Zondag 1 augustus. ?♀️ Fietsen in de regen ? zonder nat te worden ☂ . Back To Zwift.
Nederlands weer (buien, onberekenbare buien en grijs) en 3 uur fietsen op het schema. Überhaupt zie ik al de hele week op tegen 3 uur fietsen, maar 3 uur fietsen in de regen – dankuvriendelijkenbedankt, maar liever niet. Dan kun je normaliter twee dingen doen: 1 – denken: stik erin met je schema; wat niet kan dat kan niet en dit is de laatste vakantiedag, ik heb wel iets beters te doen. Ik ga op de bank zitten en F1 kijken en tijdschriften lezen onder een dekentje. Liefst samen met koekjes, M&Ms en chips binnen handbereik. Of 2 – de Tacx weer ‘s van stal halen, met wat heuveltraining en muziek/tv erbij lijken 3 uur een stuk korter! Je krijgt de route voorgeschoteld en je kunt afstappen als je naar de WC (wasmachine/lunch/andere TVzender) moet. Dan lijken 3 uur…. nog steeds eindeloos
Op Anke zit geen optie 1. Ik heb nog even gezocht. In de spiegel de achterkant bekeken. Ik moet minstens 2 uur en twintig minuten fietsen voor een hele week met keurig groene trainingen en hoewel de bank echt zijn best doet (de tijdschriften liggen er al, de cola staat klaar), komt die fiets toch weer op de Tacx te staan. De koekjes gaan mee naar boven en ik ga virtueel naar Londen.
De Pretzel ga ik fietsen. Niet nadenken maar trappen. De training en de hartslagzones blijken al snel wederom een zinloze aangelegenheid door te bestaan uit vertaalfouten tussen TrainingsPeaks en Garmin en mij. Soms regent het buiten, maar ik blijf droog. Wel druppel ik leeg van het zweten. Voordeel van de Tacx: koekjes bij de hand, tijdschrift lezen kan ondertussen en ik beloof mezelf dat ik kan afstappen en een pauze kan houden. Na een uur. Wat ik verleng tot na de Surrey Heuvel. Daar komt het nadeel van de Tacx: sowieso veel meer bergen dan ik in de polder ooit tegen zal komen!
Ik stap pas af na dik anderhalf uur. Voor een koffiebreak! Ik ga na de F1race wel weer verder. Eerst de droger aanzetten. Rob zegt me dat ik ook de race kan kijken terwijl ik fiets. Dat lijkt me aan alle kanten beter! Klinkt als fijne afleiding.
Ik fiets beter dan zij rijden! Mijn koptelefoontje zorgt dat ik prima het geluid kan horen en ik vind het inderdaad leuk. De tempoblokjes met fietsen sla ik nu over. De heuveltjes zijn mijn tempoblokjes. Na dik 56 kilometer (volgens Zwift) is de route klaar. Ik sluit Londen af terwijl de race wordt stilgelegd en ze met ducktape de auto van Max Verstappen gaan maken.
De tijd is nog niet helemaal vol. Nog ietsje langer. Dus ik blijf op de fiets. Die ook wel wat ducktape kan gebruiken omdat de tacx niet meer wil contacten met Zwift. Na gepruts en de herstart van de race, zit ik ook weer klaar voor een rondje vulkaan. En regen! Deze keer een soort van binnen. Virtueel.
De race leidt me uitstekend af. De vulkaan ken ik wel intussen. Ik doe mijn rondes en kijk naar Verstappen en Hamilton en Ocon. Ik fiets nog 15 kilometer erbij en zit dan boven de 70 kilometer in net geen 3 uur. Met wat hoogtemeters. Ik ben het zat , stap af en kijk de race op de bank uit!
Zaterdag 31 juli – Totaal geen zin om te gaan ?♀️ hardlopen
Anderhalf uur staat er op het schema. Met 4 blokken erin van 8 minuten in zone 3. Ik had er geen zin in. Ik stelde het maar uit. Tot na het avondeten. Na de wandeling met de kat dan. De andere kat ook nog. Uiteindelijk moest ik weg om op tijd terug te zijn voor de boodschappen en voor het donker. Eerst 21 minuten in zone 1. Omdat er tussen Garmin en TrainingsPeaks nogal eens wat onduidelijkheid is over de hartslagzones had ik het maar zelf ingevuld. Ik hoopte echt dat ik het 12 minuten zou volhouden. Meestal wordt het daarna leuker, dan zijn alle hardloopsystemen opgestart en gaat het makkelijker. Nopes. Not today. Na een kwartier baalde ik nog van zone 1. En van het bijbehorende tempo. Een hopeloos tempo. Ik was na 15 minuten al aan het bedenken waar ik naar de WC zou kunnen. Maar de pedicure zag ik wandelen, dus dat was geen goede plek. Ach, er is een heel Kotterbos. Ik probeerde het echt: lachen – want dan komt het goed, genieten van de zon; en vrolijke gedachten, maar het hielp niks. Ook muziek op de nieuwe oordopjes verlichten het leed niet. Ik liep te harken en te slepen.
Toch liep ik nog na 21 ellenlange minuten zone 1 waarin ik niet eens 3 kilometer haalde! Als ik er dan toch ben, dan maar zone 3 proberen. Het tempo bleef ver achter. Dat lag blijkbaar naast de ‘zin’. Ik wilde wel de paaltjes bereiken, dus ik pushte mezelf even, maar daar bleef het bij. 1.39km in 8 minuten. Belabberd.
Toen een paar minuten wandelen. Om bij te komen. Om iets te vinden. Ook aan de andere kant van het Kotterbos was er geen zin te bekennen. Wel net iets te druk voor een stop. En nog een keer 8 minuten tegen de zon in over het mooie fietspad in alle rust en op een hoger tempo. Het had mooi zonnig en gemakkelijk geweest als ik het leuk had gevonden, maar de aandrang won het ruimschoots van het mooie uitzicht. Na 7,5 minuut zag ik een stukje bos precies geschikt om bemest te worden. Ik bespaar je de details, maar het luchtte op. De laatste 30 seconden liet ik voor wat ze waren. Wederom precies 1.39 km in 8 minuten. Rustig wandelen, een foto maken van de mooie omgeving en bedenken dat je pas op de helft bent.
Iedereen die geen Anke heet en niet is wie ik ben, had de korte route naar huis gepakt en geweten dat het ‘m niet meer zou worden. Maar deze Anke wil naar de spoorbrug toe in 8 minuten nu de druk eraf is. Ook al is dat om. Ook al is dat absoluut niet de kortste weg naar huis terug, waar de zin ligt. Op de bank. Ik haalde het en het tempo ging opeens flink omhoog! Ik haalde er zomaar 1.5 kilometer uit in 8 minuten! Als je dan zo weinig zin hebt en nog een keer 8 minuten moet versnellen, dan kan dat gewoon op het fietspad. Theoretisch. Voor de meeste mensen. Maar niet voor mij. Ik ga onverhard de plassen langs.
Want dat onverharde maakt het nog zwaarder. Met de wind tegen. Om een hoog tempo te houden, om je heen te kijken en in de juiste hartslag te blijven, kan je beter op dat asfalt blijven. Ik vermoed dat anderen dat zouden doen. Voor deze Anke die geen zin heeft geldt: dan maakt het niet uit wat de omstandigheden zijn. Ik moet bekennen dat het tempo hoog lag, de omgeving met de oerossen en het licht écht geweldig waren en dat de glimlach ook serieus was. Ik heb zowaar een minuut of 5 genoten. De rest heb ik gepoogd weg te tellen. Geloof het of niet, wederom 1,5 kilometer!
Toen was ik moe. Maar nog niet thuis. Weer had ik de korte route kunnen pakken, maar nee… Om via de berg. Even snel een SMSje naar huis sturen, want de boodschappen zijn vervroegd! En ik moet nog 2 kilometer uitlopen. Terug in zone 1. Met pijnlijke benen. Dat kan er ook nog wel bij, geen zin, geen tempo en zware benen. Ik nam me voor om toch 1 kilometer te blijven joggen. En toen die er op zat en de brug in zicht kwam en de zon onder ging in prachtige kleuren geel en rood, dan maar 2 kilometer. In de wijken was het druk en dan wil ik er zo snel mogelijk vanaf zijn en 12 kilometer halen, dus ik liep het hele stuk naar huis onafgebroken door. De boodschappen kwamen na mij. Had ik nog even tijd om bij de bank te zoeken: daar lag het potje zin hoor! Tussen de kussen. En ik lag erbij. Naar mijn scherm te staren waarop staat dat ik deze maand bijna 200km heb hardgelopen. En 650 kilometer gefietst. 15 kilometer gezwommen. Ik had zeker niets beters te doen!
Vrijdag 30 juli. 2000 bewegingsdoelen ⌚️ , zinloos fietsen ? en ?♀️ ?♂️
Dat fietsen lijkt me niet zo te liggen. Misschien omdat ik geen ligfiets heb? ? Ik vind het veel tijd kosten en zie weinig vooruitgang. En het is zo afhankelijk van het weer. ? ? Vandaag moet ik 2,5 uur fietsen. Het blijft droog en ik heb een interval staan, dus ik ga het er ‘s morgens maar tussen proppen. Ik ga richting Muiden. Door de stad in zone 1. ?-> het moppergezichtje is zowel voor de stad als voor zone 1, met het slome tempo. Ik hou het Spoorbaanpad aan tot het opgebroken is bij het station ? en dan ga ik via de wijken. Met wisselend succes qua fietspadkwaliteit en doorstromingsmogelijkheden. Ik ontdek wel hoe ik beter door de bochten kan balanceren in plaats van sturen – en dat bedoel ik positief! De Hollandse Brug over in zone 1 is helemaal vreselijk ? Heel traag omhoog en naar beneden kom je dan niet eens in zone 1. ? Muiderberg door is minstens even erg of erger. Klinkertjes. Ongelijke klinkertjes. Ik smokkel een stukje wandelpad. Het dijkje over richting het kasteel gaat lekker: fijn pad, rustig, rechttoe-rechtaan, tempo en lekker liggen.
Dan moet/mag ik 3 keer een kwartier in zone 2. Natuurlijk moet ik eerst nog wat ophaalbruggen over in Muiden, maar dan kan ik even ‘los’. Inhalen, stoplichten en oversteken en dan ben je zone 2 alweer uit, maar het verkeer gaat (letterlijk en figuurlijk) voor. Dat gaat beter de Stichtse Brug over! Ik haal het gemiddelde tempo lekker op! In de tweede pauze langs de strandjes iets nieuws: de reep openmaken en half opeten. Ik vind het niks makkelijk, maar het lukt en het smaakt me! Ik drink ook netjes uit de bidon met sportdrank. De wonderen zijn de wereld nog niet uit! Langs de windmolens ga ik weer als een speer. Echt nu, want ik heb (een beetje) wind mee en de dijk is heerlijk rustig, recht en makkelijk fietsbaar. Ik verbaas me hoe ver ik kom in een kwartier als ik aanzet. Wonder nummer 2: zo wordt het nog wat met fietsen! Ik eet -ja heus- de andere helft op van de reep en drink -echt waar- de bidon leeg. Ik ga nogal makkelijk thuis komen zo, want ik heb minder route over dan hardrij-tijd. Langs de plassen en ik haal de 50 kilometer binnen 2 uur. Ik fiets nog om via het Kotterbos, om zo dicht mogelijk bij de 2,5 uur te komen. 60 kilometer in 2 uur en 17 minuten. Zo groen als de training maar kan zijn, een dikke voldoende en ook nog eens behoorlijk gevoed!
Ik heb de laatste badge van Apple binnen. Ik heb 2000 bewegingsdoelen gehaald. In dik 6 jaar dat ik een Apple Watch heb. Alle beschikbare doelen heb ik voltooid. Dan gaan we richting het zuiden om Vincent weer op te halen. Rob en ik maken een wandeling door het Herpense Bos en over de heide. Er valt geen spat regen.
Donderdag 29 juli. De Almeerse Berg ⛰ en omgeving.
Ik pikte Joyce op. Voor we naar de Ardennen gaan -wat volgende week al is- moeten we nog een keer wat hoogtemeters maken. Blijft een uitdaging hier in den vlakken polder. Ik had een idee om een aantal keer de ‘berg’ ⛰ op te rennen die bij het Museumbos ligt. Eerlijk gezegd: het leek al een slecht idee toen we op de bank zaten! Maar ja, uitdagingen zijn er om aan te gaan… We gaan eerst onverhard lopen en ik klets Joyce de oren van het hoofd. Tussen de brandnetels door maken we ons druk over discriminatie en minderheden en de grijze massa. We komen bij de ⛰. Ik heb Joyce uitgedaagd om te proberen te blijven hardlopen. We nemen de lange route. Tussen de schapen door.
Dat is niet zo erg, maar de bramentakken over het pad zijn niks leuk. We komen rennend boven. Er vallen een paar flinke druppels. Verfrissend zullen we maar denken. Mooi uitzicht. Even op adem komen en weer naar beneden via de lange route. We gaan de andere kant op door het cirkelbos. Weer tetter ik tegen Joyce aan. We lopen over de weg weer naar de ⛰ voor uitdaging nummer 2. De wind is fors. Die kennen we dan weer wel.
Tussen ⛰ 2 en ⛰ 3 doen we een korter stukje Museumbos. Dit is de training die ik Joyce ‘aanbiedt’: ook omhoog rennen op vermoeidheid, ook kort op elkaar. Nog altijd is het een makkie in vergelijking met de Ardennen die niet zo’n fijne hellingshoek hebben en niet zo netjes cirkelend omhoog lopen. Er zijn meer bomen die in de weg staan. Maar in Almere hebben we schapen!!
Boven wachten we elke keer even. Joyce blijft ook hardlopen. Het laatste stukje vanaf de 18m is elke keer een stukje zwaarder. De zon was gaan schijnen. Ik zei dat we nog een keer een langer stuk zouden lopen over de bruggen. Intussen had ik berekend dat ik in de uur en 3 kwartier ongeveer 15 kilometer moest halen. We gingen langs het labyrint en over het hobbelpad. Toen over het mini-brugje.
Daarna langs het water. Iets verder dan ik dacht. En dan begint Joyce altijd heel schattig met “sorry Ank, effe…” en dan stappen we een stuk flink door. We gingen over de brug.
Toen terug over het verharde pad. In de felle zon. Ik ging er vandoor. Op een bepaald moment pak ik mijn tempo op om maar zo snel mogelijk uit de zon te zijn en dan bedenk ik: ik loop de kilometer vol op eigen tempo en daarna denk ik: als ik eerder bij de ⛰ ben, doe ik twee keer en hoeft Joyce nog maar 1 keer en dan moet ik nog aanzetten ook en dan denk ik dat het een goede training is om vermoeid van een snelle kilometer die berg op te ploeteren. Ik ren omhoog.
En ik zwaai nog naar Joyce. Boven keer ik meteen om; dat kan er ook nog wel bij. Ik kom Joyce tegen en keer beneden om voor een laatste keer omhoog. Ik kom een paar keer dezelfde mensen tegen die vragen hoe vaak ik dit doe. Vijf keer. En dit is de laatste keer! Zelfs voor mij is het nu even doorzetten, maar ik kom vijf keer rennend boven. In de hete zon.
Na een bijkom-moment en een selfie/onsie gaan we terug naar de auto. 15 kilometer maak ik vol. Ik ben er niet vreselijk moe van, maar volgende week wordt toch wel degelijk een flinke uitdaging in de Ardennen!
Woensdag 28 juli. Ik doe niks sportiefs. Nog geen wandeling. De rustdag van de MAAND. Een lege dag in Garmin, dat kwam niet voor in mei en juni. 29 April was de laatste keer. De vijfde lege dag van dit jaar. De andere 203 staat er elke dag wel iets.
Dinsdag 27 juli Zwemmen – een training
Net als vorige maand, had de trainer een training voor me gemaakt. Ik heb die overgenomen in mijn horloge voor poging 2 om die te volgen. Eerst 200m inzwemmen. Met een achtje. Lekker makkelijk. Het gaat goed. Daarna moet ik 2 keer 250m zwemmen en letten op de techniek. Het is niet druk in de ‘snelle’ baan. Waar ik tegenwoordig zeer zeker thuishoor. Ik zwem zonder achtje en dat gaat tegenwoordig ook. Ik heb alleen nog steeds veel slagen nodig om aan de overkant te komen. Of is dat omdat ik meer snelheid heb? I don’t know. In de pauzes blijft het horloge aan staan. Dan moet ik 5 keer 200m doen, waarvan de eerste, derde en vijfde met paddels, maar daar maak ik een achtje van. Het gaat me nog altijd prima af.
Ik moet soms wel even kijken naar de training op mijn telefoon. Het horloge laat me weten wanneer hij een baan telt, maar de opdracht ben ik kwijt intussen. Ik weet hoeveel er zou moeten staan. En 10 banen krijg ik nog net zelf afgeteld. Na de 1000m (5×200) moet ik 7x100m op snelheid. Die ga ik ook maar doen en ik doe mijn best om vooral op techniek sneller te zwemmen. Bij de tweede keer 100m heb ik de baan voor mij alleen! Klinkt dat niet lekker? Helaas wordt het bij de vijfde keer heel erg druk met heel ervaren zwemmers. Dan lijk ik stil te staan. Maar zonder flippers en alles, doe ik het toch ook maar mooi! Ik denk nog: he, dat lijkt KH wel, maar in het bad herken ik mijn heldin pas aan haar Frysman badmuts. Die is echt voor weinig dames in Almere weggelegd! Ik onderbreek een hondertje om ‘r gedag te zeggen en kan haar even volgen om de een-a-laatste hondervijftig te maken. Het is voor mij al een wonder dat ik haar een stukje kan volgen! KH is een hele goede zwemmer. Er zitten dan ook al 2500m op voor mij. En ik heb geen achtje of niks. Ik maak mijn houdertjes af. De 8×25 ga ik niet meer doen, daar is het inmiddels te druk voor. Ik doe met achtje 250m uitzwemmen. Dan wil ik de 3000m nog volmaken. Ik doe dat dus maar in de schoolslagbaan. Rustig aan. Ook daar is het druk. We kletsen nog even, KH en ik. Tevreden ga ik weer naar huis. De zwemsnelheid is niet echt verbeterd, maar ik weet toch echt zeker dat ik beter ben gaan zwemmen! Misschien komt het door de pauzes.
Maandag 26 juli Donkere luchten boven de Oostvaardersplassen. ?♀️
Vincent is op kamp en die mag de hele dag lekker sporten. Rob en ik hebben het rijk alleen. ‘s Avonds ga ik lekker hardlopen. Ik trek alles op het schema elke keer een dag naar voren en nu staat er een uurtje hardlopen, waarvan 20 minuten in zone 1-2, 20 minuten in zone 2 en 20 minuten weer zone 1-2. Ik moet de training zelf invoeren. Korte broek aan en hoppa – gaan! Tussen de buien door. Zone 1-2 is prima te doen. Ik ga gewoon weer eens lekker langs de prachtige Oostvaardersplassen richting de dijk.
De kleuren van de lucht zijn echt prachtig. Met buien in de verte en de donkere kleuren. Er is niemand. Ik hobbel gewoon door met een hartslag die niet boven de 140 mag komen. Het tempo valt me mee. Ik kom helemaal niemand tegen. Het is prachtig om te zien hoe er een damp van water boven de paden hangt. Ik ga door naar zone 2 tot een hartslag van maximaal 150. Ik loop iets meer door, maar niet zo dat ik stuk ga. Het tempo gaat dan ook lekker omhoog, al is het wel zweten.
Ik moet mijn best doen om vol te houden. Dat ik niet denk na 3 kilometer dat ik klaar ben en dat het wel goed is als ik gewoon langzamer ga lopen. Dat is echt mond-training: doorlopen, ook als het niet meer vanzelf gaat. Dus dat doe ik dan maar. Er vallen een paar druppels, maar ze zijn eerder verkoelend dan alarmerend. Op de brug is het dampende water goed te zien. Echt apart.
Ik ga rustig terug naar zone 1-2. Dat is moeilijk om dan te blijven (soort van) dribbelen. Achter me hoor ik het donderen. De lucht is intussen geel. Dreigend geel. Dat is niet zo fijn! Ik hoor het door het nieuwe koptelefoontje heen. Die probeer ik uit, ook al is het Vincents koptelefoon. Het sluit mij iets te goed af en ik hoor ook het dreunen van mijn eigen stappen. Ik ga nog een stukje verder door de wijkom het uur vol te maken en dan nog om de AH heen om 10 kilometer vol te maken. In iets meer dan een uur.