browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2020-41

Posted by on 29 November 2020

Dinsdag 24 november. Tussen de middag gaan Rob, Manuel en ik een stuk wandelen. Frisse neus halen. ‘s Avonds ga ik zwemmen bij TVA. Eén van de laatste keren! Ik ga in baan 2 ‘vieren’ dat ik intussen heb leren zwemmen! Bij het inzwemmen heb ik zelf de belangrijke oefeningen gedaan: slepen, bijleggen en ademhalingen tellen. We hebben een leuke les, want we gaan gewoon op tijd zwemmen. Ik zwem achter MvZ aan. Hoeft ik zelf niet na te denken, want een luie zwemmer ben ik zeker! We gaan iets van 4 minuten kalm en 1 minuut snel. Prima!

Later gaan we nog een keer 30 seconden snel en 3 minuten rustig aan. Ik doe mijn achtje weg en op het eind red ik de versnelling niet meer. Zo grappig: deze trainer heeft mij in het allereerste begin de basis van de borstcrawl uitgelegd in het pierenbad. Nu stoppen we er beiden mee: hij als trainer, ik als zwemmend lid.

Woensdag 25 november. Tussen de middag wandelen we weer, maar nu iets minder ver. Als Vincent ‘s avonds gaat zwemmen, zou ik gaan hardlopen over het strand bij Duin, maar ik heb geen zin. Ik roep dan ook heel hard ‘ja’ op Robs voorstel dat hij mee gaat wandelen! We rijden door richting het strand en Almere Duin en daar wandelen we over het zand en door de heuvels van Duin. We komen steeds in de knoei en dwalen wat, maar het is wel superlekker. We lopen langs de auto naar het andere strand en daar zijn we ook alleen en hebben we het hele donkere strand voor onszelf.

We lopen weer terug en dan vergis ik me en moeten we langs de drukke weg. We wandelen dik 6 kilometer! Maar voor mij…. is dit de rustdag.

Donderdag 26 november. Tja, dan moet ik maar eens gaan hardlopen, anders verleer ik het nog! Vincent gaat naar de atletiekbaan en het regent. Mijn Garmin horloge stelt me voor om een dik uur te gaan en na tien minuten inlopen zou ik dan 50 minuten op 5:50 moeten lopen. Dat klinkt me vrij snel in de oren. Maar als mijn VO2Max daardoor verbeterd, dan zal ik het maar proberen. Al zie ik er wel tegenop, want ik heb geen idee of ik dat (nog) kan! Het inlopen lukt me nog wel, al ga ik met 6:30 iets te snel. Ik loop langs de ene kant van de Vaart heen en aan de andere kant zal ik dan terug lopen. De regen valt mee. Dan moet ik over naar 5:50 en ik zet aan. Ik zal zien hoe ver ik kom. Na de eerste kilometer blijk ik op 5:43 te zitten, dus dat begint goed! Ik krijg maar moeizaam uitgerekend hoeveel ik zou kunnen lopen in 50 minuten. Aan de ene kant gaat het lekker, aan de andere kant twijfel ik hoe lang ik dit vol kan houden en vind ik het niets gemakkelijk. Ik hou het tempo rond de 5:40 aan. Ik vergis me bijna in de brug en stuit op een busbaan die afgesloten is. En dan aan de andere kant weer door. Ik hou het tempo prima vast. Ik moet nog een keer stoppen om mijn veter te strikken en dan weer snel door!

Ik moet verder lopen als ik had gedacht en op het laatst gaat de kilometertijd toch netjes richting de 5:50 (5:49 dan). Ik loop om het Fanny Blankers Koen Park heen en dan zitten de 50 minuten erop. Ik heb bijna 9 kilometer gelopen in die tijd. De tien kilometer haal ik binnen een uur en ik wandel en dribbel rustig terug naar de atletiekbaan.

Vrijdag 27 november. Ik ga fietsen. Voor Garmin wil ik de badge 4-uur-indoorfietsen scoren. En de badge 50-miles-indoor-fietsen. Dat is prima te combineren. En met Zwift zie ik die uitdaging ook wel zitten! Ik ga niet alle bergen over, maar ik bel met mijn zusje. Ik ga over de vlakke zandvlaktes en rij een heel stuk met een Belg op.

Dan ga ik naar de vulkaan en terwijl mijn zus vertelt hoe zijn Sinterklaas vieren, doe ik toch een stukje klimwerk. En dan weer terug over wat ik het basiseiland noem. Na een kilometertje of 40 ben ik weer op de zandvlaktes. We kletsen nog steeds. Ik ga nog een keer de zandvlaktes over en rijd nu door langs de dino’s en de sequoia’s.

Ik zie een beer uit de boom vallen. Het tempo waarin ik fiets vind ik niet zo spannend, ik ga vandaag voor lang en veel. Onderweg maak ik een hele hoop foto’s (screenopnames). Ik rij door de aquatunnels en dan zijn we uitgekletst. Het is lunchtijd. Na 66km n 3 uur stap ik af. Het laatste stukje en uurtje zal moeten wachten tot na de lunch. Ik heb trek en moet mijn bidon bijvullen. Als Vincent ook weer thuis is, spring ik weer op de fiets. Ik heb bedacht om langs de maya-tempels en de jungle te gaan fietsen.

Daarvoor moet ik wat klimmen en de wegen zijn daar onverhard, dus snelheid is nog verder te zoeken. Dan zit ik op 80 kilometer en dat is 50 mijl! Ik moet de 4 uur nog volmaken en besluit het laatste niet-berg-weggetje te nemen in Watopia over de boulevard. Ik neem de meest vlakke route langs de vulkaan. Dan fiets ik nog terug naar het startpunt op de zandvlakte. Dan worden het 93 kilometer. Net als bij de Almere-triatlon. Vincent staat erbij en zegt dat ik dan maar tot 95 door moet gaan. Mijn zin is aardig op en ik ben de 4 uurs grens ook gepasseerd. Ik maak er geen 100 kilometer meer van en stap tevreden af.

28 november. Joyce en ik gaan trailen! Nog verder dan vorige keer. Mijn knie doet zeer, mijn blaar verhindert dat ik mijn rugzak kan dragen, mijn benen zijn vermoeid. Maar we gaan rustig aan doen. En het is niet te ver weg, we gaan naar het Hollandse Hout en het Oostvaardersveld aan de andere kant van de Oostvaardersplassen. Ik ben benieuwd waar we in mogen! Joyce heeft een nieuw horloge zodat zij ook de route kan bekijken. 25 Kilometer staan er op de planning. Het is somber en mistig buiten. We hebben om half tien afgesproken in het Hollandse Hout in Lelystad. Joyce reed daar vorige week (op de Harley) langs en zag allemaal leuke paadjes, die we vandaag gaan proberen. De route hebben we van Strava gehaald, die heeft een (snellere) runner 2 jaar geleden in juli gelopen en is precies de afstand die we nodig hebben! En precies dát zal ons nekken….. Mijn idee was om heel rustig te starten en dan op het Oostvaardersveld iets sneller te gaan lopen. Starten echter in de eerste kilometer met noodgedwongen wandelen zat niet in mijn planning! Er was namelijk enkeldiepe modder waar we doorheen moesten ploegen.

Waarbij je schoen met elke stap weer volloopt. En je vastzuigt. Dus van hardlooptempo geen sprake, want we moesten nog een stukje en dat doe je toch het liefst mét schoenen aan! Ik loop tegenwoordig op mijn trailschoentjes. Die lopen het lekkerste op onverharde ondergrond en daar geven ze me dan ook echt vertrouwen. Maar niet in de Flevolandse modder-slik! Na de eerste kilometer in wel een heel laag tempo, kwam de volgende. Er had een pad moeten zijn. Er was ook iets wat begon als pad, maar ophield met pad-vorm vertonen naarmate we verder het bos in kwamen. Tot elke vorm van logische route ontbrak. Wat 2 jaar geleden in de zomer misschien wel duidelijk was, was nu Flevolandse wildernis.

En dan kan je nog zo’n mooi horloge hebben, die prachtig de route weergeeft, zo zonder pad is het toch een kruip-en-sluip-spel geworden! Ik bedoelde iets anders met “de eerste kilometers rustig aan”! Dit was wel heel rustig! En avontuurlijk. Zo ken ik het ‘saaie’ Hollandse Hout helemaal niet. Ik herinner me brede paden, maar geen wildernis! Ondoordringbaar is het niet, maar vertragend werkt het wel. We lopen richting de route die inderdaad op iets stuit wat een pad had kunnen zijn, maar veel begaanbaarder wordt het niet! Dan komen we op een brede weg en na 2,5 kilometer kunnen we eindelijk gaan hardlopen! Of noem het joggen, want mijn knieën, voeten en rug voelen de fietskilometers nog! Zoals gewoonlijk overruled het hoofd en moeten de onderdanen door. De brede wegen zoals ik het Hollandse Hout ken, nemen nu de overhand. En wij laten ons niet meer verleiden tot modderig uitziende ommetjes. We blijven op de brede wegen! We lopen nu zomaar kilometers in 6:50 en dat houden we nu een tijdje vol. Ondertussen kletsen we gewoon door. Waar we ons in het Hollandse Hout bevinden ben ik een beetje kwijt. We lopen onder het spoor door en langs vele waters. We zien nergens iemand. Na 6 kilometer komen we weer in een bak modder terecht en ik neem een gel.

We schuifelen tussen de drek door en komen dan op het fietspad. We gaan in tegenstelling tot de route die we al een tijdje kwijt zijn, rechtdoor langs het scheepswrak.

Dan lopen we door het bos. In mijn virtuele wereld zijn we bij Waterville! Dat ligt op de Ring of Kerry, de route ik als verjaardagskado heb gekregen en we lopen vandaag (als alles meezit) door Baile na Sceilige. Aangezien de helft van mijn gesport tegenwoordig virtueel is, kan ik hier prima over vertellen en fantaseren! We stuiten weer op het fietspad en welke kant we op moeten, zoeken we uit door de routes te vergelijken op de horloges. De officiële route hebben we niet helemaal gevolgd! We lopen richting de sluizen het Hollandse Hout uit. Op naar het Oostvaarderveld, waar ik vaak langs gefietst ben en de kleine weggetjes ook heb gezien. Ik verheug me erop eens ‘naar binnen’ te gaan. We steken de Knardijk over en komen dan op een smal bospad. Ik heb een geen Ierse wereld nodig, want ik loop hier lekker te genieten in alle rust en grijsheid. We komen bij een mooi brugje.

Inmiddels zijn we een kilometer ‘verloren’ doordat we wat ommetjes hebben laten liggen. Dan stuiten we weer op modder. Door de koeien (of andere beesten) flink omgeploegd, zodat hardlopen weer wordt gereduceerd tot een wandel-sleep-pas. Dat is niet erg, want vandaag doen we een trail met hardloopelementen. Als oefening voor wat we later willen doen. We zijn er allebei content mee, dus dat is goed.

Over 10 kilometer doen we een tijdje, maar leuk is het! Door alle modder en het ontbreken van de paarden, valt het Oostvaardersveld me wat tegen. Dat motiveert me niet echt.

Dan een zeer modderig heuveltje op. En af glijden, maar leuk is het wel! Op dit stuk zijn best een hoop wandelaars. Ik moet even ademhalen en wandelen, want ik ben moe en de teleurstelling, het grijs, de modderige ondergrond en de lengte (die we nog moeten lopen) speelt me parten. Ik pak het wel weer op en we joggen weer door het bos aan de rand van het veld op terrein waarvan ik het bestaan alleen maar kon vermoeden. Mijn schoenveter zit vandaag tot 2 keer toe los, wat nooit gebeurt. Ik durf geen dubbele knoop te leggen, want die krijg ik straks nooit meer los. Dan komen we langs een bordje waar op staat dat we de route weer zouden moeten omleggen. We besluiten het bord te negeren en lopen een gebied in waar weer stilte heerst en rust. Dan stuiten we op de paarden. Overweldigend!

Tussen het water. Dat maakt onze burgerlijke ongehoorzaamheid goed. We nemen een ruime omweg om de grazende kudde heen, waardoor wij door de zomp moeten lopen en een pad moeten vinden wat er (weer) niet is. Dat is op het open veld makkelijker en dan is het hek dicht. Gelukkig leidt een soort van pad ons naar de hoofdroute terug. Daar dribbelen we weer verder. Tot de kleine Praambult! Dat is nog een kleine verrassing, waar ik ben er nog nooit (op) geweest.

We vervolgen onze weg door een mooie bomenlaan. 15 Kilometer inmiddels. Soms zegt de route “rechtdoor” en denken wij: waar is ons pad, maar dan blijkt er naast de weg toch een pad te zijn, wat later afbuigt het veld over. Het blijft grijs en mistig, maar het regent niet. Ik vind de mojo weer terug (of de gel doet zijn werk) en we hobbelen weer lekker door. Ik vind 10 Engelse Mijl altijd leuk klinken. Dan gaan we naar de andere kant van de Oostvaardersplassen, zo voelt dat voor mij en ik twijfel ernstig of we in dat gebied mogen komen. We gaan door een onbekend tunneltje onder het spoor door, geen idee dat dat hier lag! Naar mijn idee wandelen we meer dan we hardlopen, maar erg is dat niet. Het is druk aan de andere kant van de Oostvaardersplassen en we gaan proberen het rondje andersom te doen als de route ons aangaf. We zagen niet dat we er vlak bij het spoor af konden.

Dus lopen we over de brugjes en dan over het onverharde brede pad. Op het open veld is het koud. Het waait erg koel. We nemen een ommetje en halen nu onze kilometer in. Dat is goed te doen. Ik geloof dat we wegens drukte de vogelhut overslaan. Om de moed erin te houden, loop ik maar weer even door de virtuele wereld te dromen. Dan komen we bij de verlaten vogelhut op Wibgels Eiland. Klinkt leuk! Je kan er over het water uitkijken.

Als er andere mensen komen, volgen wij het fietspad. Dat vind ik moeilijker, asfalt lopen in de kou. Flinke wandelpas dan maar. Dan komen we ook op 20 kilometer uit. We lopen over het tunneltje en gaan dan naar beneden (terwijl we daarnaast over het pad hadden kunnen lopen). Dan gaan we langs het gesloten Buitencentrum. Ziet er ook wat mistroostig uit. We steken de parkeerplaats over en dan staan we op de Knardijk op een plek waar ik nog nooit ben geweest. Bij de elfenstraat.

We hebben in 3 uur en een kwartier een halve marathon gelopen. Die laatste kilometers gaan nu ook wel lukken! We huppelen over het Elfjespad, over de houtsplinters. Dan komen we bij nog een verborgen onderdoorgang van het spoor en daarna volgt…. weer modder, grote plassen over het gehele pad en nog meer drek. We zitten op 22 kilometer.

Vlak voor de laatste plas bedenk ik dat het me ook niet meer kan schelen en dat ik de volgende plas gewoon door zal stampen. Het blijft bij 1 plas. Bos, Hollandse Hout en brede paden. Gewoon maar doorlopen, denk ik bij mezelf.

Het is de zeldzame dag dat Joyce keer op keer voor mij uit loopt en stiekem geniet ik daar een beetje van, want ik vind het stoer van haar. Het is meestal omgekeerd. We komen op 24 kilometer en de tijd kan me echt niet meer schelen. We zijn rond en kijken uit op het hek waarachter de modder ligt en daarachter de auto’s. We zijn de modder beu en nemen het grote pad. We moeten immers nog een kilometer! Het brede pad volgen we, ook al gaat het niet de goede kant op. We maken 25 kilometer vol binnen 4 uur.

Dan gaan we wandelen. Ik voel de sjacherijn overal in me. Te weinig voeding. Ik wil naar de auto, maar Joyce wil niet meer door de modder. We lopen over het fietspad naar de weg. Ik heb op dit moment overal een hekel aan en ook aan de weg en de omweg en het asfalt. We komen op 26 kilometer uit en dan gaan we op de weg op het fietspad maar weer dribbelen tot aan de auto. Dik zesentwintig kilometer. Duurde het lang? Ja. Gingen we snel? Nee. Was het verrassend? Mhwah. Was het leuk? Ja! En dan schoenen en sokken wisselen en Joyce heeft warme chocomelk in een thermoskan bij zich! Ik eet veel koekjes en monter wat op.

Thuis ga ik eerst in de douche om mijn voeten te boenen en dan… naar het zwembad. Eerst een uur rusten als Vincent zwemt en daarna ga ik ook zwemmen. Voor de allerlaatste keer bij de TVA. Vanaf 1 december ben ik geen lid meer. Niet omdat ik de trainingen of mensen niet leuk vindt (nou ja, een hoop mensen vind ik niet zo tof) of omdat ik dit jaar weinig trainingen heb gehad door Corona, maar juist doordat ik zoveel alleen heb kunnen trainen! Ik heb niks gemist, nog geen 5 keer gedacht “oh wat jammer dat die en die training er niet is”.

Ik zwem in baan 2. Met achtje. Grotendeels. Dat heb ik mijn benen beloofd. Ik zwem achteer AR en MvZ. Dan moeten we 2 keer 50m benen doen! Ik doe het nog ook… En mijn benen ook. We gaan ook zes hondertjes zwemmen, waarvan ik de helft zonder achtje doe. Wel zo prettig dat mijn hersenen niet in mijn onderdanen zitten, haha. Ik vind alles best, en ‘een lekker tempo’ vind ik hard genoeg. De laatste baantjes ‘vier’ ik dat ik bij de TVA toch maar mooi heb leren zwemmen. Ook zonder achtje kan ik moeiteloos 100 meter zwemmen.

Met dank aan Margreet Bennis voor de foto’s!

Ik zwem meer dan 2000m en dan bedank ik de trainer voor alle trainingen. Ik klets nog even na. Dan voel ik me nog steeds prima! Ik heb gisteren 95 kilometer gefietst, vandaag 26 kilometer gelopen en nog een stuk gezwommen. Voor mij is dat intussen best gewoon geworden. Ik weet nog dat iemand ooit kwam uitzwemmen na haar marathon en dat vond ik een wonder. Maar nu vind ik het normaal geworden. Dat is wat er in een paar jaar tijd gebeurd is.

Hardlopend krijg ik een kaart uit Waterville. En als ik kijk waar ik sta: Boven op de heuvel die uitkijkt over Skellig Island! Hier blijf ik graag een paar dagen hangen. Ik denk dat ik een hoekje zoek in die ruïne daar, om de kou te doorstaan!

29 november. Een dagje rustig aan. Ik heb niet echt ergens last van, maar ik voel wel mijn voeten (die pas na een voetenbadje een beetje schoon ogen), zadelpijn van vrijdag, beetje stram: maar het mag geen naam hebben. Op zondagavond ga ik ‘samen met Vincent’ op “Berenjacht”! Op de Zwift. Ik heb een beer zien klimmen vrijdag en die viel en nu wil Vincent die ook zien en ik wil rustig uitfietsen. Lekkere combi. Hij zet muziek voor me op, regelt de foto’s en ik ga over het zand van de canyons.

Ik verbeter mijn PR op de La Fuego sprint met 9 seconden en ik laat Vincent de dino’s zien. De beer laat zich moeilijk vangen. Zijn we ‘m voorbij…. of nog niet…. Is ie er nog een keer? Of is het te druk? We zoeken de juiste bocht. Het wordt donker. Vincent vindt de dino’s gaaf. En dan is ie er opeens toch! Vincent maakt snel een filmpje en de beer valt weer uit de boom als hij bijennest wil pakken.

Ik fiets nog langs de slingerweg en de warmwaterbronnen en dan weer over de vlakte. Vincent gaat richting bed. Ik fiets alle ongemakken eruit en mis het einde van de route. In een maand tijd ben ik naar level 10 gegaan. Ik heb bijna 500km gefietst (als ik daar op had gelet had ik nog 3 km extra gefietst vandaag) en meer hoogtemeters gemaakt dan ooit tevoren!

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

eighteen − 12 =