Training met de club. Alleen bij geen spierpijn. (er staat niks over voetpijn gelukkig) In een lage zone houden. Dat is zone 2 met een hartslag tussen de 135 en 154: niks hard! Niet snel en harder willen en hoeven te gaan. De beste maatjes gaan wel met de snelle groep en lieve trainster mee. Het maakte mij allemaal niks uit: ik hoeft me niet zo nodig te bewijzen vandaag. Dus ik loop langzaam mee in te kletsen met de meneer die naast me loopt en ik ben blij dat ik mijn handschoenen heb meegegrist, want ik ga het niet warm krijgen vanavond. We gaan naar het favoriete fietspad van de trainer, net op het moment dat ik per ongeluk laat vallen dat mijn kind een triatleet in wording is en daarmee de meneer letterlijk versteld doe staan. We mogen zelf kiezen welke loopscholingsoefeningen we doen; zo zal het de hele training blijven voor mijn gevoel: vrijheid, blijheid! Doe maar wat! Dan komen de dobbelstenen te voorschijn. Klein, rood en lichtgevend. We moeten een partner van gelijke sterkte zoeken, maar die zijn hier niet voor mij. Niet getreurd: samen met een meneer die in alles mijn tegenpool zal blijken te zijn vorm ik een gelegenheidsduo. De ene gooit het aantal lantaarnpalen dat we 1 van de drie richtingen op zullen volgen, de ander gooit het aantal herhalingen wat we moeten doen. Duurlooptempo heen, tien-kilometertempo terug. Voor mijn gelegenheidspartner ligt dat tien-kilometertempo onder mijn duurlooptempo, maar ik zit daar niks mee. Ik probeer het tempo wel iets op te voeren, maar het komt niet in mijn richting en dat vind ik helemaal niet erg! Na 4 keer 4 lantaarnpalen, volgt nog een set van 3 keer 2 en we kletsen er vrolijk op los. Waar ik heel star ben in het volgen van trainingen, is mijn partner-van-de-avond juist iemand die puur voor de lol loopt: en soms (zoals de afgelopen tijd) een paar maanden niet, dan weer een paar maanden vol voor de marathon gaat en zo werkt hij ook: met 4 of 5 totaal verschillende eigen ondernemingen geniet hij van de tijd die hij overheeft om te kitesurfen notabene! Ik ben verbaasd dat je ook zo anders kunt leven als ik doe. De vragen van mijn kant worden echter onderbroken omdat we elk apart verder moeten en voor ‘ons eigen’ gaan dobbelen: je gooit 1 keer het aantal lantaarnpalen. Ik gooi 4 en ga vier, drie, twee en één lantaarnpaal langzaam heen, snel terug. Even een stukje wat tempo oppakken, maar ik voel me ook iets onder het tien kilometertempo op de kleine stukjes prima thuis. Ik gooi ook nog een keer 2. En dan worden de dobbelstenen weer opgeborgen en gaan we drie lantaarnpalen de ene kant op, drie de andere kant op in diverse tempo’s en in een steigerun terug naar de trainer op het derde pad. Ik schakel over op mijn hartslag en schrik even: een hartslag onder de 130? De hartslagmeter heeft het zeker ergens af laten weten, maar het verklaart waarom ik de handschoenen gewoon aan blijf houden. We steigeren wat en doen zelfs een heerlijk stukje antilliaans joggen en dan dribbelen we lantaarnpalen tellend terug naar de trainer, want elke oneven lantaarnpaal moeten we skippen. De trainer wijst me volkomen terecht op het gebrek aan energie dat ik in de skippings steek. Tijdens het uitlopen moeten we daarom allemaal ‘voor straf’ een paar stevige skippings laten horen! We lopen ook een stukje achteruit en joggen terug naar het buurthuis. Dat ik nog geen 6 kilometer heb afgelegd in een uur deert me niks. Dat ik een gemiddeld tempo heb van lik-me-vestje zal me wat. Dat ik geen pijn heb in mijn voet, dat is pas belangrijk! Dat ik heerlijk heb genoten van de variatie, dat is interessant! Dat ik me fantastich en energiek voel, dat zijn belangrijke zaken! De gemiddelde hartslag ligt onder de 127. Het ligt niet aan de hartslagmeter: die heeft “keurig” een maximale hartslag van 190+ gemeten in de opwarmfase en voortdurend aangestaan en de juiste metingen verricht. Ik ben er heel blij mee en erg tevreden over. Met deze trainer volgt een gedegen cooling-down, waar ik wél mijn best in doe. Het maantje staat er fijn bij en ik heb een heerlijk uurtje gehad. De andere groep is afgemat, ver gegaan en heeft hard gelopen. Ik benijd ze niet.