Ik had de hele dag zin om onverhard te gaan lopen, maar dat ging niet door, want Rob kon mee wandelen tijdens de training van Vincent en de soep viel niet zo goed, dus achteraf was het niet zo erg. Maar als je vier keer per week gaat rennen, dan is een beetje schuiven ook zo klaar en dus ging ik in het donker Manuel ophalen voor drie kwartiertjes. Net om wakker voor te worden. Elke 5 minuten wisselen tussen zone 1 en zone 2. Reden om slapend te gaan lopen. Ondanks dat het 15 graden is, dan is een lange broek toch geen overbodige luxe, want warm zul je het niet krijgen van de training. Zone 2 is niet al te snel en zone 1 is echt langzaam. Helaas kan Manuel daar niks aan veranderen. Die had het ook al heel snel gehad, dus toen ik 5 minuten slohohohohoom moest lopen, ging hij tegen de klok in hetzelfde rondje lopen, maar dan lekker op tempo. Dat maakt het nog saaaaaiihaaaaier. We ontdekten gelukkig een leuk nieuw hofje vol prachtige bloesems, die niet voor niks het Juwelenhof heet. Ik werd er niet sneller van. En de schoenen zijn ook op, dus mijn voet doet ook erg veel pijn al tijdens het lopen tegenwoordig. We kwebbelden over Manuels nieuwe (nog onbekende) vakantiebestemming, maar ik had niet echt veel te vertellen. Het laatste stukje ging ik met Manuel mee intervalletjes doen langs de lantaarnpalen, maar dan op de helft van zijn snelheid ongeveer. Voor het eerst in tijden was ik blij dat de training er op zat: ik was er niet moe van geworden, het was langzaam, saai en ik voelde me tonnetje-rond. Het was donker, nog saaier, sloom en oninspirerend. 1 Voordeel: nu mag ik later deze week nog een keer onverhard lopen 🙂