Het werk moest eerst af. En toen dat om 2 uur opgestuurd was, wilde ik nog maar 1 ding: hardlopen! Ik ging voor 2 uur rennen en 18 kilometer. Ik deed de blauwe schoenen maar weer eens aan. En een lange broek en een shirt met lange mouwen. Ik dacht al dat het kouder aan zou voelen dan 11 graden, dus ik trok er nog een shirtje met korte mouwen over aan, en dan is het fijn dat ik maat 40 heb gekocht! Belt met 1 flesje water om, sleutel mee en gaan!
Het was heerlijk om de deur achter me dicht te trekken en mijn muziek op te zetten. Het was lang geleden dat ik in mijn eentje ver had gelopen. Ik merkte al snel dat ik het eerste stuk de wind mee zou hebben. En die wind was vrij fors, windkracht vier. Altijd fijn met alle open vlaktes hier!
Op de heenweg is het tenminste erg fijn 🙂 Ik ging eerst door het bos over het fietspad met snelheden die behoorlijk eenvoudig boven de 10 kilometer per uur lagen. Elke keer dat de tempo tijd begon met een vijf was ik weer tevreden! In het bos hingen erg veel jongeren en natuurlijk was het fietspad afgesloten. Er stonden allemaal bulldozers in het “rustgebied voor het wild”, ammehoela. Ik ging even off-road, zonder tempo te minderen.
Toen kwam ik op het lange fietspad rechtdoor. Het was overal heerlijk rustig. Ik kon lekker naar mijn muziek luisteren en genieten van het bos om me heen. Het ging volkomen moeiteloos. Ik wist ook wel dat ik wind mee had, maar ik genoot er wel van! Ik besloot de eerste 10 kilometer binnen het uur te lopen. De eerste 5 kilometer deed ik in 28 minuten – niet slecht.
Aan de andere kant van het water lag de weg terug: de wind tegen. Ik heb nog even gedacht; zal ik doorrennen naar het volgende station met de wind mee? Maar dat zou nog wel iets meer zijn dan 15 kilometer. En ik moest nog naar de winkel toe. Nee, ik ging ook trainen tegen de wind in. Ik ontdekte dat ik met mijn yoghurtje en crackertjes vandaag weer eens niet zoveel gegeten had voor een lange duurloop. Maar het geval wil dat ik twee uur ook niet meer onoverkomelijk vind. Ik nam wel tijdig de tabletten in met water.
Toen kwam de brug en het uitkijkpunt op de 10 kilometer. Ik moest omhoog tegen de wind in, maar ik had nog even kracht genoeg. Het uitzicht was de moeite waard met al die ganzen. Ik stak de brug over en dacht: nog even wind van opzij en dan begint het….
Ik had de 10 kilometer binnen 58 minuten gelopen! Brug af ging nog prima.
De wind viel tegen. Het werd echt zwaarder, je moet dan echt ergens tegenop lopen. Ik voelde dat het zwaarder werd, maar de 11de kilometer ging ik nog gewoon boven de 10 kilometer per uur. De twaalfde kilometer lukte dat net niet meer, ik liep 10 kilometer per uur. Ik moest ook een paar keer uitwijken voor het verkeer. De 3 kilometer pal tegen de wind in zonder enige beschutting van bomen of gebouwen waren zwaar. Ik ging niet echt langzamer, want ik besloot het hoge tempo tot 15 kilometer vol te houden. Dus bleef ik kilometertijden onder de 6 minuten houden (meer dan 10 kilometer per uur)
Dat lukte omdat ik om een plas heen moest en er bomen stonden. Daardoor nam de wind wat af. Ik merkte toen mijn fout op: als beloning wilde ik onder de ontluikende bloesems door, maar…. Dat was nog een stuk verder door – tegen de wind in! Nog drie kilometer tegen de wind in, wilde ik dat echt? Ik kon ook eerder stoppen. Dan klopte de 18 kilometer beter, maar dan zaten er nog geen twee uur op. Doorlopen dus.
De kleine pijntjes (rechtervoet, peesplaat) blijf je voelen (linkerknie: heb ik al honger?), maar dan ging ik me snel weer concentreren op de muziek (rechterknie ook al?). Ik heb vanalles geluisterd, maar tegen de wind in (rechtervoet doet weer pijn, dus toch de schoenen?) moest de muziek wel harder!
Na de 15de kilometer (ik was anderhalf uur bezig) ging ik rustiger lopen. Mijn kilometertijd kwam boven de 6 minuten uit, maar niet boven de 6minuut20. Al met al bleef ik, ook toen ik een foto maakte, meer dan 9,5 kilometer per uur lopen. En dat voelt voor mij als heel erg langzaam. Ik kon lekker kei-hard meezingen met de muziek van Let it Go, omdat er toch niemand anders op de weg was. Toen ik bij de brug aankwam, kwam even de zon door. Als om me moed in te spreken!
De wind viel weg en het tempo kon moeiteloos weer omhoog. Op naar de bloesems! Ik ging weer terug op het 10 kilometer per uur tempo en genoot er echt van om onder de bloesems door te lopen. Ik wilde nu ook de halve marathon lopen. En het liefst binnen 2 uur, maar dat zou lastig worden: dan moest ik de laatste kilometer wel heel hard! Ik voerde mijn tempo in de voorlaatste kilometer weer op tot 10,3 km/uur.
Ik ging langs de weg met het minste verkeer om maar tempo te kunnen houden. Ik schoot onze eigen wijk in en ging nog harder lopen. Het ging niet meer al te gemakkelijk en ik moest een ommetje maken. Ik kon niet stoppen voor de jongen die van zijn fiets viel. Mijn hartslag ging omhoog en ik kreeg meer moeite met ademhalen. Ik vroeg me even af waarom ik dit ook weer wilde, en dat is tamelijk funest voor het tempo. Ik haalde een tempo van 5:19 op de laatste kilometer, dat is 11,2 kilometer per uur. Ik had de halve marathon volgens mijn telefoon in 2 uur en 3 minuten gelopen. Niet gek voor een lange ‘rustige’ duurloop! Mijn horloge sloot even later aan. In elk geval binnen 2 uur en 5 minuten!
Ik liep nog een paar minuten uit. Mijn gemiddelde hartslag lag wel wat hoog met 155 slagen, maar dat komt omdat het tegen de wind in ook harder werken is. Na 30 minuten is mijn hartslag al gedaald tot 80 slagen. Na een banaan, wat water en een douche wandelde ik een uur later weer naar de AH. Bijgekomen. Het regent als ik van de AH naar huis loop, goed getimed!
Helaas lijkt het probleem met mijn voet in mijn schoenen te zitten. Ik heb er nu weer last van, terwijl het vanmorgen helemaal weg was. Mijn horloge heeft de route met de hartslagmetingen en tempometingen opgelost in cyberspace, dus alle informatie heb ik van mijn telefoon afgehaald. Da’s altijd even balen.