Vooraf: regenjasje, trailschoenen schoongemaakt, rugzakje gepakt, twee boterhammen gegeten. Check √ De meeste beste vriendinnen gaan op een dag als deze samen thee drinken of naar de sauna, maar Joyce en ik begeven ons willens en wetens naar het Naardermeer. Op voor een nat avontuur!
Kilometer 1: Regen. En KOUD. Ik had IJSkoude handen. Laag tempo. Van de benen dan. De mondjes stonden niet stil. De Muggenberg bood weinig fraai uitzicht.
Kilometer 2: Nog steeds koud en ik voelde me wat krakkemikkig. Nog steeds kwebbelend.
Kilometer 3: Over het tapijt-pad van houtsnippers. De regen verminderde. De kou nam af. Welkom ritme!
Kilometer 4: De regen verdwijnt. Het gekletst blijft. Ik begin erg lekker te lopen.
Kilometer 5: Horloge verstopt onder laagjes kleding, dus het maakt mij niks uit.
Kilometer 6: Modder. Serieuze modder. Er omheen is zo zinloos, dat ik er maar gelijk dóórheen stamp. Hebben we dat ook gehad.
Kilometer 7: Verhard. Bah. Nog een hardloper! Verder zien we niemand. Ophaalbruggetje en hé, het is nog steeds droog….
Kilometer 8: Joyce blijft op de verharde weg, ik neem het KOEIENpad. Wat enkel bestaat uit modder, pollen, modder, waterplassen, modder en klei. Het is LOEIzwaar, maar GIEREND leuk!
Kilometer 9: Regendruppels. Een paar. Dat kan mijn voeten niet natter maken! Joyce gaat een stukje mee langs de koeien. Dan verhard verder over het spoor, langs het balkende ezeltje, over de Vecht.
Kilometer 10: Regendruppels weer weg. Fort Uitermeer. Joyce neemt het fietspad: haar kleine dream-to-come-true. Ik kies…. de modder
Kilometer 11: “gewoon een kwestie van de ene voet voor de andere en je komt elke trail door” volgens de trainer. Maar wat als de-ene-voet-voor-de-andere niet lukt wegens omgeploegde modder?! Dan moet je er maar overheen vliegen! Dat kan ik niet, dus ik zweef. Nauwelijks afzetmogelijkheden betekent dat je het grootste deel van de tijd vrij van de aarde bent. Hardlopen kun je het nauwelijks noemen, wandelen lijkt er meer op, maar ik vind zweven toch prettiger klinken! Het is heel, heel erg leuk. De wolken breken letterlijk en figuurlijk open. De vele waterpoeltjes zijn zilveren pareltjes tussen de bruine modderkluiten en felgroene grassprietjes. Joyce wacht me op.
Kilometer 12: Vind ik het zwaarste: verhard recht fietspad. Mijn voeten waren net aan een modderbad gewend. Na deze kilometer pakken we wat water en een winegum. Ik heb geen trek vandaag.
Kilometer 13: Joyce verlicht de eindeloze rechte asfaltkilometer door me op de prachtige natuur te wijzen. Er breekt een klein zonnetje door!
Kilometer 14: Een niets-zeggende uitkijkpost: maar nu moeten we ook alles gehad hebben, nu we er toch zijn.
Kilometer 15: Over de plankjes naar de volgende uitkijkpost. Deze blijft leuk. Het blijft droog. De zon doet haar best.Wij ook.
Kilometer 16: Deze was ik vergeten! Het kan nog drassiger. Kletsnat gras. Moeras mag ook. Ik word tot aan mijn knieën nat! Maar ik geef er niks meer om: mijn schoenen en mijn beste vriendin helpen me hier moeiteloos doorheen.
Kilometer 17: Een sprookje! De zon komt door op het slingerende plankjespad. Ik voel me een dansend elfje, balancerend over een randje geluk. We komen een fotograaf tegen: slecht moment op dat smalle pad, maar mijn voeten zijn toch al hopeloos nat en vuil.
Kilometer 18: Nu is het nog een kwestie van teruglopen. Langs de huizen, de ooievaar in het veld. Half verhard. Ik neem de zijkanten van de weg. Ik voel mijn voet nu wel. Maar ik zet nog een keer aan tot op het heuveltje.
Kilometer 19: De zon komt er zowaar doorheen. Spoor over. Twijfel: is 19km genoeg….
Kilometer 20: Ik ga alleen de halve marathon afmaken. Joyce loopt langzaam uit. Ze is top, dat ze dit ‘zomaar’ met me doet. Zelfs als het de hele tijd geregend had, had ik mijn zonnetje bij me gehad. Het uitzicht op de Muggenberg is nu een feest van kleur.
Kilometer 21: Ik zet alles op alles, want dit moet van mezelf de snelste kilometer worden. Het valt niet mee. Moe, wind tegen, en een beetje asfalt-achtige ondergrond. 6:13. De laatste honderd meter slof ik wel uit.
Ik deed er net zo lang over als vorig jaar, toen ik voor het eerst alleen naar het Naardermeer ging. 2 Uur en 3 kwartier. I don’t care. Behalve dat het eigenlijk nog te kort was! Het afstropen van de sokken is net zo erg als ik gedacht had. Mijn voet doet de rest van de dag zeer, maar de volgende dag is de pijn volledig weg. Het Naardermeer is helemaal niet ‘naar meer’.