Ik vertrok vroeg. Het was koud, maar zonnig. Ik at snel 1 boterham en een half uur later stond ik buiten. Het was zondagochtend even over negen uur en het was stil buiten. Er lag ijs op de plassen. En de wereld was van mij en mijn lage hartslag. Vorige keer stond de hartslagbeperking op 138, maar dat had al 135 moeten zijn. Dus vandaag nog ietsje lager, en dus: ietsje langzamer. Door het park en dan de gladde brug over. Toen was de draadloze koptelefoon al leeg. Het pakken van de ‘draadrijke’ koptelefoon maakte (A) mijn handen ijskoud en (B) koste veel gepiep en een hoge hartslag. Binnen twee kilometer werd ik ingehaald door twee hardlopende mannen. Zij gingen niet de Oostvaardersplassen in, ik wel; ik weet niet hoe lang het nog kan. Alles om me heen leek in de lage zon van Goud gemaakt. Het was zo mooi, het tinkelde bijna! Mijn tijden van de eerste twee kilometer lagen ruim in de 7 minuten, maar ik vond het niet belangrijk. Ik wilde graag het langzame ritme voelen en om me heen kijken. Ik zag de reiger zitten, de prachtige warme kleuren tegen de ijsblauwe lucht en om me heen vlogen vogeltjes en eenden. Het was adembenemend en al lang niet meer koud. Ik had geen idee hoe mijn route zou lopen.
En toen keek ik het bos in en daar stonden een stuk of 5 herten. Ik stond stokstijf stil en we keken naar elkaar. Ik vergat helemaal dat ik aan het hardlopen was! Tenminste, tot ik de herten daar zag staan was ik dat nog aan het doen, nu stond ik dus ook stil! Tot mijn horloge piepte dat mijn hartslag te laag was! Ik liep weer door. Kwam de kilometertijd toch nog ergens boven de 8 minuten uit! Ik was vast van plan het rondje over de dijk en terug door het bos te gaan lopen. Ik heb niemand anders gezien langs de plassen. En zo liep ik even later op de dijk. Ik hoorde het water en de lucht boven het water was gemaakt van Blauw glas, zo strak en mooi! Ik had wind mee ofzo en ik liep maar door in een strak ritme, het ging echt heerlijk. Letterlijk: langzaam maar zeker gaat het vooruit!
Ik besloot een kilometer ononderbroken (voor foto’s) door te lopen en te kijken hoe de tijd dan zou uitkomen. En warempel: ik kwam (net) onder de 7 minuten uit! Met een hartslag van 132. Ik voelde me erg goed, want een tijdje terug (23 november) vond ik het nog onmogelijk om op hartfrequentie 140 te blijven en te blijven hardlopen en nu kan ik al op een lagere hartslag nog ietsje sneller lopen! Ik moet eens vragen aan de trainer of zoiets zo snel effect heeft, want dan hou ik deze lange rustige duurlopen er heel graag in en wie weet hoe snel ik nog ooit ga kunnen op een lage hartslag…! Ik besloot gewoon verder te rennen langs de dijk omdat ik erg nieuwsgierig was wat ik verderop in de haven zag.
Ik wilde best door het wilgenbos gaan. En zo hobbelde ik dus ineens verder als de bedoeling in eerste instantie was! Nog steeds was ik een eenzame loper op deze zondagmorgen. Ik draaide de zon en het Wilgenbos in. Ik had het gevoel de eerste te zijn die de brug over ging, maar dat kan niet waar zijn. Ik had wind tegen, ondanks de bomen en er lagen erg veel afgewaaide takken op de route. Het geluid onder mijn voeten was krakerig en klonk fijn. Het zonlicht door het bos was feeëriek mooi. Ik zag in de verte een knotwilg in het uitnodigende licht. En opeens werd ik ingehaald door de volgende hardloper (in korte broek!), ik schrok ervan. Ik werd tegemoet gelopen door 3 hardlopers. Er was blijkbaar een blikje opengetrokken van lopers…. Het sluisje over en toen zat ik alweer op 10 kilometer. Dat had me dan wel even 5 kwartier gekost…. Meteen na het sluisje nam ik een onverhard pad. Nou ja, ‘onverhard’, alles was bevroren. Ik kwam een wandelend echtpaar tegen wat me vriendelijk waarschuwde dat het verderop glad was. Wederom verlichtte de inmiddels al wat opgeklommen zon opnieuw het landschap. Het goud maakte plaats voor een zilverachtige gloed. Het was tien uur geweest en dan mag je op zondag blijkbaar wel naar buiten toe met je hond of je hardloopschoenen. Ik liep het grote rondje om de vaart over te steken, dat plan had ik al toen ik nog op de dijk liep. Ik kwam de eerste andere dame tegen die aan het hardlopen was! Ik ging met Vincent aan het SMS’en en besloot de Vaart te volgen voor een stuk; om de stoplichten te vermijden. Ik kwam de ene na de andere hardloper tegen en zelfs in groepen tegelijk!
Na ongeveer 12 kilometer sloeg het toe: TREK. Aan honger grenzende mega-trek. Ik had geen dorst, ik had geen haast, ik had van geen enkele mogelijke blessure ook maar enigszins last, maar ik merkte ineens na anderhalf uur lopen dat 1 boterham wat krap is.
SORRY buik
Ik had het moeten weten. Zoveel trek vertroebelt je inschattingsvermogen. Je richtingsgevoel en de inschatting van je mogelijkheden ook. Ik dacht: nu ben ik toch onderweg en nu ga ik die halve marathon ook lopen ook. Ik zit al op…. uhhh… ik weet niet hoeveel kilometer en hoe ver was een halve marathon? Ohja, 21 kilometer, dat zijn er nog maar 6 of zoiets. Zo gaat dat dan.
SORRY
Ik SMS mijn kind waar ik ben en ik ga via het speelpark terug. En dan is het een soort gok welke weg je ingaat. Je komt in een beetje dromerige wereld terecht, waarin het tempo niet afneemt en de hartslag iets moeilijker laag te houden is. Maar ik ging door! Met de gedachte aan witte bolletjes met chocopasta en de anderhalve euro die ik bij me heb om iets te kopen bij de dichtstbijzijnde open supermarkt. Het rare is dat je dus gewoon helder blijft denken, prima blijft lopen, dat alles goed aanvoelt, maar de dichtstbijzijnde supermarkt krijg je niet verzonnen. Dat ik twee en een halve euro bij me had, was ik ook vergeten. Kleine dingen, dat doet trek met je. Mijn telefoon had ook trek, die was van al dat SMS’en en foto’s maken snel leeg gelopen in de kou.
SORRY thuis
Ik ging het niet halen om voor 11 uur thuis te zijn of binnen twee uur rond te hebben gelopen. Dus kon ik net zo goed kijken hoe ver ik kan komen in twee en een half uur. Vorige keer deed ik over de 19 kilometer 2,5 uur (op 5 december), hoeveel sneller ben ik nu met een lagere hartslag? Ik kwam in het centrum uit en liep langs de winkels en de kerstversiering. In plaats van recht naar huis te lopen ging ik wat aan het zwalken. Trek. Langs het bejaardenhuis kijken hoe lang de duif bleef zitten op het ijs. Over het bruggetje en dan nog een brugje over in plaats van door de wijk recht naar huis te lopen. Trek. Ik wilde toch langs de speelplaats? Of via de Plus-supermarkt? Ik ben beide niet gepasseerd. Er was twee uur om en ik had dik 16 kilometer gerend. Mijn horloge was klaar met de oefening, maar ik zette ‘m weer aan. En toen was de zin op. Grote Trek. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis. Het kon me niet meer schelen of ik de halve marathon zou halen, ik wilde naar huis, naar de WC en iets eten.
SORRY – ondoordachte acties –
En dan is het nog ver en wordt het een gevecht tussen tóch 21 km halen en naar huis via welke route dan ook. Ik wilde het hele park door en nam wegens de honden (wie heeft er nu meer dan 6 honden?!) de verste route door het bos. Ondoordacht. Na een uur en 21 minuten zaten er 19 kilometer op, maar het horloge telde niet meer gelijk met de kilometers op. Dat maakt het nog verwarrender. Ondoordacht. Ik kom thuis en vraag Vincent nog mee op en neer naar school te rennen om de 21 kilometer te halen. Ondoordacht. Het jongetje genoot, maar ik kon niet meer hardlopen, ik moest zeer nodig naar de toilet. Vlak bij huis ging het mis (no more details please) Toen was het helemaal KLAAR.
Ik liep de route uit tot mijn telefoon 21.1 kilometer aangaf en ik spurtte zo goed en kwaad als het nog ging naar huis. De garmin had de halve marathon nog niet gehaald, maar dat deerde me niet meer. Ik kon geen 500 meter extra meer lopen! Eerst dronk ik twee glazen water en toen ging ik naar de WC. Ik ging me lekker douchen en ik voelde me helemaal prima. Ik was niet vuurrood, niet doodmoe, niet uitgeput, had geen last van spieren of voeten of knieën. Maar ik was ook niet supertrots dat ik dit jaar toch nog ‘even’ een half marathonnetje heb gelopen, dat ik daar ‘maar’ 2 uur en 40 minuten over had gedaan en enorm van heb genoten. Ik was niet trots omdat ik me al onder de douche realiseerde dat het niet erg verstandig was geweest. Ik had me niet goed voorbereid, geen drinken of eten meegenomen en me door de trek onderweg laten verblinden. Dat voelde aan als een domper. Sorry. Zo stond het niet in het schema en zo was het ook zeker niet bedoeld.
SORRY trainer ik zal het niet meer doen, maar dit was mijn laatste kans om domme dingen te doen 😉
Toch: ik heb het wel weer gedaan!
Mijn gemiddelde hartslag ligt op 132. Honderdtweeendertig. Dat is hartstikke knap! En het tempo is van 7,5 kilometer per uur op 5 december nu al gestegen naar 8 kilometer per uur. Begin van de maand bleef de hartslag met veel moeite net onder de 140. Het is niet het tempo, niet de afstand, maar DIT – DE LAGE HARTSLAG- waar ik héél erg trots op ben. Wie had dat ooit kunnen denken? Het geeft goed weer hoe mijn mentale beleving van hardlopen de laatste tijd veranderd is.