Pas op woensdag 15 april ging ik weer sporten. De wandeling op dinsdagavond telt niet echt mee toch? Het gaat weer niet zo goed met lijnen, de spirit is er even uit; want waar doe je het eigenlijk voor als er niks doorgaat…. ‘s Morgens moest ik werken. En ‘s middags ging ik met Joyce mee de vestingloop doen. Dat is een virtuele wedstrijd. Ach ja, we moeten iets tegenwoordig! Je mag een loop rondom een vestingstad naar keuze doen en als je je hebt ingeschreven en foto’s en route als bewijs stuurt, krijg je de medaille.
We hebben een startnummer! Het is warm en zonnig. We doen eerst het rondje verhard. Er zijn nog meer mensen aan het lopen en wandelen, maar niemand met startnummer zoals wij. Het ziet er zo mooi uit langs de verdedigingswallen! We hebben heel wat bij te praten met de verhuizing, thuiswerken, onze kinders en de situatie in de wereld. En soms zijn er stil, er hoeft tussen ons niet altijd gepraat te worden. Joyce heeft het wat zwaarder nu ze weer een keer 10 kilometer mag aantikken. Ik vind het niks erg en ga mee in haar tempo. Ik wil haar absoluut niet opjagen. We besluiten om het verharde rondje gewoon drie keer te doen! Komen we ook aan de tien.
In het tweede rondje fotografeer ik. Joyce’ vrolijke shirtje tegen de grijze verdedigingswallen, het groen, de schaduw. De andere mensen die we tegenkomen groeten we vriendelijk. In het derde rondje ga ik ‘aan’ en klets ik Joyce de oren van het hoofd. Dan kan zij haar adem en aandacht sparen om de tien kilometer vol te maken! Uiteraard lopen we onafgebroken. Het is raar dat de knuffel dan ontbreekt, maar die doen we ook virtueel!
‘s Avonds ga ik nog fietsen met Vincent. We hebben een cadans-oefening staan. Vincent verzint de weg naar het Bloq, over het Wilgeneiland en dan langs de Vaart. Ik ken het natuurlijk, maar voor hem is het nieuw. We mot het eerste half uur met een cadans van 80-90 fietsen. Voor mensen die normaal 60-70 rondjes draaien, is dat even wennen!
“mama, je moet wel lachen hoor!”
Maar op de dijk met wind mee gaat het wel lekker! We houden het met de hand bij. Dan gaan we 9 minuten met en cadans van 90-100 fietsen en 1 minuut sprinten. Vincent gaat er vandoor en dat maakt me niet vrolijk. We doen het hele riedeltje nog een keer, maar nu hebben we wind tegen en dan is het lastiger vol te houden met een cadans van 90. Het laatste stukje gaan we een cadans van 100 aanhouden en dat is echt trappen op niks! Het voelt enorm als hobbelen.
donderdag 16 april
De dagen gaan voorbij en soms lijkt de ene dag op de andere: een beetje boven werken, vakantie in juli blijft twijfelachtig en goede berichten van school voor Vincent: hij doet het voortreffelijk. Ik ben onderdeel van het Trispiration Team geworden: een triatlonclub van vrouwen. En zo springt de dag van jippie-a-jee naar oh-nee. Om kwart over 7 hebben we afgesproken met PL en CK om de trail te gaan lopen die PL heeft uitgezet. Vincent en ik gaan meelopen, net voor het donker is. Als we parkeren bij het kunstwerk Garden of Love & Fire in Almere, zijn ze aan het filmen en dan komt de politie kijken of ze wapens hebben. Ze kijken ook naar onze auto! Vooroordelen….
We gaan met zijn vijven. CK wil op afstand blijven en daar luister ik naar, al schreeuwt het iets meer. Ik begin heel rustig door het bos. We hebben meteen een PL-paadje te pakken! En dan door een nevel van water van de boer die zijn land besproeit. Ik vind dit gebied altijd apart: het ligt midden in de stad en de hele tijd zie je weer huizen of bebouwing, maar er is ook ontzettend aangelegd bos. Er zijn originele bevers en strakke rechte paden. We zoeken de 5 steden bij de Maltezer Kruizen. De eerste ligt aan een prachtig water.
Dan door naar het volgende verborgen plekje, dat is dan weer een hang-out voor jongeren lijkt het. Ik klets wat met CK op afstand en geniet van PL en Vincent die voor ons uit lopen alsof het geen enkele moeite kost. Waarschijnlijk is dat voor hen ook zo! CK weet niet of ze alles mee zal lopen en Vincent twijfelt ook. Ik niet, terwijl ik misschien nog het suffigste ben! Maar goed, ik hobbel wel door. Bij de derde stad heeft PL zijn ‘voedingspakket’ achtergelaten. Het is zo’n schat! En Vincent is intussen ook groot fan. Die kletst hem de oren van het hoofd.
Dan besluit CK de kortere route te nemen: tien kilometer is genoeg voor haar. Ik wil nog graag over de dijk, maar vrees de zonsondergang te missen. We lopen even met zijn drietjes en ik moet duidelijk wat flinker lopen. We komen langs het bordje van Strijder.
Weer hetzelfde als overal in dit bos: er is een trimbaan aangelegd, paden met steentjes en een monument voor een schip wat hier gevonden is toen het nog onder water stond; dit land. Dit aangelegde en georganiseerde gebied. Maar het is ook natuur met vogeltjes en roofvogels die biddend boven het land hangen en met een dijk die hoger ligt. We moeten een eng brugje over dat bestaat uit 1 boomstam.
Ik verstap me een beetje denk ik, want daarna trekken de spieren aan de voorkant onder mijn navel weer. We gaan de dijk op en de zon gaat onder. Het is geweldig. De kleuren zijn prachtig! De zon is bloedrood en er staat wind waar we tegenin moeten lopen.
Ik laat de heren hun eigen tempo lopen en blijf zelf doorlopen op 5:45 ongeveer. Niet slecht als er al 11 kilometer opzitten, maar de jongens lopen sneller. Ik vind het geweldig om te zien en ben trots op mijn kleine kerel.
Ik vecht me tegen de wind in en de fietsers die me tegemoet komen groeten vrolijk. De bocht om en dan wordt het steeds donkerder. En koeler. We moeten nog 1 stad vinden en de jongens klimmen over de stenen. Ik begin moet te worden en de rode lucht verandert het perspectief nog eens extra.
We lopen terug naar de auto’s via het kunstwerk. We hebben op een donderdagavond 14 kilometer gelopen. Vincent en ik ook! Het is pas echt donker als we naar huis rijden. De spieren aan mijn voorkant zijn helaas echt pijnlijk, ik weet niet precies waarom.
Vrijdag 17 april. ‘s Morgens werk ik in en om huis allemaal dingetjes bij. De pijn trekt gelukkig langzaam aan weg. Ik vraag me af of het verstandig is om te gaan hardlopen, maar ik heb weer eens afgesproken met Manuel. En ik wil fietsen! Ik ga alleen fietsen en ga even langs bij MBB om naar het huis van haar buren te kijken. We kletsen even in de deuropening.
Het is fijn even echt contact te hebben, ook al is het een beetje raar. Ik heb met wind mee en een hoge cadans op de heenweg lekker doorgefietst, maar terug is een andere uitdaging! En ik heb om half 3 met Manuel afgesproken! Ik sta iets later voor zijn neus met mijn korte broek en korte mouwen. Het weer is echt lekker tegenwoordig. Mijn armen zijn al ongewoon bruin ondertussen. Manuel heeft zonnebrand op en dat ruikt heel fris en zomers. We zullen niet hard lopen, want dat durf ik niet aan. Maar het blijft een feit dat ik prima kan lopen na het fietsen. Het voelt easy terwijl we 6 minuten de kilometer lopen. We gaan richting het Kotterbos. We kletsen. Aan de ene kant is er veel te vertellen, aan de andere kant maak je ook niet echt veel mee. We gaan onverhard en van het ene pad naar het andere.
We dwalen door het bos, maar niet gewoon recht-toe-recht-aan over de natuurbrug. Op de berg aan het einde van de natuurbrug gaat Manuel versnellen. Ik hobbel gewoon door. Dan zoeken we weer een ander pad uit; het gaat heel harmonisch elke keer. Mijn zin is plots op. Niet dat ik dan stop, maar ik denk dat de sportdrank verbruikt is! We gaan naar de andere berg en daar ga ik lekker even zitten terwijl Manuel 2 keer de trap opgaat.
Het waait er nogal koel, dus we gaan snel verder door naar huis. Ik had een kilometer of 8, 9 prima gevonden, maar het worden er al met al zomaar 11! Ik mag nog even met Rob een paar kilometer uitfietsen op de nieuwe fiets van Vincent die richting zijn voltooiing gaat.
18 april
Ik slaap slecht. Weinig. Onrustig. Dat er een tijd was dat ik dit wekenlang volhield! Het voelt niet goed, alles blijft een beetje wazig, net iets buiten mijn gezichtsveld. We hebben om 10 uur met trainer afgesproken in het Kotterbos om te gaan traillopen. Vincent zal de route doen, maar met de vorige keer in mijn hoofd, heb ik toch een plannetje… We gaan heel rustig en we kletsen aan 1 stuk door. Het knuppelpad is erg leuk! Ik loop wel oké, ondanks het wattige hoofd.
De route is heerlijk, maar er zijn veel mountainbikers vandaag. We kijken even op de bergen. En dan via-via weer terug. Het laatste stukje doet Vincent. Samen met de trainer loopt hij voor me uit te kwebbelen. Vanzelf gaan zij wat sneller, maar ik niet. Om deze week de 50 kilometer te halen, moet ik 9 kilometer lopen, maar het worden er 7. Dat vind ik niet erg.
Deze middag voeg ik me bij het Trispiration Team. Ik check iedereen die erbij zit (gelukkig geen honderden!) en lees me in. Het zijn allemaal vrouwen die op hun eigen niveau aan triatlon doen. In mei en juni organiseren het team solo-triatlons: die doe je zelf. Ik twijfel welke afstanden ik zal doen. Ik stel me voor en dat is voor mij altijd een moment om er even bij stil te staan dat ik vanuit niks tien jaar geleden nu (een soort van) triatleet ben.
Rob zet Vincents fiets verder in elkaar. En als die af is, moet er natuurlijk getest worden! Ik mag mee, want in zijn eentje op een nieuwe fiets… Hij fietst nu nog gemakkelijker van me weg! Ik maak geen haast. Ik maak de foto’s op de dijk. Het is een prachtfiets. Om te zien zeker. En volgens Vincent ook nog eens (dubbel en dwars) om op te fietsen. We maken een paar rare ommetjes en hij schiet er een paar keer vandoor – maar we spreken goed af hoe lang. Zo heb ik ook weer 15 kilometertjes gefietst!
Zondag 19 april
Ik heb me verveeld. Dat mag best wel eens een keer, maar ik ben er niet zo goed in. Ik ga wat lezen, drentel nog eens rond, lig onder de overkapping in de warmte, nergens echt zin in hebben alsof je maar zit te wachten en nis kunnen bedenken wat nog zou ‘moeten’. Alles ligt gestreken in de kast, het huis is (behoorlijk) schoon, Vincent wast de auto en er zijn nauwelijks klusjes meer. Ik moet eigenlijk ook nog 4 kilometer op 5:30 lopen, of tenminste toch 1,5 kilometer om de 50 kilometer deze week vol te maken, maar ik kan me er niet toe zetten. Als Vincent klaar is met de auto wassen en zijn huiswerk (hoeft ik ook al niet meer bij te helpen) gaan we fietsen. Hij wil zó graag op zijn nieuwe fiets dat hij zelf heeft uitgezocht hoe de wind staat op de Oostvaardersdijk. We gaan een rondje Oostvaardersplassen doen. Na 500 meter keren we al om, want er schakelt iets niet goed op Vincents fiets. Als dat verholpen is gaan we voor de herkansing. Het is druk in het Kotterbos en we moeten om iedereen heen slingeren. Dan gaan we vol tegen de wind in en dat is best fors! Ondanks de wind blijft het tempo behoorlijk hoog liggen. Fijn voor Vincent op zijn nieuwe fiets, maar ik verbaas mezelf door het ook best te redden. Tegen de wind in al 25/26 rijden hoeft niet zo vaak van mezelf. Op de Knardijk komt de wind van de zijkant. De drukte valt enorm mee. Vincent verheugt zich al op de Oostvaardersdijk! We maken goede afspraken tot waar hij doorvliegt en op zijn ‘ouwe, trage’ mammie zal wachten. Hij zet het direct op een vliegen! Ik ga ook niet rustig en haal weer eens mooi 5 kilometer onder de 8 minuten! Aan de ene kant geniet ik van het water, de Ferrari, het uitzicht tot aan Amsterdam en de golfjes; aan de andere kant verveel ik me omdat ik het ook wel ken. Ik word ingehaald en zie dat deze meneer veel lichter trapt. Ik ga dat ook maar eens proberen en dan kan ik nog harder! Zit ik ook op 40 km per uur. Vincent is al aan de horizon verdwenen, maar dat gun ik hem van harte. Hij wacht netjes op de afgesproken plek, maar ik zie hem stoppen, dus echt veel rust heeft hij niet.
We gaan samen verder en dan steek ik nog even terug over de dijk tegen de wind in, terwijl Vincent het bospad neemt. Da’s andere koek! Gelukkig maar een klein stukje. We gaan langs de plassen naar huis. Vincent is moe en fietst iets minder hard. Ik heb weer eens een keer mijn oude fout gemaakt: niks gegeten of gedronken. Ik wil de 40 kilometer nu wel volmaken en binnen anderhalf uur ook. Zelfs met mensen passeren moet dat lukken, maar dan moeten we wel terug over de Evenaar. Inclusief de eerste hele langzame kilometer, zit ik na 1 uur en 28 minuten op de 40 kilometer. Vincent is opnieuw gaan tellen en die moet dus 1 kilometer verder om (en ik ga even mee) en doet het zelfs nog sneller! Dan moet hij van mij nog mee hardlopen. Daar heeft hij geen zin in, maar ik vind het een goede training om nu een paar kilometer te lopen, nu hij moe is. Ik moet op 5:30. De eerste stappen zijn eventjes ‘auw’, maar dan ga ik los. Te hard, mama, te hard, roept Vincent elke keer. Ik luister niet, want het voelt niet als te hard, het voelt als haalbaar. Na een kilometer in 5:10 word Vincent kwaad! Hij loopt voor me uit en ik snap dat 4 kilometer voor hem niet haalbaar is, maar ik wil het proberen. Ik stuur hem naar huis en ga zelf het rondje om de wijk afmaken. Ik zweet peentjes en het wordt steeds zwaarder, maar ik loop ook de tweede kilometer ver onder de afgesproken doeltijd! Ik knal gewoon door en de derde kilometer zit ook weer onder de 5:10. De laatste kilometer hoeft niet meer zo snel en ik voel voor het eerst dat mijn hart het net niet aankan, waardoor ik iets moet inhouden. Ik krijg een steek onder mijn ribbenkast links. Nu heb ik wind mee, maar ik heb het ook erg warm. Ik zal stoppen op 4 kilometer, maar dan loop ik ook net de straat in! De laatste kilometer is het rustigst met 5:14! Ik ben eventjes stuk, maar kom ook weer heel erg snel bij en na 5 minuten merk ik er al niks meer van.
Zo kom ik het Trispiration Team in met een week van dik 11 uur sporten met 50 kilometer hardlopen en 100 kilometer fietsen. We gaan ‘s avonds nog een stuk wandelen door het Wilgenbos, dat is prachtig! We maken foto’s voor het huiswerk.
Met alle wandelingen erbij ben ik 13,5 uur actief bezig geweest. En dat bevalt me beter dan met een boek onder de overkapping in slaap vallen! Ik krijg er meer energie van.