11 januari 2021 Terug naar het Mirandabad ??♂️- én dat is vastgelegd!
Door Gastredacteur Vincent:
“Ik heb samen met mijn moeder besloten om vandaag 3 kwartier te gaan zwemmen. In de auto hebben we de hele training bedacht. Ik begin met 1 baantje een oefening en schoolslag terug. Dat doe ik 4 keer. Daarna ga ik 200m doorzwemmen. En vervolgens een keer 300meter. Na de 300m ga ik weer 200 meter. Als ik het zwembad inga, heb ik het gevoel dat het warmer is dan normaal (en ook drukker). Ik begin met mijn opdrachten en begin het steeds warmer te krijgen. De 200m besluit ik in de borstcrawlbaan te doen en ik duik onder de lijn door naar de borstcrawlbaan. Ik heb een heerlijk slag en zwem lekker door. Ik begin het ook steeds warmer te krijgen! Ik ben zo klaar met die 200 meter, het ging vloeiend! Ik besluit om weer even in de andere baan 2 baantjes schoolslag te doen. Om daarna aan mijn 300 meter te beginnen. Als ik aan het zwemmen ben, zie ik ineens hele leuke dingen op de bodem van de borstcrawlbaan, zoals handjes en hondepoten. Ik zwem de 300meter lekker door en ik haal mensen in en ik word ook steeds zelf ingehaald. Ik heb het intussen wel weer warm en ik blijf lekker doorzwemmen. Na de 300meter ga ik weer terug naar de slome baan om weer 2 banen schoolslag te nemen en weer even tot rust te komen. Maar aangezien ik zo heerlijk zwem, besluit ik van de 200m nog een keer 300meter te maken omdat de slag me bevalt en ik het gewoon heerlijk warm heb! Ik zwem de 300meter flink door en voor ik het weet ben ik er alweer. Ik ga weer naar de slome baan en zwem daar effe uit. Ik doe het in een rustig tempo en ik begin het langzamerhand iets kouder te krijgen. Als het 44 is en we het bad uit moeten, besluit ik er uit te gaan en me snel aan te kleden zodat ik het snel weer warm krijg! Als ik me aan het omkleden ben hoor ik mijn moeder weer roepen: heb je al een foto gemaakt?! Ik besluit het te negeren omdat ik me heel snel wil aankleden omdat ik het koud heb, dan maar geen foto. Op de terugweg klets ik nog even na met mama over het zwemmen en vertel ik over de hondenpoten en voetafdrukken. Ik krijg een blik die ik niet snel zal vergeten, van verbazing en dat ik helemaal gek ben geworden. Na het 4 keer te hebben uitgelegd, gaat ze de volgende keer ook maar kijken. Groeten Vincent.”
Ik vul nog aan: voordat we bij het Mirandabad waren, vergiste ik me twee keer in de route, ik was dus aardig opgefokt. Kwam nog bij dat het onrustig was in het zwembad met Trispiration bekenden en ik moest 2000m zwemmen voor de jaaruitdaging. Dat alles maakte dat Vincent veel beter zwom dan ik! Het is niet gemakkelijk om een kaartje voor het zwemmen te bemachtigen, maar in de wachtrij staan en op het juiste moment op de juiste plek op internet zijn, kun je aan Rob overlaten! Ik zag de camera wel en volgde de discussie op de app-groep ook, maar deelnemen is niks voor mij. Totdat… het NOS journaal een item bleek te hebben gemaakt! En wie zwemt daar achter de verslaggeefster langs met oranje badmuts als zij vertelt hoe moeilijk je kaartjes kan krijgen?! Ikke! Mijn 5 minutes of fame: ZWEMMEND.
Ik zwem 2000m en zelfs ietsje meer, maar ik heb er minder lol van dan Vincent. Omdat het voelt als ‘moeten’. Volgende keer zal ik op zoek gaan naar de afdrukken van voeten en poten in de borstcrawlbaan. Zaterdag hebben we weer kaartjes bemachtigd!
Dinsdag 12 januari – ??♀️?? ?-run
Tussen de middag ga ik met Manuel mee hardlopen. “het is lekker weer” appt Manuel, maar eenmaal buiten is het behoorlijk koud. We gaan gewoon een ruim rondje om de wijken heen. Manuel doet de route, ik klets hem de oren van het hoofd over de jaaropdracht van Trispiration. En terwijl ik dat doe, blijft het tempo behoorlijk op peil. De 5 kilometer gaan binnen het half uur. Ik krijg het wel warm. Ik mag van Manuel ook mee het ommetje maken en kwebbel maar door. 8 Kilometer ‘zomaar’ in 5:50. En dat terwijl ik ‘s avonds een Zwift training heb staan met een nieuwe FTP, dus het zal zwaarder worden!
FTP training die best wel klopt. ??
“Tacx: 2′ 50% + 2′ 97% + 2′ 41% + 10′ 98% + 3′ 40% + 10′ 100% + 4′ 65%” Staat er op het schema. Ik ga naar Harrowgate, in Engeland. Daar ligt een saai parkoers wat tamelijk vlak lijkt. Ik zette podcasts op en deed wat de training me voorschreef. Het viel mee qua moeite. Beter dan de vorige keer en met de hoogteverschillen soms een kleine uitdaging. Als je aan het einde van de hoge zones zit, wordt het beeld vager. Dan word je moe, zeg maar…..
De podcasts leidde me af. Na een half uurtje werd het irritant. De Zwift deed ook lastig, want die wilde de training naderhand niet uploaden. Ik fietste nog een stukje uit zonder training en toen was ik het wel zat.
Woensdag 13 januari. ???♀️??
Tussen de middag gaan Rob en ik vaak even wandelen en een frisse neus halen. Heerlijk! We lopen in vierkantjes, maar noemen het een rondje.
‘s Avonds kruip ik weer op de Tacx. Zwift heeft een ‘Tour de Zwift’ met allemaal verschillende gebieden en vandaag zijn de worldcourses aan de beurt. Ik sluit me aan bij de Ladies Ride in Innsbruck. Weer zijn er niet zoveel dames en als ik kom ben ik zelfs pas de 20ste deelneemster! Ik ga mijn eigen ding doen: gewoon rustig omhoog. Berg op is toch iets wat je meer alleen doet. Ikke wel tenminste. De meeste dames gaan staan, maar mijn cadans blijft hoog. Ik ploeter naar boven. Pas tegen het einde, als ik bijna boven ben, ga ik ‘on fire’ en versnel ik.
Ik hoopte als 75ste boven te zijn en heb nog wat dames ingehaald. Op weg naar beneden vliegen mevr Yoder uit Amerika en ik samen naar beneden. Het is verder rustig en we knallen lekker door!
We ‘pacmannen’ nog een paar dames op in Innsbruck zelf en ik trek ‘Yoder’ het laatste stukje omhoog. Dan mag zij van mij voorgaan bij de sprint. Ik eindig als 72ste. Dan fiets ik het kleine rondje in Innsbruck nog uit, omdat ik van mijn schema iets langer moest fietsen. Mijn FTP verhoogt ‘zichzelf’ naar 159. Twee stempels in de Tour de Zwift verzameld!
Donderdag 14 januari. Een avondwandeling naar de Plus ➕ met zijn drietjes. Noem het een rustdag.
Vrijdag 15 januari. Ik ga wandelen met een vriendin ??? en haar hond ? bij Kasteel Groeneveld. ? Dat geslof doen we regelmatig. Vandaag vind de hond het wat kil om veel te zwemmen en we zijn met een uurtje weer bijgekletst. Op de parkeerplaats kleed ik me om, onder toeziend oog van een schattig roodborstje en dan komt Joyce. We gaan ‘zwervend’ hardlopen. Geen route, richting Lage Vuursche en kletsen.
Gastredacteur Joyce vertelt:
“Anke vroeg mij of ik wilde opschrijven wat ik van deze loop vond. Niet mijn sterkste kant, maar ik ga ervoor. Vandaag lag onze route niet ver van huis. Anke was er al, om daar vooraf aan het lopen, te wandelen. Dus ik begeef mij ook naar Kasteel Groeneveld en wij ontmoeten elkaar om half 12. Het is gelukkig niet zo koud, vooral ik ben daar erg blij mee. Het plan is om te dwalen, met “ver” ervoor weten we wat er gebeurd, maar dit keer echt op gevoel. Gelukkig weet Anke wel de weg en als ik erover loop, herken ik menig weg ook.
En daar ligt meteen ook de angel van deze loop. Op 1 zeer fraai paadje na, hebben we “er al gelopen”. We genieten van het kwebbelen over kinderen, echtgenoten en al het andere.
Het lopen gaat best wel soepel en rustig. Maar als je alle andere lopen vergelijkt met een mooie taart, met zelfs een kers erop, dan is deze loop een cakeje. Volgende keer maar weer op zoek naar iets nieuws. Als het gezelschap maar blijft, want zonder haar is er niets aan.”
Zaterdag 16 januari. The Specials sort-of-triatlon ??♀️ – ??♂️ ? -??♀️❄️
Ik begon redelijk ‘onschuldig’ met Zwiften: het volgende stempel van de Tour de Zwift brengt me de bergen in. De Ladies Ride gaat de Alpe de Zwift op en de korte route gaat ‘gewoon’ de bergen over. De lange route gaat de halve Mount Ventoux op en dat wil ik wel eens proberen! Daar zitten wel HEEL VEEL hoogtemeters in. Het dubbele van de bergenroute in Watopia. Twaalfhonderd. Dat schiet op voor de Mount Everest uitdaging. Ik besluit mijn eigen rustig aan te doen. Dit is een openbare uitdaging, dus ik sta tussen de mannen. Zo snel en goed ben ik niet.
Als we met ruim 1400 man tegelijk van start gaan, gaat het mis. Het hakkelt, ik zie alleen fietsen, het stokt, ik rij over de weg en de rest rijdt over het gras. Rij ik om of wat? Er is nog een race gestart die de andere kant op gaat. Als dit zo blijft, staak ik de uitdaging. Het duurt een kilometer of 3 en dan kom ik erin, zeg maar. Ik lig dan al dik achterop op de 1310 plek. Gek genoeg heb ik al 500m meer gefietst als wie dan ook. Ik ga niet zo hard en trap gewoon maar door en door. Heel langzaam raak ik de onrust van de eerste kilometers kwijt. Ik weet dat het echte klimmen straks pas start. Ik vind Frankrijk niet meer zo spannend qua omgeving. Na een kilometer of 10 begint het pas wat omhoog te gaan. En dan houdt het geen moment meer op! Dat je bij bent als het maar 9% helling is.
Het tempo valt terug naar 5 a 6 kilometer per uur. Demotiverend. Want ik begin te snappen dat ik er nog anderhalf uur over zal doen. Nog anderhalf uur!! De hoogtemeters tellen harder op dan de afstand. De omgeving is leuk, maar alles verveelt een beetje. Behalve de teksten op de weg, die bekoren me elke keer.
Ik fiets me steeds naar voren in het veld, omdat er veel mensen stoppen. Ik fiets een beetje om dezelfde mannen heen. Ik trap me niet suf en het maakt me ook niet uit als ik een tijdje sta op de fiets en de cadans zou moeten veranderen. De hertjes en de vogels en het bergmeer zijn wel aardig. Ik heb teveel tijd om er naar te kijken. Er zijn ook snelstromende bergstromen.
Maar ik vind alles saai! Rob brengt me een kopje thee en ik trap maar door en door en door en door. Er zit niks anders op, want ik peins er niet over om te stoppen! Nu ben ik zover en de volgende keer moet ik hier eerst weer heen. De laatste 2 kilometer komt er wel wat vuur in: nu wil het ook halen binnen 2,5 uur en ik laat de mannen achter me. Ik ben meer dan 100 plaatsen naar voren opgeschoven.
Na 2 uur en 23 minuten heb ik deze stage afgerond. De top van de Mount Everest komt dichterbij…… Geen haar op mijn hoofd die verder wil tot de top 6 kilometer verderop! Ik stap snel af en spoel me af. Ik heb gewoon honger!
Na het eten snel de spullen pakken en naar het Mirandabad rijden. Als we Amsterdam inrijden, begint het licht te sneeuwen. Als we de wetsuits aandoen, sneeuwt het hard. Lees die zin nog een keer: wetsuit aandoen in de sneeuw! Vincent stuitert er van.
De rij is koud en dan wil ik maar zo snel mogelijk het water in. Ik ga proberen om 2 keer 1000m te zwemmen.
Ik spring de borstcrawlbaan in, voel het warme water het pak instromen en na een halve baan weet ik het al: dit wordt een knaller! Mijn benen hoeven niks te doen, mijn armen maaien me door het water heen. Geen geneuzel met oefeningen, de dubbele badmuts zit lekker, het brilletje zit goed strak en mijn armen zijn nog lang niet moe. Ik zie de pootafdrukjes en handafdrukken op de bodem waar Vincent het over had. Tegen de tijd dat hij het water in plonst, ben ik al 250m onderweg. Ik tel: mijn slagen in alle rust en met alle kracht en de banen die ik zwem. Heen en weer. Soms voel ik in mijn gezicht een vlaagje sneeuw. Om me heen zie ik het wit worden door de stoom heen. Ik geniet.
Ik haal ‘s iemand in en iemand haalt mij in. 1 Keer moet ik mijn badmuts aantrekken en dan door. Na de eerste 1000m ga ik door voor de 1500m. Daar raak ik even de tel kwijt, maar ik ga nu de 2000m ook volzwemmen ook! Aan 1 stuk door. Ik zie soms de klok in een glimp en ik weet dat het gaat lukken. Ik heb het niet koud. De 2 kilometer zwem ik in een staggering 38:15. Ik zet het horloge opnieuw in en wil de kou nog niet in. Ik zwem zeker 200m uit in de borstcrawlbaan en ga dan in de langzame baan terug. Als ik het water uitkom is de omgeving wit. Het is erg koud, maar ik ben blij! Jammer dat mijn sokken onder een dikke laag sneeuw in mijn schoenen liggen. Ik vind het stoer van ons dat we gezwommen hebben in de sneeuw! Vincent heeft minder gezwommen, maar dit nemen ze ons niet meer af!
Deel 3 van een triatlon is hardlopen en dat heb ik nog niet gedaan vandaag. Dat gaat met een run gisteren en een geplande loop morgen ook niet gebeuren. In Almere sneeuwt het door als we veilig thuis zijn. Voor het eten ga ik met Rob een stuk wandelen in de knerpende sneeuw. We hebben maar een uurtje. Met de sneeuw mee is het lekker en in het bos is het prachtig! We vinden zelfs paden die nog maagdelijk zijn.
Als we terug richting het station lopen, snijdt de wind in ons gezicht en is het wel kil. We halen patatjes en lopen lekker 5 kilometer met gemak binnen het uur. Na de frietjes wil Vincent ook door de sneeuw lopen en zo ben ik na 9 uur nog een keer een half uurtje buiten!
Dat was geen gewone triatlon: heel langzaam hoogtemeters maken in Zwift op de fiets, zwemmen in een verwarmd buitenbad met sneeuw en wandelen in een laag sneeuw! ‘t Was wel heel gaaf. Een zaterdagkadootje.
Zondag 17 januari Lopen met PL: de grootste trailheld van Almere neemt mij mee door winter wonderland
Uiteraard is dit een redelijke uitdaging voor me! Ik mag meelopen met PL, die een heuse ultratrailer is en mij en Joyce al vaker aan prachtige routes heeft geholpen. Nu mag ik mee door de sneeuw, voor maar liefst 30km heb ik me opgegeven! En dat na de inspanning van gisteren….. Ik lijk wel gek, maar toch rijden we naar Ede, naar de Ginkelse Heide. Na de eerste kilometer heb ik het al door: he, dit lukt gewoon! Zijn het de herzogkousen, de schoenen, het gezelschap? Ik liep gewoon oke. En dan in 6 minuutjes ook nog. En de kilometer daarna ook. En de derde ook!
Ik moet altijd even wennen aan het Friese accent van PL en hij moet even leren luisteren naar mijn Brabantse tongval. Het duurt ettelijke kilometers voor ik me op mijn gemak voel.
Eerst door het bos. Om ons heen ligt sneeuw en het is rustig op de lekkere ondergrond. Al snel was het heel stil en rustig. En de witte bomen overal, met mist ertussen: sprookjesachtig mooi.
Na een paar kilometer gaan we over de hei met een laagje sneeuw. In de verte het monument voor parachutisten. Al vier kilometer? Of vijf al en het gaat me bijna ongelooflijk veel te gemakkelijk af. Binnen 32 minuten, hoe dan? Ik stop met me schamen en ontspan me. Ik denk niet vooruit, niet aan hoeveel nog, gewoon in het moment blijven en een tempo aanhouden wat goed voelt. Het is fijn dat iemand anders de route doet, ik hoeft ook echt niet op te letten. Eigenlijk zelfs geen foto’s te maken, maar dat kan ik toch niet laten!
We kijken naar het monument, maar mij zegt het niet zoveel. De hei is wel prachtig, wit en verstild.
Dan komt er een zonnetje tussen de bomen door. De fietser maakt ook een foto. Het is echt erg, erg mooi. De zon op het wit als stralen tussen de bomen.
En dan de mist vlak voor de duiker onder het spoor door, het is echt sprookjesachtig! Ik neem een gel en we houden een korte wandel- maar vooral GENIET-pauze.
Dan komen we bij de duiker onder het spoor door. Die is raar en laag.
We gaan de snelweg onderdoor en dan een heuse helling op! Ik mis het touw bijna hihi! Ik vertel van de Trail de Fantomes en dan zegt PL: die hadden jullie toch gewandeld…. Grrrrrr…. Ik blijf ‘m een tijd goedmoedig nadragen dat we daar toch niet echt gewandeld hebben hoor! Ik ben er zeker 20 minuten lang quasi beledigd op teruggekomen. Wandelen….. Wacht maar tot hij zelf al die heuveltjes over wil…..
We kletsen over doelen, over wat ik van 2020 geleerd heb en die arme PL moet naar alles over Zwift luisteren, tot in den treuren. En elke keer pakken we het gesprek weer op, want PL is een beste luisteraar. Hij loopt met zoveel verschillende mensen. Het lijkt me geweldig als je dat kan, in elk tempo en met elk type mens.
We nemen nog een gel en pauze terwijl we verder wandelen, want dat onthou je het beste, zo meldt PL.
De route bevat veel smalle paadjes. Wij noemen die P-paadjes, maar de meer gangbare term is een single-track. Dan komen we langs de beken. GAAAAAAFFFF, het is prachtig met de sneeuw en de bomen die donker aftekenen.
We rennen langs een rare schommel midden in het bos en brugjes. Erg, erg mooi. Ik ben de weg al lang kwijt, maar PL heeft de route al vaker gelopen en de route staat op ons beider horloge.
Ik ben dan een stukje kwijt in m mijn herinnering, want het gaat even iets minder ‘vanzelf’ en ik klets vast verder. Het gaat over onze pubers. Op het wildrooster over de autoweg gaan we maar weer snel doorrennen, zodat het lawaai achter de rug is!
Dan volgen hele (ietwat saaie) stukken langs de velden. De sneeuw verdwijnt langzaam en maakt plaats voor modder. Mijn voeten zijn smerig. PL’s nieuwe trailschoenen ook. Ik deel mijn ergernis aan de andere lopers met hun grote mond: die doen niks of niet wat ze beloven. PL kent ze ook: mensen die niks meer doen omdat er geen publiek is, geen wedstrijd, geen mogelijkheid om te verbeteren. Wij lopen voor het plezier. Om bij te praten.
Ik hou de kilometers minder bij en klets over wat ik gedaan heb aan loopjes. Het is bijna teveel en er over opscheppen past mij totaal niet. Zeker niet bij PL, die zelf elk weekend met gemak minstens 60 loopkilometers verzameld. PL vind het fijn te horen dat Vincent zo lekker meedoet. ik vertel ook van de triatleet die Almere geestdodend zwaar vond mentaal. Dan gaan we het bos weer in. Gelukkig maar. Ik heb nog een rustige kilometer nodig, maar van een inkorting is geen sprake. Ik wil nu ook de halve marathon lopen ook!
We komen langs de Wodanseiken. Leuk ja en schilderachtig, maar ik loop nu net even liever door. Het lijkt mij op Berg en Dal grappig genoeg, maar dit is Wolfheze.
We komen weer langs superhelder water en beken. Hier werd vroeger veel papier gemaakt door het schone water, weet PL te vertellen. Hij is een wandelende encyclopedie! Dan langs een restaurant. Het is mij te druk en veel te onrustig, daar kan Anke niet tegen! Ik vertel over KH en hoe wij samen de DamtotDamloop deden.
We komen langs de kabouterroute. Die staat vol met kleine kaboutertafereeltjes. Erg schattig!
En dan de vlonders. Jammer dat we niet alleen zijn, maar wat apart! Ik wil er overheen wandelen om er zo lang mogelijk van te genieten. Waar de vlonders precies voor zijn is nu niet duidelijk, want het beekje is minuscuul! Als we de vlonders achter ons laten, komen we bij een meertje met stapstenen! Het moet niet gekker worden, maar ook hier halen we geen natte voeten.
We lopen hierna over smalle paadjes die lijken op de Ardennen door het bos, met veel wortels en met water erlangs. De Paradijsbeek, noemt PL het. Ik word een beetje moe en teer even in, maar loop gewoon door. Het is nu mijn beurt om te luisteren! PL beweert Rob te hebben gevonden op Facebook. We hebben het over pubers met hun schermpjes. PL vindt het waardevol dat ik zo met Vincent kan sporten.
Dan zitten er 21km op in 2,5 uur. Ik verbaas mezelf en druk de gedachte dat ik nog 9 kilometer moet lopen snel weg.
Dan gebeurt er iets wat mij verbijstert: PL stopt bij de beeldentuin. Voor koffie en thee. ? what da ffff. Die moet ik delen met Joyce! Dat was nog nooit in me opgekomen, om onderweg te stoppen en pauze te nemen voor drinken! Mijn thee is warm, maar lekker.
We vervolgen de weg en PL vertelt van de Netflixserie over de huwelijksmarkt in de adeltijd. Prachtig. Ik luister en kijk en loop gewoon maar door, door het bos. Het is wel lekker dat hij nu kan kletsen en ik neem het goed in me op.
Het is mooi en er zijn veel smalle paden. Opeens is er een slecht pad met veel begroeiing. “Dan moeten er meer mensen lopen, dan wordt het vanzelf een pad” zegt PL. Die opmerking wil ik graag optekenen! Zo werkt het voor hem dus! Ik moet er enorm om lachen. Hij moet lachen als ik hem omschrijf wat wij P-paden noemen.
Ik voel dat ik iets ‘minder’ word en minder gemakkelijk ga lopen. In thee zitten blijkbaar niet veel voedingsstoffen, maar dat bedenk ik daar nou net effe niet, want dan had ik nog een Marsje gepakt. Ik loop gewoon maar achter PL aan.
Er zijn wat meer wandelmomentjes. Ook wat meer mensen en ongelijke paden. We steken het spoor weer over en er zijn veel treinen in korte tijd.
We gaan ook nog onder de snelweg door. Ik zit op 27 kilometer en ben de route kwijt. Ik reageer wat pinnig dat het echt wel 30km moeten worden! We komen weer op de hei. We hadden het ook over hoe lang je erover doet naar een ultratrail toe te trainen en PL heeft het met C gedaan binnen een maand of 3. PL heeft een vergunning voor de MMT (midsummer mega trail) aangevraagd, maar krijgt niks. Ik besef dat ik me moet afvragen of de Ironman een week later dan wel doorgaat. Ik denk eigenlijk van niet en besluit daar ter plekke dat ik daar dus niet in moet investeren nu.
Het gaat ook bij PL niet meer vanzelf, al lijkt dat best wel zo, maar ik voel van niet. We praten minder en hij loopt voor me uit. Dat kan hij dan nog wel met gemak, terwijl ik echt moeite heb met volhouden van het tempo! De sneeuw is vrijwel weg op de heide. Er zijn veel fietsers waarvoor we opzij moeten springen en er zijn ook meerdere wandelaars.
“Nog 2 kilometer”, zeg ik. “Ik heb er nog maar anderhalf” zegt PL. Dan moet ik dus omlopen! Ik kan eigenlijk alleen nog maar doorlopen en ik wil nu ook de 30km binnen 3,5 uur lopen. Focus. Lopen. Ik zie de parkeerplaats al. Maar ik kom 500meter te kort! Ik loop door over het zand en PL loopt mee, tot ik zeg dat het niet hoeft. Ik loop door, PL fotografeert het monument.
De laatste 500m zijn ploeteren. Als ik bij de auto sta, gaat het regenen. Ik kleed me om, drink chocomelk en we eten kaneelstokjes. Vanaf nu zal ik altijd aan deze loop denk als ik een kaneelstokje eet!
In de auto op de weg terug regent het hard. De sneeuw is weg. De magie is weg. Maar ik heb 30 kilometer getraild met PL. wow. WOW.
- 17 uur in een week, waarvan 4 uur wandelen. Maar wat MV hardlopen noemt, dat is langzamer dan mijn wandeltempo! Sneeuw, bergen, zwemmen, trainen, 2 halve marathons in een week (en 1 nog langer). Het maakt me verdrietig dat anderen hun eigen doelen niet kunnen zetten en naleven. Ben ik dan gek?
maandag 18 januari: uit’sporten’ ??♀️??♀️??♀️?
“mama, je mag nee zeggen hoor, maar eigenlijk mag je dat niet…. Ga je straks -heeeeeel rustig, echt heel langzaam hoor- mee hardlopen? Ik heb last van het fietsen van gisteren” ? Hoe moet dat dan? Ik weet het niet, echt niet, ik heb werkelijk geen benul van ‘nee’ tegen zo’n heerlijke puber. Ook al roepen mijn benen NEE en mokken de bovenbeenspieren dat het een lieve lust is, al mekkeren de voeten zich ongans: ik ga mee. ? Ook al weet ik dat uitfietsen voor mij beter zou zijn. Dus wat dan? Ik weet het! Ik ga ook fietsen! Ik stap op de Tacx, wend me tot Watopia en zoek de Hilly Route uit. Natuurlijk…. Ik vergeet mijn trui uit te doen en de fan aan te zetten, maar het maakt niet uit, want ik ga toch lekker langzaam.
Ik breek geen enkel record, ik trap gewoon traag naar boven en ik sta van tijd tot tijd en het maakt me allemaal niks uit. Mijn bovenbenen wel. Als ze niet kunnen praten, kunnen ze me wel laten voelen, maar ja: ze moeten mee. Sprinten hoeft niet en we worden 9e van de tien deelneemsters. Maar we hobbelen toch een half uurtje uit.
En dan een warme broek aan en compressie tubes (wat een nog groter gevecht is dan de sokken), want dat eisen mijn kuiten, zonder ook maar 1 woord te kunnen zeggen. Vincent stelt zijn horloge in op 500m dribbelen en 500m wandelen. Hij doet de route, ik het tempo. Tenzij ik harder wil dan 7:00 op de kilometer, dan haakt hij af. Ik hou me er met alle liefde aan! Het wandelen wordt een drhuhbluhhh-tempo en soms gaan we eventjes wandelen. De brug op bijvoorbeeld. De 500m dribbelen zijn vol te houden, maar na de vierde kilometer nog maar net.
Vincent kwebbelt ubervrolijk de tijd vol. Ik voel me zwakjes, maar ik hobbel gewoon door! We hebben wind tegen als we door de wijk lopen. Ik krijg het nauwelijks warm. Wel heb ik trek, maar ook daar geef ik niet aan toe (omdat er ook niks is). We maken de 5 kilometer vol met een gemiddeld temp-ho van 7:40 en ik ben er nog trots op ook! Het helpt wel, want de spierpijn is weg. Nu heb ik de benen een bad beloofd (na het strijken natuurlijk)
Dinsdag 19 januari. Kilometers scoren in Zwift!
Ik rommel een beetje met het schema, want er staat vandaag een FTP-training, maar ik heb meer zin in de ‘tourtocht’ van morgen. En mijn benen ook! We zoeken uit hoe ik vandaag mee kan doen aan de Tour de Zwift en ik doe mee aan de lange route van 43 kilometer met niet al te veel hoogtemeters. Ik ga even infietsen in Parijs: het kleine rondje lijkt me wel wat. Even de beentjes lostrappen. Als ik alles heb opgestart, heb ik 20 minuutjes voor de Tour de Zwift begint. Ik moet flink doortrappen langs de Arc de Triomphe en over de Champs Elyssees.
Minder dan 5 minuten voor de tour van start gaat, schakel ik over naar Watopia. Daar gaat de 4e etappe van de Tour de Zwift van start. Lekker door de monument-valley-achtige omgeving, langs de Sequoias en de dino’s.
De groep is onwijs groot met meer dan 1700 mensen, maar ik doe mijn eigen tempootje. Ik rij wel in het groepje mee, maar ik zie wel hoe lang ik daar zin in houd. Ben ik 1530ste. Mijn best, als ik maar niet laatste wordt! Op de vlakte hou ik het goed bij, maar de heuvels in haak ik een beetje af. Ik slinger tussen de bomen door en langs de dino’s. Ik ga samen met 1 iemand anders en dat blijkt ook een vrouw te zijn. Te zien aan de sprint vormen wij een heel klein percentage van alle fietsers hier!
Er passeren 1500 mensen het sprintpunt, waarvan er hooguit 75 vrouw zijn! Dat komt neer op 4% (wat mij vele bochten rekenen kost!). Langs de kolkende waters op een weg die op een achtbaan lijkt en dan zit het eerste rondje er al op. Nu ga ik flink opschuiven, want voordeel van (oudere) vrouw zijn is, dat wij meer uithoudingsvermogen hebben. Vrouwen zijn minder sprinter, maar blijven doorgaan. Ik sluit me aan bij een groepje en al snel zit ik bij de eerste 1500. Ik vind het prima, laat me voorttrekken. De Mount Everest is inmiddels beklommen en ik krijg een nieuwe fiets kade!
Pas bij de heuvels haak ik een beetje af en pak ik (na een kilometer of 35) mijn eigen tempo op. Ik blijf bij de eerste 1500 horen en maak de 45 kilometer vol.
Met het infietsen in Frankrijk erbij, heb ik op een ‘gewone’ dinsdagavond toch maar mooi 50 kilometers gefietst!
Woensdag 20 januari. One Big OFF day ??
Er is sprake van een avondklok, van 1 bezoeker, er is een hoop te doen over corona, mijn werk schiet niet op en het liefst kruip ik onder een deken en sla ik vandaag over! Het regent en is somber weer en ik wil vooral veel NIKS. ‘s Avonds is de avondklok nog niet zeker, dus misschien kan ik vrijdag toch wél zwemmen en 1 bezoeker schijnt ook geen wet te worden, dus misschien kunnen we van het weekend toch wél op visite bij ouders. Ik heb frisse lucht nodig! Rob en ik gaan lekker een heel stuk wandelen om de Regenboogbuurt heen en om de Eilandbuurt heen tot het Schanullekesluisje. Dat gedeelte van de dag had ik niet over willen slaan. We lopen dik 6 kilometer. Binnen 68 minuten. Toch maar op tijd naar bed en morgen hopelijk opstaan met het andere been.
Donderdag 21 januari. Inwandelen en een Zwift-training
Vincent gaat ‘s avonds fietsen in Watopia. Terwijl hij als een gek door Frankrijk scheurt, wandelen Rob en ik een rondje. Ik voel me iets beter, want de avondklok gaat mijn zwemmen in elk geval niet verpesten en de bezoeken ook niet. Als Vincent in de douche staat, pak ik mijn training erbij die voor eerder deze week gepland stond. Infietsen en dan moet ik de wattages in de gaten houden. Ik ga naar New York en let niet op de hoogteverschillen. Ik ga 12 minuten letten de FTP-zone waarin ik fiets.
Het is een flinke inspanning. Het hoogteverschil is ook al een uitdaging, maar ik trek me niks aan van het tempo. Ik heb de training in Zwift geprogrammeerd en hoeft alleen maar het pijltje in de juiste zone te houden. Dat vind ik helemaal prima te doen. Het is maar een half uurtje en ik fiets de 15 kilometer vol en dan zeg ik New York goodbye!
Vrijdag 22 januari: een dikke kwart triatlon in ongelijke delen met ongelijke wisselpauzes! ??♀️???????♂️
Eigenlijk heb ik geen idee wat ik wil vandaag. Voor vanavond heb ik zwemkaartjes. En ik wil een halve marathon lopen. Of toch liever niet? Een vet stuk fietsen is ook lekker. En mijn boek uitlezen is ook tof. Ga ik met iemand mee of iemand met mij? Ik blijf een tijdlang liggen te lezen, ga op de weegschaal staan die deze week te verwachten slecht nieuws heeft en dan meld Manuel dat hij een stuk mee zal lopen. Ook prima, maar dan ga ik ook geen halve marathon lopen. Ik ga dus een kilometer of 12-15 lopen en dan vanmiddag nog even fietsen en vanavond zwemmen. Ik moet nog iets doen voor mijn werk, Manuel heeft een route bedacht. We gaan rond kwart over 11. Het gaat wel lekker eigenlijk.
Ik klets Manuel weer eens de oren van het hoofd en de route is dan wel bekend, maar het zonnetje schijnt en alles lijkt net een beetje anders. We lopen helemaal richting de gevangenis Almere Buiten. Daar hebben we wind tegen en ik word erg blij van het feit dat Manuel er rekening mee heeft gehouden dat we op de dijk wind mee zullen hebben! Dan ben ik zo trots op ‘m, dat ik dat aan hem kan overlaten!
Op de dijk is het Hollands mooi met de wolken. We lopen de 10 kilometer binnen een uur.
Niet omdat het moet, maar omdat het kan. We blijken toch over het fietspad te mogen vandaag en die kans nemen we. Ik wil ergens wel een wandelpauze, want het beetje yoghurt is intussen wel opgebruikt, maar het is ook niet echt-echt nodig. Dus we lopen door op een redelijk tempo. Eigenlijk wil ik de 14 of 15 kilometer nu ook wel volmaken. We lopen een beetje om en dan moet ik nog anderhalf blokje om het huis heen. Ik moet voor een grote boodschap ook naar de WC en de laatste kilometer gaat niet meer zo hard. Ik haal 15 kilometer binnen anderhalf uur. En dan werkt het slot van de deur niet mee en wordt het een vies boeltje ?. Spoel ik me nog net voor de lunch even snel af.
Na de lunch lees ik mijn boek en dan ga ik fietsen in Watopia. Ik vind 50km wel een goed idee, omdat ik ook al 15 kilometer heb hardgelopen. Klinkt dat raar? Voor mij niet dus. Ik ga bellen met mijn zus. Fiets ik lekker kalm aan de berg op en let ik niet zo goed op de cadans.
Het gaat dus niet in een toptempo. Ik fiets ook verder omhoog naar de radiotoren.
Maar niet door de jungle! Ik ga lekker hard omlaag en dan ben ik klaar met bellen. Ik moet de hele vulkaan nog rond.
Met de optellende hoogtemeters is het tempo niet geweldig hoog, maar… ik fiets 50 kilometer vol! En 900 hoogtemeters schrijf ik bij. Zo kom ik weer een niveau hoger naar level 15.
Dan avondeten. Wel leuk om in elke wissel lekker veel te eten! Dat bevalt me wel. Een hoop pannenkoeken en dan de zwemspullen verzamelen om voor de laatste keer na negenen buiten te zijn. We hebben zwemtickets tussen 8 en 9 uur. Ik rij naar Amsterdam via het tankstation. We zijn lekker op tijd en kunnen onze wetsuits aandoen, Vincent en ik. We liggen snel in het water en ik heb al bijna 200m gezwommen als Vincent achter me opduikt. Mijn brilletje kliert nog even. We zwemmen in de rustige baan en dan gaat het licht uit. Op mijn horloge na is het donker. Het is net echt buitenzwemmen, maar dan met lijnen op de vloer. Ik zwem door. Het is weer eens iets anders. Vincent vindt het akelig en zwemt achter mij. Inhalen is wel een stuk lastiger!
Na 350m gaan de lampen 1 voor 1 weer aan. Ik blijf nog even tussen de schoolslagzwemmers en dan wil ik ook even doorzwemmen en ga ik naar de borstcrawlbaan. Ik zwem niet meer zo hard na alle sporten die ik vandaag al achter de rug heb. Ik zwem zeker 500m of meer en dan opeens – is het OP. Ik ben opeens heel erg moe en mijn armen en benen hebben totaal geen zin meer. Wat doe je dan? In mijn geval is het simpel: terug naar de langzame baan en over op schoolslag. Dat is megakalm voor mijn hoofd, maar voor mijn benen niet. Die krijgen niet snel genoeg besloten of ze voorgoed in de kramp zullen schieten. Ik ga over op een langzame borstcrawl. Mijn Garmin is wat positief, maar die heeft 1900m gemeten. Ik besluit er nog 100m achteraan te plakken en er dan uit te gaan. Wat ben ik blij als ik het tikken om het bad te verlaten na 50m hoor! Ik zwem de 2000m vol en klim het bad uit. Vincent heeft de volle drie kwartier gezwommen en is apetrots.
Mijn Applewatch houdt het op 1800m, dus ik neem het gemiddelde van de 2 horloges, wat volgens mij aardig klopt! Ik ben moe en blij dat ik voetencreme bij me heb. Vincent zegt de helden van de Challenge nog gedag (ze herkennen die grote knul nauwelijks als de ‘kleine Vincent’ die hij was toen ze hem voor het laatst zagen) Het licht bij het bad gaat weer uit.
15 km hardlopen – 50 km fietsen (met 900 hoogtemeters) en 1900m zwemmen in 4 uur en 37 minuten. En mijn boek is uit!
Zaterdag: Een wandeling met de familie
Een bezoekdag. We hebben de hele week vrijwel niemand gezien en we zijn overdreven schoon geweest. Vandaag wordt mijn schoonvader 80 jaar en mijn vader heeft een nieuwe computer nodig. We rijden langs Hilversum, kletsen daar gezellig en we eten een taartje ?. We rijden door naar Veldhoven (met een lunchstop onderweg) en kletsen daar ook weer met een taartje ?. We wandelen met mijn ouders hun rondje.
Het gaat ze gelukkig een stuk beter! Ik ben trots op ze dat ze weer 4 kilometer kunnen rondlopen. Voor ons een laag tempo, maar voor hun toch weer erg lekker! Daar blijft de sportbeleving van de dag bij. Mijn benen en mijn armen zijn er heel erg gelukkig mee.
Zondag 24 januari De halve Marathon van Egmond – iemand aan een PR helpen.?
Eerlijk gezegd had ik er een hard hoofd in dat ik vandaag 21km zou kunnen lopen, want ik had bij hoge uitzondering totaal geen zin. Joyce ging mee en we rijden met de Mercedes en we gaan niet supervroeg, maar ik heb niks met Egmond en we lopen op het verkeerde moment met de vloed die opkomt. Ach, we zien wel. Joyce zou graag de halve marathon binnen 2 en een half uur lopen, maar ik weet niet of mij dat lukt.
We vertrekken even over 11 uur. Ik voel het meteen: oh, dit gaat wel. “Tjemig”, zegt Joyce, “ik weet dat over een kilometer of 8 pas als we van het strand af komen!”. Ik heb mijn straatschoenen aan, want een groot deel van de route zal ook verhard zijn.
Langs de vuurtoren en dan langs de massa’s mensen en zo lopen we het strand op. “Zullen we blijven hardlopen?” stel ik voor. Maar Joyce is al bezig met het verwerken van zand en stappen maken. Joyce is geen ‘zandloper’, dus de komende kilometers zullen voor haar een beproeving zijn. Ik loop prima.
Wind mee, nog redelijk hard zand en ik kan kletsen. Joyce mag altijd kwebbelen in de auto en ik tijdens het lopen; goed verdeeld toch? We gaan steeds ietsje langzamer, maar ik hoop onder de 7 minuten op de kilometer te kunnen blijven.
Ik erger me kapot aan de drukte. Veel fietsers, massa’s kinderwagens, honden. Veel te onrustig wat mij betreft! Een groepje fietsende mannen roept ons na: “Goedzo meiden!” ? Na een kilometer of 4 wordt het rustiger. Ik blijf bij Joyce lopen. Intussen is het warm genoeg. We lopen 5 kilometer in iets van 33 minuten en dat is behoorlijk snel voor Joyce. Zeker op het zand, terwijl de zee weer oprukt en we steeds iets meer richting mul zand worden gedwongen.
Het wordt weer drukker naarmate we dichter bij Castricum komen. “Nog even” zeg ik tegen Joyce, “dan mogen we dat strand af!” We zitten op 7 kilometer en de achtste kilometer met een oversteek de duinen in over mul zand en omhoog zal wel rustiger aan.
Ik zie dat Joyce kapot is. Ze kan niet blijven hardlopen. De combinatie vermoeidheid en moeten wandelen, maakt Joyce emotioneel. Mij maakt het niet uit hoor, dan doen we er 3 uur over – kan mij niet schelen. Toch denk Joyce er niet aan om op te geven. De halve marathon zal er komen! Eventjes een gel eten die ik bij Castricum kan weggooien en als we de duinen inlopen (nog steeds onverhard dus), pakken we het hardlopen ook weer op.
Ik moet plassen. Al de hele tijd, maar het is zo druk overal dat ik nergens de struikjes in kan duiken. We wandelen de stukjes omhoog. Joyce komt weer wat bij en laat de tijd ook de tijd. Dan gaan we toch verhard lopen en ik loop even vooruit, duik de struiken in en haal Joyce dan weer bij. Dat is toch even doorlopen, maar dat lukt me wel. We lopen om de camping heen. Omdat het nu veelal verhard is, blijven we hardlopen. Ook als er weer een stukje bos komt met lichte modder.
Maar vanaf nu zijn het grotendeels klinkertjes. Ik zet kwebbelmodus aan en vertel over de loop van vorige week met PL. Na 13 kilometer duikt Joyce even de bosjes in. Eigenlijk gaan we nog best heel goed qua tempo en zou de 2 en een half uur nog haalbaar zijn. Dus we hollen en kletsen weer door.
Er zijn veel fietsers. 1 Mevrouw vraagt ons vanaf haar electrische fiets hoeveel we gaan lopen en we noemen de 21 km. Ze roept bewonderd: “Oh, een halve!”. Bedankt m’dam ??.
Op 15 kilometer ga ik aan het tellen. Voor een tijd rond de 2,5 uur moeten we de 6 kilometer in 3 kwartier lopen. Ik denk dat dat lukt, want het blijft verhard. Ik ben blij dat ik geen trailschoenen aan heb! We nemen nog een kort wandelmoment en dan zetten we het weer voor 3 kilometer op een lopen. We zien Egmond al liggen, maar dan ineens is het weer druk en moet ik zelf wandelen voor een auto. Daar word ik stiksjachereinig van! Mijn linkervoet doet opeens pijn. Ik heb er toch geen kramp?! “Neem nu een Mars”, zegt Joyce en dat doe ik braaf, maar mokkig.
We zijn de parkeerplaats voorbij en gaan voor het laatste stukje. De kramp in mijn voet, is een steentje – ‘soort van gelukkig maar’. Uiteraard loopt mijn horloge iets voor, maar we hebben voor de laatste 2 kilometer dik een kwartier om binnen de 2,5 uur terug te zijn. Ja, we moeten nog omhoog en druk Egmond door, maar dat is heel erg haalbaar! Dus kilometer 20 en 21 brengen we nog hardlopen door. ‘Vanaf het moment dat het omhoog gaat’, zou Joyce er aan toe voegen. We lopen door de drukte, langs de vuurtoren en ik zie dat we het gaan halen.
In mijn virtuele wereld zie ik de finishboog al staan! Ik haal het met een soort van gemak in 2:26 en Joyce is ietsje later ook binnen op 1:27:02.
Daar is zij beretrots op, want na de eerste kilometers strand stond het huilen haar nader dan het lachen. Dit is voor haar een prachtige prestatie. Zij heeft maximaal gelopen. We hebben netjes onder de 7 minuten per kilometer gemiddeld gelopen.
Ik ben ook blij dat ik het gehaald heb, maar zelf heb ik in een andere zone gelopen.
Als ik thuiskom en weer schoon gedoucht ben, wandel ik met Rob op en neer naar de Plus supermarkt. Dit was wéér een week met een overschrijding van het aantal uren in het schema. Ik denk dat ik volgende week een soort van pauze neem. Misschien ….