Het regent. De hele week is het droog, maar deze ochtend regent het. En dat is precies de ochtend waarop wij gaan hardlopen! Vanmiddag is het alweer droog. Regenjasje aan, goede zin mee. Op het programma staan 16 vierhondertjes. Mijn snelle loopcompagnon gaat ze voor het eerst lopen.
Het inlopen gaat eigenlijk al wonderlijk goed op een lage hartslag. De training van afgelopen woensdag heeft zijn uitwerking niet gemist en het voelt nog steeds zwaar aan. Na drie kilometer zijn we toch al nat. Zelfs mijn sokken al! Overigens haal ik bij een lage hartslag die niet boven de 150 uitkomt al een tempo van 9.4 kilometer per uur.
Het eerste vierhondertje ging gemakkelijk. Ik lette goed op mijn loophouding en zocht een punt in de verte om naar toe te lopen. Dat werkte en de eerste ging volgens mijn loopmaatje netjes binnen de tijd. Zo ook de tweede en derde. Volgens mijn telling was de eerste op het randje, maar het is niet gemakkelijk om die paar seconden te tellen. Hoe beter ik het punt had waar ik mocht eindigen, hoe gemakkelijker het ging. De eerste vijf gingen behoorlijk soepel – misschien zelfs iets te gemakkelijk! We liepen tempo’s van ongeveer 13,3 kilometer per uur.
Het was fijn om elke keer te horen dat het gelukt was. De zesde leek even twijfelachtig omdat we een brug op moesten, maar ook dat ging goed. Nu kwamen voor mij de lastigste eraan: nummer 7,8 en 9. Omdat ik me wilde bewijzen natuurlijk, waren deze ook binnen de tijd.
Zulke trainingen leveren altijd een mooi grafiekje op:
En of we toen tegen de wind in moesten, of dat ik gewoon weer eens een keer te hard van stapal was gelopen: bij de tiende kwam het verval erin. Blijkbaar is het voor mij niet leuk om dan te bedenken dat er nóg zes moeten volgen.
De tiende was nog net aanvaardbaar, maar toen begon mijn hoofd te zeuren dat ik er best mee kon stoppen. En dan is de boot aan! Dan word het nog extra zwaar. Het dribbelen in de rust werd ook steeds langzamer. Ik kon wel weer praten, maar ik moest echt eerst even op adem komen!
Tamelijk frustrerend als er dan iemand naast je loopt, die het blijkbaar gemakkelijk aan kan. Ik heb de neiging om te gaan snauwen redelijk netjes beteugeld. De elfde ging langs het nare bruggetje, waarbij mijn GPS wat afsnijdt, dus qua timing is die dubieus.
We liepen langs de voetbalvelden en ik had het echt zwaar! En hoewel ik zin had om het op te geven, heb ik dat toch niet gedaan. Ik kon steeds minder goed inschatten hoe ver het nog was en ook meetellen lukte niet zo goed.
Intussen gingen we de plassen gewoon door, omdat we toch al nat waren. We kwamen nu op nieuw terrein. De twaalfde had wat bochten erin, waardoor ik geen punt kon vinden om naar toe te lopen. Dat maakte de hele ronde al met al langzamer. Ik zie nu ik terugkijk dat de GPS (door de regen) bij vele bochten erg onnauwkeurig wordt. De twaalfde en dertiende versnelling waren desastreus slecht! Ik liep in plaats van 1:50 respectievelijk 1:55 en 1:56. Ik was het ritme helemaal kwijt.
We moesten de wijk in om stoplichten te ontwijken. Veel bochten en zelfs een een bloemperkje waardoor ik afsneed, maakte dat ik meteen al wist: dit wordt het niet! Ik heb mijn best daarna ook niet meer gedaan. Het werd de langzaamste ooit: 1:57.
Toen was het zaak de moed weer op te pakken. Bij de een-a-laatste lukte dat redelijk. We hadden ook weer een lang recht fietspad met zicht op een eindpunt onder een viaduct. Liefst was ik tussendoor even gaan wandelen, zo moe was ik; maar het was er nog maar ééntje!
Voor de laatste raap ik dan alles bij elkaar. Daardoor startte ik veel te snel! Toen gaf ik op, hoewel mijn medeloper mooi ging aanmoedigen en deed alsof de finish in de buurt kwam. Hij meldde alleen een behoorlijk optimistische tijd! Toen ik dacht, laat maar en wat afzwakte, gaf mijn horloge het signaal ‘binnen de tijd’. Ik ging nog door en het laatste vierhondertje was weer razendsnel! Ruim binnen de 1:50!
Toen mochten we uitlopen. Het tempo was er gelijk uit! Mijn horloge hoefde niet veel te piepen over een te hoge hartslag. Na een paar minuten kon ik alweer hele verhalen vertellen. We liepen nog om de hele wijk heen en toen ging ik weer bezig met de afstand. We liepen 16 kilometer in één uur en 34 minuten! Da’s best goed, want dan hebben we binnen 1,5 uur 15 kilometer gelopen. Dat is gemiddeld 10 kilometer per uur.
Een kilometer later stroopte ik thuis mijn kleren af, wat was ik doorweekt! Alles was nat, nat en nat. Dus wat doe je dan? Nat worden in de douche!