De andere blogs zijn in tekst klaar, maar nog niet qua beeld. Ze komen er aan! Update: 10 juni – alle blogs staan online.
20 mei: Rust. Tijdens de fietstraining van Vincent wandel ik samen met Rob een heel stuk tussen het groen van Almere naast de snelweg. Mijn hoofd kan het niet opbrengen om te fietsen. En daar luister ik maar eens een keer naar!
21 mei: Hardlooptraining. We zijn met een klein groepje van 5 mensen bij de ‘middelsnelle’. Ik ben vandaag de langzaamste. By far. Er zit geen energie in. Wel bij het inlopen, want ik ontmoet iemand uit mijn wijk die ook aan triatlon doet. Heerlijk! Maar daarna valt het me niet meer mee, ik kan niet zo snel, de hartslag is vreselijk hoog en meer dan hoog kan het niet worden. Dus meer dan niet te snel kan ik ook niet gaan. We doen zijdes van driehoekjes hard. Bij mij is het allemaal hetzelfde tempo. Dan lopen we door het bos, dat lukt me wel en dat vind ik leuk. Ik heb het te warm. En dan doen we nog een keer versnellingen die mij niet lukken. En door het bos lopen. Ik doe de versnellingen niet meer mee, ik loop de driehoekjes gewoon op 1 tempo: mijn eigen. Constateren dat het vandaag niet lukt, accepteren (dat is wat lastiger) en doorgaan. Ik maak de training wel af; dan wachten ze maar op mij vandaag. Eenmaal thuis laat ik het fietsen achterwege. Een foto heb ik ook niet gemaakt.
22 mei: De auto van Rob moet voor de zomerbanden naar de garage. Dat is niet ver, het is mooi weer, dus hoe kom je dan weer thuis? Hardlopend! Ik neem Vincent mee. Samen hobbelen we de 2,5 kilometer terug naar huis. Heerlijk! Nu is de hartslag laag, er hoeft niks en het tempo hoort bij de hartslag. Ook nu maak ik geen foto. Als thuis het (huis)werk af is, gaan we samen een stukje fietsen. Ook nu hoeft er niks en gaat het lekker. Ik hou de cadans hoog. We gaan door het Wilgenbos en helemaal langs de Lage Vaart terug. Ik fiets met het luchtkastje van mijn werk. Dat maakt het ook weer lastig, want zo heb ik het werk bij me tijdens mijn hobby!
En dan moet de auto weer worden opgehaald natuurlijk. Ik ga nu alleen hardlopend naar de garage, want Vincent heeft muziekles. Ik kan nog iets harder en de hartslag is iets hoger. Door de zonnebril op sterkte raak ik een beetje dizzy. En dan gaan we samen naar het zwembad. Ik ga supergoed in baan 2. Ik zwem vooraan, ik hou vooraan bij (zeker met achtje) en ik zwem ook nog eens lekker. Ook zonder achtje kan ik de 400m met gemak zwemmen. Het verbaast me. En doet me goed.
23 mei: Mijn hoofd loopt om van het werk. En dat kost nachtrust. Teveel om te gaan werken. Ik heb weer een keer geen rust genomen en vandaag wreekt zich dat. Ik ben erg, erg moe, erg jankerig en instabiel. Pas tegen de avond ga ik sporten, hoewel ik het liefst op de fiets zou zijn gesprongen. Ik ga wel alleen lopen als Vincent op de baan is. Even geen andere mensen alsjeblieft zeg. Ik ben ziek en een beetje geblesseerd, maar dan in mijn hoofd. Van de trainer mag en moet ik even wat rustiger aan doen en aan mezelf denken. Ik heb besloten halverwege op een bankje te gaan zitten. Om van het uitzicht te genieten. Tempo is niet van belang. Rust kunnen nemen is de oefening. Ik loop om de Leeghwaterplas heen. Onrust zit overal in me en is moeilijk achter te laten. Ik loop langs de Hoge Vaart richting de boten, maar kom een avondvierdaagse met schreeuwende kinders tegen. Die verpesten mijn bankje. Dan maar het bankje aan de andere kant. En dat bankje is bezet. Ik pak een bankje verder. En daar zit ik dan. Genieten van het uitzicht. Ik vind het moeilijk. Ik kijk hoe ver het nog is, ik app naar Rob, ik luister even naar de vogeltjes, mag ik al verder, hoe lang zit ik er al… Rust kan ik nog niet zo goed. Maar ik maak wel een foto! 5 Minuten mag ik blijven zitten. Moet ik blijven zitten.
En dan loop ik weer terug naar de baan. Afstand, tempo: ik heb het even losgelaten.
24 mei: Fietsen mag ik. Ik ga alleen. Ik heb goed geslapen (want nu heb ik weer weekend). Ik besluit eerst door de stad tegen de wind in te gaan en een rondje Noorderplassen te doen. Als ik wil, kan ik er een rondje Oostvaardersplassen achteraan plakken. Ik ga op de tijdritfiets. Wederom is tempo en opdracht volledig ondergeschikt aan volhouden én rust nemen op een bankje! Ik fiets lekker. Na 15 kilometer kom ik op de Oostvaardersdijk. Ik zal er bijna 25 kilometer op blijven met de wind mee. Ik ga op het stuur liggen en vergeet de sores. Het andere rondje plak ik er achteraan, want ik wil op het bankje op de Knardijk gaan zitten om van het uitzicht te genieten. Daar hou ik me aan vast. En dan komt de verbeelding van hoe ik er in sta qua rust en rust nemen: ik kijk de hele dijk uit naar het bankje, maar als ik op de Knardijk ben, wil ik eerst even wennen aan de veranderende wind en fiets ik het eerste bankje voorbij. Het tweede bankje dan! Maar ook die laat ik liggen. Dan volgt er een overleg met mezelf in mijn hoofd en is er veel overtuigingskracht voor nodig om mezelf te beloven het bankje bij de sluizen te nemen. Uiteindelijk lukt het wel, maar dat is echt een barrière in mijn hoofd! En daar zit ik dan.
Ik maak een foto. Ik app Rob. Ik kijk. En dan hoor ik de vogels. Ik kijk niet naar de tijd. Dat is alweer een stapje verder dan gister. Als ik zin heb, ga ik weer verder en fiets ik terug naar huis. Uiteindelijk fiets ik ruim 60 kilometer. Een mooi stukje. Dat doet er net toe.
Ik ga ‘s middags naar de sportpsycholoog. Die moet me helpen de wedstrijdspanning te levellen. Draagbaar en hanteerbaar te maken. Ze zegt dat ik nog net niet overspannen ben, maar dat ik ook rust moet nemen en echt in moet plannen. Een dagdeel niks moeten. Dat lijkt me moeilijker dan een opdracht met vele uren fietsen!
25 mei: We hebben een feestje vandaag. Vincent wordt dertien en hij geniet van de mooie kado’s. Ik geniet van de taart en andere heerlijkheden. Het is al met al vermoeiend. Maar wel geweldig leuk, gezellig en waardevol.
26 mei: Vandaag mag ik met mijn dertienjarige held samen trainen. Dit is een kleine droom: we gaan samen het rondje om de Oostvaardersplassen volmaken. We nemen Robs racefiets, een setje om het zadel te verstellen, gewone pedalen, de helm van Vincent die gemakkelijk aan twee maten aan te passen is en een rugzakje vol snoep en gels. Voeg er twee bidons aan toe en een oefening voor mij van 3 blokken van 50 minuten en tussendoor 15-20 minuten fietsen en off-we-go. Onderweg gaan we spelletjes doen: Guess the animal (goed voor zijn engels), who-is-it… Ik ga eerst lopen in zone 1, maar dat lukt me toch niet en ik laat het horloge piepen.
We hebben al twee who-is-its achter de rug voor we op de dijk komen. Ik neem op 5 km een gel en dan de dijk op. Vincent is intussen verknocht aan Robs fiets en gaat even lekker hard wind mee. Na 8 kilometer en 50 minuten wisselen we helm, jasje, zadelhoogte en rugtasje. Ik eet een Twix en kom weer bij terwijl Vincent rent.
Ik ga ook even hard en dan zijn er een paar wielrensters die vragen hoe Vincent zo alleen midden op de dijk terecht gekomen is… na 18 minuten los ik hem weer af en wordt het wat zwaarder, ook al mag ik in zone 2 lopen. Ik kan ook wel iets harder, maar de dijk is erg lang en best saai. Veel adem voor lange spelletjes heb ik niet meer. Vincent vangt Pokemons en fietst vooruit. Op de Knardijk besluit ik tot het Oostvaarderscentrum te lopen.
Het is verder dan ik denk en ik loop 10 kilometer in een dik uur. We houden een plas-wissel-bijtank pauze bij het Oostvaarderscentrum die iets langer duurt. Dan mag Vincent weer lopen. Dat tempo ligt wat hoger als dat van mij! Hij loopt dan ook 2,5-3 kilometer. Hij geeft aan wanneer hij weer wil wisselen. Dan ga ik met het plan om 12 kilometer te lopen. Even geen hartslagbeperking. We gaan een black-box spelen. Mijn tempo ligt een stuk lager, maar het is wel erg gezellig. Die van mij is hartstikke moeilijk en houdt hem kilometerslang bezig. We gaan het Kotterbos in en opeens is mijn energie er vandoor. Dan wisselen we weer. Vincent zet vet aan en gaat hard.
Ik praat, hij rent (13 kilometer per uur) Hij loopt tot het andere centrum en dan mag ik het laatste stukje. We wisselen om en ik ga nog wat harder lopen terwijl hij praat. Ik haal net de 30 kilometer niet, maar ik vind het heel mooi geweest voor vandaag! Ik heb er energie mee opgedaan en ik ben er ook moe van geworden. Tijdens de F1 vallen mijn ogen herhaaldelijk dicht, maar ik geniet ook nog flink na van onze tocht en het feit dat we dit samen kunnen doen.