browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Veertien Vierhondertjes, waarvan de helft tegen de wind in.

Posted by on 16 March 2014

Voor de lunch wilde ik de laatste oefening van deze week doen. Door de sauna op vrijdagavond had ik al nergens last van, en ook vandaag werkte de knieen, de voeten en de weegschaal mee.
Om 11 uur was ik er klaar voor! Ik had een recht-toe-recht-aan route bedacht. Eerst inlopen op een lage hartslag. Dat kan ik de eerste twee kilometer niet, niet met lage hartslag tenminste. Maar ik was er snel achter dat ik verkeerd om zou lopen en wind tegen zou hebben het eerste stuk naar het zuidwesten ging lopen langs de vaart. Ik zag er niet tegenop. Moest er van mezelf in elk geval tien gaan doen, hoewel 14 de opdracht was. Bij het inlopen loop ik gemiddeld 10 km per uur met een hartslag van ongeveer 145. Dat is netjes.
En ja hoor, het eerste ‘vierhondertje’ was pal tegen de wind in! Vind ik niet zo erg en de eerste 3 ‘vierhondertjes’ gaan me gemakkelijk af. Ik vind het leuk om mensen die ook hardlopen (en het is druk deze morgen) in te halen! Mijn tempo tijdens de ‘vierhondertjes’ ligt rond de 13 km per uur. De vierde gaat me ook nog goed af, maar bij de vijfde begint de wind al behoorlijk tegen te werken.
Net als ik de volgende loopster in wil halen, gaat mijn 1 minuut en 50 seconden rust in. Dan dribbel ik echt in laag tempo. Om daarna weer hard te gaan! Dat wilde bij de zesde niet zo vlotten. Ik moest over drempels en de straat en kwam net iets te vroeg een auto tegen waarvoor ik moest uitwijken.
Ik haal de mensen wel in en ga de bocht om met de vaart mee. Dat maakt de wind niet beter! Ik ben blij dat ik mijn horloge goed heb ingesteld en schiet bij de achtste ‘vierhonderd’ weer vooruit.  Ik stel mezelf een doel zodra ik de piepjes hoor die aangeven dat ik de 400 meter bijna heb gehaald en daar maak ik nog even vaart naar toe. In het begin is het lastig om meteen op snelheid te zitten en maant mijn horloge me elke keer sneller te gaan lopen.
Dat de achtste goed ging, wreekt zich in de negende en tiende ‘vierhonderd’. Die zijn zwaar, ik moet een paar bochten maken en beloof mezelf na de tiende de wind mee te gaan nemen. De negende en tiende ‘vierhonderd’ loop ik in 1minuut en 53 seconden.
Ik probeer zoveel mogelijk mee te tellen en de afstand in te schatten hoe ver het nog hard moet, maar soms vergeet ik het tellen en vaak kan ik het pas de laatste 200 meter goed inschatten. Ik heb de hele tijd muziek op staan en een paar keer richt ik mijn gedachten daar ook op.

Als ik de voetbalvelden voorbij ben heb ik dorst en moet ik even plassen, maar dat is beide van korte duur. Het aftellen is begonnen! Mijn telefoon meldt dat mijn tijd over de 10 kilometer op 55 minuten en een beetje ligt en dat stemt me erg tevreden, want dat is niet waar ik voor loop. Dat is fijn om te horen als je net 8 kilometer per uur aan het dribbelen bent!
Tijdens de hele oefening is het bewolkt en een graadje of 11. Dat is het fijnste weer om zulke intervallen in te lopen vind ik. Als het dan ook nog windstil is, is het ideaal!
Het elfde ‘vierhondertje’ gaat in elk geval heel wat eenvoudiger! De wind ligt niet dwars en ik kan goed inschatten tot hoe ver ik moet rennen. Bij de twaalfde merk ik echt dat ik vermoeid begin te raken, maar ik denk niet meer aan opgeven. Ik moet inhouden voor een auto en dat kost me een seconde helaas. Ik kijk wel al uit naar het uitlopen. Intussen vertelt mijn telefoon dat ik 11 kilometer heb gelopen in 1 uur en 1 minuut.
In de rustpauzes kom ik elke keer weer snel bij en ik ben niet 1 keer echt buiten adem geweest. Het dribbelen tijdens de rustpauzes gaat wel elke keer langzamer! Mijn hartslag tijdens de versnelling ligt elke keer net onder de 170, tijdens de rust is dat tien slagen per minuut minder.
De twee laatsten komen eraan. Dat geeft moed om het af te maken. Ik loop de laatste wijk al in voor de dertiende ‘vierhonderd’. Ik ga me nu ook serieus met de kilometers bezighouden, want ik loop er wat veel deze week.
Het laatste ‘vierhondertje’ loop ik over een straat die ik snel insla als ik de drukte met honden zie op het fietspad. Ik schat goed in hoe ver het is, luister de muziek en haal deze laatste binnen de tijd. Ik ben net zo snel als in de eerste!
En zo ziet dat er dan uit:

Moe, maar voldaan!

Moe, maar voldaan


Meteen gaat het tempo eruit en ga ik naar huis dribbelen. Ik ben blij dat ik heb ingesteld dat ik maar 15 minuten hoeft uit te lopen. Aan het einde echter, voeg ik nog wat ommetjes toe om de 15 kilometer vol te maken. Ik doe er anderhalf uur over, maar daar ging het natuurlijk niet om.  Deze intervaloefening gaat er om dat je sneller kunt worden en je krachten beter kunt verdelen.
Als ik thuiskom, komt de geur van versgebakken zandkoekjes me tegemoet! Heerlijk met een glaasje water, dat heb ik wel verdiend! De afgelopen week heb ik 60 kilometer hard gelopen in 6 uur en 22 minuten. Dat is best veel. Ik ben er niet doodmoe van, wel heel tevreden over.
Ik merk dat er een goede progressie in zit.

Comments are closed.