Zondag 22 maart. We stelden het een beetje uit, want is het wel verstandig om naar al die drukke plaatsen te gaan… Vincent en ik zouden gaan trail runnen. We wilden naar de Soesterduinen, maar de oproepen om afstand van elkaar te houden waren ook duidelijk. Uiteindelijk besloten we naar de Kemphaan te gaan. Dicht bij huis en ik ken de weg, maar Vincent kan dan lekker dwalen. En als het heel druk is, gaan we snel weer weg. De drukte valt mee. De kou valt ook mee. We gaan het bos in bij het natuur-educatiecentrum en langs de grote ‘ronde’ en dan door naar de weg. Helaas moeten we dan al verhard lopen, maar mooi om er even in te komen! We nemen het mountainbikepad en dan gaan we snel het bos weer in. Het is heerlijk dwalen met Vincent! Door het bos en dan zijn we bij het brugje en lopen achter de extra gebouwen van Stichting Aap langs. Het is echt heerlijk en ik loop eindelijk weer eens gemakkelijk. Vincent moppert de hele tijd dat het veel te snel gaat met de tijd, dat we veel te kort gaan genieten. We lopen onder de weg door en dan door de bomentunnel.
We komen weer terug op het fietspad en nemen zo snel mogelijk het grote pad naar links. We komen op de weg uit richting Almere Haven en moeten even over het asfalt lopen voor we bij de bruggetjes komen.
Dat is genieten! We zitten al op 5 kilometer en ik moet een gelletje nemen. Dan komen we over het mini-brugje. We gaan het cirkelbos in. Vincent vindt het heerlijk dat hij de route mag kiezen. Dan komen we bij de berg. Natuurlijk gaan we omhoog! Vincent is eerder boven dan ik. Boven waait het kil.
We hollen de berg weer af en gaan even het museumbos in. Niet helemaal door, maar langs de oude boom en dan het fietspad op naar links. het Cirkelfietspad. Vincent babbelt de hele tijd door en is razend enthousiast. We komen bij de stoplichten en kunnen doorlopen. Dan gaan we terug richting de Kemphaan en Vincent kiest de onverharde ruiterpaden. Ik heb net een gel op, maar dit is even ploeteren! Dan neemt Vincent het rugzakje over.
We lopen over het vierbruggenpad. Vincent vindt de rugzak maar onhandig. We nemen het onverharde pad terug richting de auto en dan wisselen we weer van rugzak en route. Hij de route, ik de rugzak. We hebben er intussen al 12 kilometer op zitten, maar Vincent is het nog lang niet moe! Die zou nog wel een uurtje door kunnen zwerven. Zolang ik de rugzak maar neem. We maken nog een ommetje over de Kemphaan om de 13 kilometer vol te krijgen. In een mooie tijd van iets van 1 uur 23. Het was echt heerlijk!
Maandag 23 maart
We moesten een foto maken voor de handenarbeidlessen van Vincent. We hebben al foto’s gemaakt met forced perspectief en het thema triatlon. Nu nog iets met een fiets en natuur. We wilden op de dijk kijken of Vincent over een bloemetje kan fietsen. Eenmaal op de dijk, zijn er alleen maar hele kleine bloempjes. En de zon. We maken een prachtige foto:
We fietsen nog even door door het Wilgenbos en over het sluisje. Het gaat lekker en we zijn lekker even buiten geweest.
Dinsdag 24 maart.
We maken een lunchwandeling. Maar ‘s middags moet ik er toch nog even op uit. En Vincent mag weer mee! We fietsen naar de Ibisweg onder de bloesembomen door en dan door het Kotterbos weer terug.
De ondergaande zon is erg mooi, maar Vincent is een beetje moe. Hij gaat terug vanaf het Oostvaarderscentrum en ik scheur nog even door richting de dijk. Dat is best even lekker, zo alleen! Even geen jongentje wat ik bij hoeft te houden, even geen rekening houden met iemand anders. Die tijd is nu effe belangrijk voor me en ik geniet er dan ook van tot de zon zowat onder is gegaan!
Woensdag 25 maart.
Een halve dag werken en een halve dag huiswerk maken samen met Vincent. Ondertussen is Rob nog steeds ziek ‘thuis’. De onrust wordt er niet minder van. Het is niet heel ernstig, maar het gaat ook maar niet over. Er zijn heel veel kleine dingen die moeten en die lopen met dat thuiswerken allemaal door elkaar. Ik vind dat lastig te combineren allemaal. Vanavond gaan we hardlopen. Het grotere rondje. Ik moet 15 minuten inlopen in zone 1 n dan 6 keer 10 minuten zone 2, waarvan de laatste 20 seconden sprinten. Natuurlijk gaat Vincent weer mee! Hij houdt mij wel bij. Vooral zone 1 duurt altijd eindeloos. Dan blijft het gevoel van sjokken zo hangen! Ook al mogen we soms even hard.
We lopen onder de snelweg door en komen dan op de lange saaie Ibisweg. Ik krijg een idee: laten we het NATO alfabet eens erin gooien! Vincent pakt ‘m snel op en daar lopen we dan te oefenen en soms even op te zoeken: Alfa, Bravo, Charlie….. De tijd vliegt en we lopen verder zonder moeite. We hebben het niet eens door. Soms een stukje versnellen en dan weer terug naar Kilo, Lima, Mike. We lopen een stukje om en doen namen en zo komen we zomaar uit op 11,66 kilometer! Vincent is de koning te rijk dat hij zomaar even een afkortingenalfabet heeft geleerd!
Donderdag 26 maart
Even terug naar de bingo-kaart: ik heb nog een paar opdrachten open staan. Ik moet er nog 5. Vandaag ga ik er twee afstrepen! Of misschien wel drie. De fanatieke Anke staat op: die bingo-kaart moet vol! Eerst ga ik alleen lopen: 15 minuten heen en hetzelfde stuk in 14 minuten terug. Dat is dus lekker rustig heenlopen en dan iets harder terug. Ik ga de Oostvaardersplassen in en merk als ik een hoek omga, dat ik eerst naar de wind had moeten kijken! Nu heb ik op de weg terug wind tegen en dat is niet zo slim. Na 14 minuten draai ik om en kom ik weer dezelfde (bosjes) mensen tegen. Ik kan ook best iets harder lopen en geniet daarvan. Eigenlijk heb ik binnen een kilometer al bijna 50 seconden ‘gewonnen’. Ik moet aan het einde zelfs vertragen! Maar ik loop net geen 5 kilometer in 29 minuten.
Thuis wacht Vincent me op voor de volgende opdracht: 5 kilometer gaan lopen en elke kilometer een krachtoefening. We steggelen even wie er drie moet bedenken en wie 2. Ik begin met jumping jacks, midden in de woonwijk.
Vincent doet de route, maar hij heeft het iets onderschat. De volgende opdracht van hem zijn kniebuigingen. Mensen kijken even raar uit het raam en wij liggen dubbel. Dan lopen we om de Regenboogbuurt heen en ik laat ons squats doen. We babbelen vrolijk verder. Na de vierde kilometer moet ik van Vincent het ‘gestoorde elfje’ doen: klappen en stappen maken. Ik mis de coördinatie gewoon!
Ik ben ook een beetje moe intussen. We lopen door de Seizoenenbuurt over het fietspad en zien een vriend van Vincent. Even later doen we de laatste opdracht: loopscholing. Ik ben een beetje vermoeid geraakt! We lopen bijna 6 kilometer en ik kan nog een bingovakje vullen: gelijke cijfers in de tijd. 38:38 doen we erover!
Vrijdag 27 maart.
Nog twee open bingovakjes: een piramide en een ochtendloop. Ik merk dat ik van dit soort dingen ook wat te fanatiek wordt. Dan wil ik de vakjes vol hebben om er vanaf te zijn. Ga ik teveel dagen achter elkaar lopen en sporten. Maar ik ga toch! Ik ga alleen deze ochtend. Een piramide doen. Het is niet moeilijk: 1 minuut hard, 1 minuut zacht, 2 minuten hard, 2 minuten zacht en dat loopt op tot 5 minuten hard en 5 minuten zacht en dan weer af. 50 Minuten. Maar hard is op de vrijdagochtend hard niet meer. Daar baal ik van.
In de tijd dat ik rustig mag lopen geniet ik van de zon en van de vogels en het prachtige weer. Ik dribbel dan gewoon. In de tijd dat ik hard moet, doe ik mijn best, maar echt hard gaat het niet. Ik leg me er maar bij neer. Te weinig eten, te veel willen lopen, te veel dingetjes te doen (in mijn hoofd). Ik loop door het bos.
De andere mensen die ik tegenkom zijn veelal ouderen en ik horen 2 oudere dames discussiëren over de auto: “dat ding was toch al te groot voor ons” Ik moet er om grinniken: wat een damesopmerking! Dus de ene helft van de training geniet ik volop, de andere helft ploeter ik. Ik vind de opdracht leuk, maar niet voor mij vandaag geschikt. Ik ben de eerste die de bingokaart vol heeft! Eigenlijk vind ik dat ik ‘m pas mag innen als ik 9 keer heb gelopen, maar ik heb sinds het begin van de bingokaart 8 keer gelopen en 6 keer gefietst. Dat telt ook een beetje toch?!
Zaterdag 28 maart
Ik heb nieuwe wielen voor mijn fiets. En nieuwe banden. Zonder binnenbanden. Rob heeft dat gefikst voor mij. Heel spannend. Mijn rem staat strakker en ik kan nu geen lekke banden meer rijden. Dus dat moest ik proberen toen Rob de banden had geplaatst! Ik ging een klein rondje, eerst een half uurtje via de dijk.
Conclusies:
- Mijn banden zijn iets breder en daardoor heb ik een beetje meer lef en meer grip, wat ik vooral merk ik de bochten.
- De rem staat iets strakker, want de band is ook wat breder. Dat vind ik erg prettig merk ik, maar dat had ik ook zonder tubeless banden kunnen instellen
- Het gaat sneller! Ik ga echt iets harder. De banden en spaken moeten nog wel iets spannen en tikken van tijd tot tijd. Of dat komt door steentjes die er tegenop spatten, omdat de velg hoger is – dat weet ik niet.
- Het waait behoorlijk….
…. maar dat ligt niet aan de banden! Ik ben om!
En als ik dat weet, dat is het ‘s middags tijd voor een rondje Oostvaardersplassen. By myself. Met een muziekje. Eigen tempo, eigen route, eigen manier. Ik ging door het Kotterbos, want dan had ik iets meer wind mee op de Oostvaardersdijk. Omdat de wind op de Knardijk fel tegen zou zijn, ging ik daar toch echt door het bos. Ik luisterde lekker naar muziek en voor mij fietsten elke keer mensen die ik lekker kon najagen en inhalen. Dan merk ik niet zoveel van de wind. In het bos was het irritant druk. Ik moest vaak opzij of bellen. Ik had geen haast gelukkig. Toen ik op de Knardijk kwam voor het laatste stukje genoot ik wel van de site-surfer met dolle capriolen, maar de wind tegen was echt heftig! Op de dijk moest ik even wennen dat de wind van opzij-achter kwam, maar eenmaal gewend, kon het gas erop! En het ging echt lekker hard en gemakkelijk. Haalde ik nog steeds elektrische fietsjes in. Ik nam het ommetje en een afslag verder op de dijk, zodat ik op 38 kilometer zou komen om vandaag de 50 kilometer te halen. Toen ik thuis kwam bleek dat ik zelfs 51 kilometer had gefietst.
Zondag 29 maart
Ik had me een tijdje verheugd op de waterleidingduinentrail,die we met zijn allen zouden gaan doen, maar dat was voordat Corona rondwaarde. Vincent zou ook eens meegaan. Maar dat feestje werd dus geannuleerd. Niet getreurd, we konden ook samen naar de duinen gaan, want ik had een route. Helaas zijn de duinen ook redelijk afgesloten. Dus togen we naar restaurant de Paddestoel tussen Hollandse Rading en Lage Vuursche. Ik ga gewoon voor de derde keer de pancaketrail doen! Nu samen met Vincent en in tegengestelde richting, zodat we eerst de Wolfsdreuvik meepakken en dan kunnen we aan het einde afsnijden als dat beter uitkomt. 17 Kilometer voor een 13-jarige is namelijk best veel. Maar we namen de tijd en zouden rustig aan doen. Een tijd van 7:30 op de kilometer was helemaal toegestaan.
Vooraf had ik Vincent gewaarschuwd dat de ‘bedenker’ van deze route een échte trailloper is, wat betekent: bijna alles onverhard. Vincent mocht zich van mij 7 keer afvragen hoe bedenker PL die paadjes toch vond…
Bij de kuil van Hollandse Rading stond de parkeerplaats vol en bij de Paddestoel pikte ik het laatste plekje in. Rugzakje om, Vincent de autosleutel en we gingen! Eerst 100m verhard en dan het bos in. In Almere waaide je uit je broek, maar in de bossen van Utrecht viel het erg mee. De eerste keer: “hoe vind je dit soort paden” was al binnen een kwartier opgebruikt. Er waren wel wat mensen in het bos, maar niet echt heel veel. Je kon er ruim omheen. Ik had geen routepijltjes op het horloge, alleen een kaartje waarop ik het paarse lijntje moest volgen. We liepen 1 keer een stukje verkeerd. Vincent had zich inmiddels al vaker verwonderd over de single track die we aan het volgen waren! Toen kwamen we bij de Wolfsdreuvik. We waren er helemaal ‘alleen’ en Vincent omschreef het ook als “een beetje sprookjesachtig”.
Het zonnetje stond er mooi op en we zochten naar de geheime gangen.
En toen weer verder, terwijl Vincent net gemist werd door een tak die naar beneden woei. Vincent vroeg zich af of het hem wel zou lukken om zo ver te lopen. We zouden in elk geval tot Lage Vuursche lopen en daar een pauze nemen.
Het verwonderde me dat Lage Vuursche op 3 auto’s na volkomen leeg was. Dit dorpje leek in niks op een zondagmiddag! We namen een break bij Kasteel Drakesteijn en besloten gezamenlijk dat het wel heel ver is naar de Wolfsdreuvik voor een ondergrondse tunnel.
Vincent is niet zo thuis in het koninklijk huis, dus die wist even niet wie er nu op Drakesteijn verbleef. We liepen weer door en ik kon hem laten zien waar PL precies goed in is: net niet over het grote, voor de hand liggende pad, maar een klein paadje daarnaast door het bos pakken. Toen we op de Nonnetjesroute kwamen, herkende Vincent dat direct. We gingen op zoek naar een WC, maar bij gebrek aan een hokje, werd het toch een boom aan het water.
We kwamen door nog een paar paadjes waarbij Vincent alleen nog maar hoefde te zuchten en het volgende getal te roepen in plaats van de vraag: hoe-vind-je-dit-in-shemelsnaam-P uit te roepen. De zeven zijn we inmiddels ruim gepasseerd. We kwamen bij het huisje en zaten even op het bankje. Daar nam Vincent mijn horloge over, zodat hij de route kon doen. Toen werd het nog leuker voor hem! Maar afsnijden werd lastig. Toen hij voor mij uit rende tussen de rodondendrons (“dat klinkt als een monster”), raakte mijn horloge overtuigd dat ik een hartaanval had!
We konden de noodmessages stoppen en gingen rustig weer verder, langs velden, boerderijen en door bosjes. We stopten nog een keer onder de hoogspanningsmast voor colafles-snoepjes, al werkten die op Vincents darmen.
Het tempo ging wat omlaag, maar dat was niks erg. Ik vond het heerlijk om buiten in het bos te zijn. Rechtstreeks was de auto nog iets dichterbij, maar de 13 en 14 kilometer passeerden ook. En toen werd Vincent eindelijk echt moe. Dat mag ook wel. We wandelden een stukje en dat mag ook.
Toen begon hij te zien dat we eigenlijk wel binnen 2 uur rond moesten zijn en -hop- daar gingen we weer! Intussen had Vincent zijn 7 keer pad-verbazing ruimschoots verdubbeld.
We hobbelden nog door en op beide horloges hadden we binnen 2 uur (net) 17 kilometer gelopen! Vincent ging snel door naar de WC in de Paddenstoel. Knap hoor, dat zo’n jochie zo ver kan lopen en er zo van kan genieten! Het leukste vond hij toen hij de weg in de gaten mocht houden. Ik zal mijn horloge wel vaker af moeten staan dan…..
Dinsdag 31 maart
Op maandag namen we even sport-rust. Dat mag zo nu en dan ook best een keertje… Maar vandaag gingen we toch eventjes fietsen en er van genieten dat het weer langer licht is.
Ik vertelde Vincent over wat je zou moeten eten als sporter. Altijd een beetje raar als ik het vertel, want ik ken de theorie wel, maar voer het in praktijk meestal slecht uit. We kwamen langs het kasteel. Met het lager staan van de zon, werd het steeds killer. We wilden niet over het Spoorbaanpad, dus reden we rond om de Leeghwaterplas. Al met al trappen we wat spierpijn eruit in iets van 25 kilometer. Wij gaan niet zo snel en hard als die anderen, maar we genieten er saampjes wel van!
1 april
Geen grappen vandaag, want corona met zijn verlengde thuis-quarantiane, social distancing, stille scholen en hard thuiswerken vraagt daar helemaal niet om. Er is een nieuwe bingo-kaart. Met 9 opdrachten en 3 bonus opdrachten. Ik wil er zoveel mogelijk tegelijk afstrepen dat ik zo snel mogelijk klaar ben! Vanavond gaan we meteen op pad, Vincent en ik, om 2 opdrachten te vervullen. Een loop rondom zonsondergang en we gaan herten(sporen) spotten voor het vakje ‘wilde dieren of hun sporen’. Op en neer naar de dijk, ik moet een half uur in zone 1 en een half uur in zone 2 en dan nog een kwartier in blokjes op hoog tempo. Zone 1 is suf en traag. Ik gaf Vincent de telefoon om foto’s te maken die ging helemaal los! Hertensporen, de lucht, vogels, de maan, zijn mama…. Hij had genoeg tijd terwijl ik voorthobbelde.
Ik genoot van de geur van de bloesems en het geluid van de vogels. Het was eindelijk eens rustig in de plassen! In zone 1 haalde ik in een half maar 4,5 kilometer en toen mocht ik door naar zone 2, waar ik eigenlijk al de hele tijd in zat. Vincent vond het niet erg, die keek om zich heen door de lens en kon mij keer op keer gemakkelijk weer bijhalen.
We waren na zonsondergang op de dijk en foto’s maken wordt dan steeds moeilijker. We namen precies dezelfde weg terug. En toen stonden er vlakbij (maar aan de andere kant van het hek) ineens hertjes! Vincent was te laat met het fototoestel. Nu was het echt stil in de Oostvaardersplassen (officieel mag je er na zonsondergang ook niet meer komen, maar ik heb dat bord nog nooit gelezen geloof ik) en super mooi. Alsof je in een andere tijd liep! Vincent bleef nu in de buurt omdat het ook een beetje unheimisch voelt als het licht zo verandert. We zagen nog meer herten.
Toen we weer bij de uitkijkheuvel waren, gingen mijn snelle minuten in op zone 4. Ik moet dan best aanzetten, maar voor Vincent lijkt het geen moeite. Hij ging mij aanmoedigen: “Het gaat goed hoor mama” en “je houdt het tempo prima vast” en “zeg maar niks, dat doe ik wel”. Ik herkende het zo!! Dat was altijd mijn tekst, maar nu zijn de rollen echt heel erg omgekeerd. Ik moest er om lachen en keek uit naar de rust. We liepen onze wijk in en het was eigenlijk al helemaal donker. Ik deed hetzelfde blokje nog 2 keer en het werd wel lastig, maar door mijn supercoach hield ik het wel vol! Ik blijk achteraf 3 keer precies even hard gelopen te hebben (5:19). Ik was er wel klaar mee toen we thuis waren, maar Vincent ging nog even rond om de 12 (!!) kilometer vol te maken. Daarnaast heeft hij zo’n HONDERD foto’s gemaakt op een avondje.
2 april
In plaats van hardlooptraining op de baan, gingen wij een rondje fietsen om de baan. Klinkt als een slechte reclame, maar net als in de reclame: het went. Al wordt ik nog wel moe van alle ballen hoog houden en werken en huiswerk en de was en alles tegelijk. Maar dat de nieuwe rode ophaalbrug nu echt open is, lokt me naar buiten. We fietsen over de dijk naar het Wilgenbos, dan een rondje atletiekbaan en daarna terug naar het Eksternest nu dat weer kan. De wind tegen op de dijk is best stevig. Ach, character building…. Het Wilgenbos is altijd leuk, maar het is ook een goede plek voor een jongensplas. De foto mag ik niet publiceren 😉
We rijden om de atletiekbaan heen en dan op naar de brug waar ze een dik jaar over gebouwd hebben. Het zijn de kleine dingen die ‘t ‘m doen tegenwoordig. We komen oud-zwemtrainer RO en zijn lieve vrouw HO tegen en daar moet ik even mee kletsen. Niet te lang, want dan halen we het niet voor het donker en het is best koud om stil te staan. En daar is de nieuwe brug:
Mooi rood zeg ik. We rijden weer terug naar de dijk, langs een hardloper die ons ontzettend vriendelijk een duimpje geeft omdat we zo netjes afstand houden. Op de dijk hebben we wind mee en dan geniet Vincent! Hij trapt ver voor me uit met die kleine beentjes. De 25 kilometer moeten weer vol en dan zijn we uitgewaaid.
Vrijdag 3 april.
De meeste vrijdagen waren lastig de afgelopen tijd. Te weinig voeding, onrust, stomme tempo’s. Vandaag wilde ik er niet aan meedoen. Ik ga gewoon 2 vakjes van de bingo afstrepen: de afgeronde kilometers en een standbeeld onderweg. Ik loop mijn gewone rondje van 7 kilometer langs de Oostvaardersplassen. Als ik nog geen kilometer onderweg ben, zie ik een meneer die een topbaan heeft: hij heeft een tractor en een bootje en maait het gras in het water. Dat is het moment dat ik voel: dit gaat goed vandaag! Ik loop lekker en kijk nog even naar de opdracht van het schema, maar die is 1,5 uur.
Ik moet het eerste uur op 10 kilometer per uur lopen en dat gaat me vast wel lukken. Het verbaast me dat het zo heerlijk gaat. Als ik langs de plassen loop, bedenk ik dat dit rondje mijn favoriete rondje is, en tegen de klok in mijn favoriete richting. Voor een extra bingo kan ik ‘m dadelijk ook nog met de klok mee lopen. Ik hou het in gedachten en ik moet me goed blijven voelen.
Ik fotografeer de adelaar. Het blijft maar goed gaan en ik loop netjes 10 kilometer per uur. Ik besluit het rondje te dubbelen: ik heb de tijd, ik kan het, ik voel me goed en ik hoeft verder niks te doen. Dan kan ik ook nog een deel van de training doen die na het uur komt. Ik moet het even ontcijferen terwijl ik loop en een beetje aanpassen, want anderhalf zal ik niet volmaken. Ik fotografeer het houtsnijvosje en de adelaar nog een keer.
Ik doe netjes 10 kilometer in 59 minuten en 54 seconden. Close enough! Dan ga ik op het uur twee minuten 11-12 kilometer per uur lopen. Ik vergis me en denk na een minuut klaar te zijn en doe dus ongeveer 20 seconden vals rustig, maar daarna pak ik ‘m weer op. De rustminuut hou ik in ere door heel kalm te dribbelen. Ik moet het nu op gevoel doen, maar dat gaat prima. Ik kijk op de hele minuten en loop het onverharde stuk lekker op tempo. Het is goed te doen. Ik ben halverwege de brug klaar met de derde versnelling. Ik kom er steeds iets beter in en ga net iets harder. Ik pak precies dezelfde route andersom en het blijft maar goed gaan. Het voelt nergens als onwaarachtig zwaar of lastig.
Na de 6 keer 2 minuten versnellen, loop ik uit op 9 kilometer per uur. Het rondje om het huis moet net iets korter worden en dan sta ik na 14 kilometer precies weer voor de deur.
‘s Middags na de lunch ga ik fietsen met Manuel. Hij op de MTB, ik op de racefiets. Manuel heeft een route in gedachten. Ik hoeft niet snel. We doen de route in blokjes: eerst naar de manege. Daarna naar de brug over de Vaart. We kletsen wat, want we hebben al een hele tijd niet meer samen getraind. We gaan over het ophaalbrugje bij de roeivereniging en dan door naar de kruising bij het Kasteel. Daar gaan we richting de dijk en de andere manege. Dan gaan we de Gooimeerdijk op tegen de wind in naar Almere Haven. Ik fiets vrolijk mee. Niet te hard, maar dat heeft nergens voor. We houden wind tegen, ook en vooral als we naar de A6 fietsen. Als we onder de A6 door zijn, gaan we richting Duin. Daar bouwen ze enorme flats.
We slingeren regelmatig tussen de mensen door, maar het is niet vreselijk druk. Voorbij Duin waait het nog steeds. Echt mild gaat het vandaag niet worden! Ik verbaas me erover dat ik weer eens zo’n eind kan fietsen. De wind draait wel een beetje mee als we de bocht om zijn, maar ik vind het er saai uitzien zonder de windmolens. Dan de Oostvaardersdijk op. Daar werkte de wind wel aardig mee gelukkig. Konden we weer even kletsen. Vanaf de Oostvaardersplassen hadden we echt de wind mee en toen was wel duidelijk dat we de 40 kilometer haalden en uiteindelijk haalde ik ook nog eens precies 42! Dat is toch netjes voor een bewolkte vrijdag?
Zaterdag 4 april.
Ik ging met Vincent fietsen. Vincent zou de route verzorgen. Dat is altijd een verrassing! Onder de bloesems door (tussen de mensen door slingeren) en daarna eerst de Trekweg op naar rechts en dan de volgende onderdoorgang onder de A6 door nemen. Aan het einde gaan we naar… rechts! Die zag ik niet aankomen en ik zei nog: als we dadelijk weer onder de A6 doorgaan, zijn we binnen een half uurtje alweer thuis. Maar ‘nee, dat doen we niet mama’, we gingen naar links de lange rechte polderweg op! Hij vroeg zich af of hij dan nog bij het fietspad zou komen, maar dat was niet het geval. Daarna maakten we ons alleen nog maar druk om de wind tegen. Vincent dacht nog nooit op de weg te zijn geweest, maar ik weet zeker van wel. Hij fietste natuurlijk altijd met mij mee en hoefde zelf nooit iets te bedenken. We gingen tot aan de weg-met-bomen. Daar gingen we naar rechts. We hadden een hele discussie dat we de A6 gingen oversteken volgens Vincent en ik bleef maar zeggen van niet. Ik wist dat het de A27 was namelijk. Toen we die over waren zei Vincent opeens: als we hier doorfietsen komen we bij de Shell uit toch? Dat weet ie dan weer wel! Toen wilde hij naar de dijk toe, want daar hadden we dan wind mee. We reden langs de berg en toen ging hij naar links. Ik ging braaf mee, ook al weet ik dat rechts veel korter is. Ook het cirkelfietspad liet hij liggen, dus we ploeterden tegen de wind in helemaal naar de Stichtse Brug. Daar gingen we dan echt de dijk op.
Het was mooi en de wind werkte mee. Vincent zette zijn fietscomputertje aan voor de route naar huis, maar dat vond ik niet zo’n goed idee. Uit je hoofd! Doe maar wat, verras me. Bij de manege gingen we eraf en toen gingen we op de driesprong rechtdoor. Dat is nu echt een pad waar ik nog nooit was geweest! We kwamen langs de schaapskudde vol met lammetjes en met de schaapshond. Wat een toproute! Toen gingen we naar rechts en waren we bij het Kasteel.
Vincent gaat niet rechtdoor richting Nobelhorst, nee, we gaan richting de A6 en dan eis ik het Spoorbaanpad te vermijden. dus we gaan naar rechts als we de busbaan over zijn. Komen we langs de ‘ufo’s’ en dan over het verlaten industrieterrein van de autogarages. Daar was het onnatuurlijk stil voor een zaterdag. We kwamen bij de Vaart en namen de eerste brug. Toen wist Vincent weer waar hij was (na even denken) en we gingen naar de manege. Laat het dan maar 40 kilometer worden ook! Nog een apart ommetje: rechtdoor de Vaart over en dan het Gerrit Schultepad op. Weer een onverwachte routewending! We gingen naar het Tijdpad en toen moesten we nog een klein stukje om door de wijk, maar dan hadden we ook 40 kilometer gefietst ook! Ik heb heel veel pret gehad.
Zondag 5 april
Aan het einde van de middag gingen Vincent en ik naar het Kotterbos. Eerst zouden het eerste deel van de piramide van de bingo doen: 1,2,3,4,5 minuten versnellen met 1 minuut rust. Na de trailroute die Vincent in het Kotterbos ging doen, zouden we dan de rest van de piramide doen. Het was duidelijk korte broeken weer! We liepen verhard om het huis een rondje in en toen gingen we 1 minuut versellen en daarna 2 minuten. Vincent liep voor me uit, maar nog niet heel veel in die korte tijd. Toen 3 minuten versnellen en we gingen richting het Schanullekesluisje.
Bij de vier minuten raakte ik Vincent aardig kwijt, maar hij nam iets meer pauze, keerde terug en dan zei ik rechtdoor langs de Vaart blijven lopen richting Kotterbos. We zouden de piramide maar eerst afmaken en dan via de trail terug door het Kotterbos. Het is frustrerend dat Vincent dan zoveel harder kan lopen, maar ik ben er ook heel trots op. We gingen steeds verder en toen de 2 minuten was aangebroken bleef hij mij me. De 1 minuut deden we in het bos en precies toen die om was, lagen er daar 2 te ketsen: gatver wat onfatsoenlijk!
We liepen over het onverharde pad en wandelden en kwamen even bij van de piramide. Toen weer terug het Kotterbos in en ik was een beetje boos op mezelf dat ik geen water bij me had of iets te eten. We gingen erg rustig lopen. We kwamen terug op de weg en moesten een stukje verhard en toen de Natuurbrug op. Het viel mee met de drukte.
We namen een afslag door een poortje. Ik moest eigenlijk naar de WC, maar ik had net zo min iets bij me als water. We dwaalden terug het fietspad op met een “enthousiaste” hond die om ons heen sprong. En weer het bos in naar rechts. Bij het water vroeg ik Vincent toch naar links te gaan. Toen dwaalden we weer door en we zouden naar de berg gaan. We staken het fietspad over wat Vincent totaal niet herkende. En toen… gingen we naar links! Dat is van de berg af, maar de druk op mijn darmen was gezakt en ik liet het lekker gebeuren. Het is mooi daar in dat stukje en we hoefden niks hard, dus het was prima. We kwamen een breed (onverhard) pad tegen wat Vincent koos in de hoop bij de berg uit te komen, die in zijn optiek rechtsvoor lag, maar in werkelijkheid strak achter ons. Toen kwamen we weer op de Trekweg uit. Hij was teleurgesteld, maar ik vond het wel lollig. We namen even pauze op de balk en ik liet hem zien waar we zaten en ik appte Rob even. We gingen door het bos, langs de weg weer terug richting de berg. Over het ATB-pad wat vol takken lag en over de ‘bergjes’.
Het tempo was er totaal uit, maar ik was de enige die daarover zeurde. Het werd wel iets verder als ik had gedacht! We liepen onverhard verder tot de berg. We wandelden de brug op en ik belde Rob dat we eten mee zouden nemen. We hobbelden weer verder en Vincent babbelt gewoon door alsof hij nog geen 13 kilometer gelopen heeft, al had hij het ook warm. Bij de snackbar, na de bestelling, liep ik nog een rondje om de 15 kilometer vol te maken.
De frietjes gingen er wel in! Daarna wilde Rob nog een frisse neus halen en wandelden we nog een ‘stukje’. De zon ging mooi onder en het bos was echt prachtig. Ik schatte de route iets verkeerd in en we keerden pas na 3 kilometer terug om. Vincent ving een heel scala aan Pokemons. Het zonlicht blijft mooi, maar na 5 kilometer ben ik moe. Mijn benen zijn ook moe. Toch loop ik door, want dat is de beste en enige manier om thuis te komen. Dat duurt nog anderhalve kilometer. Dan is het bijna donker.
Eindelijk weer eens een lekker volle sportweek die goed voelde! (met wandelen iets van 12,5 uur)