Vannacht heb ik goed geslapen en over heerlijke cruises gedroomd, maar de poes lag graag op me en tegen me aan. Meestal heb ik het dan warm of ben ik ziek, dus ik nam vanmorgen eerst mijn hartslag op met de hand. Ik kwam uit op 51 slagen per minuut en ik voelde me prima, dus een lange run moest absoluut mogelijk zijn! Ik ging ook even op de weegschaal staan en dat maakte me zo blij dat ik echt wel kon gaan rennen! Ik had me warm aangekleed. En mijn nieuwe steunsokken aangedaan. Ik had mijn horloge ingesteld op maximaal 2,5 uur lopen en een maximale hartslag van 143. Die drie slagen kreeg ik ‘kado’ van mezelf omdat je toch echt wat moet opwarmen. Ik bracht het kind naar school, maar wachtte niet op Sinterklaas: ik ging langs het spoor rennen. Op naar station Muziekwijk, 8 kilometer verderop!
De eerste twee kilometer waren Z W A A R. Niet omdat ik snel moest lopen, maar omdat ik langzaam moest lopen. Heel, heel langzaam. Het mocht nog nét hardlopen heten. Ik dacht echt: ‘dit ga ik niet volhouden, ik word gek’ van het gepiep uit mijn horloge. Dit is niet eens leuk!’ Een wandelaar die voor me liep, kreeg ik nauwelijks ingehaald. Ik had er spijt van dat ik het horloge niet op 145 hartslagen had gezet en ik dacht echt: ik draai om en ga thuis een filmpje maken. Maar na 3 kilometer was ik op het spoorpad en had ik het warm. Handschoenen uit. Gepruts, en dat “kost” hartslagen… Maar daarna daalde de hartslag tot onder de 140 en ging ik gewoon naar de muziek luisteren in mijn slome tempo. Na 4 kilometer begonnen de kilometertijden met een 7 in plaats van met een 8, maar ik heb weinig gekeken. Dat was zo frustrerend dat mijn hartslag er meteen van omhoog ging! Foto’s maken ging dus eerst niet, want dan moet ik mijn armen bewegen en dat verhoogt die vrdmd hartslag. Maar later werd het daar te mooi voor: de zon kwam zelfs op! Nee, koud was het niet. Ik ging mijn rustige gangetje en voelde soms mijn enkel, soms mijn achillesspees, soms mijn knie; maar niks lang genoeg om echt zorgelijk te worden. Als je zo langzaam loopt, heb je gewoon tijd om op alles te letten en alles te voelen. Gelukkig kwam ik weinige andere renners tegen. Ik werd zelfs niet ingehaald!
Ik passeerde station na station en zo kwam ik in de stad. Ik twijfelde lang of ik om het Weerwater moest gaan lopen, maar mijn voornemen was om naar Almere Muziekwijk te lopen en terug en dat leek me ook het gemakkelijkste, alhoewel dat misschien niet het mooiste was. “Dit is alsmaar rechtdoor en dat kost weinig hartslagen”, dacht ik maar. Jammer van alle bruggetjes die je extra sloom op moet. Ik zag bouwvakkers en dacht: tot straks. Ik zag een mooi (mij onbekend) beeld en dacht: tot straks. En zo kwam ik na 75 minuten ongeveer bij station Muziekwijk op 9 kilometer van huis. Fijn halverwege als je 2,5 uur hebt. Ik SMSte even met Nieuw-Zeeland, want daar heb je zo hobbelend alle tijd voor. 1 Hand kreeg het ijskoud, de andere niet? Ik begreep het niet helemaal, maar deed 1 handschoen aan. Ik nam onderweg twee keer een tabletje en wat water. Ik had ‘s morgens goed gegeten (wel twee boterhammen), maar dat is toch niet genoeg voor al dit soort afremmende inspanning. En zo rende ik dik een half uur later weer langs het station in Almere Stad. Het rare is dat ik vanaf daar mijn hartslag niet goed meer omlaag kreeg. Ik had het echt warm in de zon en kon amper langzamer voor mijn gevoel.
Het ging net zo goed! Misschien werd ik moe, was het voedsel op, werd ik iets te warm of wat er ook was, maar als ik ook maar ietsje aanzette, begon het horloge meteen te piepen. Het was lastig om elke keer af te remmen. Je krijgt dan allemaal piekjes in de hartslag.
Na de bruggen had ik het redelijk onder controle en liep ik heerlijk op 1 megasaai tempo naar de muziek te luisteren over silkies. Ik besloot om terug te lopen over het skeelerpad. Toen ik daar een draai maakte, snapte ik waar die ene koude hand vandaan kwam. Ik had ineens wind tegen en die was behoorlijk koud! Ik had goed gekozen door alsmaar één richting op de gaan. Alle bochten naar het skeelerpad toe, leverde al een hogere hartslag op en dus gepiep. Ik had de ten miles afgelegd. Ik was nog lang niet moe, maar ik was het geremd lopen wél een beetje zat. Ik telde de stappen tussen elke honderd meter, 13 stuks. Dat staat zo leuk aangegeven op het skeelerpad! Er staat zelfs een maat op de busbaan en twee op één van de vele wegen die je moet oversteken. Draaien rond de hekjes, oversteken: dat kost veel hartslagen en daardoor liep ik niet lekker door. Ik was ook bang dat ik de 18 kilometer niet zou halen in twee en een half uur, wat het hartritme ook niet bepaald vertraagde. Ik verliet bij het chinese restaurant het skeelerpad en liep lekker rechttoe rechtaan over het nieuwe fietspad. Na 2 uur en 24 minuten was ik op 18 kilometer bij het gezondheidscentrum. Het tempo was er helemaal uit. Al drie kilometer lang begonnen de kilometertijden weer met een 8. Ik ging zo mogelijk nog langzamer en wilde nu ook graag de 2,5 uur uitlopen. Ik hobbelde terug naar de school en zag nog een Sinterklaas op de andere school. Het was niet gemakkelijk te stoppen, want 18,6 is dan weer net te weinig na 2,5 uur, dus ik hobbelde door tot 19 kilometer. Ik was rond, ik was weer in onze eigen straat en ik wandelde het laatste stukje uit. De gemiddelde hartslag lag uiteindelijk op 141. Ik heb dus moeiteloos 19 kilometer gelopen en zou binnen de drie uur een halve marathon ook halen, maar het is niet echt bevredigend. Echt goed aanvoelen hoe de hartslag laag blijft, zit nog niet in mijn systeem. Ik heb gemiddeld 7,5 kilometer per uur gelopen. Ook daar warm je van op! Mijn hartslag daalt razendsnel en als ik een kwartier thuis zit, is de hartslag alweer gehalveerd tot 66 slagen per minuut. Ik heb vandaag zoveel extra weight watchers-punten verdiend met deze inspanning dat ik wel mee kan doen aan de gourmet en de pepernoten!