Maandag 25 januari: Er op uit met de trainert ??♀️??♂️
De trainer heeft al in tijden niet meer vele kilometers achter elkaar gemaakt. Ik ben verantwoordelijk voor een route van ongeveer 10 kilometer en we doen het vooral rustig aan. Dit is anno 2021 de beste manier om bij te praten! Ik neem de trainer mee naar Nunspeet. Daar is bos en zand en het is hartstikke lekker weer. Droog, beetje zonnig zelfs en niet koud.
Mijn trainer is een heerlijk blijmoedig mens. Ook al komt hij langzaam terug van een depressie. Hij is niet streng, ook al vindt hij dat ik best wel een keer de voetjes van de vloer zou moeten houden. Hij vraagt goed door over de wilde plannen die ik maak, maar zal er wel een schema op schrijven wat mij past (behalve die rustdagen dan). We lopen lekker te kletsen in het rustige bos. Hij geniet en ik hou het vol, zeg maar ?
Wat mij betreft lassen we een wandelmoment in! Gelukkig loopt hij heerlijk door. Hij laat mij kletsen en mopperen en we komen op het zand. Dat vergt even iets meer. Zowel wandelmomenten als ploeg-ervaringen!
Hoewel het -als altijd- wel gaat, ben ik blij dat ik vandaag maar 10 kilometer hoeft te lopen. Het is genieten. Vooral het laatste stukje single-track wat op en neer gaat.
Hij kent me goed genoeg om te weten dat het nooit minder dan 10 kilometer zouden worden! Dat de buitenlucht hem goed heeft gedaan, doet mij ook goed!
Dinsdag 26 januari 2021 New York ? in Zwift tijdens het thee-kransje
Ik ga de After Party doen voor de Tour de Zwift. Dat verkies ik boven een bootcamp met de Trispiration-meiden. Geen snelheid vandaag qua fietsen, want ik luister lekker mee naar de bootcampers. De After Party’s bewaren het klimmen voor het laatst! Ik kies de Ladies Ride in New York. 60 Meisjes, meer niet!
Het is al snel ‘hommeles’. Doordat ik niet echt in Zwift ben en doordat ik wat vermoeid ben, fiets ik als een oude krant en raak ik achterop tot en met. Het maakt me niet uit: ik luister lekker naar de bootcamp en trap maar wat. Ben ik zowat laatste.
Na de bootcamp, ‘kletsen’ we nog even na in een Zoommeeting. Als dat theekwartiertje om is, begint mijn klim. Ik ga me concentreren en nu zie ik de andere dames voor me dichterbij komen. En niet 1 of 2, maar bij bosjes! We rijden naar boven, New York van de toekomst in. Het is nog steeds heerlijk rustig.
Ik haal zomaar een meid of tien in. Ik ben echt ontketend! Trap even lekker door en begin te denken dat ik nog wel hoger zou kunnen eindigen! Ik zet me er even toe en van de 58ste plaats (van de 62!) trap ik me naar de 43ste stek.
Yeah, sure: ik ben een klimmer geworden! ? En dan maak ik de 40km vol, want het laatste stuk afdalen mag ik dan toch zeker ook!
Woensdag 27 januari. Doodgaan op een FTPtraining in Zwift. ?
Een half uurtje training staat er. Op wattage. Dan meet je dus hoeveel kracht je trapt. Of zoiets. Ik snap het niet helemaal, maar ik krijg een schemaatje hoelang ik hoeveel % van mijn FTP moet trappen. Vandaag ga ik voor het eerst over de 100% heen. Een paar keer 3 minuutjes “maar”. Ik kies een vlakke route van ongeveer 17 kilometer. Voor 33 minuten moet dat meer dan genoeg zijn. Tijdens deze training let ik niet op de kaart of de omgeving, maar op het dashboard; dat ik ‘binnen de normen’ blijf.
Mijn FTP ligt op 160 ongeveer, dus 190 is echt enorm doorwerken. Zweten. Doorzetten. Harder trappen dan je eigenlijk kunt. Het tempo ligt onwijs hoog en ik trap iedereen omver. Drie minuten. Drie hele lange minuten. Drie hele minuten. En daarna even rust. Dan gaat iedereen mij maar weer voorbij. Ik haal even adem en ik kijk al uit naar de volgende 3 minuten. ?
Wat soort van grappig is, is dat de Zwift ‘meedoet’. Hoe langer je boven je max rijdt, hoe vager het beeld wordt. Het zweet loopt in je ogen, zeg maar. Vervaging van je blikveld. En in de verte het poortje naar de verlossing! Voor een paar rustminuten. Ik doe vijf blokjes van 3 minuten boven mijn max. Uiteraard maak ik die vol! De 17 kilometer: die blijken toch te weinig te zijn! Ik fiets heel kalm de 20 kilometer vol. Na 35 minuten stap ik af voor een zeer welverdiende douche! Om weer tot leven te komen.
Donderdag 28 januari: een rustdag ? met een stukje Zwiften.
Voor ik weet, heb ik met een vriendinnetje digitaal afgesproken om in Watopia te gaan rijden. Sorry trainert, dat begrip RUST is echt niks voor mij! Want last van de training van gisteren heb ik al lang niet meer. En 3 rust-loop-dagen vind ik moeilijk genoeg. Ik heb nog nooit met iemand rekening hoeven te houden in de virtuele wereld, dus dit is een nieuwe ervaring. We moeten elkaar even zoeken (‘ik sta bij de brug’ ‘aan de andere kant’ ‘we keren weer om’ ‘oh, jij ook?’ en dan fietsen we bij elkaar) en gaan dan bellen. Hoewel ik veel minder lang Zwift heb, heb ik meer gefietst als de moeder van 3 aan de andere kant van de lijn. Zij is nog nooit op de prairies geweest. We blijven bij elkaar fietsen.
Het gaat mij prima af. Ik kwebbel lekker door en hoop dat MK ook rondkijkt! Je moet wel wat luider praten door de telefoon, maar de tijd vliegt. Ik wijs haar op de dino’s en de beer. We fietsen om de beurt voorop.
Zij wil 30km fietsen en ik ben wat eerder begonnen, dus ik zal er eerder zijn dan zij. Ineens stopt mijn Zwift. Ik trap me suf, maar ik sta stil! Dat is dan raar, want ik heb dat nog nooit meegemaakt. Ik stap weer op en moet ‘r inhalen. Langs de heetwaterbronnen.
We gaan nog door de aquatunnels. Het zullen er toch 30 moeten worden vandaag aan kilometers! Ik merk dat het klimmen me niet zo gemakkelijk meer af gaat.
Op het einde neemt zij net een andere afslag dan ik. Ik ga terug downtown in en maak mijn rondje af op 33km als ik rond ben. Zij maakt de 30km vol. Het was gezellig, maar niet gemakkelijker! En toch ga ik vaker afspreken in Zwift.
Vrijdag 29 januari Modder, water ?, wind? en brugjes in ‘t Twiske.
‘s Morgens ga ik met een vriendin wandelen. De enige manier om bij te praten, nu alle horeca dicht is. Gelukkig is het net droog als we vertrekken. Ze is nog nooit bij de Oostvaardersplassen geweest! Het blijft droog en al kletsend gaan er zo’n 6 kilometer onder onze voeten door.
‘s Middags ga ik met Joyce hardlopen. We gaan naar het Twiske bij Landsmeer en Oostzaan. Daar ligt een paaltjesroute van 16 kilometer. Deels verhard, deels onverhard. Ik twijfel of ik de oudere hardloopschoenen aandoe of de trailschoenen. De trailschoenen lopen echt niet lekker op verhard, dus het worden de zwarte Asics. Er is een WC bij het startpunt! Dat is een ongekende luxe. Het waait flink. Merken we als we langs het water lopen. Dit is onze rustweek, dus we gaan niet zo snel. We komen op de vlonders tussen de golven door en het is GEWELDIG.
Het ligt vol plassen overal. Ik denk: ga er maar gelijk doorheen, dan hebben we dat gehad.
De route is prima te volgen. We lopen ons wel warm. Dan komt de modder. Ik hou niet van modder. Het vergt zoveel souplesse! Je moet zorgen dat je stappen hoog genoeg zijn én zorgen dat je niet wegglijdt. En dan worden je voeten nog nat en vies ook.
Joyce zei al snel: “het gaat jouw gemakkelijk af he, vandaag”. Het ziet er beter uit dan ik het voel blijkbaar. Ik heb niet zoveel zín vandaag. Als we na 4 kilometer op asfalt staan, wil ik even van mezelf weten hoe hard ik eigenlijk nog kan lopen. Er zit een stukje modder in waar ik bijna uitglij en ik moet even kijken hoe de route nou precies loopt, maar ik trek door naar 5:30. Heb ik het ook even warm.
Door naar de draaiende Twiskemolen. Ondertussen kletsen we en komen nog meer modder tegen. Er zijn ook veel andere wandelaars. De molen is altijd mooi en met de wind, het water en de bruggen versterkt dit het Hollandse tintje.
Na de molen volgt weer modderige ondergrond en dan wordt het even vaag. Veel huizen, een ommetje in de route en ik irriteer me even aan alles. De kaalheid, de ontbrekende paaltjes en al helemaal aan vuile drekkerige paardenvijgen-modder. Dan komen we in een mooi natuurgebied met moerassen en prachtige bomen en een grazend rund.
Ze hebben leuke hekjes, die je half openmaakt en dan stap je er overheen. Runderen kunnen dat net niet. Zowel er-overheen-stappen als het deurtje-openmaken.
Ik ben wat vermoeid. We gaan door het bos en ik ben even de paaltjes kwijt. Dan lopen we het open land in. In de verte de huizen, verder alleen maar water en land. En modder. En koeien die net vers hooi krijgen. Wij moeten door de modder die vermengd is met koeienstront. Yeah- right ?
Water, modder, onverharde grond en vlakte. Heel even miezert het. Wij wandelen een stuk, want de modder tussen je tenen en de ongelijke, glibberige ondergrond is vermoeiend. Dan komen de bruggetjes. Lange, smalle bruggen.
Ik kan mijn schoenen in het water schoonmaken, dat helpt een beetje. De parkeerplaats is zowat te zien, maar er ligt water tussen. Wij moeten nog om het water heen. Dat het vandaag bij 16 kilometer zal blijven vind ik helemaal prima. Ik ben er wel zowat klaar mee. Het is nog altijd mooi. Met de vogels en het water en de vlakte en een enkele boom.
Nog een brug. Nog wel twee zelfs: een ‘gewone’ houten met 2 relingen en 1 zonder relingen.
Ik vind de laatste 2 kilometer echt afzien en ik tel af ook! Achteraf ben ik onderweg weer eens iets vergeten… Ik heb nog precies evenveel gels bij me als toen ik vertrok. We hebben lang over de 10 Engelse Mijl gedaan als de WC weer in beeld komt. Het was mooi, maar ook zwaar. Het toppunt van Nederlands: wind, water, bruggen, modder en een molen. Een stomme hond jatte de chips uit de auto, zodat ik ook naderhand niks te eten had. Ik realiseerde me toen pas dat ik onderweg niets had bijgevoed.
Zaterdag 30 januari. Rolling Hils in Zwift zonder zin. ?
Er staat een koppeltraining. Ik weet niet of hardlopen goed is. Niet dat ik spierpijn heb ofzo, maar het voelt gewoon allemaal een beetje vermoeid. Dus ik stap eerst op de Tacx voor stage 6 van de Tour de Zwift. Heuveltjes met zo’n 100 andere dames. We starten in het donker.
Gewoon in Watopia. Aquatunnels, heuvels, Italian Villages en downtown. En dat dan drie keer. Ik lig op de 60ste plek. Er is een groot peloton waar ik in zit. Ik laat me maar meenenen. Ik heb na 10 minuutjes al niet meer zoveel zin. Wat doe je dan? Hard doorfietsen, want dan zijn de 31 kilometer snel voorbij!!
Het beetje heuveltjes kom ik goed op. Dan dring ik wat naar voren, maar later haalt het peloton me weer bij. ‘Ach’, denk ik, ‘zo ben ik met een uurtje klaar.’ Ik fiets wel vet door en mijn benen hebben het niet gemakkelijk, dus ik ga niet meer hardlopen.
Ik denk elke keer: op 15 kilometer laat ik me terugvallen. Of na een half uur. Maar in de groep fietst het zoveel gemakkelijker! Dus ik blijf erbij. En langzaam aan kom ik dan vooruit richting de 50ste plek.
Omdat ik toch niet meer ga hardlopen, heb ik op het einde nog iets over om mee te versnellen. Ik heb in de heuvels goed geïnvesteerd en vooruit gegaan en downtown in bijt ik nog even door. Ben ik mooi klaar met de 31 kilometer in krap 54 minuten.
Dat is een gemiddelde van 34.6! Ik stap af, druppel uit en ga lekker een stuk met Rob uitwandelen.
Zondag 31 januari: Een trail met Vincent over de vlondertjes. ??♂️??♀️
‘s Nachts voelde ik me totaal niet lekker: ik lag wakker en had (erge) krampen in mijn buik. Dus stelde ik het lopen een uurtje uit. Waarin de krampen wegtrokken, maar ik niet meer bijsliep. Om half 11 vertrokken we dan toch maar. We reden naar Heidezicht – waar het OVERVOL was. Geen 1 plekje vrij! We parkeerden in de woonwijk. Het was ijskoud en het vroor. Niet alleen de parkeerplaats, maar ook de heide was mutjevol. We slingerden om de mensen heen, maar het duurde anderhalve kilometer voor we de massa kwijt waren.
Ik snap het wel, want het was hartstikke mooi, met de bevroren dauw op de heide, maar al die mensen…. Ik word er zenuwachtig van! We liepen over de natuurbrug en het tempo lag laag, maar het ging wel lekker. We kwamen bij de vlondertjes. Daar gingen we voor!
We liepen er voorzichtig overheen. Het water was een heel klein beetje bevroren. We maakten veel foto’s. En toen gingen we nog een keer. Niet op snelheid, maar op genieten-heid ?
Daarna staken we over bij de stoplichten en we gingen weer terug naar de hei. Paarden, veel fietsers, wandelaars, hardlopers: in grote getalen! Ik merkte wel dat ik wat vermoeid raakte. We speelden een woordslang met sportartikelen. Dat viel nog niet mee, maar was wel erg gezellig! We liepen door de kleine stukjes bos en over de hei. Na een kilometer of 7 was het tijd voor een flink wandelelement.
Toen kwamen we weer in de grote massa terecht en we bleven even slalommend tussen honden, kinderen en kinderwagens door hardlopen tot bij de auto. Nog geen 9 kilometer. We hebben plezier gehad!
Heb ik in januari 192 kilometer hardgelopen (191, 93 om precies te zijn). Die laatste kilometers zullen me wat! Ik heb ook 450km gefietst en dik 6km gezwommen én nog eens 72 kilometer gewandeld. Het is wel genoeg.