browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-37

Posted by on 31 October 2019

Maandag 21 oktober. Ik zag er de hele dag een beetje tegenop om op de Tacx te moeten kruipen. Maar ik heb de muziekstandaard te voorschijn gehaald en daar kan ik een iPad op zetten en TV kijken! Goed bedacht. Ik ging fietsen en…. het ging niet. Er zat geen snelheid in, het trapte voor geen centimeter. Ik kijken en jawel hoor: LEK. Ik heb in een heel jaar buiten fietsen maar 1 keer lek gereden, ik stap op de Tacx en nu is de band leeggelopen. Ik pomp ‘m nog eens op, maar het helpt niet. Het liefst had ik alles al afgeblazen. Maar Rob hielp even en na een kwartiertje stapte ik weer op.

De training was 10 minuten infietsen met een cadans van 80-90 en dan 50 minuten fietsen bij een cadans van 90-100. Het viel niet mee. Ik ben niet zo van de cadans… Maar ik deed mijn best, keek TV, constateerde dat het geluid dan overstemt wordt door de Tacx, dat ik de hartslag en de cadans niet tegelijk zie, dat doorspoelen lastig is en dat je het bloedheet krijgt van fietsen zonder wind. Na 40 minuten ofzo ging de Tacx aan het meewerken en dan gaat de snelheid omhoog. 1 Uur en 6 seconden en toen was ik er weer klaar mee.

Dinsdag 22 oktober. Alleen maar zwemmen, niet rennen. Ik bracht Vincent weg, ging weer naar huis, haalde MW op en ging naar het zwembad. Baantje 2 met een paar meiden, ik vooraan meestal, mijn matige best gedaan en van deze trainer mogen we niet met achtje zwemmen. Dat is goed voor mij, maar ook lastiger. Ik zou rustig zwemmen, maar dat kwam er niet van! Bij een oefening vertelde de trainer dat het om elleboog onder water hoog houden ging. Ik dacht: laat ik dat eens proberen en toen voelde het zwemmen ‘boos’ en ‘krachtig’ aan. Beetje een Skandier van de boeken die ik lees 😉 En het ging aanzienlijk beter. Maar ook voor de spierpijn. Ik wilde het nog langer proberen, maar het uur was om.

Woensdag 23 oktober. Een lang verwacht kado voor Joyce. Zij was begin van de maand jarig en had een ‘mooi loopje’ gevraagd. Ik dacht toen al direct aan de Blauwe Kamer, maar het kwam er niet direct van. Er kwam regen en een vakantie tussen, maar dit leek een perfecte dag te gaan worden: beetje zonnetje en veel tijd. Alleen jammer dat Vincent alleen thuis zat. Ik had alles goed voorbereid: routes op de kaart en het horloge, 1 waterzak wordt voor sportdrank op mijn rug, ingesmeerd met vaseline, zelfs aan geld voor het pontje had ik gedacht! Dit zou een zeer afwisselende route worden, met alles er op en er aan. Ik haalde Joyce op en ze kon heerlijk kletsen en vertellen in de auto. De rit kende wat vertraging, maar wat vervelender was: ook regen! Uiteindelijk waren we later in Rhenen dan ik dacht, maar toen was het droog. Parkeren, spullen verzamelen en we gebruikten even de routebeschrijving voor het begin en toen ging die de tas in. Over de brug over het water en we gingen gewoon door met kletsen alsof we nog in de auto zaten. Even was het wat koel met mijn korte broek en t-shirt, maar dat zou zich later oplossen! We passeerden wandelaars op dezelfde route en toen gingen we onder de brug door en aan de andere kant glibberden we omlaag en werd het trailen over gras en de dijk. En genieten.

Ik werd gebeld door een oude klant, maar die kon ik lastig te woord staan al lopend en ik vond het wel geinig. Ik genoot van het uitzicht over het water en de heuvel daarachter (waar we later overheen zullen gaan) en van de wet-landen. De schapen, de ganzen, paardjes en vennetjes. Het was heerlijk en gaaf om daar te kunnen en mogen lopen. Ik maakte veel foto’s onderweg.

Toen klommen we het dijkje weer op en door een poortje en kwamen we op de verharde weg. Het ging goed met de route op mijn horloge. We keken naar de mooie huizen en ik ging aan het vertellen. We kwamen bij de Spees, waar een soort van “Skandier” op de uitkijk stond. Fotomoment!

Vandaag ging het daarom, dat we zouden genieten. Tijd was van ondergeschikt belang. We liepen een stukje verder dan de route aangaf, die leidde ons direct naar het veerpont, maar wij liepen iets verder door naar Opheusden. Achter de nieuwbouwhuizen (vrijstaande villa’s) gingen we weer onverhard verder langs het water. Er brak een heel klein beetje zon door en het licht was adembenemend. De ondergrond was ongelijk en het water was een beetje feeëriek. Klinkt allemaal wat hemels, maar eigenlijk was het dat ook!

Ik kon het gemakkelijk aan allemaal. We gingen een hekje over en kwamen langs een groep loslopende schaapjes!

We liepen langs het water en toen over en heel smal pad vol brandnetels terug naar het veerpont. Ik had een korte broek aan, dus dat voelde ik wel, maar niets kon mijn glimlach nog weghalen. Er stond een blauw plastic kikkertje op een paaltje aan het begin van het pad en aan het eind van het pad een leeg bierglas. Grappenmakers. Bij het pontje moesten we even wachten tot de grote boot gepasseerd was. We kletsen over hoe mooi het hier was in vergelijking met de vlakke polder en dat je daar in jezelf gaat praten. De meneer die daar ook wachtte met zijn fiets, vond ons bedenkelijk. Op het veerpont brak de zon echt door en ik maakte een groot aantal foto’s.

We kwamen in de Blauwe Kamer en pikten de route weer op. Onverhard. We kwamen langs de uiterste punt en gingen wel terug. Je komt niet helemaal tot het einde.

We kwamen op een uitwijkheuvel en zagen vlonders liggen. We zouden er straks wel overheen gaan, zo dachten we. Nu moesten we eerst naar rechts. Ineens veranderde de natuur naar een heel, heel mooi bos. Groene ondergrond, groene stammen, een vennetje met kroos. En dat in de zon.

Maar we liepen verkeerd! Het horloge gaf aan dat we terug moesten en we een ander paadje moesten nemen. Na de volgende bocht wachtte een nieuwe verrassing: een ruïne! Een echte begroeide ruïne. Leuk!

We keken er even en liepen door naar… de volgende ruïne! Die was nog mooier, want er was verroeste machinerie en een grote kachel. We wisten niet wat het was. We hobbelden weer verder richting de schoorsteen en daar omheen.

Er stond een rij huisjes. Hoe leuk om daar te wonen. Klein, maar wel met zonnepanelen. We draaiden terug naar de ruïnes en gingen de andere kant op door een dicht bos. Het was werkelijk verrassend hoe snel het landschap veranderde! We kwamen langs een groot ven en ineens stonden we oog in oog met paarden.

Onder ons verscheen modder. Tuurlijk, hadden we nog niet gehad. Maar meteen ook in de overtreffende trap! Modder tot je enkels. We gingen onder een heel klein smal tunneltje door en dat lag vol modder-mest.

We kwamen weer bij het veerpont uit en gingen over op een stuk verharde weg. Dat voelt raar met je schoenen vol modder! De zon was inmiddels op sterkte. Ik liep ook als een zonnetje en maakte me helemaal nergens zorgen over, het ging van een leien dakje. Enige nadeel is dat we de vlonders niet meer tegenkwamen!

Ik was goed aan het drinken en kon lekker even doorlopen op de dijk. Op naar de Grebbeberg! Ik genoot van de omgeving met een klein sluishuisje, ezeltjes en zicht op de natuur van de Blauwe Kamer. We kwamen onder aan de Grebbeberg en liepen alweer te kletsen. We gingen langs de Grebbesluis en toen kijken en even rekken bij een heel groot huis. Bleek dat we de afsnijroute wilden gaan volgen! Maar dat was niet de bedoeling… We liepen terug en 180 graden de andere kant op. Langs een soort van instelling en toen linksaf het bos in omhoog. Ik deed gewoon even mijn eigen tempo en wachtte boven op Joyce.

Die prachtige kleuren in het bos en het ruikt zo heerlijk! Naar boven ging niet zo snel, maar mij maakt dat niks uit – ik ben hier voor de lol! We kwamen boven uit naast het Militair Ereveld. Daar stonden we (letterlijk en figuurlijk) even stil bij het feit dat we hier samen in vrijheid Nederlands praten.

Na een korte stilte, liepen we verder en we slingerden aan de buitenkant over de Grebbeberg. Dat was onverwacht en volgens mij vielen er een paar verfrissende druppels. Toen kwamen we bij trappen. Die hadden we nog niet gehad!

We kwamen bij het uitzichtpunt en keken uit over het stuk waar we net gelopen hebben. Heel uniek stukje Nederland!

Een mede-hardloper maakte een foto van ons tegen de zon in.

We liepen de trappen weer af en verder naar het volgende uitzichtpunt. En even verderop stond een ander soort ruïne, het hield maar niet op met verrassingen! Onder ons liep een trap naar beneden. Je kon het einde niet zien. Ik wilde naar beneden. De mede-hardloper zei dat het vele treden waren. Ik wist al dat we ook weer omhoog zouden gaan.

260 Treden stond er onderaan. Ik ging in galop naar boven, zonder te wachten. Men, hart in mijn keel, maar niet opgeven! Ik telde ‘maar’ 220 treetjes. Boven uithijgen en blij dat Joyce het rustiger aan deed! Toen vervolgden we onze weg boven over de berg, tussen de bomen door. Ik wilde een kilometer doorlopen, maar toen zag ik weer een fotogenieke paddestoel!

Lekker over boomwortels heen hollen en zo kwamen we bij het einde van de Grebbeberg. We keken uit over Rhenen en een beetje sloeg de vermoeidheid wel toe. De trappen af en we kwamen weer aan de rivieroever. Ik begon wel te bedenken dat we het rondje niet verder hoefden te verlengen. Niet zozeer voor mij, maar Joyce had nog wat vakantie in haar benen.

We liepen weer (half) verhard en gingen onder de brug door waar we eerder vandaag overheen gingen. Ik wist nog van dit pad toen ik er jaren geleden alleen liep richting Veenendaal. Ik vond het toen on-Nederlands. Nu vond ik het vooral een mooie aanvulling op alles wat we al hadden gehad. Ik kon nog prima, maar Joyce had het echt lastiger. We liepen helemaal aan de buitenkant om Rhenen heen richting de Cunera-kerk.

Stopjes tussendoor om even bij te tanken en dan het dorp in. We kwamen langs de kerk en gingen even binnen kijken in de rust en stilte. Kerken zijn zo heerlijk sereen!

Nog een paar kilometer en dan waren de twintig vol. We liepen een beetje buitenom het dorp weer terug, maar na zoveel natuurschoon was het een beetje druk en onrustig. We bespreken dat Joyce voor de marathon nog een keer de 30 moet lopen en ik wil wel met haar mee voor het gezelschap en om de moed er in te houden. Intussen waren we best wel moe, maar die twintig moest en zou vol, dus we plakten er vanaf de parkeerplaats nog een klein ommetje achteraan. Ik had ruim 1 liter sportdrank gedronken, dus dat bevalt supergoed. En dan afsluiten op het terras! Met een welverdiende lunch.

Ik ben altijd erg snel weer opgeknapt. Buitengewoon tevreden en meer dan 100 foto’s rijker rijden we terug naar Almere. Dit was een perfect, mooi, onvergetelijk, adembenemend, gezellig, lekker en uniek verjaardagskado!

Ik was nog niet heel, heel moe en besloot dat ik nog zou gaan uitzwemmen. Vincent ging zwemmen, ik bracht hem en dan langs de kant zitten? Nee, ik wil nog even proberen wat ik gister heb ontdekt. Ik ga alles met achtje doen en niks vooraan. We kregen de heerlijk opdracht om telkens 1 ding te doen tot het fluitje. Hele slag, armen, rugslag. Ik heb nog nooit 150m rugslag gedaan! Het tempo was niet verkeerd, maar na een half uur was ik wel erg moe opeens. Ik hoefde van mezelf ook maar een half uur. Na het wrikken ging ik het bad uit.

Donderdag 24 oktober. Niet vermoeid, geen spierpijn, geen last van wat dan ook. Maar een rustdag respecteren is ook niet erg. Rob en ik wandelen lekker als Vincent op de baan traint.

Vrijdag 25 oktober. Fietsen. Ik had een opdracht met 45 minuten infietsen en dan 6 keer tien minuten verdeeld in vier minuten zone 3 en twee minuten zone 4 en 4 minuten rust. Lollig genoeg duurde dat volgens het schema maar een uur. Huh? Ik had ongeveer anderhalf uur de tijd. ATB uit de schuur, Manuel mee. Richting de Noorderplassen en ik wist eigenlijk al heel snel dat de opdracht iets te hoog gegrepen zou zijn. Ik wilde gewoon leuk fietsen! Het infietsen had ik op een kwartier gezet en dat ging nog wel. Maar dan de hartslag omhoog trekken was lastiger. Ik besloot het toch minstens drie keer te proberen. Maar in de derde keer gingen we over het onverharde Da Vincipad en toen lukte het al niet meer. Op de dijk hadden we wind mee en dan is het helemaal lastig. En toen, naast de Noorderplas, was de zin weer weg. Poef. Er zit daar blijkbaar iets in de grond wat mijn zin wegzuigt. Net als bij de Challenge. Doorfietsen en naar huis koersen, meer is het dan niet. Dat ligt niet aan Manuel, want we kletsen wel lekker verder, maar mijn hoofd en benen willen dan gewoon niet meer zo. Ik probeerde nog wel om zone 4 te bereiken, maar het zat er niet meer in. We fietsen terug en zin-of-niet, toch nog even om via de Evenaar om de dertig kilometer binnen te halen. Meer dan een vinkje op het schema was het niet, geen hoge cijfers voor deze opdracht.

Zaterdag 26 oktober. De RunWayRun in Lelystad. Deze laatste keer By Night. De verlichting op de banen werd gecheckt en wij mochten daar lopen. Vincent de vijf kilometer, ik de tien. De hele dag wachten en niks doen, is niks voor mij. Ik lijk me te vervelen. We eten bijtijds en gaan naar Lelystad. Rob gaat mee om te supporter. Gek genoeg toch altijd weer die zenuwen. Ik kan toch 10 kilometer lopen? Ik hoeft toch niet perse iets? Of jawel, natuurlijk wel: ik moet sneller zijn dan de 52:17 van vorig jaar en de 51:58 van het jaar daarvoor. En dat levert spanning op. We halen de nummers, gaan een keer of zes naar de WC en wandelen koud naar de startbaan vanaf het Aviodrome. De atmosfeer is anders als overdag. Ik zie wat andere Almeerse dames, maar KH zie ik nergens. Ik drentel en neem te vroeg de gel. Vincent dringt naar voor en ik blijf bij Rob. Het is donkerder dan ik had gedacht. En dan gaan we, een kwartier te laat! Ik moet mensen inhalen en even zoeken naar mijn tempo. Dat gaat iets te hard, maar ik zie het niet zo heel goed. Ik heb geen lampje bij me en ren super-lichtgewicht. Er vallen druppels. En er staat wind. Veel wind. Wind tegen op de heenweg. Dus straks na de 5 km nog een keer de wind tegen.

Nu lopen er mensen om mij heen waarvan ik niet weet of ze 5 kilometer lopen en of ze nou echt zoveel sneller zijn dan ik. Ik ben vooral met mezelf bezig, met het zoeken van het tempo en ademhalen. Het ontbreken van licht vind ik lastig. Het maakt me een beetje onzeker. Er zijn lampjes naast de kant en in de verte staan grote lampen die op stinkende accu’s draaien. Ik haal ook best wel mensen in. Gewoon maar proberen. Ik ren de eerste kilometers behoorlijk constant op 5:15/5:17. Maar zien of ik dat kan volhouden. Dan de wind van opzij en ik geniet maar eens even dat ik dit kan lopen en dat we hier mogen lopen. Wind mee is ook even wennen en ik vind de groene lampen fel, zeker om tussendoor te lopen. Dan naar de grote wagen waar ik links langs moet. Hopen maar dat Vincent weet dat hij rechts houdt! Hoewel het rechttoe-rechtaan is, raak ik de weg toch een beetje bijster. Mensen van de 5 die rechts lopen: is dat dan een andere baan? Ik loop nu iets harder 5:08. Ik ben pas op de helft! Maar goed, de zwaarste helft moet nog komen. Ik heb een vast ritme en mijn benen kunnen dit wel. De hoek om en er is wat support, maar die zien ook bijna niks. Ik grinnik daar om en buig dan de wind in. Het begint door te regenen. Ik vind dat net zo min als de wind erg. Lekker zelfs, wat verfrissende regen! Van de regen gaat het lekker ruiken. Het is rustiger. Duidelijk. Ik hou hetzelfde tempo aan tot 6 kilometer. Ik haal nog steeds mensen in en dan blijft er een vrouw (en man?) achter me hangen. Irritant. Ik heb genoeg aan mezelf en nu voel ik me een haas in de wind. Ik ga maar gewoon door en probeer de lampen te volgen. Ik had niet door dat er twee grote witte lampen staan. Ik kijk elke keer ver vooruit naar de lampen in de verte waar ik heen moet. Daar waar de wind ons vrij laat. Gemakkelijk is het niet, dat is het nooit. Het is altijd aftellen. Altijd twijfel of ik het haal, hoe snel ik het haal. Dan is de 7de kilometer er 1 in 5:25. Ik roep shit, en de mevrouw naast me wil weten hoe hard we gaan, maar ik heb niet zoveel woorden. De 5:25 voelde zwaar aan. Dan de hoek om. Ik heb het al heel lang niet meer koud. Het ruikt hier echt goed naar nat gras en nat asfalt. Dan wind mee. De vrouw haalt me in en ik weet en wil niet aanhaken. Ik denk dat ik door de wind de 52 minuten moet laten gaan. Ik zal mijn best doen, maar ik besef dat wisselende omstandigheden elke race uniek maken. Ik geniet wel enorm van de lange rij lichten voor me uit. Er zit niks extra tempo meer in. Consolideren, accepteren en finishen. Ik weet niet of ik nu links of rechts langs de wagen moet, maar ik ga al snel rechts lopen en blijf daar ook. Ik word een beetje wankel en duizelig van het ontbrekende licht. Ik zwalk soms een beetje. Ruim binnen de marges van de brede startbaan, maar het voelt gewoon niet zo heel stabiel. Er zijn zijlichten en voor een vliegtuig is het uitstekend, maar ik zie net een tikkeltje te weinig voor me uit! Er zijn nog twee dames die me inhalen.

Mijn tempo gaat eerder omhoog dan omlaag, maar bij de 9 kilometer zie ik dat ik de 51 minuten zeker niet zal halen. Afmaken dus en hopen dat dit echt de laatste keer is, want ik ga hier elke keer langzamer! Ik kijk uit naar de finishplek en hou het keihard vol. Niks langer een makkie die tien kilometer, het is gewoon nog even afzien! De andere dame finisht voor me (profiteur) en ik ben blij dat ik er ben! Medaille pakken en mijn naam roepen ze om. Mooi, weten Rob en Vincent dat ik er ook ben. Vincent komt op me afgerend. Ik zie dat ik nog net binnen de 53 minuten ben gefinisht. Gemiddeld toch nog 5:15 gelopen en dat is wel waar ik nu sta. De wind was gewoon net iets te zwaar. Ik ben niet ontevreden, maar ook niet superblij.

Rob was er ook gauw en ik deed een warme trui aan. Hersteldrank drinken en ik was snel weer bij. We maakten nog foto’s bij de vliegtuigen. Ik wil snel naar huis. Rob heeft gehoord dat over twee weken het vliegveld ‘dicht’ gaat om afgemaakt te worden tot een echt vliegveld. Dit is echt de laatste keer dat we hier mochten zijn. Dat besef maakt me blij en ik weet dat ik dat ook wel heb gedaan tussen het afzien en hardlopen door. Vincent niet, die is niet zo blij met zijn tijd net onder de 25 minuten. Maar de meesten hebben de wind wel tegen gehad. Elke wedstrijd is anders. Mij viel vooral de donkerte tegen. Al snel zijn er uitslagen en blijkt dat Vincent toch maar mooi binnen de 25 minuten binnen was. Ik klok een tijd van 52:51, waarmee ik zesde ben geworden van de 30 dames tussen de 39 en 50 jaar oud. Dat is helemaal zo slecht niet hoor. Ik ben er content mee.

Zondag 27 oktober. Ik heb geen spierpijn, ben niet moe, heb goed geslapen en voel al niet meer dat ik gister tien kilometer heb gepusht. Na lekker uitslapen ga ik met Vincent uitfietsen. Rustig aan een uurtje trappen op de ATBs. Ik moet daarna nog een kwartiertje uitlopen, maar daar zie ik nu al tegenop! Maar eerst fietsen. We komen er al snel achter dat we moeten zorgen wind mee te hebben op de dijk als we terugrijden vanuit het Bloq van Kuffeler. Dus door de stad heen. Vincent vindt de ATB niks en moppert maar raak. We gaan een rondje om de Leeghwaterplas. Ik moet me inhouden voor Vincent.

Dat is niet erg, maar het is lastig te ontdekken dat ik dus echt niks geen pijntje of zware benen heb. We gaan naar het sluisje en door het Wilgenbos. Dan rij ik de brug voorij en even door zodat ik tussen de Lage en Hoge Vaart sta. Ik zie met eigen ogen het verschil tussen laag en hoog! Gaaf. Dan de dijk op en met wind mee fietsen we terug. Ik heb totáál geen zin om te lopen. We fietsen iets langer dan een uur, dus ik laat het lopen lekker achterwege. We fietsen 22 kilometer.

Maandag 28 oktober. Ik schuif een beetje deze week en ik voel me goed genoeg om vandaag de looptraining van woensdag op te pakken. Dat blijkt een vergissing. Het ziet er simpel uit: 15 minuten inlopen zone 1 en dan 6 keer 4 minuten zone 2 en een dribbel/wandelpauze van een minuut. Mijn benen dachten heel anders over maar-drie-kwartier dan mijn hoofd. Mijn tempo voelde heel anders over het donker dan mijn hoofd. Ik was blij met de korte pauzes. Ik genoot niet van de route en was nog blijer dat de 3 kwartier vol waren en ik goed had uitgemikt dat ik weer voor de deur stond.

Dinsdag 29 oktober. Rob en ik wandelen als Vincent aan het trainen is. Ik vind dat heerlijk! Lekker rustig, hoewel we flink doorstappen. Lekker bijpraten en mooi langs het Kromslootpark. Over het nieuwe fietspad en ik heb mijn werkplek laten zien. En toch, tóch voelt het een beetje schuldig dat ik niet ga zwemmen. Dat ik het bij een 5 kilometerwandeling laat. Ik app mijn trainer dat ik wat ga schuiven deze week. Hij vindt het knap dat ik voor rust kan kiezen, waarmee hij heel goed laat blijken begrip te hebben voor dat altijd-maar-door-moeten-gaan, tot de blessure er op volgt. Daar zit hij zelf mee, dus het is erg herkenbaar. Heb ik geen toffe trainer: hij begrijpt het supergoed!

Woensdag 30 oktober. Op mijn schema staat hardlopen: 5 kwartier. Ik werk de hele dag en Vincent gaat zelfstandig naar het zwembad. Maar mijn werk is dicht bij het zwembad, dus ik haal hem op ná het zwemmen. En dan heb ik na het werk tijd om te gaan lopen. Rondom het Kromslootpark. Vollugt u em nog?! Ik kleedde me om rond kwart over 5 en ging aan het inlopen. Ik had al een beetje last van mijn buik. Ik denk dat het van de taart kwam. De laatste tijd eet ik behoorlijk goed en eet ik shakes, maar de taart nam ik toch wel. En zoveel suikers: daar heeft mijn buik wat last van. Inlopen dus. Terwijl de zon prachtig ondergaat. Maar op de achtergrond de hele tijd de snelweg. Gelukkig is het daar filerijden, dat maakt lopen gemakkelijker.

Echter, zone 1 lopen is niet veel aan. Dat is sjokkerig. Eigenlijk is het best wel heel erg koud. Ik heb het tenminste koud met dit tempo. Ik besluit meteen het ommetje te nemen langs het strand, zodat ik daarna het rondje Kromslootpark kan voltooien. Ik merk dat ik verkeerd over de dijk loop: dat heet wind-tegen. De tien minuten in zone 2 gaan niet veel harder en ook dat voelt als inhouden. Mijn buik protesteert en ik voel me niet heel tevreden terwijl het alweer zo vroeg donker wordt. Natuurlijk, een paar druppels kunnen er wel bij! Rob komt ook naar het zwembad. Dan ga ik langs de weg lopen. Dat gaat wel naar beneden, maar het is er ook erg donker. De minnetjes stapelen nu een beetje op: buikpijn, saai tempo, geen uitzicht, route moeilijk te bepalen: ga ik over het nieuwe fietspad de A6 over of blijf ik aan deze kant en maak ik de ronde af? Ik wandel/dribbel de pauzeminuten.

Ik besluit het rondje aan deze kant af te maken en ben blij weer langs de snelweg te lopen, want het einde komt in zicht. Maar haal ik de opdracht wel binnen de afstand? Ik kan het trainingsblokje lopen als extraatje. Maar als ik de A6 onderga op een kilometer of 9, dan gaat mijn buik samenspannen met mijn darmen en is het goed mis. Ik moet. Eigenlijk. Maar ik heb niks en mijn buik doet pijn. Dat voelt niet oke. Ik ga terug naar het rondje Kromslootpark en hoop maar dat ik 5 kwartier haal, de opdracht kan afmaken en niet in mijn broek doe. Wandelen en dribbelen wisselen elkaar af. Ik ben rond met dik 10 kilometer, maar de laatste kilometer was al afzien en het tempo is nog dieper gezakt. Dan maar de 11 kilometer halen én de 75 minuten ook. Ik bedenk me dat mijn tas nog binnenstaat. Gelukkig niks belangrijks behalve de portemonnee, maar ik weet niet tot hoe laat ik het pand in kan. Hopelijk is er nog iemand, dan kan ik ook poepen. Ik wandel-dribbel buikpijnlijk de 11 vol en ga snel met de auto naar het zwembad. Daar zit ik lang op de WC en gooi ik alles eruit. Maar goed: ik kan morgen aan mijn collega vertellen dat ik 11 kilometer gelopen heb. Ze begrijpt er niks van: het is koud (dat heb ik niet gemerkt) en ver volgens haar.

31 oktober. Om de halloweenbadge te halen, omdat Vincent op de baan traint, omdat ik morgen iets met hardlopen doe en gister al heb gedaan, omdat Rob lekker meeloopt en omdat de Apple Watch de maand goed moet afsluiten gaan we wandelen. Even langs Joyce om haar het finale verjaardagskado te geven en weer terug. Als we er bijna zijn, ben ik ineens heel erg moe en ik wil niet meer zwemmen. Ik heb de badge gehaald en de bank ook.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

20 − eight =