24 oktober – Wandelen en bootcamp
Mijn spieren hebben rust nodig. Mijn hoofd ook, maar dat is me op het werk niet gegund. Ik ga niet rennen vandaag. Ik mag wandelend mee met de bootcamp. En daar doe ik lekker mijn best, vooral bij de buikspieren. Goed he? “Enjoy the workout” stond er op het staafje waarmee we moesten squatten. Heb ik geprobeerd!
25 oktober – hardlopen
Omdat er zo vreselijk veel te doen is, werk ik langer door. Om half 5 ga ik toch mooi met Vincent hardlopen als ik het laatste telefoontje heb aangenomen! Hij doet 400tjes en ik ga in zone 1/2 lopen. We kunnen 1 kilometer samen inlopen. Voor hem zone 0 en voor mij zone 2 met 5:45. Dan gaat ie er vandoor.
Ik hobbel 40 minuten in zone 1/2, maar dat gaat een stuk beter dan ik had verwacht. Mijn tempo ligt lekker. Ik heb muziek op. Geen last van de tig squats gister. Vincent komt me steeds voorbij en wandelt dan 50 meter, hobbelt 300 meter naast mij en wandelt weer een stukje zodat ik hij mij daarna kan inhalen.
We lopen terug langs de plas en mijn tempo blijft hoog liggen. Vincent komt elke keer voorbij terwijl hij het deuntje van de Pirates of the Carribean zingt en daar moet ik om lachen en ik probeer hem dan weg te duwen. Het is wel geinig dat we elkaar toch telkens weer ontmoeten, totdat hij de mojo krijgt en ik hem in zijn wandelpauze ook niet meer kan inhalen.
Het laatste stukje moet ik sprintjes trekken van 30 seconden. Het is maar dertig seconden en ik doe mijn stinkende best. De minuut rust daarna gaat me beter af. Gelukkig is het maar 6 keer en is Vincent aan het uitlopen inmiddels. Ik moest sprinten over een glad onverhard pad – minder succesvol. En dan gaat Vincent naar huis en loop ik nog rustig uit. Ik wilde eigenlijk 11 kilometer in een uur halen, maar dat lukt me (net) niet.
Woensdag 26 oktober – Onrust wegfietsen!
In ons huis worden airco’s geplaatst. Drukte, onrust, een schattige en drukke monteur en alle deuren tegen elkaar open. Ik ben degene die tussendoor moet werken en het is allemaal een beetje hyper. Ik moet vanavond volgens schema zwemmen, maar er is ook een vergadering en zwemmen met op en neer rijden kost nogal wat tijd en de airco’s lopen uit. Als ik om 4 uur klaar ben met een hele grote en belangrijke werkklus en dan tel ik uit hoeveel tijd zwemmen kost, kijk ik naar buiten en denk: de fiets! Ik kan nu gaan fietsen. Een uurtje. Geen muziek, geen afleiding, gewoon fietsen. Niks meer of minder. Rondje Noorderplassen en wind mee op de dijk.
Het ging lekker. Ik had geen fietscomputertje voor mijn neus, dus moest ik uit mezelf een hoge cadans pakken. Lekker! Het ging gewoon heel lekker. Beetje bozig door al het werk, onrustig door de verbouwingen en dat levert tempo op. Niemand op de dijken en toen overviel me de gedachte dat het deze keer niet zo erg was om een ongeluk te krijgen, omdat een marathon niet zo heel prijzig is. Dat gaf me moed en lef en vleugels.
Lekker 28 gemiddeld gefietst, mooie cadans en een leeg hoofd. En op tijd terug voor het eten en daarna door naar de vergadering. Zit het hoofd weer vol. Daarna is het tijd om me in te schrijven. Ik heb nog tien maanden. En nu staat het vast.
Less Talking More Doing. Ik sta ingeschreven om de kring rond te maken.
27 oktober. Baantraining.
Deze keer een vergadering op het werk. Nog voller hoofd dus. Op mijn schema staat zelfs twee keer dat ik me in moet houden: “liefst niet heel kort en sprint”. We lopen buiten de baan in, 1 ronde om het hele complex, twee rondes om de baan heen en 3 rondes op de baan rustig. Tot zover keurig het schema. Loopscholing. Ook mooi meegedaan en voorgedrongen. Tot de sprintjes: ik dacht: laat ik eventjes voluit gaan. Even maar. Toen gingen we een piramide doen: 400 op 4:45 200 harder dan 4:45/ 600 op 4:45 300 harder dan 4:45 / 800 op 4:45 400 harder dan 4:45/ 600 op 4:45 300 harder dan 4:45 / 400 op 4:45 200 harder dan 4:45. Kan je ‘t volgen?! Telkens 1 lange, lange minuut stilstaan (met horloge stilzetten). Ik liep lekker mee met de anderen die wel een drie kilometer test hebben gedaan. Zelf zou ik misschien iets harder kunnen. Maar -eerlijk is eerlijk- het was wel redelijk kort en redelijk sprint. Ik liep lekker rustig in mijn eentje mijn hoofd leeg op het einde rondom de baan. Te vol hoofd voor een foto. Maar wel lekker snoeihard gelopen, omdat ik in de rust het horloge uitzet, dan lijkt het heel wat ?
28 oktober – Infietsen en daarna een lange duurloop met kilometer sneller, gezelschap; maar vooral de voeding trainen!
Ik vond het vroeg; vrijdagochtend om 9 uur al op de fiets. Het was lekker weer en ik hoefde alleen maar in te fietsen, maar het is mijn vrije dag! Ik ga om tien uur lopen, dus nu eerst fietsen. Hetzelfde rondje. Maar dan minder fietsen! Door de wijk heen slingeren omdat ze een fietspad verbouwen, onder de A6 door, over de Ibisweg. Het is mooi en ik ben blij dat ik niet hard of hoge cadans hoef.
Ik rij door het Kotterbos en dan langs het Oostvaarderscentrum en terug langs de kassen. Het gaat mis als ik de wijk weer in scheur. Gaat de auto stoppen; vraag ik me af; of moet ik stoppen en dan vergeet ik uit te klikken, stop toch en ga liggen. Geen last verder, want ik ga te langzaam, maar ik voel me zoooooo dom! En ik krijg een beetje haast opeens. Dus thuis snel omkleden, rugzakje pakken, een gel eten (die zit er maar vast in!) en naar de bootcamp plek rennen. Ik heb afgesproken met M1 en zij heeft haar vriendin M2 uitgenodigd. Dat had niet gehoeven van mij, maar ja. Ik ken ze allebei: M1 heeft de marathon gelopen en M2 ken ik nog van de TVA van jaren terug. We wonen allemaal in dezelfde wijk en komen elkaar weer tegen bij de bootcamp.
Ik heb softflaskes bij me. Dus niet 1 grote waterzak, maar 4 kleintjes. Daar zit 150ml water in afgemeten. Die moet ik nemen met een gel erbij. Elke 4 kilometer. Ik heb ook extra water bij me, omdat het warm zal worden vandaag. En ik heb een ander soort gels, die minder een suikerpiek geven en daardoor minder belastend zijn voor het maag-darmsysteem. Voor M&M is dit totaal nieuw. M1 drinkt wat water op de marathon, meer niet. En dan moet ik ook nog eens 3 kilometer een lekker rustig tempo en dan 1 kilometer een tempo wat 20 seconden sneller is. M&M trainen altijd in hetzelfde tempo. Urenlang. Tot slot doe ik ze nog iets nieuws aan: deze kant, deze route, de Ibisweg – het is totaal nieuw voor ze! We kletsen en kwebbelen en starten te snel. Altijd na het fietsen. Door de gezelligheid mis ik de kilometer versnellen. Het eetmoment mis ik gelukkig niet! Het gaat mij makkelijk af: het lopen, het tempo, het kletsen, het genieten en ook het voeden! Ik krijg met gemak het flesje leeg en ik drink uit de waterzak echt nooit zoveel. M1 loopt met een flesje water. Op de Ibisweg ga ik nog een keer versnellen naar 5:30-5:20. Dat lukt me en daar geniet ik ook van! M2 gaat mee.
Ik loop te kwebbelen als we de bruggen over gaan. Ik verbaas me hoe gemakkelijk ik loop. We gaan nu netjes iets minder hard. Dat is voor M1 wel goed. Zij lopen maar tot 16/17 kilometer met mij mee, het laatste stuk moet ik alleen doen. Ik raak de tel kwijt over de vier kilometers en doe maar wat! Wel een kilometer versnellen, maar ik geloof dat het niet meer deelbaar is door 4 ? M1 krijgt het minder makkelijk.
Als ik vertel over mijn marathon en doorzetten in de triatlon doen M2 en ik een kilometer hard. Praten en hard lopen tegelijk: lukt me ook. En de voeding blijft binnen en ik voel me perfect! Blij met de flaskes en het weer en mezelf. Ik hou me in het Kotterbos in voor M1 en klets een tijdje heerlijk met haar. Ik waardeer d’r enorm. We komen bij het Oostvaarderscentrum en zij gaan terug. Ik hoef nog ‘maar’ 8 kilometer alleen. Ik zou 6×4 moeten doen, maar ik dacht al dat het er toch wel 25 zouden worden. We hebben keurig netjes 6:00 gemiddeld gelopen. Ik ga bij het centrum toch even naar de WC voor de grote boodschap. Misschien is het toch het ontbijt? En dan alleen verder. Over de bekende paden. Saai.
En moeizaam. Het gaat opeens moeilijk. Ik laat de muziek achterwege en tel af. Het tempo is er uit. Mijn benen gaan zwaar voelen. En ik loop hier alleen, dus ik hoef me niet meer te bewijzen. Stukje stappen dan maar? Ik loop niet meer helemaal naar de dijk. Ik neem nog een gel en drink extra, maar die benen van mij zijn er klaar mee. Meestal zijn die als allerlaatste die het opgeven en zijn mijn hoofd of maag ze ruimschoots voor, maar de 9 kilometer van gister spelen de benen parten. Ik maak een rondje over het industrieterrein. Tellen naar de halve marathon toe en telkens mijn hoofd die mijn benen moet overtuigen weer te gaan rennen.
En dan nog vier kilometer. Het gaat ineens totaal niet meer. Wandelmomenten. Veel twijfel. Want dit is nog maar de helft van de marathon! En ik weet heus wel dat ik de avond voor de marathon geen baantraining meer doe, maar toch… Het ging zó lekker en nu gaat het zo niet meer! Stomme benen. Water en gels zijn op. Ik trek door, hobbel verder, wandel van tijd tot tijd. Niet meer langs punt waar ik omviel, maar terug langs de bootcampplek. Ik moet en zal de 25 kilometer volmaken. However. Dat doe ik en dan snel naar huis voor een frikandellenbroodje! De voeding werkt dus wel, maar moet gestructureerder. De flaskes zijn geweldig. Alle water is op.
28 oktober – Terug naar de waterleidingduinen met DvR deze keer.
DvR heeft nog nooit een trail gedaan. Ik vind haar geweldig, omdat zij mijn motivatie is om te kiezen te luisteren naar je lichaam en je eigen wedstrijd te winnen. Zij is van de voeding met haar man. Het is een werelds stel met zijn tweetjes! Ik pik haar op en we gaan naar de waterleidingduinen. Saampjes. Met 25km in de benen. Gelukkig is DvR geen snelheidsmonster. En gaan we ook niet voor de snelheid. We gaan voor hertjes, natuur, genieten en kwebbelen. Herten komen we al snel tegen. Ze zijn nog stil.
Ik heb deze route toch al wel eens gedaan. Kletsen doen we ook. Onafgebroken. Ik heb in tijden niet zo makkelijk met iemand gepraat. Over de pubers, over haar werk, over het maken van keuzes en vooral waarom ik haar zo waardeer: over doorzetten en niet opgeven. We lopen verkeerd, natuurlijk. Maar door de natuur. Het zijn weinig single tracks, maar wel veelal onverhard. Dan begint het zand en het klauteren de Appelberg op. Lekker rustig aan! En genieten van het uitzicht.
Het is intussen 11 uur en blijkbaar gaan de herten dan ‘aan’, want nu begint het geburl. Wij rennen de bergen af en komen bij de bunkers. Grappig genoeg zie je kilometers lang niemand en daar zijn dan opeens weer een tiental mensen bij elkaar!
We lopen een stuk verhard en ik vertel haar wie PL is. We lopen het watergebied in. Het is nu wat drukker, tot we weer onverhard gaan lopen.
Er komt een waterig zonnetje door en hierom hou ik van de waterleidingduinen: de mooie kleuren, het heldere water, de rust. Mijn benen echter beginnen er nu toch echt iets van te vinden. En dan bedoel ik totaal niet het joepie-wat-fijn-gevoel. Trekkerig, zwaar en vermoeid. Ik wist niet eens dat mijn benen ook zo kunnen voelen! We vinken ook het pad-waar-je-niet-in-mag af en het bruggetje. DvR is één van de weinigen die mij op de voeding mag wijzen: anders wordt RvR boos is voor ons allebei de reden netjes een gel te nemen.
Daarna door naar de vlakte. Daar zijn duidelijk meer mensen en ook herten die poseren. Ik durf het hert wat er pontificaal bij ligt, niet te aaien omdat er zoveel mensen zijn. DvR vertelt me over de therapie die ze geeft en haar eigen levenservaring. Ik krijg nog meer respect voor deze vrouw die al haar hele leven aan sport doet en van turnen naar hardlopen is gegaan. Krachtige beslissingen nemen kan zij beter dan wie ook en daar is ze volkomen terecht een geweldige inspiratiebron voor mij in!
We lopen terug naar de parkeerplaats en eerlijk gezegd zijn mijn benen daar dolblij mee! Niet omdat het snel ging, maar ze zijn moe. Ik maak de 15 kilometer niet vol. Dat had ik wel moeten doen! In elk geval 30 meter meer, want nu staat de weekteller hardloopkilometers op 59,97 kilometer. No joke, bijna 60 kilometer. Dat mogen de benen ook wel voelen toch?! Ik ontdek dat ik van het vallen een fikse blauwe plek op mijn rechter bovenbeen heb. Misschien speelt dat ook een klein beetje mee dat mijn benen zwaar voelen? Volgens de trainster komt het ook omdat ik juist onder mijn tempo heb gelopen, maar het is goed dat mijn benen moe zijn en toch door moeten, want op die ervaring kan ik straks in de marathon bouwen.
Dus is het goede nieuws voor de benen dat ik bij het zwemmen een achtje gebruik. Want JA, ik ga ook nog zwemmen. Uitzwemmen. Geen training, banen op en neer zwemmen. De Veldhovenaren pakken 1 baan: hij links, ik rechts. Op en neer. Keer op keer. Ik raak de tel kwijt. Ik raak het zich kwijt omdat het brilletje beslaat. Ik raak van tijd tot tijd het ritme kwijt in de ademhaling. De wereld wordt heel klein: water en ik. Ik zie niks, hoor niks en zwem alleen nog maar. Ik word moe. En zwem alleen maar. Ik maak heel even het brilletje schoon. En zwem. Dat doe ik 2000m lang in iets van 3 kwartier. Onafgebroken. Dan is alles moe, niet meer alleen mijn benen.
30 oktober. How to ruin my day: Prachtig fietsweer en ik moet binnen fietsen.
Weer op tijd opstaan, want Vincent heeft een mooie wedstrijduitdaging: het 12 kilometer rondje Noorderplassen. Ik doe niet mee, niet te vaak hardlopen. Rob en ik gaan hem onderweg een flesje drinken aangeven. Het is wel lastig om al die hardlopers te zien, maar niet mee te gaan. Erger is het dat ik vanmiddag naar een verjaardag moet. Het is werkelijk PRACHTIG weer, geweldig fietsweer en ik moet zo’n 60km fietsen, maar er staat een verjaardag in de agenda. In gotbetert Amsterdam. Met allemaal onbekende mensen. En tot overmaat van ramp ook nog lunchen. Vincent loopt geweldig en zet een tijd neer onder de 50 minuten op de 12 kilometer. Als training. Dat is echt formidabel.
Ik rij het hele centrum van Amsterdam door. Een goeie oefening in prikkelverwerking, maar echt verschrikkelijk! Ineens valt het hardlopen wat ik hier twee weken geleden deed wel mee. Ik praat heus wel wat op de verjaardag en geniet van de pompoensoep en we wandelen door het Werstergaspark.
Maar ik vind het extreem moeilijk. En dan is het ook nog vroeg donker. Kansloos. Ik ben doodmoe als ik thuiskom. Maar ‘s avonds ga ik binnen fietsen! Tijdens de F1 wedstrijd in Mexico. Die kijk ik op de iPad.
Ik heb een ronde van ruim 30km en let op de cadans. Het tempo gaat nu goed! De combinatie kijken-trappen gaat lekker.
Intussen wat appen en scrollen. Beetje genieten van Watopia en wat heuvels en schakelen. Ik doe een paar sprintjes en Vincent komt ook even langs.
Het eerste rondje zit er na 75 minuten al op! Dat valt me mee, dus ik ga nog een stuk en dan hoop ik toch 50km te fietsen. Ook het tweede rondje gaat weer lekker door de combinatie met de F1 misschien wel.
Ik fiets 50km vol en dan zet ik alle metingen uit en ga ik gewoon lekker verder zonder dat ik weet in welke hartslagzone, hoe hard of met welke cadans. Ik kies mijn eigen rondje. Als ik weer bij het begin ben, heb ik 60km gefietst in Watopia en rijdt Max Verstappen de laatste ronde in. Daar word ik zo aan het einde van de dag toch nog blij van!
31 oktober – Wandelen
We halen de Coronaprik, ik ga een halve naar kantoor en er is een gesprek met de mentor. Kortom: geen bootcamp. Maar op deze Halloweenavond wil ik wel naar buiten hoor! Ik neem Rob mee voor een wandeling naar de Oostvaardersplassen. Samen vind ik de nacht helemaal niet eng. Het is ook niet echt stil met vliegtuigen en de snelweg in de verte en ganzen.
We lopen 5 kilometer en dat gaat super met de vaccinatie!
Deze maand heb ik bijna 240 kilometer hardgelopen. 239,63 om precies te zijn. Sinds 2013 en 2015, toen ik nog alleen maar hardliep, heb ik niet meer zoveel gelopen in een maand! En ik heb ook gefietst, zo’n 250/300 kilometer, maar die meting heb ik niet precies in Garmin. En iets van 14 kilometer gezwommen. In totaal zo’n 55 uur gesport en tegen de 600 kilometer in totaal gemaakt. Niet verkeerd toch?