4 augustus. De dag na onze monsterfietstocht moeten we even uitlopen. Nou ja, het voelt verplicht en ik heb niet echt zin eerlijk gezegd. Vincent wil een ijsje en daarom lopen we na het eten en Rummikuppen naar Pauls IJs in Almere Buiten. Hij loopt hinderlijk gemakkelijk. Ik loop te zweten. Hij neemt twee bolletjes en ik neem pauze. Hij heeft het over stofzuigen en rent even van me weg om ”t ouwe moeke’ weer op te komen halen (dat heet stofzuigen, helaas). Hij rent snel naar huis en de toilet, ik moet de 5 kilometer volmaken. Het is wel eens gemakkelijker gegaan. Ik denk dat het komt omdat ik op de weegschaal ben gaan staan.
5 augustus. Op naar de fietstraining! Ik had mijn eigen ding te doen. Het eerste half uur samen met Vincent infietsen tegen de wind in in zone 1 was nog wel te doen. Ik kletste lang, want er leken maar een paar mensen te zijn en dan kon ik wel mee, maar om 7 uur was het allemaal sneller en dan kom ik niet aan mijn hartslagzones toe. Had ik ze wel het idee van Muiden aan de hand gedaan! Ik ging zelf. Ik moest 20 minuten in zone 2. Dat ging prima, maar ik moest even omrijden omdat de fietspaden een beetje afgesloten zijn. Toen over de brug (ook in zone 2) en dan langs het water bij Muiden op het deel-fietspad. Ik geniet dan echt van het uitzicht, ook al had ik (nog steeds) wind tegen. Ik moest net voorbij het kerkje naar zone 3. Moeilijk. Ik ging heel hard en dat tegen de wind in! Er vielen 17 druppels. Maar ik zweette meer. Toen ik een hartslag-warning kreeg (te laag), begreep ik dat Garmin hardloopzones aan het toepassen was op fietsen. Dan is zone 4 vrijwel onhaalbaar! Ik haalde net eventjes zone 3. Ik kwam de groep tegen en later ook MB die samen met RO(h) aan het fietsen was. Toen moest ik wind mee proberen in een onmogelijke zone 4 te komen! Het ging wel heel hard, maar zone 4 heb ik niet bereikt. Ik snap gewoon niet hoe anderen zulke hoge gemiddelden kunnen halen. Ik red dat niet. Rij ik een uur lang 30+, maar elke keer oversteken of uitkijken en ik zit er weer onder. Als ik stop, stopt het horloge, maar mijn gemiddelde blijft echt hangen op 25. Ik ging nog om richting Duin, omdat ik tijd en opdracht over had. Het uitzicht over de dijk met de zon was prachtig!
Ik besloot de laatste keer zone 4 te skippen en rustig met Vincent mee terug te fietsen. Hij moest nog even 10 minuutjes op me wachten. Ik knalde echt hard door de stad heen, maar dat voelt niet erg veilig voor me. Kwam ik de club nog een keer tegen! Samen met Vincent fietste ik naar huis terug en nu hadden we wind mee. Ik fietste 50 kilometer in de twee uur. En toen deed ik mijn hardloopschoenen aan voor een klein stukje. Ik had het al zo warm, want al met al is het toch benauwd buiten! Ik deed een rondje om de wijk. De bedoeling was zone 1, maar ik zat er lekker in en keek gewoon niet. Het was niet heel eenvoudig, maar ik hield het wel vol. Ik stopte even voor een foto van het prachtige gouden licht.
6 augustus. Ik mocht mee met de trainer en zijn vrouw om te gaan zwemmen buiten. Na de Frysman heb ik een beetje schrik gekregen om buiten te zwemmen, dus het is goed als er iemand mee gaat die beter kan zwemmen en toch geen bewijsdrang heeft. Vincent mocht ook mee. uiteindelijk ging de vrouw van de trainer niet mee en wijzigde de tijd. We gingen zwemmen in Lelystad. Nu was het lastig dat mijn horloge niet meer in het water kan. Geen enkel ander horloge in huis kan dat, dus ik nam de Garmin 645 mee en zette die op de roeien-stand. In de Batavia haven is het mooi zwemmen. Vincent en ik met wetsuit, trainer in zwembroek – de held! Naar het volgende ponton. Ik wist nog hoe het ging, maar had wel last van mijn (nog steeds licht gekneusde) hand, die gister na het typen weer opspeelde. Niet piepen, zwemmen. De slag kan ik wel, maar ik mag ‘m langer maken. Ik merk dat ik dan rustiger moet zijn en dat ik nu nog gejaagd begon. Ik moest ook de hele tijd Vincent in de gaten houden. Niet erg, maar ik kom niet in het ritme. We gingen nog iets verder door en ik kwam er in. Rustig ademhalen, hier zijn geen golven (en nu hebben we wind mee) en me concentreren op de slag. Ik moest beter navigeren. Was ik ook niet op aan het letten! Terug waren er golven tegen. Dat is even wennen, maar ik vind het niet erg of eng. Dit is niks! Ik kan Vincent nog zien! Ik navigeer nu. Laatste (ook bekende) tip van de trainer: adem ook links. Nieuw aan de tip was: “ook al is het maar zo nu en dan”. Vincent zou bij het ponton wachten en toen had ik rust. Ik ging rustiger zwemmen en ik kon opeens wel 3 op 1 ademen. Ik kwam er lekker in en toen ging het beter. Het roeien echter was geen succes, want ik had wel heel veel en heel onrustig en kriegelig gezwommen. Ik nam de afstand over van de trainer en toen kwam Vincent er aan gezwommen: niks opgeven. Die rent er nog even een PR op de kilometer achteraan.
7 augustus. Joyce en ik hadden weer een trail uitgezocht! Joyce traint voor een trail van 28km, dus we moeten de kilometrage steeds iets verhogen. De auto parkeren in Harderwijk en dan de trein nemen naar Nunspeet. Ik kreeg een vraag over het werkcontract, dus dat gaf me weer even een boost! Genieten dat dit nu nog kan; ik heb vakantie! Het weer zag er goed uit: droog en niet te heet, maar dat viel allebei tegen gaandeweg. Het was best benauwd. Ik had het grote handflesje bij me. Nog steeds een beetje last van mijn hand, maar dit bevalt me uitstekend! Rugzakje op en gaan. Voor mij lag het moeilijkste deel na 200 meter: het Transferium een toren van 30 meter hoogte. En een open trap. Ik kan veel, maar de trap op is een enorme moeite.
Mijn ademhaling wordt zwaar en mijn benen voelen loodzwaar aan. De eerste trappen gaan rustig, maar gestaag. Op een bepaald moment gaat het rustiger en rustiger en dan voel ik de wind en de paniek en lijkt de toren te draaien. Ik zet het flesje neer. Ga rustig een trap verder, praat tegen mezelf dat ik dit kan en ga nog een stukje hoger. En dan weer een trapje terug van 7 treden. Joyce kan wel op en neer. Ik ga nog een keer 7 treden hoger. Hou me stevig vast. Ik spreek met mezelf nog 3 treden af. Ik ben anderhalve trap onder de top. En ik ga terug. Ik kan het gewoon niet. Laat mij maar zwemmen, fietsen en nu lopen graag. We gaan de routebeschrijving op papier en de route op de bordjes volgen. Ging vorige keer ook goed. De eerste kilometer is altijd even ‘settelen’, maar nu settelt zich benauwdheid en een gevoel van wennen vast. En het is nog verhard! We lopen langs de boswachters met hun vallende boom en langs kabouterplaatjes en dan lopen we verkeerd in een cirkeltje. Nee, ik hoeft die uitkijkpaal en boswachters niet nog een keer te zien, dus de route er weer bijgepakt. Deze keer is het lastiger te volgen blijkbaar. We gaan het bos in. Het gevoel voor richting gaat snel weg, maar het is wel genieten zo tussen de wortels door. Het tempo ligt laag vandaag. Blijft toch een dingetje en wennen. We steken de A28 over en moeten weer zoeken naar de paden. Aan de ene kant welkome korte puzzelstopjes, aan de andere kant een onderbreking van het ritme. Ver vooruit denken qua route kan ik niet. We kletsen, we kijken, we manoeuvreren ons door de bossen. En ik zweet! Ik drink gelukkig ook goede de ‘gel’ drank. Ik merk elke keer dat ik er energie van krijg. Dan over de heide.
Heerlijk! Het is echt mooi en gelukkig niet zonnig. Als we de hei over zijn, komt er een klimmetje door het zand. Dat is trainen: dit moet wel wandelend en dat mag ook! Boven wacht ons een zandvlakte.
Niet Joyce’s specialiteit, maar wel vreselijk mooi. We zijn er helemaal alleen op de wereld lijkt het (als je het achtergrondgeluid van de snelweg kunt negeren). Ik ga er op eigen tempo met een brede glimlach overheen. Er is 1 groot verschil tussen ons: Joyce overwint het zand, ik ben niet boven op de toren gekomen! We maken een foto(serie) en ploegen dan nog een heel stuk door het zand verder. Het tempo doet er niet meer toe, de bosrand halen en rondkijken, daar gaat het om. Ik vind het geweldig en geweldig zwaar. We komen opeens bij een verharde weg! Ook dat is even raar. We zijn al een uur onderweg en er zit iets van 8 kilometer op. Maakt niet uit, want de 22 komen er toch wel. Over de verharde weg gaan we de A28 weer over bij viaduct Hulshorst. We vervolgen over de verharde weg tussen de velden door. Dat is fijn aan de ene kant, maar benauwder dan de bossen aan de andere kant. Bij het kraampje gaan we rechts volgens de wit-rode pijlen en we kijken dat we de eigen-weg zandweg op moeten. Weg wit-rode route. Terug over het zandpad en blijkt dat we bij het kraampje naar links hadden gemoeten! Daar is ook een eigen-weg zandpad. Het begint te waaien en ik weet het al: hier komt de regen! Ik ben genoeg buiten tegenwoordig om aan de wind te voelen wanneer de regen begint. Joyce stopt haar nieuwe telefoon weg en pakt het petje. Druppels en nat worden dan maar. We gaan achter Hulshorst langs tussen de huisjes door. Ik roep elke keer: “Zo is het genoeg” tegen de regen en dan kan er nog een tandje bij. Naast de grote weg zetten ze de kraan echt open en schuilen we even onder een boom. Zullen we iets gaan drinken in het kasteel iets verderop? De bus terug? We kijken uit op blauwe lucht, terwijl we nat regenen. Op beide vragen antwoorden we nee. Gewoon doorhobbelen en door kwebbelen. Bij het kasteel komt de zon er al weer door.
De weggetjes zijn glad, het licht is prachtig. We komen na 14km op een lange rechte asfaltweg en dat is heet en benauwd. Ik heb het nu even gehad en loop dan juist door. Tot het einde van de weg. Ik wil wel over in een wandel-ren ritme. Net buiten Hierden stoppen we even. Doorrennen tot de 16km spreken we af. Over een prachtig smal kerkpad. Opzij stappen voor de fietster. Naar de route kijken tussen de huisjes. En toch weer stilstaan dus. Dan maar door tot 17km rennen. Het is echt warm tussen de velden. Is dat ook weer niet goed! Ik ploeg me er echt doorheen en trek Joyce een beetje mee.
Rennen tot… het einde van de weg en dat laat dan lang op zich wachten. Dan stop ik op de kruising. Joyce is verbaasd dat ik het ook moeilijk kan hebben. Nou en of! Zon, asfalt, de weg zoeken, geen einde…. De 21km komen hoe dan ook vol, maar ik mis het overzicht. We rennen een stuk en lopen dan weer een deeltje. Ineens komen we aan de rand van Harderwijk. Gelukkig, maar we zijn er nog niet. Dat besef ik. Ik vind dribbelen en wandelen wisselen nu prima. Toch rennen we weer een kilometer. Dan begint het weer te regenen. We schuilen in een woonwijk. Lees ik even voor over de Molen. We lopen door de woonwijken naar de molen. Daar begint de stortregen. De ophaalbrug is afgesloten. Een stukje omlopen dan maar! We zitten op 21km. Het is druk in Harderwijk met dagjesmensen voor het Dolfinarium. We zijn weer nat en schuifelen tussen de leuke vissershuisjes en de mensen door. Dan voel ik me er zo niet passen! Bij de visserspoort maakt een vriendelijke mevrouw een foto van ons en ik maak er 1 van de visjes op de bestrating.
We lopen door het drukke centrum. Wat voel ik me vies! En dan moeten we nog door een rare gang volgens de route en ineens staan we in een prachtig rustig park! Het voelt als even ademhalen. Het regent (weer). We komen langs de Linneaus toren en gaan dan terug richting het station, al vergissen we ons nog 1 keertje. Nog even schuilen en energie voor het laatste stukje verzamelen.
We gaan de 22 kilometer ook halen. Door de wijken, over de grotere wegen. Ik ben er ook wat klaar mee en opeens wil ik nog even wandelen. Het is me goed! Soort van plotseling staan we bij het station. Nat, vies en enorm voldaan. We strijken neer op een terras van een snackbar voor cola en een broodje vettigheid. De zon schijnt alweer.
‘s Middags ga ik zwemmen. In het zwembad. De kids zitten in baan 1 en 2 en ik voeg me in baan 3, maar wordt naar baan 4 doorgebonjourd met 3 anderen.
Uiteindelijk zullen de twee meiden die daar al zitten ook doorschuiven. We doen 8 keer 100. Om ste beurt voorop. Ik doe de helft met en de andere helft zonder achtje. Daarna moeten we wisselslag doen en dan 400m armen. Omdat het rustig en overzichtelijk is, zwemt de trainer zelf ook. We doen 50 school en 50 benen en daarna 5 keer 100m snel. Ik doe er 4 met achtje, want de laatste mag niet van MB 😉 dan nog uitzwemmen met paddels, maar dat vind mijn hand een heel slecht idee. Gelukkig is de tijd ook om.
Op donderdag doe ik node niks. Ik kijk een uur TV en dat is een hele grote prestatie voor mij! En ik ga ‘s avonds lekker samen met Rob wandelen. Daar voel ik me beter bij als bij bankhangen.
Vrijdag 9 augustus. Het regent en het is slecht weer. Tenminste, als je 4 of 5 uur fietsen op het programma hebt staan. Daar kan ik niet tegen. Er staat fietsen en ik wil fietsen, maar ik kan niet fietsen. Daar word ik heel ongelukkig van. Hardlopen kan wel. En dat kan en wil Manuel ook. Toch zit me dan dwars dat ik had moeten fietsen. Hoe mooi, makkelijk, prachtig en aanlokkelijk de trail rondom Groeneveld ook is. Maar ja, regen en lopen is te doen en ik heb een auto, dus we rijden naar Baarn. Manuel heeft een route op zijn horloge staan. Ik krijg straks ook een supersonisch horloge waarmee dat kan, dus we gaan het maar eens testen! We zijn de kasteeltuin nog niet uit of het giet al. Nat worden dan maar! We hoeven niet te puzzelen op de route, het gaat vanzelf zo door het bos. Heerlijk! Ik ken de bossen aardig, maar we komen toch zeker op nieuwe stukken. We kwebbelen en lopen. Geen pauze, niet zo snel als Manuel normaal zou doen. Volgens mij regent het niet echt hard door of ik merk het niet meer op.
Smalle paadjes (leuk), brede lanen (ook leuk) en bijna geen andere wandelaars (weer leuk). We komen langs het Bosbad Baarn en gaan door het bos ook weer terug. Als ik achteraf de route zie, weet ik waar we geweest zijn, maar als ik daar loop zie ik bos. Ik loop de 5km vol (in iets van 33 minuten) en daarna de 8km ook. Ik heb het handflesje bij me en dat gaat weer prima! Op mijn rug zitten allemaal wondjes van de hartslagmeter en het rugzakje, dus het rugzakje heb ik vandaag niet om. We komen bij de spoorbrug en daar ga ik rustig overheen. Jammer dan voor Manuel, maar hij hoefde er ook niet hollend overheen. We maken nog een lusje en Manuels sjieke horloge rent 250 meter voor mij uit, terwijl we precies hetzelfde doen! Heb ik toch de verkeerde besteld… De route werkt super. 1 Keer twijfelen we, maar het pad is begroeid met varens. Het is wel supermooi tussen het groen door. Daar was ik zeker nog nooit geweest! We komen weer richting het kasteel en op de verwachtte 12 kilometer. Dan wil ik een ommetje maken, want ik heb goede herinneringen aan het stukje door de ‘voortuin’ van Groeneveld. Ik wil op een bankje zitten en naar het suffe vijvertje kijken. Als we nu 3 keer tien minuten doen in de komende weken, hebben we ons half uur dan ook gedaan? Manuel vindt van niet, want drie keer 10 kilometer lopen is ook anders als 1 keer 30 kilometer hardlopen.
Ik spring na 8 minuten banksuffen al op, en moet dan 3 “strafminuten” uitzitten. Je krijgt er een houten bibs van en een koude rug en de laatste 750 meter terug naar het Kasteel voelen niet al te goed aan. Uiteindelijk worden het ruim 13 kilometer en als we in en om de auto omkleden, begint het pas echt hard te regenen.
Zaterdag 10 augustus
Dat fietsen he…. Het zit me nog een beetje dwars en Manuel neemt de tijd om mee te gaan. Om half tien en zelfs iets eerder vertrekken we! Het stormt buiten. Windkracht 6. We gaan tegen de wind in door de stad heen. Ik heb maar 1 doel voor ogen: ik moet en zal ook een keer hard gaan! Al die anderen met hun hoge gemiddelden: ik moet vanaf het begin knallen, anders kan ik dat niet. Dat maakt me niet gezellig. Ik moet hard doortrappen. En dan kan ik maar weinig gesprekken voeren. Naast elkaar fietsen is ook wat eng met de windvlagen. Ik doe mijn best om het tempo hoog te houden. Boven de 25. Met veel meer ben ik niet bezig. kost wel een bak energie, maar ja, dat zal zich op de dijk wel terugbetalen. Toch word me duidelijk dat je 5 kilometer in 13 minuten maar moeilijk zal kunnen compenseren met 7 minuten. Ik word er kregel van! Als we dan ook nog eens niet het spoorbaanpad kunnen volgen omdat dat (net als andere fietspaden in Almere) volledig verdwenen is en we door Poort moeten, wordt mijn humeur er niks beter op. Uiteindelijk komen we op het fietspad dat naar de dijk leidt en wat we in de trainingen al vaak hebben gehad. Na 15 kilometer zijn we op de dijk: tijd om te gaan oogsten! We gaan harder, maar de 40 permanent ga ik niet halen! Na de bocht krijgen we echt wind mee en Manuel gaat kijken of hij de 50 haalt. Ik zal gewoon rond de 35-40 blijven fietsen. Als hij stilstaat, kunnen we vergelijken hoe de gemiddelden dan uit elkaar lopen. Het scheelt een hele hoop! Kortom: Je kunt beter kleine stukjes heel hard fietsen en dan uitrusten. Nu wil ik nog weten hoeveel de wind echt uitmaakt. Ik wilde eigenlijk al doorfietsen om de Oostvaardersplassen heen. Manuel wil eerder terug. Ik bedenk dat je dan op hetzelfde stuk wind mee en wind tegen moet hebben, dus niet door het bos terug, maar over de Oostvaardersdijk. Manuel past ervoor en dat snap ik best! Vanaf ‘onze’ afsteek zal ik 15 kilometer wind meenemen over de dijk en dan omkeren en met wind tegen terugfietsen. Het gemiddelde ligt op 28 km per uur. Het tempo op het goede, rechte fietspad komt wel rond de 40 te liggen. Ik rij de snelste 5 kilometer ooit onder de 7:30! Maar niet te vroeg juichen en nu genieten van de rust, het tempo, het inhalen en de stilte. Ik kom niemand tegen. Ik denk dat ik tot het gemaal door moet, maar ik moet zelfs nog verder door tot de Oostvaardersbrug. Ik zie het gemiddelde oplopen tot 31km per uur. Ik zit op 45 kilometer.
Gel, drinken, ademhalen en dan omdraaien. Het meisje wat tegen de wind in fietst op haar stadsfiets is afgestapt. De hardloopster die ik tegenkom, glimlacht me bemoedigend toe. Langs het gemaal en de wijken -zo net een beetje uit de wind- gaat het nog wel om het tempo boven de 20 te houden. De dijk zal een uitdaging worden! 12 Kilometer afzien. Het tempo gaat drastisch omlaag. Het gemiddelde zakt ook, maar de snelheid waarmee dat gebeurt valt me mee. Ik kom meer mensen tegen nu! Op de dijk is het echt ploeteren en zwaar. Heel zwaar. Hele lage versnelling en snelheid houden. Hoe laag ook! Worstelen en vooral de herrie van de wind is echt oorverdovend. Als ik adem moet halen, zal ik moeten stoppen, verder is het een kwestie van doorfietsen en aftellen. Dan begint de regen. En met windkracht 6 regen tegen is hagel. Het doet pijn. Ik moet stoppen om de bril af te doen. Ik raak doorweekt. De langzaamste 5 kilometer volgen ook: 18 minuten! De conclusie is duidelijk: dit is niet meer goed te maken! De zon komt er door, maar ik voel vooral de wind die me probeert te drogen. Ik zie het fietspad onder me opdrogen. Het uitzicht en de kleuren zijn prachtig. Ik tel de kilometers af en ik zal het halen, hoe zwaar ook! Kan het nog erger? Om die vraag met ja te beantwoorden hoeft ik maar opzij naar het golvende water te kijken. Ja, je kunt daar ook moeten zwemmen en dat is erger. Ik haal een wandelaar in naast zijn vouwfiets. Dat kan inderdaad gewoon niet! Het gaat weer iets sneller, maar de gemiddelde snelheid daalt des te harder. Ik ga niet meer boven de 28 uitkomen. Verre van! Eindelijk is er de verlossende afslag. Het gemiddelde is op 26,5 blijven steken.
Daarmee is bewezen dat MB (van MBB) gelijk heeft: je kunt wind tegen niet goedmaken als je wind mee hebt. Ik fiets gewoon terug langs de plassen en kijk even niet meer naar het tempo, ook al daalt het nog verder. Als ik perse snel had willen zijn, had ik met Manuel mee af moeten slaan! Nu heb ik 65 kilometer gefietst. In twee en een half uur. Met gemiddelde van 26,2. Da’s lang niet zo snel als ‘al die anderen’ kunnen. Die met de wind mee fietsten!
Gelukkig herstel ik redelijk snel en kan ik ‘s middags weer gaan zwemmen. Ik deel een baan met de veel snellere F. Ik ga 1000m met achtje zwemmen als mijn bril niet meer volloopt. Ik doe er (met voor-laat-pauzes) iets van 20:30 over. Het gaat wel lekker, maar ik kom niet echt in een ritme. Dan zonder achtje. Dat is beduidend zwaarder voor me! Het duurt een hele tijd voor ik ritme vind met ademhalen en slagen en beenslag. Uiteindelijk doe ik er net iets minder dan 22 minuten over.
Ik ga met achtje de tijd volzwemmen, maar het vervangende Garmin 645 horloge laat me in de steek: het ding is van slag, denkt opeens dat het al 11 augustus is en stopt de meting. Hij denkt dat ik 23 uur gezwommen heb. Ik ben er eigenlijk klaar mee en na ongeveer 56 minuten stop ik.
We gaan nog hardlopen, Vincent en ik. Ik heb een opdracht van inlopen en dan drie keer 7 minuten in zone 4 met 3 minuten wandel/dribbelpauze. We gaan in een lekker tempootje naar het Beatrixpark. Op het skeelerpad blijven. Ik ga tegen de 12 kilometer per uur lopen en voor Vincent is dat net iets too much na het zware zwemmen en de heftige wind. Ik heb het ook niet gemakkelijk; ik kom vooral adem te kort en loop te hijgen.
In mijn wandelpauze hebben we het moeilijkste deel gehad langs het skeelerpark en over de brug. Vincent kan in zijn eigen tempo het pad blijven volgen en ik ga nog een keer de hoge hartslagzone in. Ik ga weer flink hard, maar het is niet gemakkelijk. Het is letterlijk en figuurlijk flink zweten. Als ik weer afgeteld ben tot de wandelpauze komt Vincent me voorbij.
Ik zeg hem bij het poortje op 1800m te wachten en over de berg te gaan. Dribbelen gaat weer lekker en dan nog 1 keer versnellen. Ook nu blijft het tempo onder de 5:10. Ik loop het poortje en bruggetje voorbij en zie dan dat Vincent bij 1600 moet wachten. Ik ben wel tevreden dat ik nog zo een intervaltraining kan doen! Vincent wacht bij het poortje. Samen lopen we terug naar de auto, ik heb 6,5 kilometer gelopen, die arme Vincent nog altijd 6. Mijn gemiddelde ligt op 5:45 en de hartslag op 151: na het fietsen en zwemmen klaag ik daar niet over!