Vermoeidheid is een raar ding. Mijn hoofd is heel erg moe, ik kan moeilijk dingen goed bedenken. Vroeg naar bed dus op zaterdagavond en om half 10 schoot ik mijn bed uit, na tien uur slaap. Dat werd toch wel krap om een uur later bij de Kemphaan te zijn, waar ik met mijn vriendin Joyce had afgesproken. Maar ik haalde het! En nog veel belangrijker: ik had er zin in. Lekker onverhard en ongedwongen lopen. We slingerden al snel over de onverharde paden en Joyce mocht van mij het woord doen: graag zelfs, want mijn spieren waren stram en moesten er echt even inkomen! Ze had gelukkig ook een hoop te vertellen. We kwamen via paden achteraf waar ik ook nog nooit geweest was.
We kwamen weer bij het verharde pad en ik moest en zou het eerstvolgende onverharde pad weer in. Het was warm buiten. Joyce liep ik korte broek en we hadden allebei een t-shirt aan. Wat was ik jaloers op haar korte broek! Het voelde aan als op vakantie hardlopen. Het rook lekker, het was warm, maar niet zonnig en overal waren vogels te horen. Tenminste: die hoorde ik tussen het heerlijke gekwebbel door! Ik moest Joyce elke keer een beetje inhouden, want die had zoveel energie! Niet dat ik haar niet bij kon houden, maar ik wilde niet mijn energie helemaal op verbruiken en de hare ook niet. We liepen een heel klein stukje over het fietspad en moesten een hele kudde wandelaars inhalen. We waren ze net voor met het onverharde pad inslaan. Daar kwebbelde Joyce weer fijn onbekommerd verder. Nou ja, onbekommerd was het niet, maar ik vond het fijn om te luisteren. We liepen langs de speeltuin en een aanleghaven die volledig nieuw voor ons was. Toen een stukje op het fietspad. Ik kon niet wachten tot het volgende bospad. Gek genoeg viel het me steeds minder zwaar. Mijn hartslag was lekker laag. Alleen die lange broek: dat was wel jammer; te warm. De kilometertijden begonnen met een 7, maar dat boeide me voor geen meter. Het laatste kwartiertje kwebbelde ik wat voort en toen kwam het zonnetje er ook nog door.
Ik was wel moe, maar ik had ook nog een hele tijd door kunnen rennen. We renden allebei de negen kilometer vol: dus ik deed een paar rondjes extra 😉 En nog waren we na dat dikke uurtje niet uitgepraat en bleven we nog doorkletsen naast de auto’s. Heerlijk: van dit soort loopjes heb ik geen enkele last: niet aan mijn voet; niet moe, maar energiek en heerlijk voldaan.