Maandag 3 juni
Ergens hoopte ik een lang stuk te gaan fietsen bij de training. Geen saaie rondjes asjeblieft. We fietsten erheen en daar hoorde ik dat we het rondje Gooimeer zouden gaan doen. Dat is een eindje! Maar met de hele groep ook wel een beetje een verschilletje qua tempo. Hoeft ik dus mooi niet vooraan en MB fietste mee, dus het was wel gezellig. Vincent zou op me wachten. Ik kletste lekker met MB en op de dijk gingen we versnellen. Ik ben daar niet zo sterk in. Dan niet dus. Ik doe mijn eigen best wel. Op de dijk voorbij Almere Haven moesten we elke keer een paar minuten 27, 32 en 35 ofzoiets. Ik kan geen 35 fietsen. Ook niet als ik achter M fiets. Ik probeer het heus, maar mij lukt dat niet. Toen had er iemand een lekke band. We wachten en ik appte dat Rob Vincent moest gaan halen.
Ik stond vooraan en ging vooraan samen met AR de brug op tegen de wind in. Niemand haalde ons in, dus we bleven vooraan rijden. En niet eens zo zacht dus (anders hadden ze wel ingehaald). Vind ik blijkbaar toch niet zo erg, want ik zie graag de weg voor me. Toen we bij de bocht waren vond ik het welletjes geweest en ik kende de weg niet meer zo goed, dus ik ging in de groep rijden. Nu ken ik de weg nog niet. We moesten nog een klimmetje doen bij het Huizerhooght. Niet mijn sterkste ding, maar ze hoefden ook niet op me te wachten. Naast de A1 gingen we heel hard rijden in de groep en gek genoeg kan ik dat dus uit het niets heel goed! Vind ik ook nog leuk ook! Lekker alert blijven en doortrappen. Ik kletste bij met RV. Toen langs de golfvelden en ik was een beetje vermoeid, dus ik nam een gel. We moesten de brug op zo hard mogelijk en ik vond het wel goed: dat is niet zo hard. Daarna gingen we het Spoorbaanpad op. Die kan ik blijven volgen tot thuis. Er haakten steeds meer mensen af. Ik reed achter de mannen. Tot ik alleen overbleef en na een rondje van ruim 60 kilometer op een maandagavond mijn fiets ook weer in de schuur kon zetten.
Dinsdag 4 juni. Het was warm en benauwd en ik werk gewoon nog door tot ik op moet houden. Eigenlijk hadden we naar de training gemoeten, maar er zat onweer in de lucht. Dan alleen maar zwemmen? Nee, ik bedacht dat ik meteen als ik thuis was, een rondje zou lopen. Het was heet. En zwaar. En warm. En zwaar. En ik zweette me suf. En ik moest zelf de zones tellen. 10 minuten die saaie zone 1. Dat was zwaar. 30 minuten zone 2. Onverhard. Ook zwaar. En de rest van de tijd zone 3. Had ik al gemeld dat ik het zwaar vond :p Maar wie weet wat voor weer het is in juli? Dus het was een goede training, maar … zwaar
woensdag 5 juni. Ik laat mijn laptop in Zeist. Die komt zo min mogelijk meer in huis. Ook al werk ik dan niet meer zo vaak thuis. Dan rij ik naar Zeist voor een ochtend en neem ik de hardloopspullen mee. Ik parkeerde al bellend met paps en mams voor Paleis Soestdijk. Beetje dwalen en onverhard lopen. Gewoon genieten. Ik liep door het Emmapark. Supermooi! De bomen zijn nu groen en het zijn hele tunnels. Het tempo was knudde, maar ik genoot wel.
Ik ging even langs de weg en toen weer het bos in. Zou ik om Paleis Soestdijk heen kunnen? Het was een beetje zoeken, bospaden, onverhard, best wel benauwd en vol met mooie hekken.
Dan ga ik er toch omheen! Ik stopte zo nu en dan. Uiteindelijk rende ik helemaal om het paleis heen en kwam ik verrassend genoeg bij de MTB kruising. ‘k Wist niet dat die daar zat! Toen terug naar de weg die ik ken en zo vaak rij. Daar loop ik dan weer naar de parkeerplaats. Het was nog niet heel gemakkelijk, maar na 8 kilometer was ik weer bij kasteel Soestdijk waar mijn auto stond.
‘s Middags gingen we zwemmen, Vincent en ik. Ieder in onze baan en groep. Hij bij de kinderen, ik in baan 2. Vooraan. Het gaat erg lekker met zwemmen tegenwoordig. Aan het einde moesten we nog 400m zwemmen en dat aftellen vind het moeilijkste 🙂
donderdag 6 juni. Baantraining. Ik merk dat het werk me toch stressy maakt, maar ik ga weer op de baan lopen! Met 1 grote groep: dan lopen we voor de langzamere volwassenen met 6:00/5:50 wat stevig in, voor de snelle volwassenen wat sloom. Ik hou het bij. Op de baan moesten we tien keer 500: 400 op 5km-tempo/50 wandel/50 dribbel. Ik moet niet wandelen. Ik moet leren herstellen in de dribbel. Als ik straks de marathon moet lopen moet ik niet gaan wandelen, maar dribbelen. En ik weet dat ik morgen ook ga lopen en gister en eergisteren ook al, dus vandaag is 5km-tempo net zoveel als het 10km tempo, laat de rest maar!
2 Dames en 1 heer lopen voor me uit op respectabele afstand. Bij het wandelen haal ik ze net in, zodra zij gaan dribbelen, zijn ze me alweer voorbij. In de dribbel daalt mijn hartslag 18-20 slagen: herstellen kan ik! Na de derde keer meent de man commentaar op me te moeten hebben: “Wan-de-len: als je je eigen training doet, moet je zelf gaan lopen”, wijst hij mij terecht. Flikker op! “Dat is respectloos tegenover de trainers.” Ik laat hem lullen, want dat is wat lullen doen.
Ik doe mijn eigen ding: al raak ik de tel kwijt! Hij en 1 van de andere dames haken eerder af. Sneu. We moeten nog iets van 2 of 4 keer 200 hard en 100 wandel/dribbel. Ik doe het drie keer en mijn hartslag daalt precies evenveel. We lopen uit om de baan en ik loop de 11 kilometer vol. Nog een maand zo ongeveer tot de finish!
vrijdag 7 juni. Er moesten nieuwe achterbanden onder mijn auto. Het ideale moment om samen met Joyce een lange duurloop te gaan doen. We moesten hoog-hoognodig bijpraten. Ik had een route bedacht die mijns inziens 12/13 kilometer was. Om de Kemphaan heen naar het Museumbos. We hadden zoveel te bespreken! Over de kids, de mannen, inpakken, haar vakantie, mijn werk, roddels, stress, de nieuwe plannen! Onderweg moesten we even stoppen voor bellende/appende kinderen en weer door! We namen het museumbos in plaats van de berg. En dwaalden er rond. Verdwalen is een groot woord, we ‘ontdekten’! En zo kwamen we bij een kabouterpoortje.
Uiteindelijk kwamen we via de Dikste Populier weer bij de Berg. We gingen oversteken om weer terug te gaan over het 4-bruggenpad. Ik kletste Joyce nu een beetje de oren van het hoofd. De kilometers 12 en 13 gingen voorbij. Eerlijk gezegd… 14 en 15 ook! We waren weer bij de auto en de 16de zat er bijna op. Toen we die afmaakten deden we een sprong van schrik toen een vrachtauto een lekke band reed. Ik had weer verse achterbanden én een heerlijke ochtend gekregen!
‘s Middags na de lunch ging ik fietsen met Manuel. Eigenlijk was dat de warming up en cooling down rondom het lopen, maar dit wisselt lastig autobanden als je met de fiets komt. We gingen tegen de wind in, zodat we terug en op de Knardijk wind mee hadden. Ondanks de 10 engelse mijl van de ochtend, bleek ik vandaag toch fietsbenen te hebben! Ik vond het geen probleem Manuel tegen de wind in mee te sleuren. Leuk zelfs op de lange polderweg!
Op de Knardijk was het even rustig en toen reden we over de weg weer terug. Het viel een beetje tegen dat we niet echt-echt wind mee hadden, maar de paardenkudde maakte veel goed. Ook het vosje in het Kotterbos dat zich door ons liet bewonderen naast het fietspad, maakte de fietstocht waardevol.
zaterdag 7 juni. Soort van rustdag. Rustige dag. Gezien de stormwind, de regen en na 4 dagen lopen, geen verrassing of overbodig luxe, maar toch… Rust… Gelukkig wel zwemmen! In het kinderuurtje ga ik mijn eigen ding doen. Met de andere 2 baangebruikers overlegd hoor! 300m met achtje, 100 meter schoolslag. 300m zonder achtje, 100m schoolslag. Ik had wat last van buikkrampen. Je kunt niet overal om geven. 500m zonder achtje, 100m schoolslag. Geen getreuzel onderweg: blijven zwemmen. 30m zonder achtje, 100m schoolslag. Het went al. Ik hoefde het uur niet vol te maken. Mijn buik protesteerde. 300m met achtje, 100m schoolslag. Nu is de andere baangebruikster veel sneller met d’r Zoomers: een soort van korte flippertjes. Ze vind dat ze beter kan zwemmen dan ik vanwege die dingen. Ik heb ze 100m geprobeerd en ja: je kunt beter zwemmen, maar ja: zonder die dingen kan ik het ook prima! We maakten ‘s avonds een wandeling naar de Plus. Toen de storm was uitgewaaid. Even een frisse neus halen. Soort van rustdag toch?
zondag 8 juni. Om 7 uur staat de wekker. Om half 8 zit ik op de tijdritfiets. Ik ga naar SG die langs de Noorderplassen woont vanwaar we samen verder zullen fietsen. Ik ga 2,5 uur fietsen (65 kilometer graag), 2,5 uur lopen en een uur uitfietsen. Lekker monstertraininkje! Maar ik hoeft het niet alleen te doen! Eerst lekker bijpraten met SG. Ze doet een halve triatlon volgende week en ze gaat hartstikke lekker! We komen pas laat op de Oostvaardersdijk en zullen er iets van 25km op blijven fietsen. Van Duin tot Lelystad. Wind mee! We halen PV in en ze lift even mee bij ons. Voorbij ‘onze’ afslag halen we een knuppel zonder helm in die ons niet verstaat en hinderlijk meelift. Dan hangen ze in je wiel. Ik let niet op het tempo en ook maar niet op de hartslagzones: ik fiets gewoon. Het gaat prima! Op de Knardijk zijn we de knuppel kwijt. SG veroordeelt mijn manager en we fietsen naar de sluisjes.
Dan langs de Ooievaarsplas waar het fietspad wel een beetje dichtgroeit nu. Het is er wel erg mooi. ik zit al rond de 50 kilometer, maar of ik de 65 zo haal weet ik nog niet! We fietsen door het Kotterbos en ik fiets tot de witte hangbrug met SG mee. Dan ga ik naar huis en ik haal de 65 kilometer wel, maar net niet binnen de 2,5 uur. Op naar het volgende deel!
Twee en een half uur lopen: 5 keer 28 minuten (4 keer zone 2 en 1 keer zone 3) en 2 minuten rust (dribbelen dus, echt niet wandelen). Gelukkig gaat Manuel mee. Ik heb een trisuit aan. De temperatuur is prima. We gaan naar de dijk lopen en door het Kotterbos. Het tempo mag tussen de 6:00 en 6:30 liggen, maar we beginnen al sneller. Zo voelt het niet. Ik heb Vincent gecharterd om om half 12 met sportdrank bij het Oostvaarderscentrum te staan. We gaan echter wat te snel en zullen er veel eerder zijn. Dan nemen we het ommetje over het verbindingspad. We hebben alle energie om te kletsen en het is hartstikke gezellig. Het fijne van lopen met Manuel is dat we ook niet de hele tijd móéten praten. Op de dijk is het zonnig en benauwd: daar hou ik niet zo van. Dan langs de plassen weer terug. Na 9 kilometer voelt het aan alsof we pas 3 kilometer gelopen hebben! Ik neem braaf gels, maar kijk ook uit naar de WC. Dit is niet de beste dag voor een lange training. Menstruatie-gewijs. We zijn net voor het Oostvaarderscentrum over de 10 kilometer heen en ik roep de hele tijd dat de hartslag en het tempo omlaag moeten. Ik ga naar de WC, drink de halve bidon sportdrank leeg en we gaan weer verder. Op naar de halve marathon. Onverhard leveren we wel een beetje tempo in, maar de 6:30 is nog ver weg. Het Kotterbos in. We dribbelen netjes en Manuel houdt de kilometers bij. Mijn maandverbandje zit enorm in de weg en ik moet even de bosjes in om alles recht te trekken. Verloren zaak. Iemand op de fiets wenst een goedemorgen. Dat valt verkeerd bij me. Ik ben al uren onderweg, het wordt alsmaar drukker en het is nog maar ochtend! Hoe dan?! Lopen is gewoon vermoeiend en een belasting. Ik tel de kilometers al lang niet meer en neem nog maar een gel. De regelmaat is er wat uit. Gelukkig kan Manuel veel hebben. Ik mopper even en we gaan de brug over. Op de Trekweg doen we een belofte dat we ergens half juli een half uur gaan vissen. Bij gebrek aan vistuig, maken we er een half uur naar het water staren van. Om het draaglijk te maken, bedenken we dat we op de fiets naar een verre plek bij het water kunnen gaan. Een half uur stilzitten klinkt als een onwijze opgave: veel groter dan een halve marathon lopen.
De Trekweg is druk en vervelend. Worden wij ook vervelend van. En de hele tijd de zon die brandt. Manuel herinnert me er aan dat ik zonnebrand op had moeten doen. Intussen zitten er 18 kilometer op en dat het er 21 worden staat vast. Dat het zwaar is geworden ook. Manuel zegt me een gel te nemen en ik word er bijna agressief van. Gelukkig komt dat niet onverwacht en ik beloof dat we in de laatste dribbelpauze zullen wandelen en dat ik ‘m op zal eten. Doe ik ook. Het maandverbandje zit weer hopeloos. Ik ben weer ‘s blij dat het pakje rood is. Langzaam aan wordt duidelijk dat we de 21 kilometer over zullen gaan. Tot de witte brug! Ik loop de 21 kilometer in iets van 2 uur en 6 minuten. Dan is het op. Gek genoeg moet het dan opeens uit mijn tenen komen. We zijn bij de witte brug en dan mogen we dribbelen. Manuel schippert met het tempo tot aan het park, dus we houden de 6 minuten per kilometer aan. En daarna nemen we het fietspad ook nog op tempo. De Evenaar: dan mogen we langzamer. Elke keer ietsje verder dat we het tempo aanhouden. Uiteindelijk zijn we allebei op 23 kilometer en dan gaan we echt dribbelen. Het kan wel: het tempo terug naar 6:40! Ik hou het anders ook niet meer vol. Wat zone 3 mocht worden, is al zone 4. We nemen nog een ommetje, anders zouden we stoppen bij 24,7 ofzo. Er kan veel, maar dat toch niet…. Ik hoefde maar 2 uur en een kwartier, omdat ik ergens anders al een kwartier over had, maar we stevenen op de 2 en een half uur af. Toch wel. Ik heb het behoorlijk zwaar. De 25 kilometer haal ik net niet binnen de 2,5 uur. 2 uur 30 minuten en 30 seconden. Klaar! Klaar? Uitfietsen! Eerst chocomelk en cola drinken. En naar de WC.
Nu gaat Vincent mee. Ik ben er echt moe van. Gelukkig vertelt Vincent me van zijn computer. Hoe schattig! Ik wil rustig aan doen en heb moeite de snelste route te bedenken naar de Noorderplassen. Bij de plassen gaan we de route doen die Vincent morgen gaat fietsen bij de clubkampioenschappen. We doen de ronde twee keer. Ik kan intussen weer praten en fietsen is na al die stappen een ware verademing, maar ik voel me vermoeid. We fietsen ook het looprondje en dan gaan we terug naar huis. Vincent wijst de weg. Het tempo is een stuk lager dan vanmorgen, maar een uur maak ik vol!
Ik heb 6 uur gesport. Daar ben ik moe van. En ik ben verbrand! Op mijn schouders en in mijn snoet. Maar ik heb verder niks. Geen blessures, geen blaren, geen ongemakken. Al met al heb ik 18 uur gesport deze week. De wandeling telt mee. Maar ook zonder wandeling heb ik nog nooit zoveel gesport – nog nooit. Ik tel zelfs een keer mee bij de (ruim 300 leden tellende) triathlonvrienden club. Het wordt wel aardig serieus nu!
En ik twijfel al: als ik vandaag zoveel moeite heb met 66+24 kilometer fietsen en 25 kilometer lopen, hoe fiets en loop ik ongeveer het dubbele?