De reis begon met een treinrit naar Weesp. Bij Almere Parkwijk stapte mijn vriendin Joyce in. Dit wordt haar Halve Marathon: ze gaat van haar geboorteplaats Weesp naar ‘huis’ rennen in Almere. Hiervoor heeft ze de afgelopen tijd getraind: om deze halve marathon af te leggen. Graag binnen de twee en een half uur. In de trein waren we allebei een beetje zenuwachtig: zou het ons lukken? Joyce kent de weg en ik ga alleen maar mee om haar te ondersteunen, maar een hele ‘halve-marathon’ heb ik ook al een tijdje niet meer volbracht.

Ik keek mijn ogen uit en vond het prachtig! Langs het Fort en het gemoderniseerde fort. En zo liepen we langs de woonboten aan de Vecht.
Langs de boot van Sinterklaas en een stuk verderop het huis van Pippi. De eerste kilometers gingen snel en een beetje op tempo voorbij. We kwamen voor mijn gevoel al heel snel langs het aquaduct wat gebouwd wordt en toen gingen
we al onder de snelweg door. We liepen Muiden in.
Jammer dat het niet zulk mooi weer was, want dat had alles nog een extra glans gegeven.
Ik liep met mijn rugzakje op en nam zo nu en dan een flinke slok water om de stem te smeren. Ik had veel te vertellen ook nog en hield de moed er prima in. We kwamen over een lange polderweg met uitzicht op het Muiderslot.

We gingen door naar Muiderberg, lang het fluisterbos en langs het
kerkje wat ik zo leuk vind. Intussen kreeg ik wel wat trek, maar de dextro’s zaten wat te ver weg. Stom. Gelukkig had Joyce ze bij de hand. We kwamen langs het bos dat van Joyce oude schoolvriendin was en toen zat het leukste gedeelte van de tocht er wel op. Mijn hartslag sloeg zo nu en dan helemaal op hol en zat ergens boven de 200, wat niet echt gerechtvaardigd werd door het tempo. We gingen iets langzamer aan doen. Gewoon om er langer van te genieten š
We moesten de brug over en dat was zwaar, saai, lawaaiig en nog stijgen ook.
Ik had nog steeds stof tot kwebbelen, maar het is niet fijn om over de treinen en auto’s heen te moeten schreeuwen. EĆ©n van de wegwerkers op een grote machine moedigde ons aan met de woorden: “Het gaat goed, MEIDEN!” Dat gaf gelukkig wel een boost om boven te komen. Alleen al de aanblik van het fietspad van Poort stemt me somber, maar die gingen we dan ook zeker vermijden! Net onder de A6 door, had Joyce een klein rekmomentje nodig. We werden ingehaald door een trainer van de loopclub die veel sneller was en toen bleek het fietspad door het Kromslootpark erg afgesloten te zijn. Dat viel mij allemaal een beetje tegen. Toen moesten we langs het water lopen richting Almere Haven en dat was voor mijn gevoel niet de juiste richting.

We liepen richting het Eksternest en dat vond ik wel prettig, want ik moest intussen wel degelijk iets kwijt en toiletten liggen niet voor het oprapen langs de weg. Dus de tweede stop nam ik voor mijn rekening en na een paar minuten rekken van Joyce’s kant konden we weer verder: in mijn geval letterlijk en figuurlijk een beetje lichter! We hoefden nog maar twee kilometer! Het ging eigelijk heel snel ineens.

We liepen nog een stukje verder naar de bushalte op een heel kalm tempo en zo kwamen we om 6 minuten over 12 aan bij de bushalte langs het Kasteel van Almere. De bus kwam er gelukkig meteen aan! Ik SMSte ondertussen met Vincent die alleen thuis moest gaan eten. Het rare is dat ik weinig honger heb meteen zo na het rennen. Ik vond een kop thee genoeg. Helaas had ik wel serieus last van mijn voet, maar dat had ik eigenlijk al voordat ik vanmorgen de trein in ging. Toch wandelde ik naar de bushalte een stuk verder, toen het begon te miezeren.

Goed gedaan Joyce, SUPER. En nu? Wanneer ren je mee vanaf mijn geboorteplaats š