Woensdag 18 augustus – Een dagje rust – need I say more?
Donderdag 19 augustus – Fietsen ?♂️ op de tacx met een ?
Fietsen. Buiten is het vroeg donker, dus ik ga op de Tacx. Kan ik ondertussen lezen! Ik dacht in Japan te gaan, maar er ontbreekt nog een route in New York. Die ga ik inlossen vandaag. Trappen maar!
Ajajajaj – ik was iets vergeten! Omhoog rijden. Dat doe ik al maanden niet meer, want de viaducten in de polder tellen niet. Nee, dit…. Lage versnelling en maar rondjes maken! En New York met die glazen panelen was helemaal niet makkelijk!
Ik lees rustig verder terwijl ik maar rondjes blijf draaien. Op de route hoeft ik niet letten, ook niet op verkeersregels of andere fietsers. Er zit ook wel iets relaxtst aan de binnenfietsen! Je kunt eindeloos doorgaan zo. Rob haalt en brengt Vincent naar de baantraining.
Veel fiets ik niet, maar de ronde maak ik vol. Dan doe ik het nog een keer om de tijd vol te maken. Ik zit zo in mijn boek, dat ik mis dat ik nog een keer omhoog moet. Anders had ik een andere afslag gekozen. Ik maak 25 kilometer vol.
Vrijdag 20 augustus – Een segment scoren ? en zwemmen ?♀️
Voor de Bingokaart van Trispiration is er 1 vakje dat bij mij maar open blijft staan: scoor een segment in Strava. Een segment is een stukje van een pad of route waar je het snelste in kan zijn. Dat kan fietsend of lopend gehaald worden, net waar het segment voor gemaakt is.
Ik zet weinig op Strava. En die segmenten zijn helemaal niks voor mij! En hier in de buurt zijn een paar snelle dames die harder lopen en fietsen dan ik. Dus ik moet iets verzinnen… Al telt ‘een poging tot’ ook. De oplossing heet Vincent. En een fietssegment in de buurt. En stayeren. Vincent moet kijken of zijn bidon nog bij de atletiekbaan ligt. Maar eerst proberen het segment te halen! Daarvoor moeten we harder dan 32 fietsen. En dat lukt! Door naar de atletiekbaan. De bidon zien we niet. We fietsen weer terug. Laten we nog een poging doen op het segment, zeg ik tegen Vincent. We wisselen van fiets en horloge en laten mensen voor, zodat we genoeg ruimte hebben. Maar we halen ze toch in. Nog even doorpushen. Maar Vincent wil nog een keer omdraaien en nog een keer proberen. Zo gezegd, zo gedaan. En dan weer naar huis. Maar dat ik de snelste ben op het segment zie ik niet! Dat zit achter een soort slot. Potdikkie. Poging gelukt, maar niet zichtbaar. Ik heb de bingokaart wel vol! Ik snap het niet met die segmenten en Strava, dat is duidelijk. Als ik nog een keer kijk, blijkt dat segmenten ook een richting hebben. En dat was die keer dat er mensen in de weg reden. Dan heb ik het segment gescoord!
‘s Avonds gaan Vincent en ik zwemmen in de Noorderplassen. Even kijken voor de triatlon voor maandagavond. Ik ga in wetsuit en moet langer zwemmen dan Vincent; hij moet daarna nog hardlopen. Ik zeg hem dat hij ook moet trainen met zijn wetsuit aan om het uitdoen te oefenen. Mokkend doet hij m aan.
Tot we bij het water staan. Dan is het mopperen vooral gericht op het ijskoude water! Het is echt niet warm en moeilijk om er in te springen. Vincent kan dat al helemaal niet. We zwemmen samen naar de boei. Ik zwem voor Vincent uit, die echt moeite heeft met de kou.
We gaan naar de volgende boei iets verderop. Ik heb minder last van de kou. Ik zwem een beetje op en neer. Mijn GPS is compleet van slag. Compleet. Ik zwem door huizen heen en haal tempo’s die niet mogelijk zijn. Lachen! We pakken nog een boei mee en dan gaan we weer terug voor Vincent. Hij ziet op tegen het lopen, want hij is flink afgekoeld.
Ik blijf zelf in de buurt zwemmen van boei naar boei. Het gaat lekker en volgens mijn horloge gaat het super! Ik doe alle boeien nog een keer. Kan ik goed kijken waar ik heen moet zwemmen straks! Ik zwem een uur vol.
Zaterdag 21 augustus – Naar Veldhoven fietsen met Vincent. (volgt)
Zondag 22 augustus – Zwaar hardlopen. ? ? ?
Op het schema staat hardlopen. En dat doe ik dan dus. Ook al heb ik niet zoveel trek. Ik wil om de een of andere reden 12 kilometer lopen. Of eigenlijk weet ik niet of ik wil lopen… Ik ga eerst het doodgewone rondje om de plas doen van 7 kilometer en dan drink ik thuis wat en dan doe ik nog een ronde van 5km om de wijk heen. Tempo zone 1. Wat helemaal geen probleem is! Over de Evenaar, richting de brug. Gewoon. Het gaat. Het gaat gewoon! Rustig de brug over en dan hobbel ik verder. Het is heet. Ik ga onverhard. Ook rustig. Ik heb berekend dat ik tot 7 minuten op de kilometer mag gaan en de eerste kilometers gingen lekker. Maar ergens voorbij kilometer 4 is het lekker weg.
Er wordt muziek gemaakt bij het centrum buiten, vioolmuziek. Er vallen wat druppels. Ik ga niet meer zo hard en ik ga ook alleen nog maar door. Het helpt dat ik alleen maar tot thuis hoeft. De regen is weg. De hitte blijft achter. Doorhobbelen tot thuis. Ik hoeft niet eens om me heen te kijken, want ik ken hier alles. Ik ga niet door het park, ik wil de sportdrank thuis! Ik loop de 7 kilometer nog niet eens vol. Thuis ga ik drinken en even stoppen. Het is niet gemakkelijk om weer te gaan. Ik ga het rondje niet nog een keer doen. Gewoon om de wijk heen, zodat ik terug kan als het genoeg is. En daar ga ik weer! Het gaat moeizaam. Zwaar. Heel stroperig. De hartslag neemt een loopje met me. Die wordt niet meer hoog. Het tempo ook niet. Mijn benen willen niet. Dat ken ik eigenlijk niet, maar ze willen niet meer. Ze doen het nog wel, maar zonder het me makkelijk te maken. oké, dit potje kan ook nog wel leeg. Ergens achter in de week krijg ik een steek. Kan er kramp zijn in een longadertje? Het voelt als kramp links in de borstkas. Ik blijf hardlopen en de ademhaling en de hartslag blijven volledig laag. Als het mijn hart zou zijn, zou ik nu niet doorjoggen. Het gaat liggen en ik ga verder achterlangs. Helemaal om. Helder ben ik niet meer, maar stoppen met joggen doe ik niet, ik ben altijd nog sneller dan de wandelaars. Ik ga helemaal om, want ik wil de 10 kilometer volmaken.
Vandaag gaat het voor geen meter. Alles is zwaar. Ik maak tien kilometer vol binnen 70 minuten. Ik ben nog niet thuis. Ik ga wandelen tot de hartslag te laag is en dan ren ik weer. Tot de hartslag weer wat hoger is, maar het blijft met moeite zone 1, vanwege dat het laag is. Een kilometer wandelen en joggen afwisselen, wat zou dat opleveren? Nou, dat ik boven de 7 minuten per kilometer uitkom. De twaalfde kilometer is nog gekker: de hartslag is onmiddellijk laag als ik ga wandelen en al joggend blijft het maar net boven de 120. Ik ga langs Manuels huis. Het regent inmiddels weer, dus ik laat de krant liggen. Ik accepteer dat hier de grens ligt van mijn kracht. Eigenlijk is er geen 20% extra meer. Ik ben helemaal op en leeg. Wonderlijk waar dat dat ook kan. Maar die twaalf kilometer schrijf ik bij en nog in 7:00 per kilometer ook!
Maandag 23 augustus – NPW triatlon op herhaling ?♀️ ? ?♀️
Eigenlijk was ik gewoon erg moe. Halve dag werken, therapie waar ik rondtolde en weer contact maakte met de voeten. En dan zou ik eigenlijk rust moeten pakken, maar ik ben rusteloos. De NPW is een kleinschalige triatlon die ik in juni ook al deed. Een sprint. In gezelschap wat ver boven mijn drempel ligt. Deze keer de NPW triatlon zou ik niet voluit gaan doen. Dat had ik wel gewild, maar het lukt gewoon niet. ik moet het voor mezelf doen. Ik ga gewoon voor het halen van de finish. Dat is voor mij wel zo -soort van- relaxed. Op tijd eten, alle rotzooi weer verzamelen. Ik had geen zin. Totaal geen greintje zin. ‘Dan doe je het toch niet’, zegt MBB die voor het eerst sinds jaren ook weer meedoet aan een wedstrijdje. Eerlijk gezegd komt dat niet echt serieus in me op. Fiets plaatsen, sportdrank mee (vorige keer miste ik dat op de fiets), wetsuit aan. Allemaal zonder zin. Hoe lief, Vincent krijgt alsnog een beker voor het finishen van Duin! Weliswaar van een andere organisatie, maar toch: wat is hij er blij mee en ik ben weer trots op hem.
We lopen naar het water. Er zijn zo’n 40 mensen en met de meesten heb ik niets of helemaal niks. Een stuk of 4 die ik alles gun, die wel. Ik doe de crockjes uit en spring het water in. Ik moet namelijk nogal nodig! Het water valt mee. Paar slagen, brilletje zit goed, pak redelijk. En dan mogen we starten. Ik doe wederom gewoon mijn eigen ding. Voor de verandering heb ik eens wat meer andere zwemmers om me heen. Ik ben blij dat ik weet waar ik heen moet zwemmen (de boom) en ik haal wat mensen in geloof ik. Ik doe maar wat. Technisch zwemmen is er vandaag niet bij. Op de insteek letten en diep insteken volgens mij ook niet. Ik zwem gewoon door, dat is alles. Maaien door zwaar water, zal MBB het later noemen.
Ik ga ruim om de boei heen en dan terug heb je recht de zon in je gezicht. Mega-lastig. Je ziet dus niks. Ik ga maar in iemands benen hangen. Hopelijk weet die een beetje waarheen! Mijn brilletje beslaat weer. Ik stop heel even, maak het brilletje schoon, ik kijk en zoek een ander paar benen. Het is eigenlijk snel voorbij en dan ben ik bij het trapje. 500m Zijn vol voelde ik aan het horloge. We gaan snel na elkaar de steiger op. Boven zie ik dat mijn tijd rond de 11 minuten ligt. Wat geweldig is. Ik hobbel de steiger over en probeer het pak uit te trekken.
Dat gaat niet gesmeerd, omdat ik de babyolie ook vergeten was en ik over twee horloges heen moet. De steiger is goed te belopen, niet glad, maar de steentjes zijn minder. Die doen pijn aan mijn voeten. Snel door naar de fiets. Ik zie mensen die al weg zijn, maar de laatste zwemmer ben ik bij lange na niet! 1 Van de dames die ik niet zo mag, zie ik achter me als ik de fietsschoenen al aan heb. Ik heb zoveel zin om te fietsen dat ik zo snel mogelijk wil beginnen, hahaha. Nee, ik stap gewoon te vroeg op voor de streep en ik schaam me diep. Ik krijg een waarschuwing, zo roept de fietsbewaker H. En dan ga ik fietsen. Elke keer denk ik bij mezelf: niets opblazen, doen wat je wil en geniet er maar van. We hebben eerst wind mee. Jakkes, dat is straks tegen op het einde. Ik doe gewoon mijn ding en het duurt een tijdje voor ik ga liggen. Het is niet zo druk op het parkoers. Met andere woorden: niemand om in te halen en daar heb ik ook geen zin in. Ik word zelf ingehaald en ik kan ook iemand inhalen als we wind mee hebben. Vlak voor we wind tegen krijgen, neem ik een slok en ik scheld hardop: het is gewoon water en geen sportdrank! Niks aan te doen. Ik heb wind tegen. Liggen en trappen. Op de kruising is een shovel bezig. Ik kan er langs, maar Vincent komt van de andere kant en moet wachten. Beroerde timing van die hardwerkende shovel-bestuurder, maar niks aan te veranderen. En door over de rotonde. ZGvG haalt me in. Mag ze hoor, ik vind het prima. Ik probeer elke keer te denken: hoeft niks, doe het voor de lol, geniet. Ik moet onder een ijzeren plaat van de shovel door. Ieks. Er staan 2 mannen te supporter. Leuk, hier zo in het nergens. Dan wind tegen. Kijk, dat doe ik voor de lol! Liggen en stoempen. Dat kan ik blijkbaar, want ik haal ZGvG weer in.
Er komen al mensen tegemoet. Ik zie Rob staan en dan moet ik de parkeerplaats over. ZGvG zit vlak achter me, na de wisselplek haalt ze me in. Ze doet maar.
Ik voel dat mijn energie ernstig afneemt, dus ik ga niet meer voluit met de wind mee. Ik ga gewoon. Ik heb geen zin meer. Ik moet nog lopen, dus dit is een rondje afmaken wat er nog aan zit. Is dat weinig, dan is dat maar zo. Op de lastige hobbelige weg kom ik een hardloper tegen die flink doorloopt met zijn lange benen. En intussen roept hij ook nog tegen me: “Ga in het midden rijden en keihard doortrappen!” Wat een klassebak zeg. Op hetzelfde punt drink ik weer. Water. Even tegen de wind in en ik zie dat MBB nog voor me zit. Ze heeft echt hard gezwommen zeg! Ik kan haar niet meer inhalen en GN ook niet. Gewoon concentreren op mezelf en ik moet dit energieloze fietsrondje maar afmaken. Elke keer denk ik erbij: probeer er van te genieten en lach. Rotonde en weer terug. Ik moet ook heel langzaam langs de shovel deze keer. Vind ik echt niet erg. Ik lig niet laatste. De mevrouw met de superfiets ligt nog achter me. Tegen de wind in voor de laatste keer voel ik echt dat mijn energiepeil wat laag is. Ik word er ook nog eens misselijk bij omdat ik al de hele dag draaierig ben, want mijn voeten en mijn hoofd sluiten nog niet helemaal bij elkaar aan.
Ik ben ontzettend blij dat de wisselplek nu rustig is. Ik stap netjes af en kijk even waar de fiets moet hangen. H pakt ‘m aan en zorgt dat ‘ie beter komt te staan terwijl ik hardloopschoenen aandoe. En ik neem een gel met het water van mijn fiets. Zonder er verder over na te denken ga ik hardlopen. Pas voorbij de finishlijn verbaast me dat, dat ik liever loop. Het loopt prima. Saai, maar prima. Ik ga ‘m ook nu niet opblazen. Als ik op mijn horloge kijk, schrik ik van de tijd. Ik kan dit nooit in 25 minuten lopen, dus binnen de anderhalf uur haal ik het niet meer. Ik heb niet hard genoeg gefietst daarvoor. Of niet hard genoeg willen fietsen. Maar nu lopen. De eerste kilometer zit er snel op. Nog maar 4. Ik ben niet gemaakt voor sprintwerk. Laat mij maar dieselen!
En dit rondje dan drie keer. Ach, ik ben er nu toch en ohja – ik moest er maar van genieten! Voor het donker ben ik ook wel binnen. Ik lach naar AK en de fotograaf. Ik zwaai naar AA en om me heen lopen mensen in andere rondjes. Ik doe gewoon mijn eigen ding weer. Het eerste rondje gaat wel en in de drukte wil ik snel het volgende rondje in. Vincent loopt net achter me en hij is klaar. En door! Ik weet niet meer waar de tweede kilometer zit en wie waar loopt. Ik loop alleen nog maar. In een hoog tempo. Of eigenlijk: in mijn tempo.
Het gelletje kikt er pas laat in en dan gaat het lopen meer vanzelf. “Nog een rondje” vraagt AK en ik roep van wel. Ze wacht weer, de lieve schat. Ohja, daarom is dit best leuk! Genieten maar. En blijven hardlopen. Dag AA, langs de huizen, geen idee wie waar zit. Ik zag SK tegengesteld lopen, dus hopelijk loopt ze bij MBB. Weer een kilometer erbij. Ik registreer niet meer in welk tempo ik loop. Ik denk alleen maar: nóg een rondje. In mijn hoofd komt het niet op om de laatste ronde te skippen. Als ik maar blijf rennen. Het is heel rustig. De dame van de mooie fiets loopt voor me. Ik ga harder. Ik heb fiducie met haar en zeg: gewoon maar blijven lopen, en zij zegt dat dit de laatste ronde is. Achteraf gezien snap ik haar niet en is de fiducie weg, want ze kan nooit alles hebben afgemaakt als ze achter me zat op de fiets en ik haar nu inhaal! Er lopen nog een paar mensen voor me en ik heb nog energie over. AA zegt dat het MBB niet is, dat die met iemand anders loopt en ik denk: ze loopt nog! Alledrie de rondjes. Ik ben trots op haar en dat geeft mij kracht. Ik kijk op mijn horloge. Hoe ver ben ik eigenlijk? Ik denk even te zien dat ik het nog kan halen in anderhalf uur en ik ga aftellen. De minuten. Dat tellen helpt me enorm. Ik ga rechtop lopen, krachtig en ik ben afgeleid. Ademhaling onder controle. 3 Minuten nog maar.
Ik kan nog even door en blijf tellen tot de finish. Laatste ben ik niet, eerste al helemaal niet en binnen anderhalf uur was ik ook niet binnen. Maar ik zie MBB trots staan en ik ben blij dat ik er ben. Dit was het voor vandaag. Ik heb me niet tot het uiterste ingespannen en ben 5 minuten langzamer dan de eerste keer. Onmiddellijk leg ik me daar bij neer. Ik krijg een medaille en klets met MBB. Het is wel snel koud en het wordt al donker. Ik wil snel weg. Ik klets bij de fietsen nog met H en bij zonsondergang verlaten we de Noorderplassen. Thuis eet ik een grote bak met yoghurt en meloen. Dat is nieuw voor me.
Dinsdag 24 augustus. ER-UHHHH-STSTSTST ?
Dagje op kantoor, zonder aanmerkelijke trek en zonder koekjes bij de hand, dus dat is een fijne combi. Ik ben ook niet zo vreselijk vermoeid. Ik denk dat ik ga zwemmen vanavond! Het zwembad is alleen op deze avond 2 uur open en ik moet anderhalf uur. De rest van de week kan dat niet meer. Tot ik thuis boven bij de wasmachine moet zijn… Ik sta even uit te puffen en mijn benen zijn niet blij met me! Ik sla toch maar over vandaag… Op tijd naar bed en goed slapen is verstandiger dan zwemmen.
Woensdag 25 augustus Lopen ?♀️ met Tempoblokjes ⏱
Ik zou weer moeten fietsen. Langzaam aan krijg ik echt de pest aan het fietsen. Want het gaat niet om een uurtje, maar om weer om 2,5 uur. Ik wil lopen! Mijn benen willen rennen! Mijn hoofd heeft keihard hardlopen nodig! Ik vraag de trainer het om te zetten, want 2,5 uur past er met geen mogelijkheid tussen nu het ‘s avonds om 9 uur weer donker is. 2 Uur ook niet trouwens. Een uur hardlopen is een goed alternatief. Met tempoblokken. Ik begin vanaf het zwembad en loop kalmpjes in. Rondje Kromslootpark, hier kom ik weer! Ik heb een muziekje aan. Na 20 minuten ga ik 5 tempoblokken doen: 5 – 10 – 15 – 10 en 5 minuten zone 3-4. De eerste 5 minuten tel ik af en dat gaat redelijk goed. Zowel het tempo als het aftellen. 2 Minuten rust.
Ik loop op de dijk intussen. En dan moet ik tien minuten hardlopen. Dat kan ik niet tellen en ik loop in de zon en ik heb het warm en ik vind het zwaar. Iemand loopt me voorbij. Ik probeer me te concentreren op de muziek en het uitzicht, maar wat is dat lastig! Waar ik wilde oversteken is het druk en de 10 minuten zijn nog niet om.
Ik pak de volgende afslag en dan zit ik op een onbekend fietspad. De 15 minuten zijn ingegaan. Ik dwaal een beetje door Almere Haven – zoals gewoonlijk. Hopelijk kom ik straks opeens ergens uit wat ik ken. De 15 minuten kan ik niet tellen, moeten niet te hard gaan en kan ik gewoon volhouden. Gek genoeg ga ik dan harder als bij 10 minuten! Ik kom langs de AH en hier ken ik het! Door naar het driehoekje en dan onder de snelweg door.
Ik mag weer even wandelen en ik realiseer me dat ik verder weg ben uitgekomen dan ik had verwacht. Dus ik moet via het industrieterrein en langs mijn werk terug. Dan lijkt het nog wel ver! 10 Minuten aanzetten. Bij mijn werk kijken, maar de tien minuten zijn nog niet om voor een foto. Die zitten net tussen het werk en het brugje in. Dat was het moeilijkste blokje.
Nu moet ik tussen de blokjes echt wandelen om even bij te komen, terwijl het daarstraks nog dribbelen was. Ik ga de laatste 5 km zo hard als ik nog kan. Niet makkelijk en ik raak de tel ook steeds kwijt! De hartslag is nu eerder te hoog dan te laag. 5 Minuten zijn snel voorbij. Het is vooral het gevoel dat je dan harder moet dan bij 15 minuten, terwijl 15 minuten me beter afgaat.
Ik ben bij de school en gaat rustig uitdribbelen. Ik maak mooi de 12 kilometer vol. Dit hardlopen past mij beter dan fietsen. Het is niet gemakkelijker, dat zeker niet, maar het geeft mij meer energie dan dat trappen. Dit begrijp ik gewoon, dit pikken mijn benen en hier snap ik de hartslagen en hoe het werkt. Dat geeft meer rust dan het ellenlange fietsen.
Vrijdag 26 augustus. ?♀️ De Reigersplas tot het donker ? wordt.
Ik ga weer met DR. Weer naar de Reigersplas. Weer zwemmen. Het is zo’n lieve, sterke meid! En zo eerlijk: de fietstraining past bij haar ook wel eens niet met de kinderen en het gezinsleven. Dus ze schuift ook met trainingen. We doen de wetsuits aan. Ik de oude. Door een misrekening van mij, weet ik al dat anderhalf uur redelijk onhaalbaar is. Ik dacht dat het langer licht zou zijn, maar om half 9 is het al aardig uit aan het gaan! We gaan de Reigersplas rondzwemmen.
Ik doe heel kalm aan. Bij het bootje kletsen we even. Door naar het einde van de plas. Mijn brilletje beslaat steeds. We zwemmen nu tegen de wind in. Niet dat er echte golven zijn, maar echt tempo is er ook niet. Beter zo dan omgekeerd, want dan moet je op het einde tegen de wind in. Tegen het einde van de plas weer een kort stopje. Wederom is er niemand op of om het water. De lucht kleurt prachtig met de ondergaande zon. We gaan toch weer tussen de plantjes onder de brug door! En nu gaan we een brug verder. Het tempo boeit me niet. Dit is puur genieten! Dit brugje zie je vanaf de snelweg en nu kan ik zeggen: ik ben er overheen gerend en gefietst en er onderdoor gezwommen. Gaaf toch? En weer terug. Ik vind het al wat laat worden. Dan hebben we wind mee. Dat vind ik gek genoeg minder gemakkelijk, want dan ben ik sneller afgeleid. De lucht is helemaal vuurrood. Super-supermooi. Halverwege weer een korte stop. Ik ga de anderhalf uur zeker niet halen!
We zwemmen tot de paal en ik raak in een soort van droom ofzo en ben niet langer afgeleid. Dan nog terug naar het strandje. Mijn horloge is het meest lief, die geeft bijna 2500m aan. Er zitten mensen op het strand. Ik zwem de 2500m vol. Dan wordt het toch nog snel donker eigenlijk. Maar niet voor we omgekleed zijn en de warme chocomelk hebben opgedronken! Met 1 cocosmacroon.
27 Augustus ? Wind op de dijk ?♀️ ?♀️
Ik ga hardlopen met Joyce. Eigenlijk stond er een interval, maar die laat tik varen om met Joyce te kunnen lopen die straks met vakantie gaat. Dan loop ik in mijn uppie de intervallen wel! We spreken af een rondje Lepelaarsplas te lopen vanaf de camping.
Rode ophaalbrug en dan het smalle paadje in. Joyce begint gezellig te kletsen. We pakken een tempo van 6:30 en dat bevalt mij uitstekend. Het pad is rustig en mooi. De zon schijnt. We zijn al vrij snel op de brug.
Daarna lopen we langs het water. Het is echt lekker zo! Ik heb me alleen niet ingesmeerd. Ik ben blij dat ik mijn regenjasje heb uitgedaan! Er zijn de hele dag al een paar felle buien gevallen, maar nu is het droog. En het waait hard. Als we tegen de wind in gaan lopen, begin ik te kleppen. Na 5 kilometer stopt Joyce. Ons regelmatige tempo is voor haar best redelijk. Ik voel me vandaag eindelijk weer eens beter! Ik denk dat de Trail de Fantomes nu pas geweken is. Na een gel lopen we weer verder en dan gaan we de dijk op.
WIND. Vanaf het Markermeer. Een flinke bries. Ik vind dit nu en vandaag heerlijk terwijl ik loop. Fietsend zou ik dit een ramp vinden. Maar nu waait alles lekker weg. Joyce moet er meer tegen vechten en die stopt nog een keer. Foto-moment!
Ik kan nog prima harder en verder, maar ik loop weer terug en pik haar weer op als ik ‘r even kwijt ben. Er zeilt een schip en we zien groepen met fietsers die niet wijken. Stoeren mannen. Misschien denken zij dat wel van ons! Ik wil nog door het Wilgenbos, maar Joyce gaat er eerder af.
Ze zal op me wachten, maar ik vraag haar dat niet te beloven, want dan loop ik weer met druk en dat wil ik niet. Mijn tempo gaat zonder Joyce iets omhoog. Ik realiseer me elke keer dat mij enkel lukt, omdat ik me de eerste 9km heb ingehouden. Het gaat lekker. Wel krijg ik het iets warmer. Brug over en het bos door.
Altijd zo mooi en groen. En altijd wat langer als je denkt…. Ik kom 1 iemand tegen en bij het sluisje zegt een knappe man die ik tegenkom: “Goed bezig”. Ik bedank hem en als hij de hoek om is, stop ik voor de volgende gel en een foto. Ik ga richting het schelpenpaadje en knuffel een mooie witte hond, waarvan de eigenares me verzekert dat het prima te doen is om ze wit te houden. Met een glimlach loop ik verder. De felle zon in. Dat vind ik minder fijn! Ik zie Joyce nog niet aan de andere kant. Die zon op mijn hoofd is niets voor mij en ik loop iets minder hard door dan ik zou willen nu. Ik kom bij het viaduct en neem het onverharde pad omhoog. Lopend en glijdend tussen de naaktslakken door.
In de verte zie ik nu wel een roze jasje, dus Joyce is er nog steeds! Ik zit op 12 of 13 kilometer intussen. En daar voel ik niks van! Wel warm en ik merk dat ik nog loop, maar de zwaarte die ik weken meesleepte, is weer weg en daar word ik blij van wat het nog gemakkelijker maakt! Op de brug is het hartstikke druk, wel 4 auto’s en 2 maaimachines razen langs me heen. Ik loop weer richting de camping. Nog even, nog even. Ik ga nu tegen de wind in en dat bevalt me. Tempo hoeft niet meer en het is werken en buffelen. De ideale combinatie als je het mij vraagt!
Ik maak de 15 kilometer vol. Dan ben ik bezweet. Joyce is er nog en we kletsen nog een tijdje, zodat ze hierna 2 weken met vakantie kan. Dan kletsen we over whatsapp weer verder!
28 augustus Rijntocht 5 kilometer stroomafwaarts ?♀️
Gister gebeurde hetgeen ik vreesde: het maandelijkse feest diende zich weer eens te vroeg aan en -het went al bijna- op het totaal verkeerde moment. Want zwemmen op de tweede dag is nooit lekker. Ik heb dan wel een wetsuit aan en een badpak, maar toch… Ik besluit ergens op de ochtend dat ik me er niks van aantrek en dat ik geen maatregelen neem. Hela, ik zwem in de zwaar vervuilde Rijn! En wie ziet dat nou? Het zal heus geen spoor geven… Het gaf me veel rust om niet te gaan klooien met rommel en alles pakte supergoed uit. Er zitten geen haaien in de Rijn die worden aangetrokken door een bloedspoor blijkbaar 😉 ?
Samen met RW reed ik naar Renkum. Zij is de beste zwemmer van ons twee, maar 5 kilometer hebben we geen van beiden ooit gezwommen in het buitenwater! Laat staan in de Rijn. Het grootste probleem was de parkeerplek vinden. Maar we waren ruim op tijd. Wandelen naar de startlocatie. Er was al een crosstriatlon bezig. We liepen tussen de paarden en de koeien door. En toen zagen we de Rijn al. Een enorm brede rivier eigenlijk. In het zonnetje.
Startnummers met badmuts en vuilniszak ophalen en dan in het pak wurmen. We hadden maar een kwartiertje voor we op de boot moesten! Tas mee, spullen achterlaten of toch de tas in de vuilniszak… Twijfel en op het laatste moment nam ik mijn tas en spullen allemaal maar mee.
We gingen de boot op. Gewoon even buiten blijven staan in het zonnetje. Tot een meneer zei: we zitten wel een half uurtje op de boot hoor. Wat? Daar hadden wij helemaal niet aan gedacht! Natuurlijk moet die boot ook 5 kilometer stroomopwaarts varen en kost dat tijd, maar wij hadden daar geen rekening mee gehouden. Maakten we onverwacht zomaar een prachtig boottochtje op de Rijn! ‘t Was erg ver. Ik kneep ‘m wel een beetje dat we dat helemaal terug moesten zwemmen. We moesten tussen de boeien en de kant. Een hoop boeien. Ga jij ze maar tellen, opperde RW.
Bij de sluizen bij Driel moesten we de boot af. Dat vond ik eng, zo’n sprong in het diepe. Ik ging vanuit zittende houding. Het water was koud! Oe, dat was echt even schrikken. Je voelde gelijk de stroming. Rob had gezegd dat het tussen de 2 en 4km per uur was. Dat zwemt zoveel gemakkelijker! Anders had ik 5 kilometer ook niet gedurfd. RW en ik gingen ieder ons eigen zwemding doen, want ik hou haar toch niet bij en alle gouden badmutsen zien er hetzelfde uit. Er waren ook mensen zonder pak. En mensen met boei. Ik ging een beetje achteraan liggen. We begonnen al heel snel tussen 2 boeien in. Fluitje ging en je mocht gaan zwemmen. Ik ging ook maar meteen. Er zwom een grote groep voor me uit. Ik moest even wennen. Maar de slag ging vanzelf! Lekker hoor, die stroming. Ik zag het niet zo goed. Het brilletje is laatst wel schoongemaakt, maar het beslaat te snel. Ik zocht benen om in te gaan liggen. Hier waren nog rode boeien van Rijkswaterstaat, maar dat snapte ik niet zo goed. Daar moest je rechts van blijven, maar niet veel mensen deden dat.
Ik kijk alleen links en dan is het lastig. Al snel zat ik op 500m. Ik vond het echt heel erg leuk, want ik vond het speciaal om in de Rijn te mogen zwemmen. Ik dacht de hele tijd: he pap, kijk mij hier nou zwemmen! 5 Jaar geleden had ik dit niet eens kunnen bedenken. Toen ik in het pierebadje lag te ploeteren. Nu ga ik voor 5 kilometer het buitenwater door. Je ziet maar weinig in het water. Ik moet 1 keer wat hoesten als er door de golven water binnenkomt. Er komen boten langs en die maken golven. Ik vind het alleen maar leuk en een klein beetje lastig. Al een kilometer erop zitten, het gaat echt snel, maar ik kijk niet hoe snel. We zijn al bijna onder de A50. Ook apart he, onder de snelweg door zwemmen hier. Ik probeer mijn brilletje schoon te maken, maar dan moet ik zo stil liggen. Niet dat ik hier ben om te winnen of te presteren, maar toch… Ik kijk naar de kant en naar de boot en de brug. Ik maak mijn slagen keurig ver naar buiten. En ik geniet enorm. Om de overwinning. Dat dit kan! Na de brug beginnen de skippyballen. Ik ga ze tellen. Skippyballen zijn zulke leuke dingen, want de meesten staan een gezichtje op en dan lacht er zomaar een skippybal op zijn kop naar je! Dat vind ik zalig. Ik probeer ze links te houden. De skippyballen geven me een doel en een richtpunt. Ze zijn in allerlei kleuren. Naast me zwemt iemand zonder pak. Maar dan komen er golven van een enorm vrachtschip en verlies ik de zwemmer uit het oog. Ik maak nog een keer mijn brilletje goed schoon. Hoe langer dit duurt, hoe beter. Dan zie ik iets en zie ik de skippyballen nog beter. Ik heb geen flauw idee of ik er tien of vijftig kan verwachten, maar het zoeken van de skippybal als doel, erheen zwemmen en tellen houdt me keurig bezig. Ze zijn paars en groen en roze en geel en oranje. Er zwemt iemand met een gele boei voor me, maar daar moet ik dan omheen kijken om de boei te zien, dus de gele vind ik het lastigst!
Er zwemmen meer mensen om me heen, maar ik heb slechts 2 keer last van een persoon. 1 Iemand zwom aan het begin al zowat over me heen. Hoe weet ik niet, want die rivier is erg breed! Ik zie de koeien aan de kant. Een uniek point-of-view. En weer een lachende skippybal! Ik zwem er een paar zowat om. Het wordt donker en het regent ook, maar ik merk er niks van. Mijn humeur is te zonnig. Ik zie het aan de mensen met paraplus langs de kant en ik zie de druppels op de skippybal. Stel toch dat je als oma in Renkum je kleinkind een skippybal hebt beloofd. Die zijn in de wijde omtrek niet meer te krijgen, want ik heb er al dik 20 bij elkaar geteld! Ergens liggen er ook 2, waarschijnlijk voor de start van de korte afstand. Ik kijk even en ik heb de 2000m gezwommen in Gelderland voor Trispiration. Niemand bij Trispiration is vandaag met mij bezig, maar ik geniet het allermeest. Ik zie de boot voor de korte afstand langsvaren, maar helaas gebeurt dat links van me en ik adem en kijk alleen rechts. Het zwemmen gaat door de stroming echt snoeihard. De 5 kilometer kan ik zo binnen 5 kwartier halen. En dat is jammer, want ik vind dit veel te leuk. Koud is het al lang niet meer. Ik zie de toren op rechts al in beeld komen. Hier is wat publiek en er wandelen mensen mee, maar ik zwem ze eruit! Ik blijf skippyballen tellen. Soms weet ik het niet zeker en dan pak het op bij wat ik denk dat het is. Skippybal 13 liet lang op zich wachten en nummer 26 was ik het even kwijt. Na een kilometer of 3 krijg ik een slag te pakken met water scheppen. Dat heb je met die oude dieseltjes zoals ik: die moeten even wennen en dan kunnen ze pas. Ik ben warmgedraaid en nu ga ik eindelijk mijn hele hand ontspannen. Laat er geen misverstand over bestaan: mijn armen voel ik wel, maar ik hou dit nog uren vol! Nu ik echt het water pak voor mijn gevoel, trek ik me nog harder vooruit. Ik hoeft nauwelijks nog rekening te houden met de ademhaling, alles gaat vanzelf. Ik heb 40 skippyballen bij elkaar verzameld! Dat is toch te gek zeg. En dan heb ik er 4 kilometer op zitten. Ik ben net een uurtje bezig! Ineens wordt mijn jubelstemming verstoort: ik ben er. Nee! Ik wil verder, langer, nog een kilometer! Maar ik zie het tentje en het ponton waar we op moeten klimmen. Het trapje op klimmen het water uit is net zo eng en moeilijk als het water in springen vanaf de boot. De zon schijnt weer. Ik ben euforisch dat ik dit heb gedaan. Wat was het fantastisch! Ik heb maar een klein uurtje gezwommen en daar ben ik samen met de afstand teleurgesteld over. De badmuts en de chip geef ik terug en ik doe snel mijn pak half uit. Dat hoeft niet, maar het lukt. En dan zie ik RW het ponton op komen. Ik pak snel mijn tas en mijn telefoon en zet haar op de foto.
Zij was op het einde wat misselijk en komt het ponton afgetold, maar met beide benen op de grond is ze snel weer bij positieven. Ik ben verbijsterd dat ik een paar minuten sneller was! Ik heb natuurlijk meer ervaring met open water zwemmen. Ze heeft naast me gezwommen bij de paarse skippybal (de vierde of de vijftiende?), maar ik heb haar niet herkend. We kleden ons om en mijn badpak vergt een sopje, maar ik ben echt blij dat ik gedaan heb. Om de overwinning op mezelf van water-angsthaas naar schepeendje. Ik heb 40 skippyballen geteld. Natuurlijk moet ik weten hoe ver ik van het werkelijke aantal af zit en ik vraag het na. Heb ik ze allemaal geteld! Ik ben trots op mezelf. Note to me: tel de gele bollen in de triatlon ook maar en blijf water scheppen!
29 augustus. Fietsen ?♀️ ?♂️?♂️ door weer ? en wind ? om te eten ? .
Het voedingsplan moet getest. Op de fiets moet ik elke 12 minuten (!) 100ml drinken. Ik heb uitgemeten dat dat voor mij 5 slokjes zijn. En ik heb de stukjes van de bananenreep in folie gewikkeld. Nadeel is dat het vandaag een prutdag is qua weer. Ik wil om 15:00 thuis zijn voor de F1 race, dus het moet in de ochtend. Ik moet drie uur fietsen, Vincent anderhalf en we gaan samen het eerste stuk doen om de Oostvaardersplassen. De wind is behoorlijk en komt van opzij en het regent al als we wegrijden. Dan zijn we maar meteen nat. We beginnen wind tegen, maar dat is niet zo erg. Wind vanaf het Markermeer en dan heel hard, dat is pas erg! Je ligt de hele tijd schuin op de fiets en snelheid maken is een illusie. Ik vind het hartstikke eng. Langdurig eng. En dan de bidon pakken om te drinken! Het fietscomputertje geeft geen auditief signaal, dus ik moet het nu maar even onthouden met elke 12 minuten. Een stukje reep lospeuteren is helemaal griezelig tot en met. Laten we dit alsjeblieft niet hebben op de triatlon! Dan is de ramp compleet voor mij. Vincent fietst dapper voor me uit. De reep en de sportdrank geven me welke elke keer een energieboost. Leerpunt 1: markeer 100ml, zodat ik weet hoeveel ik drink in plaats van vage slokken tellen. Ik ben al zeiknat, maar de regen voelt als hagel. Het wordt ook wel weer droog. We zien groepen andere fietsers. Kwartet van fietsers hebben we sneller dan we dachten. Voor Vincent is het ook een aanslag. Aan het einde van de dijk doen de armen en linkerhand pijn van het tegenduwen. Dan de Knardijk op. Nu hebben we wind mee en ik stuif er vandoor. In mijn roze opvallende jasje.
En weer drinken en weer drinken en weer drinken. Het is van drinkmoment naar drinkmoment. Ik heb een gel te weinig voor het eerste uur. Vincent vraagt me of ik echt wil blijven fietsen. Nou, ik was liever in bed blijven liggen, maar dit is ook trainen en als het toch rotweer is de tiende bij de triatlon, dan heb ik het nu maar vast gehad! Hij fietst naar huis en een warme douche.
Ik ga naar de Doddaarsweg en heb daar wind mee. Ik zie iemand tegen de wind in beuken, maar ik herken deze dame aan haar fiets en helm en zij kan dat wel. Ik ga liggen en neem zoveel mogelijk wind mee. En drink. En eet. En drink. Ik denk niet dat ik het hele rondje kan doen. Ik hoeft maar 3 uur en ik heb straks weer zijwind op de dijk. Het moet ook niet. Ik heb Vincent al een lege bidon meegegeven en ik ben aan de tweede bezig. Inmiddels moet ik natuurlijk plassen. Lastig. De regen is gestopt, maar door mijn bril zie ik nog steeds niks. Die staat halverwege mijn neus, oncharmant te wezen. Ik fiets langs het Horsterwold en ik zie niets of niemand anders. De Winkelweg op. Ineens 4 auto’s en een fietser en ik moet nodig plassen, maar dat hoort bij deze weg. Oefenen nog maar een keer? Helaas heb ik geen bidon water bij me. Leerpunt 2: altijd water meenemen. Ik mis een brokje eten! Potdikkie, ben ik die kwijt. Ik blijf drinken. Dit stuk is altijd saai en afzien. Tegen de wind in vind ik minder erg dan van opzij. Ik hou er een redelijk tempo in en rij 50km binnen 2 uur. Na de dijk is het gemiddelde omhoog gegaan. Daar is de diesel weer. Ik ga in elk geval niet idioot hard mijn best doen, want het blijft wel een training. Om te eten. Ik neem een gel. Leerpunt 3: zorg voor een plek waar die plakzooi weg kan. Ik doe een plas. Alles wordt er erg vies en plakkerig van. Niet dat het dat niet al was, maar toch. Ik rij wel een paar plassen door. Ik ga illegaal aan het rijden op de weg en de Gooimeerdijk-Oost op. Dan word ik ingehaald door 2 heren! Die moeten ook hetzelfde rondje doen! Ik had al bedacht bij de manege af te slaan en door de stad terug te rijden. Dan hoop ik 75km in 3 uur te redden, maar de stad is lastiger qua snelheid. Ik blijf achter de mannen hangen. Ik zie hun Frysman bidon en we kletsen even. Hein heeft dit jaar en in 2019 meegedaan. 2019 Was zwaarder, antwoord hij op mijn vraag, met mensen die zowat verdronken en veel uitvallers. Ik hou mijn mond. Ik doe voor deze mannen voor de vierde keer een halve in Almere! Zij gaan de hele doen, Hein en Micheal uit Woerden. Dit jaar was Hein bij de Frysman niet lekker op de fiets, dus de omstandigheden waren voor hem persoonlijk niet makkelijker. Dat is het precies! Ik kan wel van alles hopen en verwachten over de halve triatlon, maar hoe ik me voel en het weer; dat speelt mee. Hun tempo ligt net iets te hoog voor me. Stayeren ging wel, maar meekletsen is wat moeilijker. Ik ga toch maar af bij de manege, dan heb ik 3 kwartier voor de stad. Ik wens de heren succes en pik een hoger tempo op op het bochtige fietspad. Het is droog. Er zijn meer mensen met honden en ik herken een hardloper en ik haal fietsers in. Het gaat lekker hard. Goed voor mijn zelfvertrouwen. Ik blijf drinken en wissel de bidons bij het Weerwater. Ik scheur verder. Langs de stad valt het mee, alleen de wandelaars op het fietspad met een telefoon zijn gevaarlijk. Ik ga richting de Leeghwaterplas omdat ik niet over het Spoorbaanpad wil. En dan achter langs de atletiekbaan. Ik ga het qua tijd en qua afstand halen, maar ik plak hier geen loop-koppeltraining meer aan vast. Ik ben te nat. Op het einde begint het weer hard te regenen. Dat spoelt schoon en ik moet mijn fiets toch schoonmaken. Ik heb twee bidons leeg, 1 gel op en 3kwart reep. Nog nooit zoveel gegeten. Ik rijd 3 uur en haal 75km. Ik heb meer gereden dan de F1-autos in België, want door het slechte weer moeten zij de race staken.
Maandag 30 augustus Weer op de ? maar nu met ? en ?♀️ daarna
Vincent gaat naar de fietstraining en ik ga ook fietsen. We komen de groepsleider tegen en die vertelt dat ze een rondje Oostvaardersplassen gaan fietsen. Dan kan Vincent zelf naar huis komen. Ik rommel de wijk door en kan niet zo best de weg bepalen. Uiteindelijk fiets ik weer sloompjes tegen de wind in langs de Lepelaarsplas. Op de dijk ga ik naar links, richting Duin. Eerst moet ik wennen aan de zijwind, maar op een gegeven moment ga ik liggen en neem ik de wind mee. Dan gaat het lekker. Meestal durf ik dat niet, maar laat ik het ook eens proberen. Ik moet in een lage hartslag rijden en dat geef ik vandaag maar de schuld. Nu zit ik blijkbaar in een blokje hogere hartslag en ik ga me toch lekker hard!
Erg lekker. Ik scheur voorzichtig helemaal tot Duin en onder de A6 door. Dan moet ik weer rustiger. Een paar mensen fietsen me voorbij, maar ik doe rustig aan. Ik zie nu mijn horloge en hou me netjes aan de training. Dadelijk mag ik weer doorfietsen. Gek genoeg heb ik nu nauwelijks meer wind tegen. Voorbij Almere Haven ga ik weer harder en dat gaat lekker. Ook nu nog halen mensen me in, maar dat moet iedereen zelf maar weten. Ik doe straks bij de wedstrijd mijn best wel!
Ik ga bij de Shell de vaart oversteken en dan ga ik tegen de ondergaande zon in rijden langs de vaart. Ik heb denk ik wind tegen, want het gaat iets minder hard. Intussen eet ik elk half uur een brokje reep en ik drink ongeveer elke 12-15 minuten sportdrank. Ik drink denk ik niet helemaal genoeg, maar het sportcomputertje hoor ik nu wel. Ondanks dat ik lekker muziek luister. Ik rij de Vaart helemaal langs tot ik weer bij de atletiekbaan ben. Ik wil namelijk 50km in twee uur halen omdat ik ook zo lang moet fietsen. Ik red zowel de afstand als de tijd met gemak. Ik heb alleen een beetje last bij mijn kruis, dus met fietsen doe ik de komende dagen even rustig aan. Er zijn nog geen bultjes gelukkig. Het wordt alweer vroeg donker, maar ik voel me verder super en ik ga meteen hardlopen koppelen.
Gewoon even kijken wat er lukt. En dat gaat verbazend makkelijk! Ik loop vooral erg relaxed en het tempo is ook lekker hoog. Misschien went het wel om te eten 😉 Pas na een kilometer of 4 wordt het wat minder. Dan krijg ik wat last van mijn maag en maak ik een kilometer vol in intervallen. Het word dan ook donker, maar uiteraard loop ik de 5 kilometer vol! Tevreden over deze training stap ik onder de douche.
Dinsdag 31 augustus. Een rustige duurloop in een lage zone.
Vijftig minuten lopen. Het klinkt me als muziek in de oren. Deze maand heb ik echt veel te weinig hardgelopen. En dat merkt dit hardloopjunkie! Gewoon hardlopen vind ik toch nog altijd het leukste en gemakkelijkste dat er is. Ik ga een uur na het eten en een uur voor de zon helemaal onder zal zijn. Lekker langs de Oostvaardersplassen richting de dijk (al zal ik die niet helemaal halen). Heerlijk hobbelen zonder moeite en alleen de hartslag laag houden. Ik heb in de belt 2 gels meegenomen, maar geen water. Beetje jammer, maar ik zit nog vol van het avondeten. Muziek aan en lopen. Ik hoeft amper om me heen te kijken, want ik ken elke bocht. De lichtval is wel prachtig vandaag, maar ik zit in zo’n heerlijk steady hardloopritme dat ik het niet wil onderbreken om een foto te maken. Ik loop ongeveer 6:15 bij een lage hartslag. Dit zou ik urenlang kunnen volhouden. Jammer dat ik de gels niet kan nemen zo. De kilometers tikken weg. Ik ga terug langs de kassen. Ergens zou ik ook wel eens zielig en stoer willen zijn en bewonderd willen worden door jan en alleman. Ik zou wel eens iets geweldigs willen doen. Een enorme overwinning zodat iedereen even voor mij oh en ah zegt. Misschien kan ik eens heel bang zijn in het donker? Ik schrik van een geluidje in de struiken, maar bang krijg je me niet. Is het een idee om nachtblind te worden nu? Maar nee, daarvoor is het niet donker genoeg. Ik doe gewoon wat ik moet doen. Elke training opnieuw. Elke dag weer. Ik train niet idioot veel of idioot hard. Het is allemaal kleurloos ‘gewoon’. aan de andere kant: geen blessures, ik loop met gemak (ook al heb ik het nu wel warm en krijg ik genoeg van de vliegjes) en ik ben tevreden. Ook op mijn werk doe ik gewoon wat ik moet doen dat en dat wordt beloond, want mijn baas is erg tevreden over mijn inzet. Ik doe in het huishouden wat ik doen moet. Elke keer weer. Maar dat is allemaal te gewoontjes. Geen ernstige ziekte op de achtergrond, geen drama’s, geen ellende waar ik-weet-niet-hoeveel doorzettingsvermogen voor nodig is. Ik schrijf erover, maar dat is ook niet al te spectaculair. En ik loop gewoon de ene kilometer na de andere. Vanavond zeker. Misschien is het gebrek aan redenen om te klagen wel gewoon mijn grootste geluk! Ik loop niet in een hoog tempo, zelfs dat niet. Ik ben de hele saaie grijze en tevreden massa. Ik loop 9 kilometer en dan is het eindelijk wel echt donker. Ik ga even plantjes water geven en dan naar huis.