browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2020-07

Posted by on 6 March 2020

Maandag 2 maart.

Ik hoeft niet veel te sporten. Wel mag ik lekker een half uurtje yoga-en of Pilates doen. Ik zoek vandaag een Pilates uit, gepresenteerd door ene Sean Vigue uit Amerika. Hij zit op zijn balkon en is mij iets té Amerikaans. Iets té populair. Iets té druk. Ik doe de oefeningen wel netjes mee, maar iets minder goed en popiejopie dan Sean. Ik merk wel dat het steeds iets beter gaat met rekken en strekken. Dat is dus mooi meegenomen!

Dinsdag 3 maart.

Ik heb vorige week genoeg gewerkt om vandaag eerder weg te gaan. Ik wil om 4 uur weg en dan mijn eigen rondje gaan lopen. In het licht. Het wordt half 5 voor ik buiten sta. Ik moet even wennen en ga dan een half uur in zone 1 lopen. Niet mijn favoriet. Verre van mijn favoriet. En het lukt dan ook niet. Mijn hartslag en mijn tempo kunnen het niet eens worden.

Ondertussen app ik met mijn collega(‘s), met Vincent, met Rob. Dat lukt namelijk wel bij dit tempo van niks. Ik hobbel tussen de snelweg en het Kromslootpark door. Ik neem een klein ommetje en dan ga ik de dijk op. Richting Almere Haven. Ik heb gelukkig wind mee. Ik mag gelukkig ook door naar zone 2. Maar helaas doet dat aan het tempo weinig af. Het gaat nog steeds niet zo snel. Ik geniet er wel van, nu ik niet het idee kan hebben dat ik iemand in de weg zit. Geen Manuel, geen Vincent-niemand die zich voor mij moet inhouden.

Ik hobbel rustig door en denk er maar niet aan hoe lang ik eigenlijk nog moet. Ik weet niet zeker of ik het surfstrandje haal en ik denk dat de dreef te kort wordt (en dat is ook saai), dus ik ga ergens midden de wijk in van Almere Haven. Lef hebben he! Ik verdwaal dan ook een beetje en loop net anders als ik had gewild. Bij het hoekje wat ik van d Apres-Ski-Run ken, kom ik uit. Dan ga ik teruglopen naar het werk.

Eindelijk mag ik even in een iets hogere zone. Ik tel mee en loop eindelijk lekker en op een lekker tempo. Ik merk al heel snel dat mijn route te kort is. Dus ik loop nog een extra blokje en nog twee keer tel ik lekker mee tot 200. Dat zijn 4 minuten bij mij, gek genoeg. Ik hobbel onder de A6 door en dan ziet het erg donker. Qua wolken dan. Ik maak rustig de 13 kilometer vol. En ben dan erg blij dat de schoonmaker er nog is, zodat ik nog gebruik kan maken van het toilet!

Vincent heeft bedisseld dat ik met hem mee ga fietsen als hij zijn hardlooprondje moet lopen. Wanneer hij ‘s avonds klaar staat, begint het te regenen. Hij mag drie keer een kilometer hard. Ik ben op de fiets en houd hem bij gelukkig 😉

Het zwemmen haal ik niet door het fietsrondje. Dus ik stap thuis over naar de Tacx. Met de nieuwe aflevering van Outlander. Dit is niet mijn aflevering, het is een beetje somber en donker allemaal. Onheilspellend. Ik fiets gewoon rustig door. De uitleg van d aflevering pak ik ook nog mee en zo heb ik op een avondje met een half uurtje eerder weg van het werk, toch 3 uur bij elkaar gesport. Dat is voor mijn collega lastig te begrijpen. En al helemaal dat ik daarvan het grootste deel buiten heb doorgebracht.

Woensdag 4 maart. Ik werkte de hele dag. Tot kwart over 5. Dan rij ik rechtstreeks door naar het zwembad. Ik ben een beetje moe en hoeft niet voorop te zwemmen van mezelf, maar de rest twijfelt net zo lang tot ik het voortouw weer neem. We deden oefeningen met 1 arm en ook benen en rug en heel rustig zwemmen, maar toen liet ik IS lekker voor. Alleen het einde deed ik even zonder achtje. Ik heb wel mijn record ‘weinig-slagen-naar-overkant’ gebroken en teruggebracht naar 16 slagen.

Donderdag 5 maart. Iets eerder gestopt op het werk, zodat ik goed kon eten. Dat voelde ik wel op de baan, want het ging soepeler als voorgaande weken, terwijl het weer niet echt meewerkte met regen en koel. We liepen in en ik liep te kletsen over het dieet. Eigenlijk zijn het dan allemaal schatten! Op de baan kondigde de trainer aan dat we 4 keer 6 minuten gingen lopen “op een net comfortabel tempo”. Dat klinkt prima en ik vond het ook heerlijk dat we de loopscholing oversloegen. Na 6 minuten hadden we anderhalve minuut loop-dribbelpauze. Een half uur dus. “Hou wat over, want daarna doen we nog een kilometertest”, zei de trainer erbij. En dat had hij van mij niet hoeven doen… De eerste 6 minuten liep ik mee te kletsen. Toen wandelde ik vooruit en daarna ging ik zelf lopen. Dat punt zoeken dat het nog net comfortabel is. Het voelde goed allemaal.

Ondertussen liep ik de piekeren over die kilometertest. Ik vind dat zo verschrikkelijk! Met die groep lopen… Iets moeten ‘presteren’… Ik haat het. Ik liep op de lange afstand steeds iets verder uit, maar sprinten op een kilometer…. Ik vind het echt niet leuk. In de laatste 6 minuten besloot ik het niet te doen. Ik hoeft niets te doen wat echt niet goed voelt voor mij. Dus ik zei tegen de trainer dat ik zelf wel een extra rondje liep. Inmiddels regende het hard, maar daar geef ik niet om. Ik liep nog altijd in 5:09 en dat voelde ook prima. Ik liep de 10 kilometer vol in een dik uur.

Vrijdag 6 maart. Ik ging op de ATB naar Joyce toe. Rustig aan. Eerst onder de bloesems die er bijna zijn door en dan de Trekweg. Fietsen is gemakkelijker dan hardlopen, en dezelfde route als vorige week voelde een stuk gemakkelijker! Ook omdat de weegschaal me heel blij heeft gemaakt en ik de blauwe druifjes in mijn bloembak al heb gezien. Ik fietste rustig langs de boten naar Joyce toe. We legden mijn fiets in haar auto en reden naar Pampushout. Joyce mag 3 kilometer rennen vandaag. En ik mag mee. Zij weet een mooie plek. En dat was het! Bos, halfverhard pad, windmolens, water en een scheepswrak.

We kletsen. Natuurlijk. Het liep niet heel soepeltjes, maar het mocht dan ook niet snel! Hoefde ook niet. Na 3 kilometer WANDELDEN we terug naar de auto. Toen pakte ik mijn fiets en ik ging over de dijk terug naar huis. Dat moment dat je de dijk opdraait, de golven ziet en de windrichting en dat je dan weet: de hele dijk wind tegen! En niet zuinig ook. Dat wordt ploeteren. En daar kun je dan van balen, maar ik accepteerde het. Langs de windmolens die ontmanteld worden. Op zoek naar het begin van de IJmeerdijk. Het einde van de 27,zoveer kilometer lange Oostvaardersdijk.

In stukjes opdelen. Kijken naar de huizen in de Noorderplassen. Langs de Bloq. En dan naar huis. Het tempo zal me wat! Dat ligt laag. Maar het is de opgegeven focus-rit die ik van mijn schema moest doen.

En dan de Oostvaardersplassen door als er een waterig zonnetje doorkomt. Ik genoot. Tot in mijn tenen. Van al dat water. Het is drassig. Vreselijk drassig. Ik vind het zelfs jammer dat ik wind mee heb en het tempo daardoor hoger ligt. Tegen het einde van het fietspad ligt er aan beide zijden van het fietspad moeras. Dan voel je de polder! Thuis ben ik gaan bij-eten en -drinken. Zodat ik morgen in de heuvelige Ardennen kan lopen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

four × five =