browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

VaartSluisBosCross: verslag van de veldvulling

Posted by on 21 February 2016

Niks deed het me: ik zag er niet tegenop, ik was niet bang voor de modder na anderhalve dag onafgebroken regen, ik maakte me maar eens helemaal nergens zorgen om. Lichte zorgen om mijn linkervoet/hiel zijn op zijn plaats, want gisteren deed het Onwijs Veel Pijn na een wandeling door de stad (?) en was het ‘s avonds zo goed als helemaal over. (??) Gelukkig kon ik met de auto’s mee en hoefde ik niet te fietsen, wat in de voorspelde regen leek me dat niks. De regen bleef uit, maar het waaide flink. Eerst het kind aanmoedigen

De damesschoenen vóór de cross (die witte rechts zijn van mij)


en dan vrolijk een beetje rondstappen en me vast verheugen op de flesjes water die voor naderhand klaar staan. Lekker beppen in het startvak en dan gaan we al! Net als vorig jaar heeft mijn horloge kuren. Dat ding werkt ALTIJD, maar hier niet: valt uit, zoekt satellieten en start niet op. ARGH. Nu moet ik op modder letten en op het horloge én loop ik 400 meter ‘voor niks’ 🙁 Daarna kom ik er al snel in. Modder. Glibber. Glij. Corrigeer. Bang om in het water te tuimelen. Veel op en neertjes in de route: aan de ene kant van de sloot heen, aan de andere kant terug. Het duurt even voor er ruimte komt en 1 stuk langs de sloot (heen) is lastig. Hoe en wat de anderen doen, zal me een zorg zijn. Ik hou mijn eigen evenwicht vast en bedenk me keer op keer hoe ontspannen ik hier lekker loop te lopen. Het stukje schelpenpad is een ware verademing, maar van korte duur. Ik neem de veilige glibberige omweg liever dan de shortcut door de sloot, waarbij ik omhoog moet klimmen. Nog een rondje. Ergens bedenk ik dat drie rondjes in plaats van vier ook niet erg zou zijn en ik heb nog nooit zo vaak serieus overwogen af te breken. Zoveel mensen die ik dat zie doen! Maar ik zie ook snelle mensen doorstampen en langzamere lieden doorzetten. De fotografen die er voor ons staan en de vrijwilligers en de aanmoedigers die “kom op mama” roepen (voor elke mama dan dus): stoppen is nauwelijks een optie, hoe aantrekkelijk ook. Ik vind niet dat ik aan de kant hoeft voor de allersnelsten en ik erger me daar een beetje aan. Als zij met zijn drietjes willen bepalen wie het snelste is, moeten ze zelf maar een route gaan rennen. Als ik aan de kant wordt geroepen door een inhaler, ga ik me echt veldopvulling voelen. Het gaat ook om de winnaars: degenen die als eerste de 8, 6 of 4 kilometer (weer) winnen. Het zijn altijd dezelfden. Maar die honderd anderen die hier door de modder ploeteren: zijn die minder? Zijn die slechter? Lopen die minder goed? Neem nou die ene man, die deze crosscup als onderdeel doet van zijn lange duurloop (en weet dat hierna nog minstens 15 kilometer komt), is die minder goed omdat hij nu langzamer loopt dan normaal? Of die vrouw die moet stoppen omdat het gewoon te zwaar is voor haar heupblessure waar ze net van terugkomt? En dat ventje wat moet gaan wandelen omdat hij het gewoon niet meer haalt, is die slechter dan die razendsnelle vrouw met haar spikes en lange benen? Misschien heeft die mevrouw in het roze al wel 50 kilometer getraind deze week en loopt ze daarom niet zo hard vandaag, je weet het niet. Ik loop daar over na te denken, terwijl mijn voeten wegschuiven en ik voortdurend balanceer en corrigeer. Ben ik slechter omdat ik deze keer misschien minder hard ga als ik zou kunnen omdat ik mentaal zo moe ben? Eigenlijk zouden ze naast de huldiging van de winnaars ook willekeurig drie finishers moeten uitkiezen en vereren en naar hun verhaal moeten luisteren. In de derde ronde zie ik mijn trainer langzaam dichterbij komen. Ik wil niet dat hij mij inhaalt! Dat betekent dat ik op het schelpenpad flink aan moet zetten en het laatste stukje voordat hij finish echt hard moet lopen voor mijn doen. Ik red het echt maar nét. Maar ik mag nog een rondje langer! Of ik dat nu erg moet vinden of niet, dat weet ik niet. Aan de ene kant kan ik niet lang genoeg genieten van dit modderfeest (ik verbaas mezelf het meest dat ik dit opschrijf, maar het is echt zo), aan de andere kant ben ik zo moe dat het niet snel genoeg voorbij kan zijn. Het voelt aan alsof ik al 30 kilometer heb gelopen in plaats van 7. En de modder aan mijn voeten voelt aan als 10 kilo lood meezeulen. En dan is het parcours opeens leeg. De meesten zijn blijkbaar al gefinisht, of heb ik verkeerd geteld? Ik voel me ineens nog veel meer de veldopvulling. De laatste restjes. De toeschouwers, de fotografen, de meeste vrijwilligers: ze staan bij de finish van de anderen, de snellen. Dit restje doorzetters en afzieners, daar is geen eer aan te behalen. Als ik op mijn horloge kijk, zie ik dat ik pas 7 kilometer heb gelopen en dan schuif ik onderuit in de modder. Ik mankeer niks, sta weer op en loop weer verder, maar dan met vieze handen. Nu het zo rustig is, kan ik de gemakkelijkste weg kiezen: dat dan weer wel. Ik vraag aan de laatste vrijwilliger in de Grote Modderpoel of ik de laatste ben, maar dat ontkent hij. Ik zie dat er inderdaad nog andere mensen achter me lopen en herken mijn ‘concullega’ van de vorige crosscups. Voor mij gaat een meneer wandelen. Deze meneer is altijd sneller geweest dan ik ben! Een meisje voor me laat haar tempo ook danig vieren en ik zie haar uitstappen, afsnijden en teruglopen. Ikzelf ben kapot. Ik weet dat de andere dames gestopt zijn: ze hebben me toegejuicht.

De damesschoenen ná de crosscup (zoek de "witte")


Ik kan me dat voorstellen: als dit de eerst cross is die je doet, komt er nooit meer een vervolg. Het valt mij al erg zwaar. ik heb trek, moeite me echt te concentreren en ik besef dat ik de wereld heel klein moet maken om hier verder te blijven rennen. Want wandelen is pas een optie als het écht niet meer kan of als mijn gevoelige hiel het opgeeft. En dan trekt de wind nog aan en blaast je bijna glijdend terug over de modder! Achter me zie ik degene aankomen die ik vorige keer liet winnen. Ik zie haar altijd pas in de laatste ronde. Deze keer moet en zal ik voor haar finishen. Mijn benen hebben die kracht nog wel en ik zet lekker aan over het gras om ‘r voor te blijven. Ik denk dat ik onder het uur ben gebleven en heb meer dan 8 kilometer gelopen. En dan zijn de waterflesjes op. Je handen schoonmaken bij de jerrycan mag niet, want dat is het drinkwater, roept de mevrouw van de organisatie. Ik voel me dan pas echt veldopvulling, een slechte langzame loper, onbelangrijk. Alleen de winnaars hangen nog rond te wachten op de prijsuitreiking. Na mij komen nog een boel mensen binnen. Ook voor hen geen flesje water. Telfoutje vermoed ik, maar het voelt aan alsof ‘wij slomen’ het niet verdiend hebben. Ik haal mijn mok omdat ik 3 van de 4 wedstrijden heb gelopen en dan gaan we snel weg. Met mijn eigen water was ik mijn handen en mijn schoenen zitten onder de modder, net als mijn broek. Ik heb genoten. Ook al voelde ik me er voor de organisatie slechts bij om het aantal deelnemers op te voeren. Dat gaf me een kater-achtig gevoel. Over de ruim 8 kilometer heb ik 58 minuten gedaan. Ik heb er 58 minuten van mogen genieten. Het was echt leuk om op mijn oude schoenen door de modder te gaan. Mijn voet is gevoelig, mijn spieren weten wel dat ze bijna een uur kei-hard hebben gewerkt en ik ben buitengewoon tevreden en al snel weer uitgerust en opgemonterd. De afgelopen week heb ik namelijk bijna 50 kilometer gelopen en het was emotioneel een hele zware rollercoaster, dus als je dat optelt heb ik net zo’n topprestatie geleverd als degene die als eerste vrouw over de finish kwam, toen ik nog een rondje mocht genieten! Ik doe het water zelf wel in mijn mok en schrijf op Facebook dat alle atleten topprestaties hebben geleverd: niet alleen de (2!) atleten die gehandicapt zijn. Ik heb volgende keer een mooie theemok om mijn water in mee te nemen en het vaantje heb ik ook enorm verdiend; ééntje waar ik hartstikke trots op ben. Dat ik ergens halverwege in het klassement sta, zit me niet helemaal lekker, maar ik voel ook dat ik het heerlijk vond om ze lang mogelijk te genieten van deze heerlijke crosswedstrijdjes, waarin ik dubbel en dwars alle modderfobieën met (een doffe) glans en een hele brede lach heb overwonnen!

Comments are closed.