browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-19

Posted by on 2 June 2019

Maandag 27 mei. Ik ging vroeg werken, want er moet iets af. Volgens mijn baas moeten we daarvoor allemaal offers brengen en alles op alles zetten om het project te laten slagen. Ik voel dat niet precies zo, maar ik zal mijn best doen… En als ik vroeg begin, zo dacht ik, dan kan ik ook bijtijds stoppen voor de fietstraining. Helaas… Het project liep ook uit. Besprekingen, van gedachte wisselen met de collega’s: de fietstraining was al lang en breed begonnen toen ik arriveerde. Kon ik samen met Rob gaan wandelen. Hij bedacht een oplossing voor het werk, waar ik zelf niet opgekomen was. Ik had net zo lang doorgewerkt tot ik er bij neergevallen was. Stoppen kan ik de baas, de klanten en de collega’s niet aandoen. Opgeven is wel het laatste wat ik zou doen! Daarom ben ik een triatleet: je geeft alleen maar op als het echt niet meer kan. En qua werk is het zo erg toch nog niet…..

Dinsdag 28 mei. Vanwege de stakingen werk ik thuis. Stuur ik mensen aan. Bel ik met tevreden klanten. Ondertussen denk ik over de oplossing na en langzaam dringt tot me door dat er bij neervallen niet het beste op zal leveren. Dat het me mijn werk én mijn triatlon zal kosten. Ik werk hard door en neem een besluit. De beste oplossing is om ontslag aan te vragen, om per 1 juli te stoppen met werken bij het bedrijf waar ik ruim 3 jaar heb gezeten. Dan heb ik in juli vrij. Eerst voor het hoofddoel, dan even vakantie en ik hoeft me alleen nog maar bezig te houden met iets nieuws vinden. Door de mist die al een tijdje om me heen hangt, komt een straaltje licht. Ik wist niet dat de mist, de apathische vermoeidheid, het gebrek aan belangstelling zo dicht geworden was. Vincent geeft de doorslag: hij begint te juichen als ik zeg te willen stoppen op het werk. Ik ga naar de hardlooptraining en nu kan ik het gekwebbel weer aan en wil ik met de anderen meelopen voor ik in mijn uppie weer aan het twijfelen sla. Ik kan wel flink op tempo doorkachelen en ook nog praten. Het voelt nu al beter!

Na het hardlopen ga ik zwemmen. Ik moet toch het brilletje op sterkte testen! We zijn maar met zijn drietjes in de baan en ik zwem vooraan. Gaat prima, ook de stukken zonder achtje. De stukken op snelheid doe ik lekker mét, lekker puh! We hebben de trainer die zo zijn best doet voor mij. Hij geeft mij een enorm compliment op geheel eigen wijze: hij vertelt de andere twee wat ze moeten doen. Ik doe het helemaal goed. WAT.

Woensdag 29 mei. Ondanks alles een onrustige dag met (ik durf het bijna niet meer te zeggen) wat extra werk en wat extra werkdruk. Zeker omdat het morgen Hemelvaartsdag is. Ik ga wel zwemmen. In baan 2 en we wisselen het kopwerk af. Ik hou het echt goed bij tegenwoordig. Ik adem dan ook 1 op 3 en met het brilletje kan ik zien hoe laat het is en hoe lang ik nog moet haha 🙂

‘s Avonds gaan Vincent en ik fietsen. We fietsen naar het Weerwater en Vincent verkiest een rondje Kasteel boven een rondje om het water. We kletsen lekker en hoeven niet snel. De luchten zijn erg mooi. Het fietsen gaat eigenlijk best moeiteloos, al raak ik aan het einde toch weer wat somberder.

Donderdag 30 mei. Het maakt niet uit hoe en of ik ga lopen vandaag. Ik had lang moeten fietsen, maar het past niet deze rommelige week. We ruimen op en zetten boeken in de nieuwe kast. Dat is vermoeiend. Maar ik moet ook naar buiten, maakt niet uit hoe ver! Ik neem muziek mee en ga richting de dijk. Het gaat. Het gaat prima. Ik nam toch maar de afslag door het bos. Ik kijk een beetje om me heen, ik voel een beetje de wind, ik ga gewoon door en door. Op de dijk met de wind mee. Over het bruggetje waar de steentjes opnieuw gelegd zijn. Ik kijk uit over het water, door het bos, luister naar de kikkers en zie de weidsheid van de plassen. Ik heb wel dorst.

Ik zie de bankjes en beloof en verplicht mezelf tot een moment van rust na de 10 kilometer. Ik ben dan op de uitkijkheuvel en die heb ik voor mezelf. Ik speel met de telefoon en het fototoestel, zonder me er schuldig over te voelen. Het licht is geweldig. Uiteindelijk ben ik net voor het donker na 12 kilometer weer thuis.

Vrijdag 31 mei. Ik ga mijn ontslagbrief indienen. Op mijn eigen manier. En dat is fietsend. Al weken (maanden) verlang ik er naar te fietsen naar mijn werk in Zeist. Dit wordt een speciale. Helemaal alleen lukt me dat niet, dus KH gaat met me mee. Dan keer ik tenminste niet halverwege om! Ik vertrek ruim op tijd en ben veel te vroeg bij het Weerwater waar we hebben afgesproken. Omdat ik liever niet stilsta, fiets ik een extra rondje om het Weerwater. De eerste 15 kilometer zitten er al op. Maar vandaag lijken mijn benen van rubber en mijn buik bevat een grote dikke steen. Dat komt door de brief in de rugzak. We hebben wind mee op de dijk en kletsen naar de Stichtse Brug toe. Soms klaag ik, we roddelen, we lachen. We steken Eemnes door en trappen richting de A1. Het kost me geen moeite, maar we gaan dan ook niet hard. Het is geen wedstrijd! Ik doe nu de energie op om de laatste maand straks te denken: hier fietste ik… Bij kasteel Groeneveld trek ik mijn mouwtjes uit: het is lekker warm geworden. We passeren Soestdijk en dan vind ik het emotioneel zwaarder worden. Ik heb hier vaak gereden op deze binnendoorweg en had al maandenlang veel wilskracht nodig om niet om te draaien en naar huis terug te gaan. Vaak wilde ik stoppen en hier fietsen of door het bos lopen in plaats van naar het werk te moeten. Ik heb het nooit gedaan. Doorzettingsvermogen bezit ik in ruime mate! Nu moet ik dat gebruiken om door te fietsen. Dat we op de terugweg appeltaart hebben verdiend, is een fijn vooruitzicht. Langs de grote huizen, langs Den Dolder. KH kwebbelt me er wel doorheen, terwijl de steen toch steeds iets zwaarder wordt… We fietsen door Huis ter Heide en als we de A28 over zijn, vind ik het echt spannend. We zetten de fietsen beneden en ik lever mijn brief in bij RP. Ik ben er vooral blij en opgelucht onder. Ik spreek mijn collega nog even over het werk en we praten nog even met de baas JM over het waarom en de achtergrond. Ik sta daar zoals ik ben: in mijn fietskleren, stinkend en best een beetje kwetsbaar. KH krijgt een chocomelk en dan stappen we weer op de fiets. De steen is weg, ik voel me een stuk lichter en het lijkt alsof we wind mee hebben. We rijden helemaal achter Den Dolder langs. We besluiten om naar de theetuin te gaan bij Eemnes. Ik heb wel het gevoel dat ik KH een beetje ophoud, maar het is er niet minder gezellig om!

Voorbij Soestdijk en Groeneveld en ik heb wel een beetje een dipje. Mijn sportdrank is ook op. Wat een prestatie 🙂 Het is even doorpeddelen over de Eemdijk/Wakkerendijk. De kilometers rijgen zich aaneen. Bij de theetuin nemen we appeltaart en ik vul de bidon bij. Ik voel me prima!

KH ziet nogal op tegen de wind op de dijk en stelt voor de andere brug te nemen. Dat vind ik prima want ik zie de honderd kilometer al tegemoet! Het is totaal nieuw voor me om door Huizen te rijden. Kan ik mooi even bochten oefenen. Ik ben wel wat moe, maar niet kapot. Ik ontdek samen met KH nog een weggetje langs de golfvelden. Dan de Stichtse Brug over en ik verkies het spoorbaanpad. Verder om over de dijk hoeft even niet meer van me. Ik wil de mail nog naar mijn baas versturen. De honderd haal ik wel. Het laatste stukje fiets ik alleen en na 113 kilometer ben ik thuis. Eigenlijk…. is dat net niet genoeg! Ik wil eerst de mail versturen en heb dan geen zin meer in hardlopen. Waarom is het niet genoeg? Omdat ik voor 1 keer de 1000 kilometer in een maand wil halen. Nog 12 kilometer. Ik ga ‘s avonds met Vincent fietsen. Hij doet de route. Dat is een keer leuk als het echt een verrassing is! Ik kom zelfs op 1005 kilometer uit! Het was een enerverende maand. Laten we het daar op houden.

1 juni. Een lome dag. Moe van alles. Niet van het fietsen op zich, maar van alles. Ik ga gewoon zwemmen! In het kinderuurtje. Het is niet druk. Er zijn zelfs twee banen voor de volwassenen! 1 baan met 2 snelle mensen en 1 baan met drie langzamere mensen. Ik ga doorzwemmen. Gewoon endurance. niet nadenken, 1 op drie ademen. De andere twee stoppen zodat ik de baan voor mezelf heb. Na 1500m kom ik toch even op adem en dan pak ik het achtje. Ik zwem nog een keer iets van 700m. Het uur is om.

‘s Avonds moet ik een brief wegbrengen in de buurt. Dat ga ik hardlopend doen. Daarna loop ik wel een stukje verder. Het voelt zwaar, traag en sloom. Als de brief weg is, twijfel ik over het ommetje door het bos: misschien maar gewoon de korte route naar huis? Dan krijg ik een appje van de baas JM wat begint met: “je bent een mooi mens. Onze korte ontmoeting gisteren…” De tranen vermengen zich met zweet. Hoe de app verder ook gaat, in mijn ogen zie ik alleen dat ene zinnetje.

Ik loop door het bos en het gaat een stuk lichter. Ik kom een buurjongen tegen. Ik loop steeds ietsje sneller. Ik ben gegaan voor 3 kwartier en die maak ik ook vol. 7,5 kilometer. Al met al gaat het nog best goed deze week. Volgens de app moet ik mijn werkmail lezen, maar dat stel ik nog even uit.

2 juni. We gaan buiten zwemmen. Vincent, DR en ik. DR is de beste zwemmer van ons, maar zijn voelt zich niet helemaal goed. Voor Vincent is het de eerste keer buiten dit jaar. De eerste keer in een nieuw wetsuit. Hij is bang voor het koude water, maar het is bloedheet buiten. Als we de wetsuits aan hebben, zijn we blij in het water te kunnen afkoelen!

Vincent heeft veel woorden nodig, maar hij vindt het ook super! Ik vind het water wat troebel, maar het is wel lekker. DR doet rustig aan en dat is goed voor haar. Ik mag van hen een stukje verderop gaan zwemmen. Mijn brilletje op sterkte werkt super, ik zie de rode boei liggen. Ik zwem erheen, maar vind de speedboten een beetje eng. Als ik er eenmaal ben en ik draai me om, dan zie ik hoe ver ik ben gegaan. En ik moet nog terug! Sorry lieve DR en Vincent, de bril zorgt er voor dat ik me een beetje op de afstand heb verkeken! Ik zwem terug en heb wel prima zicht. Ik kan nu 1 op 3 ademen en soms met gemak 1 op 4. Ik zwem me niet over de kop. En ik geniet er van. 1500m en 40 minuten. Niks snel, niet superver, maar wel supergaaf en heerlijk.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

one × 5 =