100m, maar ik kon het niet meer onthouden en ik ging gewoon lekker 600m rondjes lopen. Als er dan niks hoeft, dan kom ik tot rust en loop ik ook nog even lekker! Ik ben er moe van. Uitlopen om de baan en dan is het druk vanwege voetbal en zoveel onrust, daar word ik helemaal hyper van.

Vrijdag 23 september. Uitslapen. Lezen. Op de bank liggen. Niks. Fietsen. Staat er. Maar ik wil niet fietsen! Ik ga maar eens kijken hoe ik me voel. Volgens de Garmin bevind ik me in een piek, maar zo voelt het echt niet. Absoluut niet. Als ik wil weten hoe het gaat zit er maar 1 ding op: hardlopen. Ik had nog iets staan van dinsdag met minuten en zones, maar ik heb het vereenvoudigd. 2 Kilometer rustig (op gevoel) dan 700 of 800 meter versnellen en 200m dribbelen. Muziek aan en richting de dijk. Ik had niet echt een route-plan of hoe lang of hoe om. En ik heb ook totaal niet opgelet. Ik droomde weg, rende en dat was het. Kilometer 1 in 6:15. Kilometer 2 in 6:09. Dan versnellen en dat was wel fijn, even zo’n prikkel. Na 800m weer terug de rust in. Ik ken de weg wel en kijk echt nergens naar. Kilometer 4 gaat weer in 6:15 en kilometer 5 in 6:08 ofzo. Ik loop naar de dijk. Daar kijk ik wel even op. Bekend en mooi apart.

Ik besluit terug te gaan en dan zie ik wel of het de kassen worden of het bos. Het versnellen schiet er wat bij in door de foto’s, maar ik zet wel iets aan. Het wordt het bos, voor het geval ik weer moet. Dan hobbel ik maar iets minder hard. Als ik maar blijf rennen. Simpel zat. Blijf rennen. Bos. Dag mensen, daar ben ik weer en ja het gaat goed bedankt en dag meneer met verrekijker ik heb geen idee wat je ziet. Blijf rennen. Het rechte saaie pad. En dan moet ik weer. Ik ga gewoon langs het pad zitten. Er is niemand. Het maakt mij ook niet meer uit. En dan vervolg ik het beetje tempoverschil. De brug op gaat me slecht af en dan wandel ik gewoon even, het kan me ook niet schelen. Dit gaat zoals het gaat.


Ik heb alle triatlon-afstanden in the pocket. En nu heeft Rob me uitgedaagd om ook alle hardloopafstanden te volbrengen. Vorige week vrijdag al. Stel je voor: Pannekoeken eten. In Huize de Boer. Rob bakt, we eten de pannekoeken vers op. uit de pan. Omstebeurt. Ik was vanmiddag bij HB om hem (…) te vertellen en over Almere na te praten. HB heeft echt lekker een rustweek. Volgende week gaat hij weer verder voor de marathon van Amsterdam. Zo vertelde ik, mijn pannenkoek opetend. En toen vroeg Rob, al bakkend: wanneer is de marathon van Amsterdam? Toen had ik direct in staking moeten gaan. Ik had het moeten zien aankomen! Maar nee, ik antwoord nog netjes ook: over 6 weken. Zelfs bij de opmerking van achter het formuis: ‘nee, dat is wat snel’ ben ik niet met messen gaan gooien. Toen Vincent zijn pannenkoek kreeg opperde Rob zo onschuldig mogelijjk: maar een marathon moet je toch ook nog wel kunnen vinden dit jaar. ? KLIK ?ratel-ratel – even zoeken – split second – Berenloop begin november is ook te snel – terug naar Spijknisse eind november? kahan. Kan heeeeel misschien eigenlijk bestwelprima. Rob telde gewillig mee: de 10 kilometer Floriaderun heb je gedaan én in Rotterdam de kwart marathon, de halve marathon in Kampen. En Vincent snapte het maar niet. Zou Rob me graag het huis uit willen hebben? Ben ik echt zo erg als ik op de bank lig? Nog voor de mix opgebakken is, heeft Rob al meegeholpen met zoeken naar een 10EM en een 5km wedstrijd in de buurt. Denk je dat ‘ik-mag-van-mijn-man-alles-sporten’ een goede reden is voor een echtscheiding? Ik heb gewoon geeist bij de laatste pannenkoek dat ik er nog een nachtje over mag slapen. Of twee.

Ik heb er over nagedacht, nagevraagd bij de coach en gezocht naar wedstrijden. Ik ga de marathon van Spijkenisse opnieuw lopen. Negen jaar geleden was dat mijn eerste marathon. Toen at ik niets meer na de 25 kilometer. En vond ik de marathon het allerzwaarste wat ik ooit heb gedaan. Dat vraagt om een herkansing. Ik verheug me op lange duurlopen, dat kan ik prima handelen!

Op deze vrijdag maak ik ongeveer 11 kilometer vol. Het is wat het is en het gaat zoals het gaat. De gel die ik bij me heb is over de datum. Als ik klaar ben met hardlopen, ga ik weer op de bank liggen lezen. En piano spelen. Het is tenslotte bijkom-en-rustweek.

Zaterdag 24 september Weer zo’n to-do lijstje. Regen. Slecht slapen. Vervelende periode. Vallende blaadjes. Boek lezen. En dan de fiets schoonmaken. Hij piepte nogal met de achterrem. Ik ga even testen of dat nog zo is. Muziekje op, en expres geen fietscomputertje mee. Ik ga op gevoel fietsen. Het kan me niet schelen wat het tempo, de cadans of wat dan ook is. Het waaide redelijk. Ik reed naar de dijk en toen weer terug over het ‘vernieuwde’ fietspad. Toen had ik wind mee, maar ik reed op gevoel. Dat was het. Nog geen half uurtje. De fiets is oke.

En daarna naar het zwembad. Ik ben daar in eeuwen niet geweest. Geen idee wat ik eens zal doen. Er zijn 5 volwassenen in de baan en 3 daarvan zijn (heel veel) sneller. Ik zwem met achtje in. En dan volgen we de training. Behalve als we benen moeten doen, dan doe ik gewoon lekker de borstcrawl. Heel bewust. Als we armen doen, kan ik de mannen bijna bijhouden! Een ene-opener: zij hebben dus veel meer kracht in de beenslag, dat maakt echt het verschil. Ergens ga ik lekker oefenen op 1 op 3 ademen. Voor mij is het een goede training, voor mij persoonlijk. Ik maak het uur vol en ik zwem in verschillende gradaties: hard, te hard, heel bewust, net anders dan anders. En dat was ook oke.

25 September De Kut-dag (sorry-not sorry) Dit verhaaltje kan misschien iets te eerlijk zijn… maar het loopt goed af!

De sprint triathlon in Lelystad op 10 juli (lekker naast de deur) werd geannuleerd (te weinig verkeersregelaars) en ik kon nog net voor de vakantie naar Canada de wedstrijd verschuiven naar Nijmegen. Maar voor Vincent ging dat niet goed, wat we veel te laat ontdekten. En toen werd de triathlon Nijmegen een run-bike-run wegens de lage waterstand en de blauwalg. Ik had het erbij laten zitten, ware het niet dat Vincent toch netjes kon worden opgedoekt. En dat Rob best naar Nijmegen wilde rijden. Dan sluiten we toch lekker het triatlonseizoen af met een run bike run?! We moesten starten om 10:15. En dan is Nijmegen best ver rijden. Het was droog, het was mooi buiten met de optrekkende grondmist en we waren keurig op tijd om op het grasveld te parkeren. We waren er om half 10. Liepen de kade op en sloten aan in de rij. Een enorm lange rij.

De wedstrijd die om half 10 begon was uitgesteld. Er was een stroomstoring, waardoor inschrijven lastig was. Ik moest naar de WC. Voor een grote boodschap. Niet ernstig, ik kon wel wachten in de rij. Timing (met de matten) was ook lastig zonder stroom. We hoorden ook dat onze start een kwartier later zou zijn. Maar het ging niet vooruit. Dames mochten voor, maar ik wilde bij Vincent blijven. Het werd tien uur. Ik kan echt mijn fiets en loopschoenen wel binnen 10 minuten wegzetten. Het werd kwart over tien. De wedstrijd werd een half uur uitgesteld. En we stonden nog in de rij. De rookie wave was gestart. De rij opschoven. Half elf. En toen begon ik me ook te ergeren. Een kwartier en ik moest echt nog naar de Dixie en spullen plaatsen: kansloos. Ik snap dat de organisatie zijn best doet, maar een dik uur in de rij? Vincent was natuurlijk niet goed ingeschreven. Dus die moest omgeboekt. Daar hielpen ze dan weer voortreffelijk mee. Iedereen mocht starten op het moment dat ze zelf wilden. Kwart voor 11: de wisselzone in en de fietsen wegzetten. Ik moest Vincent overtuigen zijn jasje uit te doen.

En ik moest toch echt naar de Dixie. Ik mocht voor. Voor de wedstrijd al aan de diarree zijn is me nog niet vaak gelukt. Maar het werd nog erger: ik werd op dit moment ongesteld. Niks meer aan te redden. We moesten starten, Vincent en ik. Tijdens mijn allereerste run-bike-run in Hilversum op 19 maart 2017 gebeurde me precies hetzelfde. Weer een kringetje wat ik rondmaak! Terwijl Vincent op de WC zat, sprak ik de meiden van de eerste divisie. Die liepen er al tussendoor dus. Vlak voor ons starten de kinderen. Ik vroeg het nog even na: wij zijn van de uitgestelde start van de 10:15 sprint; jaja, ga maar, zei de man van de NTB. Vincent en ik gaven elkaar een boks en we liepen de mat over. Zo’n sneue start heb ik werkelijk nog nooit gehad! Dan zijn zenuwen nog beter. Het was 11 uur. Vincent ging wel hard. Ik merkte al meteen dat de krampen me parten zouden gaan spelen. De brug op. De brug onderdoor en ik realiseerde me dat ik behalve de afstanden niks wist: niets van de route. 5 km rennen in 2 lussen van 2,5 kilometer, 20 kilometer fietsen en dan nog een keer de lus. De brug af en dan over een veerooster (!) en onverhard. Heen en weer. Tussen de plassen door. Met krampen. Ik dacht nog: hoe dan, zal ik stoppen, dit is zinloos! Ik had weinig tijd om om me heen te kijken. Er waren veel mensen: rookies van de eerdere start in hun laatste rondje, mensen in hun tweede rondje, een onhandig keerpunt en dan terug. Ik bleef rennen, maar met weeen er tussendoor is dat niet zo prettig. Vincent riep dat hij verkeerd was gegaan. Veerooster. Veel mensen. De brug weer op. De brug weer onderdoor.

En dan kom ik Rob tegen: je loopt verkeerd, je moest daarachter keren! Ja, ik zag wel iets, maar niemand keerde daar, niemand. En ik loop niet heel zacht ofzo. Terug de brug op, onder de brug door, terug naar het veerooster. Ik hoor ze nu roepen: dit is het keerpunt, maar ik scheld ze hardop uit: had dat daarnet gedaan klootzakken! Ik dacht weer: ik kap hiermee. Dit is niks. Auw en vervelend, dat is het. Maar ik ben niet van het opgeven en ik denk: rennend gaat dit het snelste voorbij. Er lopen kinderen, er lopen andere mensen van wie ik niet weet hoe of wat. En dan neem ik wat water in de hoop dat het helpt tegen de krampen, maar ik weet al hoe zinloos het zal zijn. Dadelijk maar weer naar de Dixie toe in de wisselzone. Ik ben misselijk. Veerooster, brug en dan richting de wisselzone. Ik loop er volkomen alleen en denk slechts: doe ik dit nou goed?! Weer omhoog en dan de wisselzone in. De Dixie is te druk! Niemand die weet dat ik bezig ben met een soort van wedstrijd: het is volkomen onoverzichtelijk. Ik hobbel naar mijn fiets. Zal ik nu stoppen dan? Slok drinken, helm op, schoenen wisselen. En dan rustig de wisselzone uit waar mensen weer binnenkomen, mensen spullen klaar zetten en ik tussendoor moet laveren. Ik stap lekker rustig op.

We fietsen de brug weer op. En daarna over klinkertjes! Een hele serie nog wel. Over een halve weg. Naast de dagjesmensen. Over een drempel. En er zijn veel fietsers. Dan tegen de wind in. Het zal best mooi zijn, maar ik ben teveel bezig met opletten en zie niks van Nijmegen. Omhoog en meteen daarna een scherpe bocht. Niet mijn specialiteit. Maar ik zit niemand in de weg geloof ik. Boven langs en wind mee. Het is smal. Liggen ga ik sowieso niet durven. Waar moet ik heen als ik oversteek? En dan weer een smal stukje. Ik moet een mini-drempel over en voel alles op mijn fiets rammelen. Dat niet meer. Er is nog een drempel met een hele kleine doorgang. In een training neem ik die al langzamer! En daarna omhoog richting de brug, wat ik niet kan. 3,5 Kilometer. Brug, klinkertjes, terras, onder een brug door, dijk wind tegen. Ik pik wat snelheid op. Aangezien niet stayeren hier onmogelijk is, doe ik even mee, maar dat bevalt niet. Hoeveel rondes moet ik eigenlijk rijden?! Bocht, wind mee, kruising over, de smalle doorgangetjes.

Ik zie Rob en roep hoeveel rondes? Zes, zegt ie. Ik zit op 2. In ronde 3 pak ik het tempo echt op. Ik moet wel, ik moet hier zo snel mogelijk weg zijn! Straks is iedereen weg en doe ik mijn eigen ding wel. Vincent haalt me in. Hij zit al in ronde 5. We praten even en dan gaat hij door. De krampen zijn opgehouden. Ik ga gewoon mijn eigen hard. Blijkt ook boven de dertig te zijn! In ronde 4 ga ik me zorgen maken, al fiets ik gewoon flink door. Ik zag de eerste divisie starten en dan moet ik van het parkoers af! Ik zie nergens niemand van de organisatie of NTB. Stayeren is er al niet meer bij, het is bijna leeg. Ik haal YV in: zij is oud en word in haar categorie eerste straks als enige deelnemer. Ik ga snel ronde 5 in. Het is nu echt rustig. Alsof ik niks kan! Het voelt zo niet als een wedstrijd of iets wat leuk is. Brug, hup roepen tegen Z, klinkertjes, wind tegen doet me harder fietsen. Scherpe bocht met dezelfde vrijwilliger als vorige week bij de Bosbaan die rustiger aan riep. Ik zwaai naar de mensen in de tuinen. Ze hebben een mooi uitzicht over de Waal eigenlijk. Ze mogen me er toch niet afhalen, dat zou zoooo oneerlijk zijn! Aan de andere kant: dan kap ik wel mee. Weer omhoog en iemand moedigt me aan, een man die ik ken: maar ik kan dit niet met de kramp die er meteen in schiet. Nog 1 ronde, roept Rob. En niemand kijkt naar me. De laatste ronde zijn er nog 4 fietsers op het parkoers. Ik ga snoeihard. Ik ben hier zo klaar mee! Dit is zo niet leuk! Wel dat ik hard kan, maar verder helemaal niks. Voor me stapt een wandelaar het parkoers op, ik ontwijk hem, maar moet er niet aan denken dat hij ietsje later was. Nog 1 keer omhoog en dan de wissel in. Ik moet mensen die oversteken ontwijken! Flikker allemaal eens op zeg, ik doe dit ook. Ik stap netjes af en zelfs de vrijwilliger hindert me. In de wisselzone is het nog erger: mijn fiets staat op de plek van de divisieleden. Rot op, ik ben aan een wedstrijd bezig! Hij schuift ‘m opzij en wenst me succes. Ik grijns wel, maar ik vind hier niks leuks aan. En dan ren ik volkomen alleen weer de brug op. Iedereen is al klaar. De prijsuitreiking is om half 1. Kijk, die mevrouw loopt vast in, hoor ik. Neeeeeeee!!! Ik doe dit ook nog! De fotograaf ziet me niet. Ik blijf rennen en de krampen komen kei-hard terug. Ik zie het keerpunt bordje nu tenminste. Nu er nog 6 andere deelnemers tussen de plassen door lopen. Zal ik gewoon wandelend dit afmaken? Het is echt wanhopig. Zondagswandelaars komen me tegemoet: ‘nog een klein stukje, kom op’ zeggen ze. Ik neem me voor hen hardlopend nog in te halen na het keerpunt. Niet wandelen dus. De eerste kilometer gaat nog best hard. Gezien de krampen. Als ik stop, ga ik spugen, dus dat moet ik niet doen. Ik zie YV weer en roep tegen haar: je kan rechtstreeks door naar het podium! De man achter haar lacht er om, maar ik weet dat ik gelijk heb! Ik haal de wandelaars in en zie dat ik niet eens de laatste ben. Waarom ik nog blijf rennen? Omdat ik voor mijn eigen tijd ga. Ik ben ook later gestart en ik ben benieuwd naar mijn eigen tijd ten opzichte van mijn leeftijdsgenoten. Dan trekt de kramp door naar mijn benen. Dat betekent een enorm krachtverlies. En het doet pijn. Weeen in de onderrug en benen en baarmoeder zijn echter geen reden voor mij om te gaan wandelen. Ik vertraag wel ernstig als ik omhoog moet lopen en moet goed oppassen bij het veerooster. Helemaal alleen loop ik de brug over, langs de fotograaf die mij eindelijk ook ziet en langs de enige jongen die de weg wees. Ik lach wel, maar ik zie ook in het filmpje wat Rob maakte dat ik voorover loop en gebogen van de pijn. Met de moed der wanhoop.

De finish is ook troosteloos: er is niemand meer, niemand in de buurt, niks om voor te strijden. Ik juich voor het filmpje, maar daar is verder geen enkele reden voor. Ik ben ontzettend blij dat ik hier finish, want ik heb nog nooit zo vaak gedacht: laat maar.

Ik doe er ruim anderhalf uur over, wat echt slecht is. En ik kan niet meer. Ik kán niet meer. Ik sta te trillen op mijn benen. Ik kan een paar stappen doen, moet mezelf oppakken en de krampen zijn extreem. Ik kan niks eten of drinken, ik kom nergens. Ik denk: zal ik naar de EHBO gaan, maar ik zie niks en niemand ziet mij. Het helpt toch niet. Naar de Dixie dan. Maar die haal ik niet, want mijn benen dragen mij niet meer en ik moet zitten. Ik voel me vies en erg ongelukkig. Mijn vingers tintelen en dat is een heel slecht teken, dan ben ik erg van de kaart. Zelfs bij de hele triathlon duurde het niet zo lang voor ik weer ‘bij’ was. Ik zoek Rob en Vincent en we moeten blijven voor de prijsuitreiking voor Vincent misschien. Onbekend. Ik ga wat eten halen en vooral drinken en dan heb ik een heel leuk gesprek met M van de Challenge Almere die vraagt of ik twee weken na de halve alweer iets wilde doen. Ik vertel haar van al mijn afstanden en van de Bosbaan vorige week. Door haar zie ik dat ik 3 weekenden achter elkaar gepresteerd heb en wat suiker doet me goed. Ik ga terug naar Rob en we moeten lang wachten want ze waren de mannen onder de 23 vergeten. Vincent heeft geen podium. YV staat wel op het podium. Ik zeg iedereen maar dat dit echt ruk was. Van tijd tot tijd verkramp ik nog. En dan tussen de divisiefietsers door. Ik vind het totaal onoverzichtelijk allemaal en spreek nog even met AB(S) die me waarschuwt dat wegkomen ook niet makkelijk zal zijn. Ik pak de fiets, er is een ambulance en een BMW die vast zit en we lopen langs de gevaarlijke weg. Ik kleed me om bij de auto en dat voelt al wat beter, nu ik veilig verder kan met de menstruatie en ik kan zitten. Vincent gaat een foto maken en wegkomen is lastig omdat er weer een ambulance langs moet.
Als ik terugkijk in Garmin ben ik blij met mijn tempo’s: lopend nog altijd rond de 5:30, ondanks de krampen en fietsend heb ik de 30 gehaald! Ik eet een paar pepernoten en voel nog een beetje kramp, maar nu zit ik. Als ik de auto uit stap, is alles verstijft. Maar we moeten door, want Robs collega komt uit Polen voor een week in Nederland werken. En ik heb hem aangezet tot hardlopen, dus ik zal nog een keer moeten rennen vandaag! Toen we afspraken wist ik niet dat de run-bike-run zo’n fiasco zou worden. We halen hem op, ik heb geen tijd om echt te eten of me af te spoelen. We kletsen en om half 5 gaan we weer rennen. Vincent gaat mee op de fiets.

Het kleine rondje Oostvaardersplassen. Mijn benen doen dit. De krampen zijn weg. We gaan op een lekker tempo, maar ik wil wel een pauze op de berg! Voor de trap stop ik de tijd.

We kijken rond. Het is lekker weer.

We kletsen in het brabbelengels. Ik heb aan deze collega van Rob gedacht bij de Ironman in Hamburg! Ik noemde hem KM: dat hij nooit een marathon moet willen lopen. Ik vertel het hem nu in levende lijve. We lopen nog steeds flink door. Dat het kan zeg. Dat ík dit kan. Het is gek met mij! We lopen zelfs nog verder over het andere onverharde pad. Als ik op de volgende heuvel maar weer mag uitrusten!

Er staat een regenboog en we springen. Ik heb het nu meer naar mijn zin dan ik vandaag heb gehad. Voor alles wat ik al heb gedaan ligt het tempo gewoon superhoog en dik op de 10 kilometer per uur. Ik snap het niet zo goed, maar dit is gezellig en mooi en leuk. En dus makkelijk. Vincent wil het best overnemen, maar ik vind het ook wel stoer. Het is een fijn idee dat het kan en niet hoeft!

We gaan ook nog door het park. K versnelt zelfs een beetje! Ik kan heus mee, maar ik voel het wel hoor! Plakt die gekke Anke er gewoon nog dik 7 kilometer achteraan. Op 5:38 gemiddeld zonder de pauzes. Een douche doet wonderen.

En dan lees ik dat de laatste wedstrijden in Nijmegen zijn afgeblazen. Gevaarlijk parkoers. Dat neemt wel de overhand op de andere kritiek die ik ervaren heb: zomaar starten, een veerooster, chaos. Ik ben onwijs trots dat ik van de 16 vrouwen van mijn leeftijdscategorie 6de geworden ben! Als laatste binnenkomen en toch zesde zijn: het is gek.

De tijden kloppen echter totaal niet. Want ik liep 6 en 3 kilometer en niet 5 en 2,5. We halen met zijn vieren patat en een hamburger. Ik heb hem echt verdiend! Het is hartstikke idioot: wat een dag was dit! De marathon in Berlijn in een nieuw wereldrecord, allemaal geweldige mensen die de meest wonderlijke plannen hebben zonder een plan, klagers die eerste worden, supermensen en losers, een wedstrijd die nergens op sloeg en een mooi loopje that made very much sense, maar zeker een kutdag om ongesteld te worden. Sorry not sorry.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

6 − 1 =