browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-44

Posted by on 15 December 2019

3 december. Ik ging ‘s avonds lekker rustig op de Tacx uitfietsen. Een beetje serie kijken en kalm aan. Geen gedoe meer met hartslagzones of cadans: als ik op de fiets ga zitten is dat al heel wat! Na een half uurtje ofzo, gaat het vliegwiel meewerken en dan komt er flink tempo in- dat het nog wat lijkt. Maar na een uur stap ik snel weer af!

4 december. Lekker weer, een dag vrij, maar….. ik ga ‘s middags met Joyce lopen. Dat zal niet veel zijn, want zij heeft zondag de marathon gelopen. En 5 kilometertjes is voor mij net niet genoeg. Dus ga ik eerst even zelf. Niet heel lang, gewoon het kleine rondje langs de Oostvaarderplas. Mijn schaambeen is geïrriteerd, dus ik loop niet al te snel. Het gaat ook meer om het doen dan dat ik een opdracht heb.

Nu ik besloten heb dat rust wel even goed is, ebt de motivatie weg. Ik hoeft niet meer al dat gedoe, ik wil gewoon lekker lopen. Als ik zelf rond ben, hou ik de renkleren aan en haal Joyce op. We gaan naar het Vroege Vogelbos. Joyce vertelt over de marathon. Er komt een meneer voor ons rennen en met hem praten we over marathons en of Valencia leuk is. Ik vind het gaaf dat je aan mensen die hardlopen eigenlijk niet ziet wat ze kunnen of dat het tempo laag ligt omdat ze bijvoorbeeld net een marathon gelopen hebben. En ik vind het tof dat Joyce nu alweer gewoon kan blijven lopen. Van mezelf verwacht ik na een half marathonnetje niet anders, gek genoeg.

We kletsen gewoon door als we lunchen bij het Eksternest. En dan ‘s avonds, als het donker is, ga ik nóg een keer hardlopen! Weer een kort stukje, maar nu samen met Vincent en gewoon door de wijk heen. Elke kilometer iets sneller. We beginnen op 7’30” en ik vind dat wel goed voelen, maar Vincent vindt het een soort van wandeling. Hij rekent zich rijk naar de laatste kilometers toe en we gaan in grote stappen harder. 6:55 (gaat nog goed!), 6:18 (ook nog oké) en 5:37. Ik moet al harder werken, maar Vincent kletst gewoon door en verheugt zich al op de laatste kilometer. Ik hijg ‘m door in 5:09 en voel dat echt! Vincent wil nog verder en gaat km6 alleen door. Hij schiet voor me weg.

Zo schiet Vincent er van door…… 😀 Dan red hij nog 4:17!!! Hoe dan! Ik zak terug naar 5:42

En dan val ik stil. Ik heb geen motivatie meer, geen zin, voel me niet goed (genoeg) en neem zomaar twee rustdagen achter elkaar. Het regent dan ook als ik vrijdagmiddag vrij ben en ik kan het niet opbrengen. Mijn lijf wil rust, mijn hoofd eigenlijk ook, de kracht is weggevloeid. Ik wil snoepen en op de bank liggen onder een dekentje met een boek en ik wil niet zweten en moe worden! Ik heb alles gedaan dit jaar, het is klaar.

7 december. Samen met Manuel ga ik een rondje door het Kotterbos lopen. Het is heerlijk weer en we kunnen lekker kletsen. Even geen Frans wat ik met Vincent druk aan het oefenen ben. We kletsen een beetje bij en voor Manuel ligt het tempo wellicht wat laat, maar hij heeft er zelf voor gekozen. Ik vind het tempo rond de 10 km/per uur heerlijk. We lopen over de natuurbrug. Daar glooit het tenminste! Het is (heel) lang geleden dat ik hier gelopen heb. En over de uitkijkheuvel.

Ik voel me echt goed, alleen dat knijpen met mijn ene hand is een teken dat het niet vanzelf gaat. We lopen lekker lang onverhard en dan gaan we via het glibberige mountainbikepad de andere uitkijkheuvel op. Ik doe dit nog liever (soort van) hardlopend dan op de fiets!

Dan maken we ook nog het ommetje langs de Oostvaardersplassen en we gaan door het bos om het trapje te vermijden. Mijn 10 kilometer duren iets langer als die van Manuel, want hij stopt vaker: om foto’s te maken als ik naar boven klauter bijvoorbeeld 😉 Ik vind 11 kilometer wel prima, maar ik had ook nog een heel stuk verder kunnen lopen.

8 december. Gourmetten gisteravond en veel te veel eten. Vandaag moest ik veel Frans doen samen met Vincent en ik had niet veel zin om te gaan bewegen buiten.

Pas rond 3 uur sleepte ik mezelf de fiets op. Het was stormachtig buiten en ik bedacht dat ik liever wind mee dan wind tegen zou hebben op de dijk. Ik hoeft allemaal niet meer zoveel. Er is echt een sport-onverschilligheid ingeslopen. Een anti-zin. Vooral veel la-maar. Ik fiets en vind het wel leuk, maar niet geweldig. De waarom ontbreekt. De drive is weg. Als ik na een dik half uurtje thuis kom, neem ik een lampje en vooral Vincent even mee naar buiten. Weer het rondje langs de Oostvaardersplassen, maar nu eerst over de Evenaar om daar de wind mee te hebben. Saampjes gaan we de berg even op. Het was de bedoeling dat Vincent ‘nee’ zei, toen ik hem vroeg of hij dat wilde 🙂

We liepen lekker, terwijl het langzaam donker werd. Het is grappig hoe snel dat dan toch gaat. Het tempo bleef voor mij net een ietsiepietsie te hoog en voor Vincent mooi laag.

Het werden net geen 7 kilometer. En toen vond ik het wel weer mooi. Ik had nog een keer moeten gaan uitfietsen, maar het was donker en ik had al geen zin, maar nu was er geen sprankje meer over. Ik heb weinig gesport deze week, niets gezwommen en maar doelloos wat gerommeld. Dat is niet erg! Ineens is het off-season dan ook voor mij aangebroken.

Maandag 9 december. Ik had zin om lekker serie te kijken. En ik doe dat het beste strijkend of fietsend. Er was niks te strijken, dus ik ging fietsen! Koptelefoon op, Netflix aan en Outlander kijken. Het was zelfs onder de overkapping koud. Dus ik fietste lekker door. Na 40 minuten ging het vliegwiel meewerken en toen ging ik harder fietsen. Ik heb anderhalve aflevering gekeken.

Dinsdag 10 december. Om de leerstress een beetje te laten verwaaien (het is Frans wat de klok slaat – letterlijk en figuurlijk), gingen Vincent en ik een blokje om. Ik moest eerst inlopen en dat voelde al niet zo soepel. Ik had het heel koud en de hartslag reageerde door heel hoog te zijn. Toen 4 minuten in zone 3. Langzaam kwam er een beetje zin. We hadden dikke wind tegen, maar ik had het zo bekeken dat we langs de Vaart wind mee zouden hebben. 4 Minuten zijn zo om.

Maar helaas 2 minuten rustig dribbelen ook. Dit was meer een dag voor rustig dribbelen. Toch ging ik netjes versnellen. De derde keer ging Vincent hard voor me uit tot het Schanullekesluisje. Ik was blij: nog 1 – zo dacht ik. Dat was best haalbaar en ik begon het zelfs weer een beetje warm en goed te krijgen. Helaas: ik had me misrekend: ik moest VIJF keer 4 minuten in plaats van vieren. Die moest uit mijn tenen komen! Terwijl Vincent naast me lantaarnpalen intervalde. Deze 6 kilometer voelden niet als een eitje.

Woensdag 11 december. Langer werken terwijl ik in het licht wilde lopen. Vincent thuis. Ik wil wel-niet-toch wel-nee, liever niet-wel lopen. Toen kon Joyce vanaf half 5. Ik ging met de opdracht van een half uur zone1 en dan zone 2 met pauzes, maar het was hopeloos. Ik vloog zone 1 uit, had een beetje haast, over het saaie pad. Mijn benen waren teruggegaan als ik Joyce niets had beloofd. Mijn hoofd was maar wat graag meegegaan! Toen Joyce aanhaakte, ging het een stuk beter. We gingen lekker klagen, kletsen en het hele tempo was niet meer van belang. We liepen via de manege terug. Onafgebroken ratelend van Sinterklaas naar kerstdorpjes via Frans en huishouden stapten we Almere Buiten door. Na een kilometer of 9 was ik het wel zat eigenlijk, maar ik moest nog met Joyce naar huis en haar iets geven. Uiteindelijk liep ik 11 kilometer en het was helemaal zat. Ik voelde me er niet beter door. (we liepen zo te kletsen dat ik niet eens aan een foto dacht!)

Donderdag 12 december. Lekker wandelen met Rob! Tegen de wind in naar de snackbar en dan weer terug met wind mee. We hadden lekker wat te bepraten.

Vrijdag 13 december. Het zou de hele dag regenen en het was weer voor een dekentje op de bank en een film aan. Maar dat ga ik vanmiddag doen! Vanmorgen eerst maar een stukje lopen met Manuel. Ik vloog als taxi-boodschapper-afspraak rond en toen haalde ik Manuel op. Het was een beetje droog. Wel wat druppels maar niet veel. Het doeltempo werd 6:30. De afstand richting de 16km. Dijk-wilgeneiland en de stad door. “Hoeveel hardlopers gok jij dat we tegenkomen?” vroeg Manuel. Ik gokte twee, hij drie. Het koste me een paar kilometer om te bedenken dat hij kansberekeningstechnisch wel veel meer kans had te winnen dan ik! Ik kwebbelde over Vincents school. Het hele stuk langs de Oostvaardersplassen zagen we niemand. De eerste kilometer ging wel goed in 6:25, maar daarna gingen we steeds sneller. Het ging niet significant harder regenen, gewoon de hele gestaag een beetje. Ook op de dijk kwamen we geen enkele medesporter tegen.

Ik wilde bij de Trekvogel naar de WC en wat drinken als dat moest, maar het hoefde niet. Dus ik ging na 8 kilometer een minuutje wandelen en Manuel rende even door. Ook in het Wilgenbos was niemand te bekennen. Over de tien kilometer deden we langer dan een uur. Maar minder dan 65 minuten. In de verte wandelde iemand met de hond, maar dat telt niet. We liepen over de brug langs de Hogering en Manuel ging even zijn eigen tempo. Mijn tempo ligt nu eenmaal iets lager dan het zijne en dat is voor hem niet makkelijk lopen. Heel in de verte zag ik een meneer joggen, maar Manuel zag hem niet (die liep te ver voor me). Toen de wijk door en we kregen een dispuut over iemand die naar de bushalte rende: ik vond het geen hardloper. We roddelden en toen zagen we iemand in sportkleding, maar die zat op de fiets. Telt ook al niet. Ik vond het al met al wat zwaarder worden. Het ging ook iets harder regenen en ik had niet genoeg te eten genomen. Ik verheugde me op de filmmiddag met een marathonfilm in de thuisbioscoop, mijn beste vriendin, veel M&Ms en een dekentje op de bank. Wat me nogal uit balans haalde was dat de lease-auto nog altijd op precies dezelfde plek stond! Bij gebrek aan verdere hardlopers discussiëerden we over het woord “gemakkelijk”. We zaten op 14 kilometer en Manuel zei dat we de 15 kilometer ‘gemakkelijk’ gingen halen. Toen hebben we zowat een kilometer doorgebracht met ‘kibbelen’ of gemakkelijk sloeg op afstand of beleving. Al die tijd keken we goed rond, maar zagen geen enkele andere loper. Bij nul mede-lopers hadden we geen van beiden gewonnen. Ik vroeg me nog wel af of dat ons doorzetters maakt of een beetje gestoord…..

De laatste kilometer (na 15 dus) voelde helemaal niet meer gemakkelijk, maar op het fietspad, met het einddoel in zicht, kon ik nog prima versnellen met grotere passen. 16 Kilometer: rond, nat, tevreden dat het gelukt was, hongerig en enorm toe aan de film Brittany Runs the Marathon. De film viel nog veel meer tegen dan het hardlopen van 10 engelse mijlen in de ochtend. Maar het dekentje en de M&Ms maakten het helemaal goed!

15 december. Gister lekker een dagje rust! Vandaag ga ik met DR, Joyce en MK van de Hardlopende Dames van Almere een stukje lopen. Tempo moet tussen de 6:30 en 7:00 liggen. Ik loop eerst naar DR toe. Ik ben erg benieuwd naar haar verhaal, want zij heeft laatst tijdens een training een PR gelopen op de 10 kilometer. Als ik haar zie, denk ik dat ze veel sneller kan lopen dan ze nu doet! We spreken af bij haar huis, dat ligt op 2,5 kilometer bij mij vandaan. Het gaat bagger als ik naar haar toe loop: ik voel me alsof ik tien kilo teveel mee moet slepen. Ik moet een aantal blokjes lopen om aan 3 kilometer te komen en dan is Joyce er al. Zij heeft 2 huizen verderop gewoond. We wachten op MK bij DR thuis en bewonderen haar kleine meisjes. En off we go. Ik mag een beetje de route doen. Ik ga meteen aan het kletsen met DR en vraag haar naar haar eerdere HM’s en hoe ze loopt. Met kleine kinderen is het gewoon wat lastiger, maar we wegen evenveel (zij ietsje minder en ze ziet er veel slanker uit!) en ze is 12 jaar jonger dan ik, dus ze moet echt sneller kunnen met een beetje beter gerichte training. We gaan als vanzelf steeds iets harder en lopen zonder moeite of hijgen 6:20.

Dat had ik wel verwacht. We komen nu vanaf de andere kant de Oostvaardersplassen in. Dat is lollig. We lopen over de berg heen om Joyce en MK bij te laten komen. Joyce heeft haar dag niet vandaag. We lopen over het intervallenpad naar het Oostvaarderscentrum. Ik heb nu geen last meer van wat dan ook, ik loop heel lekker. Ook al gaat het iets onder mijn tempo. Ik ben hier heel bekend en hoeft nauwelijks om me heen te kijken. Dat is wel jammer, maar ik kan me concentreren op het verhaal van DR. Tijd e berg stoppen we. Ik heb geen zin om naar boven te lopen. We komen mede-lopers tegen en kletsen. Dat maakt het wat killer, maar ook daar heb ik geen last van. We blijven nu achter Joyce en MK lopen, maar dat maakt Joyce niet zekerder.

Als zij wandelt, gaan wij de brug over en kunnen zij teruglopen door het bos. Er staat best wat wind, maar ik merk dat vaak niet zo. Ik merk wel dat het tempo en de kracht er bij de anderen een beetje uit is. Ik heb al berekend dat ik nu twee keer een bergje op moet. Als we weer saampjes lopen dringt het tot me door dat ik nu wel lekker loop, maar dat de marathon vandaag echt een tandje te ver zou zijn geweest. Ik weiger ook te eten onderweg, want ik heb dat na 2 bolletjes ontbijt niet zo nodig geloof ik. Met dit tempo. Ik zet even aan om te bedenken of ik niet toch nog zelf 42 kilometer zal lopen van de week, maar tussen kilometer 12 en 14 bedenk ik me dat het écht niet nodig is. Joyce en M wandelen van tijd tot tijd en dan halen DR en ik hen weer op. We lopen op een kilometer van mijn huis langs, dat is gek: dat je dan terugloopt en weet dat je straks weer naar huis moet! Ik kan altijd nog naar huis wandelen. Het doet me verdriet dat het Joyce niet zo gemakkelijk af gaat als normaal, maar ik begrijp het wel goed. We lopen nog even flink tegen de wind in en de laatste kilometer wandelen we gezamenlijk uit. Ik zit al bijna op de 10 engelse mijl intussen en voel me nog niet moe. Voor het huis van DR kletsen we nog even en dan moet ik alleen naar huis lopen. Dat is een beetje stil en saai opeens, maar ik zal het nu volmaken ook! Ik had me deze 2 kilometer naar huis verrekend eerlijk gezegd. Als ik onze straat in loop, begint het nog te regenen ook. Kom ik toch nog moe thuis en staat er dik 18 kilometer op de teller. Voor een zondagochtendje lijkt me dat prima! Ik ben heel tevreden.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

20 − 9 =