Ik begin bij de finish: Ik rende met een eindsprint zeiknat, vies en juichend de finish over, blij dat ik het weer gered had! ZGvG stond klaar met mijn medaille. Ik draaide me om, om de eindtijd te bekijken en daarna ben ik in een hoekje op de grond gaan liggen om even heel hard te huilen en te vloeken en te schreeuwen. 12 Seconden. 6 Uur en 12 seconden.
De teleurstelling maakte na twintig minuten al plaats voor trots op het nieuwe PR, want 6 uur staat toch prachtig- en de tevredenheid over de hele wedstrijd -afgezien van de paar kilometers die een Dixiestop bevatte- helemaal genieten was. Maar nu loop ik op de zaken vooruit, terug naar het begin.
Ik zag er enorm tegenop om alles ‘alleen’ te moeten doen. Rob mag het terrein niet mee op en mijn steun wil het liever zelf beleven dan naast deze zenuwpees. Ik had alles keurig klaar: de fiets en de voeding, het voedingsplan, genoeg geslapen (eerder van de week al), de route is bekend, de afleidingsideeen zijn er en ik heb genoeg getraind en zeker genoeg conditie om te blijven sporten voor 6 uur achter elkaar. Ik ging uit van dik 6 uur en daar heb ik het doorzettingsvermogen en de wilskracht ook voor.
Uiteindelijk was ik ruim op tijd klaar en stond JB (coach van Trispiration) me ontspannen bij. Ik vond de rust met alleen atleten wel fijn. Allemaal hetzelfde schuitje. Op het gras zitten en wachten. JB en de man uit Veldhoven zaten bij me tot zij (een half uur eerder) zouden gaan zwemmen. Iedereen zegt elkaar gedag en eigenlijk ben ik echt enorm relaxed. Samen met JB heb ik alle tijdsdruk eraf gehaald, ik zie wel wat het wordt. Kun je toch niet zeggen, maar wat zou 6 uur fijn zijn.. Aan de andere kant: leuk is ook echt belangrijk! De wetsuit was snel en vroeg aan en ging niet meer uit voor een wc-bezoek. Smerig wordt het toch vandaag, daar kan ik prima mee leven. Ik eet een gel en een banaan en drink het water. De vuile slippers en de bidon gaan de vuilnisbak in. De rest gaat starten en ik zit alleen op een muurtje. Te wachten. De zenuwen blijven behoorlijk uit, maar ik voel wel dat dit het zwaarste half uurtje van de dag is. Als het niet erger wordt… lach om jezelf, zei JB en dat probeer ik dan maar. Ik dring naar voren bij de gele badmutsen, waar ik eigenlijk niet thuishoor. DR, die me zou steunen staat zelf te kletsen en te doen, ik ben rustiger en stiller dan zij is. De trainer loopt langs (al zijn atleten zijn al lang gestart) en ik roep hem nog even, maar hij hoort me niet. Net deze 5 minuten had ik ‘m wel even kunnen gebruiken… Ik klets even met een meisje die haar eerste triatlon doet en nog niet zo best zwemt, maar des te beter hardloopt. Jammer dat ik haar startnummer moet onthouden. Ik zit tamelijk vooraan bij de gele badmutsen en start met 3 heren. Zelfs nu zijn de zenuwen beheersbaar. Ik zie MBB nog en ze moedigt me aan. Toch iemand en zij is zo welkom! Ik spring het water in en ga zwemmen. Direct.
Lekker koel, lekker druk en naar de boei toe. De slag is goed, de rust is compleet en ik weet wat ik ga doen. Sporten. De rest van de dag. Volgens KH: er zijn toch geen andere afspraken! De slag blijft goed, de bril zit perfect en het pak ook. Zwemmen-zwemmen-zwemmen. Ik heb het volledig onder controle. Zo simpel is het. Ik moet al die gele badmutsen inhalen. Ik hoef alleen maar mijn eigen pad te kiezen en niet meer van de omgeving te genieten, alleen van het zwemmen. Wat mag ik die man bij Tri2One coaching dankbaar zijn, dat het zwemmen de slijtageslag voorbij is. Boei om, volgende boei om en dan langs de rode skippyballen met het Challenge logo erop. Ik ga ze niet tellen. Geen zin in, ik hoef geen afleiding, ik zwem gewoon. Weer iemand voorbij, langs de volgende. Ik ontwaar de eerste grijze badmutsen al. Sukkels. Die zijn net zo in de verkeerde rij gaan staan als ik. Even stank van het bootje, maar ik laat me door niks afleiden en ga gewoon maar door en door. Natuurlijk moet je daar iets voor doen, maar het voelt helemaal niet als strijd. Ik ben benieuwd hoe lang ik er straks over heb gedaan! Ik kom bij de verre boei en zit al op een kilometer. De andere rode boeitjes, daar moet ik even naar toe. Ik haal veel grijze badmutsen in uit de heat eerder. Met alle respect: die zwemmen langer dan 40 minuten!
Ik hou prima overzicht, maar hoef niet 1 keer te kijken waar ik heen moet. Ik ben blij dat ik gister de verkenning heb gedaan, daar heb ik profijt van. Soms is het tegen de zon in met wat hele lichte golfslag zwaar, maar dan kijk ik naar de plantjes onder me en naar de andere zwemmers om me heen en ik ga gewoon door en laat me niet gek maken. De temperatuur is top. Ik zwem tegenwoordig. Alsof ik nooit anders heb gedaan. Maar tien jaar geleden was dit ondenkbaar! Het laatste stukje is toch nog eventjes zoeken, ik kies de rechterkant, maar daar is het wat druk. Er zijn nog gele badmutsen en 1 man zwemt hetzelfde tempo, maar ik raak hem kwijt. Dat laatste stukje is altijd onoverzichtelijk. Ik zou nog prima een uurtje door kunnen zwemmen! Dat verbaast me ontzettend. Ik zwem naar de boog en door de rollende start is het rustig. Ik voel mijn horloge tikken dat ik 2000m heb gezwommen. Dat is toch weer teveel, verdikkeme! Als ik de plank op ga, ben ik kalm. Ik heb er dik 42 minuten op gezwommen en dat is een beetje een teleurstelling. Het horloge meldt dat de batterij van de hartslagmeter nagekeken moet worden. Bad timing. Ik zeg DS gedag en ga de tent in.
Snel is het pak uit. Ik pak natuurlijk eerst het blauwe tasje met de loopschoenen, maar al snel zijn de fietsschoenen aan en de helm op. Niet teveel tijd verliezen hier en snel door! Ik moet weer helemaal omlopen, maar op deze schoenen lukt dat redelijk. Fiets pakken en bij het weglopen het fietscomputertje aanzetten. Ik weet het intussen wel. Bij de streep moet mijn horloge ook even omgezet en dan trappen. Er zijn hier heel veel mensen die aanmoedigen, ik kan ze nauwelijks tellen of ontwaren, maar ik hoor mijn naam vaak. Dank.
Ik lig al op het stuur voor het ziekenhuis en dan staat Rob bij het bruggetje. Ga jij maar naar huis voorlopig, ik ga een uurtje of 3 fietsen. Ik drink vast wat omdat ik er zin in heb en omdat het kan.
De stad uit gaat snel. Energie genoeg. Blijkbaar heeft iedereen dat en ik word veel ingehaald. Moet iedereen zelf weten. Ik zie jullie straks op de Gooimeerdijk-Oost over 80 kilometer.
Bij de manege staat GN en ik denk aan het moment dat ze me meenam het buitenwater in. Ik denk aan hoe ik hier 30km liep met KH en achter de boom moest zitten. En dan is het los: dit is mijn trainingsgrond. Ik heb hier gefietst, gelopen, gezwommen en liggend op de fiets komt het allemaal langs. De tijdrit richting Almere Haven, hoe ik door de havenkom moest wandelen van de week en ik kom langs het surfstrandje waar ik op de plantjes heb gezwommen met KH. Ondertussen moet je over kloterige klinkertjes in de havenkom en mag je pas laat de weg op. Omdat er een dreef niet afgesloten kon worden voor de halve triatlon, rijden we een andere route die vlak langs mijn werk komt. De herinneringen schakelen zich aaneen: waar ik 3 kilometer op mijn hardst liep, het Kromslootpark waar ik een crosscup liep op mijn verjaardag en de berg van het mountainbiken. Dan kom ik bijna langs mijn werk, over het fietspad waar ik een paar dagen geleden wandelde en ik denk aan mijn collega’s. Ik ben voor hun veel te snel voorbij vermoed ik, maar ik heb geen idee hoe laat het is. Het is er rustig. De Transistorweg over en dan een bochtje onder de weg door. Hier heb ik zelden gefietst en vaker gerend. In intervallen en andersinds puffend.
Ik eet netjes de blokjes en drink zoveel mogelijk. Dan het lange pad langs Almere Poort. Er zitten mensen met koffie of ze kijken vanuit de tuin toe. Hier liep ik zware intervallen in de regen. Nu is het licht bewolkt en ideaal. Het stukje waar ik fietste bij de NPW triatlon en ik lach, want toen wist ik blijkbaar al dat ik hier moest drinken! Ik zie meneer Westenberg, die is er altijd en overal en ik vind hem geweldig. We kennen elkaar intussen! Even mag niemand me inhalen en zet ik aan. De rotonde hoef ik niet over. Langs het kunstwerk, waarachter een prachtige trail ligt van PL. Dat bedoel ik dus: overal is iets, overal heb ik gesport hier. Trip down Memory Lane. Ik denk nog maar een keer terug aan de wijze woorden van de trainer: laat je niet gek maken. Daar heb ik wel een talent voor, maar vandaag doe ik dat dus lekker niet!
De Oostvaardersdijk op. Hier even niet mijmeren over hoe vaak ik hier al heb gefietst, maar genieten dat je op de weg mag fietsen. Het inhalen is een beetje voorbij, al scheurt er soms opeens een superdure fiets langs waarvan ik denk: ‘wat heb jij dan met zwemmen gedaan? Besteed je geld aan zwemles en verkoop je dichte wiel zeg.’ Ik haal nu zo heel nu en dan ook eens iemand in. Een stevige dame die Maaike heet (die wel goed heeft gezwommen) en een mevrouw die wint met mooiste-trisuit. Langs de Noorderplassen, waar ik met Vincent een do-it-yourself-triatlon deed. En zo vaak heb gefietst, hiernaast, op het fietspad. We komen bij het Bloq. Ik heb de bidon die ik wil lozen nog niet leeg. Ik kreeg ‘m niet leeggegoten. Maar dan dump ik die straks wel, ik drink uit de bidons zelf en dat gaat prima. Ik heb ook een gel weggewerkt en we zijn al op een derde. Van het fietsen dan he. Mijn gemiddelde gaat flink omhoog.
Ik kijk naar de boten en ik geniet tot in mijn tenen van het fietsen op de weg. Het ziet er toch anders uit zo! We komen langs huis en ik denk: ik kan naar huis fietsen en me afmelden. Klaar. Het is geen echte optie omdat ik dat wil, maar omdat het kan. Net als bij het zwemmen, is ook het fietsen geen extreem grote moeite. Geen afzien, geen beroep op wilskracht of doorzettingsvermogen. Ik wil het gemiddelde naar 32 brengen, maar dat is dan ook het enige doel. Ik denk aan de keren dat ik hier wel heb afgezien op de fiets. Of lopend met Joyce in het rondje Oostvaardersplassen wat uitdraaide op een marathon. Aan de hagel en de wind tegen. Ik kom iemand tegen van de TVA, een man, die echt harder moet fietsen. Ik spreek hem even aan, maar hij is met een lekke band vertrokken en heeft die vanuit de wisselzone moeten vervangen. Ik wens hem veel succes. Zulke mensen zijn stoer, gewoon sterk om zo te fietsen!
De zeilboot ligt er en er wordt een woonboot versleept. We gaan zo de Knardijk op. Er zitten al 40km op joh! De Knardijk is zoals de verwachten was andere koek dan de Oostvaardersdijk gezien de wind. Van rechts opzij. Slikken, liggen en doortrappen. Dit is mijn comfortzone. Hier staat altijd wind. Hier waar ik liep met de Almeerse dames en waar ik met Vincent op zijn eerste racefietsje heen ging voor een ijsje. Dadelijk op de Praamweg zullen we wind tegen hebben. Ik voel de wind draaien en weet dat de Doddaarsweg ook helemaal tegen zal zijn. Het is lang niet zo druk als eerdere jaren, doordat er gewoon minder deelnemers zijn en de rollende start. De paarden zijn er niet. Ik denk weer terug aan toen ik hier met Joyce de grote modderpoelen door moest. Dan langs de Praambult lekker over de weg. Hier hebben we ook ooit om de plassen heen gerend, Joyce en ik en ik zwom in dat lekkere water. Ik knijp toch zo goed en kwaad als lukt de bidon leeg, dan kan ik die dadelijk dumpen. Dan heb ik plek voor de volgende bidon. Ik drink en eet goed, echt waar. En elke keer als ik dat heb gedaan, voel ik daarna meer kracht. Door het fietscomputertje hoef ik er niet op te letten. Ik hoef geen bidon dit jaar, want die is gewoon van Powerbar en geel. Geen speciale voor de triatlon helaas. Geeft ook weer rust. Ook hier kan ik snel thuis zijn, maar ik doe het toch maar niet. Ik ben over de helft, laat ik de medaille ophalen. We draaien de Doddaarsweg op en dan begint het spel. Ik haal een dame in en Ruben. Ik fiets een heel stuk alleen. Omdat ik hier alleen maar fiets bij de triatlon liggen er weinig herinneringen omheen. Ik zing maar wat. Het is toch niet druk om me heen. Van Clannad, Journey is at an end. Ik ken helaas niet zoveel tekst. Het klinkt best goed vind ik zelf, hahah! Ik bedenk dat ik misschien ook maar gewoon moet stoppen met triatlonnen End of the Journey. Dan hou ik bergen tijd en energie over. Ik rij langs de kippenfarm vol uitloopkippen. Ze stinken. Ik kijk naar de windmolens die steeds verder af komen en ik kijk uit naar de tussenweg richting de Grote Trap, al is de wind daar weer erger. Ik weet honderd procent zeker dat de wind aantrekt en draait! Zo goed ken ik het hier. De tussenweg (ik ben de naam even kwijt) gaat ‘op’ aan drinken en eten. Ik ben al twee uur bezig en het gemiddelde tempo is onder de 30 komen te liggen. Dat is me nou jammer zeg. En dat is een contstatering. Ik maak me niet druk. “Laat je niet gek maken”. Er staat een ziekenwagen waar een fiets en dus ook een iemand in ligt, dat vind ik even moeilijk. Dan denk ik wel: ik fiets hier dus nog, wat zal ik me druk maken over wind en tempo! We hebben nog een klein stukje wind mee en ik haal Cissy in. We mopperen even op de wind en dan ga ik de brug over. Ik ken het zo goed! Hier moet ik nog een keer met Vincent naar toe fietsen en dan een foto maken door het schilderij. Hier fiets ik niet zo vaak, want het is een lastige uithoek, maar laatst was ik hier toch met Manuel. In het bos ruikt het al naar de herfst. De brug af en dan staan de paarden op het fietspad. Zeker een stuk of tien met veulens erbij. Verdulleme! Ik dacht dat ze zouden weghalen? Iemand achter me roept KST-KST, maar die beesten wijken niet. We zijn zeker met zijn drieën en ik moet afstappen en er door het zand langsaf lopen. Kost tempo, zeker. Maar het is ook mooi ergens. Niet voor in de wedstrijd, maar dit is ook Flevoland. Ruben fietst weer achter me en haalt me nu net in. We fietsen bij elkaar en hij geeft me een compliment dat ik zo goed fiets. Hij toch ook? Bij de scherpe bochten staat dan weer niemand. Pas verderop bij de brug en ik roep dat er paarden staan. Het antwoord is dat het nou eenmaal wilde paarden zijn. De Winkelweg op. Ik rij nog steeds met Ruben op. Vlak voor de post wandelt een fietser die gaat uitstappen. Ruben spreekt hem even aan, superaardig. De post ga ik ook weer voorbij, ik heb alles zelf supergoed geregeld. Dadelijk weer een brokje energie nemen en dan haal ik Ruben weer in en dan kom ik tegen de wind in uit. Ik begin zelfs een beetje zat te krijgen van de wind. Dit is absoluut geen windkracht 2. Zeker niet! Mijn tempo is verder weggezakt rond de 29,5, maar het zij zo. Jammer van de 6 uur, maar helaas. Gek genoeg flipper ik nu naar de gedachte dat ik volgend voorjaar misschien ook wel ergens een hele triatlon kan doen, waar er minder wind staat. Omdat ik dat qua conditie wel kan redden en ik nu maar een klein beetje van het doorzettingsvermogen aan het aanspreken ben.
Het volgende hoogtepuntje dient zich aan: rijden op de weg die richting de Eemhof gaat. Ruben blijft achter me hangen. Hij doet maar. Ik weet dat ik dadelijk de laatste gel moet opmaken. En nog iets meer drinken. Ik neem ook nog een stukje reep. Het gaat echt goed met die voeding! We gaan onder de brug door en Ruben zegt bijna naast me: je gaat er zo weer vandoor, maar wat rij jij goed Anke. Ik geef hem gelijk: voor wat betreft dat er vandoor gaan. Want erg sterk en snel heb ik niet gefietst. Maar hier op de Gooimeerdijk-Oost is het Anke-tijd! Ik ga mensen aan het inhalen en ik voel de wind amper meer. Ik tel heus kilometers af, maar er komt weer wat tempo in. Eigenlijk moet ik nog plassen. Maar nu eerst genieten hier! En nog even terugdenken aan het moment dat ik hier met Vincent fietste op weg naar Veldhoven en de keren dat ik in het Cirkelbos liep. Dat doet me denken aan het boek wat ik nu lees. Wat ik ook had kunnen uitlezen nu. Maar nee, ik fiets hier en dat maakt me gelukkig! Net als eerder op het parcours druppelt het een heel klein beetje, maar het mag geen naam hebben. Nee, ik ben echt blij met het weer! Het bankje sla ik over. Bij de manege laat ik alles even lopen. Ik heb nog veel water en spoel wat weg. Net als bij het zwemmen, ga ik ook nu het beoogde tijdsdoel niet halen qua fietsen. Ik zet nog hard aan op weg terug naar het drukke centrum. Ik neem ook nog een brokje reep. Die is nu op. Hartstikke netjes! Natuurlijk is het loopparcours al vol, maar wat wil je met zwemmers die een dik half uur eerder starten! Ik zwaai even naar MB die met de camera klaar staat voor het loopparcours. Al ga ik lekker 6:30 lopen, ik maak het nu af ook. Dan de drukte voor de wisselzone. Ik zie Rob en de trainer en de meiden van Trispiration en die geweldige Westenberg is hier ook alweer! Heeft hij een tweelingbroer ofzo? De wisselzone in en ik voel me nog steeds prima. Rob filmt.
Dat ik toch een beetje moe ben, blijkt uit het feit dat ik even moet kijken waar mijn fiets ook weer heen moest. Helm ophouden en naar de wisseltent terug. Ik trek snel de sokken aan en pak de rugzak waar de gels in zitten. Ik prop ze terug en dan kan ik gaan lopen. Het meisje bij de ingang zegt me nog even mijn nummer te draaien, want ze zijn streng en ik ga een halve marathon lopen. Slechts 20 seconden vraag ik me af hoe, maar dit kan ik en mijn voeten en benen weten precies wat ze mogen doen. De arena door vol herrie en onrust.
Ik zie RZ van de TVA met een ander aardig maatje en ik hoor mijn naam wel her en der, maar dit is voor mij ietsje te. Andere meid van Trispiration en bij het hotel zit KH geloof ik en ik weet niet meer of Manuel er ook is. Dan de rust in alsjeblieft. Ik moet na een kwartier een gel nemen en die tijd zal ik zelf in de gaten moeten houden. De eerste post ben ik al veel eerder voorbij. Zo rustig als het was bij het fietsen, zo druk is het nu. Met lopers en met toeschouwers.
Ik pak wel water aan bij de post en drink een beetje en koel mezelf af. Mijn looptijden liggen boven verwachting hoog. Ik ga dit niet volhouden, maar het voelt onwaarschijnlijk soepel. Ik maak kleine stapjes die me totaal niet vermoeien. Jammer dat ik een beetje het gevoel heb dat ik moet drukken. Negeren. We lopen langs de Fantasie en dan over het brugje en langs View. Ik trek me er allemaal weinig van aan. Laat me ook nu niet gek maken door tempo’s van anderen. Ieder zijn of haar eigen ding. Ieder zijn of haar rondje. De eerste gel gaat al moeizaam naar binnen. Ik gooi het plakding weg bij de post en drink wat water. En over me heen. Ik stop niet, want ik heb een lekker ritme. Het voelt als 6:30, maar het ligt veel hoger. Boeie. Na drie of vier kilometer kijk ik niet eens meer. Het zijn drie rondjes die ik moet lopen en daarmee zie ik het wel. Dan over de in aanbouw zijnde Floriade. Onrustig vanwege de werklieden en de bouwwerkzaamheden. Ik let er niet zo goed op. Het gaat wel licht omhoog. Stukje over het zand en dan omlaag naar de volgende post. Ik vind het looprondje niet zo heel interessant. Het is hier wel even lekker stil en rustig. Bijna verval ik in de gedachte hoe ver ik nog moet, maar die stop ik snel weg. Ik hou het ritme vast en neem wat water mee. Ik loop 5 kilometer met gemak binnen een half uur. En dan langs de flats. Ik zie MB en moet om haar lachen als ze weer verkondigt dat het goed gaat. Ze weet hoe een hekel ik er aan heb, maar ik besef dat het er goed uitziet, hoe ik me zelf ook voel.
En door! Langs de fotograaf, lachend en later zie ik mijn favoriete fotograaf die ik echt waardeer. Net als de masseur iemand die er steevast is en die je kent van evenementen. Ik zet een paar stappen om te drinken bij de post. Misschien helpt het. Ik moet nog steeds een beetje drukken. Maar niet echt veel. Naast de kant staan YZ en haar man MZ samen met AA en haar hondje. Je bent mooi zelfvoorzienend, roept MZ. Ik vind het fijn dat zij er staan, ze zijn zo lief! Ziet er goed uit, hoor ik YZ roepen. Ik heb van haar de chip gekregen vanmorgen, dus ze zijn hier al de hele dag. En dan verder onder de hoogspanningsmast door en naar de Red Bull boog. Ziekenhuisbrugje over en ik blijf gewoon maar hardlopen. Rondje 1 is bijna klaar. Ik zie de man van het voedingsschema en dat gaat maar zo-zo, roep ik hem toe, maar ik weet niet of het duidelijk is. Vlak voor de echte drukte haal ik Ruben bij.
Hij herkent me meteen en vraagt of ik dit tempo kan volhouden. Ik zeg hem dat ik vermoed van niet en hij zal opnieuw bij me blijven. Hij spreekt nogmaals de waardering uit en ik zeg hem dat hij hetzelfde presteert! Hij heeft net als ik ook in geel gezwommen in ongeveer dezelfde tijd. We lopen samen door de herrie en ik werk nog een gel weg. Ik probeer te drinken en zie de snelste dames gehuldigd worden. Ik zie de Trispiration-meiden en dan naar het hotel. KH loopt met me mee en moedigt me aan op slippers.
Vincent duwt me nog een gel in de handen, maar die heb ik niet echt nodig. Integendeel. Dan weer de rust in samen met Ruben. De gel doet zijn werk en ik blijf rennen. De volgende post voorbij en er vallen een paar verfrissende druppels. Ik ga de 10 km nu maar binnen een uur erdoor drukken. Al is drukken niet een term die mij op dit moment bevalt. C staat daar en vraagt of het goed gaat. Mwah, roep ik. Volhouden, geeft hij me mee. Omdat jij het zegt gast… Het is al minder druk op het parcours. Weer dat stomme woord met drukken erin wat in relatie tot mijn darmen niet goed valt. Net als vaker vandaag laat ik me niet gek maken door anderen. Iedereen moet maar doen wat ‘ie kan en ik weet niet wie in welk rondje zit. MC roept tegen me dat het goed gaat, ik kijk om en zeg dat ik dat zelf bepaal en dat het tegenvalt. Ik heb MC hoog zitten en hoop dat hij me begrijpt. Ergens is Ruben afgehaakt. Ik loop RH-V voorbij die wandelt. Lastig, want deze gast is zoveel sneller en sterker dan ik. Ik moedig hem aan, maar hij heeft veel kramp. Jij loopt goed door, zegt hij. Ik besluit ter plekke dat ik hem aardiger moet vinden. Ik kom weer langs de bouwwerkzaamheden van de Floriade. Nu gaan de werklieden naar huis en is het nog onrustiger. Zij hebben maling aan die rare renners op hun terrein. Ik vind de stoep stom. Omhoog. Zand over. Omlaag. Ik krijg nu echt wat last van de aandrang. Maar ik moet weer een gel. Ik loop 10 kilometer in 57 minuten. Ik blijf doorlopen tot ik er 11 verzameld heb. Zeker. De gel gaat kokhalzend naar binnen. Dit werkt niet. Beetje drinken, water over me heen en dan weer door. 11 Kilometer loop ik vol, maar het tempo gaat omlaag omdat ik me niet goed voel. Eerder ziekig en misselijk dan vermoeid. Langs de flats weer aanmoediging van MB en twee lieve kleine meisjes die tegen iedereen roepen dat het nog maar een klein stukje is. Schatjes.
Ik loop MD voorbij. Hij is mijn held. Hij heeft hartklachten en ik hoor hem nog zeggen: voor mij nooit meer een triatlon. En hier loopt hij dan! Tempo is niet altijd belangrijk. Ik roep hem toe dat hij een groot hart heeft. Helden zijn er in formaten en MD is groot voor mij! Ik vergeet mijn eigen problemen eventjes. Ik moet inmiddels echt mijn darmen legen en ik ga doorlopen naar de Dixie. Voor die tijd stop ik niet, want ik wil daar zo snel mogelijk zijn. Kilometer 11, 12 en 13 zijn niet leuk. Ik voel me misselijk en niet goed. Het genieten is opeens ver weg en ik moet nog een rondje, maar weet even niet hoe en of dat wel lukt. Mijn vingers tintelen en dat is een slecht teken. Ik voel koude rillingen. Voedingsplan mislukt op dit moment. Dag fotograaf, bruggetje over en ik schiet de Dixie in. Het is er al uitgestroomd voor ik ontdek dat er geen papier is. Ik vis een plastic zakje uit de rugtas. Blijf ik hier zitten? Nee, toch maar niet. Pak aanwurmen, ik krijg m niet dicht (jammer dan) ik ga even onder het water staan, maar smerig is het nu toch al en ik gooi water over mijn reet. En door. MZ en YZ staan er nog.
Plan B: dadelijk gaat de rugzak weg en maak ik de laatste ronde af. Vanaf nu geen voeding meer. Cola misschien, maar ik kan prima zonder eten. Als ik de arena weer in ga voel ik me smerig en niet zo best.
De aanmoediging gaat een beetje voorbij aan me. Maar ik maak het nu hoe dan ook af! Ik haal een paar mensen nog maar een keer in. Dan geef ik Vincent de rugzak en ik roep ‘m dat ik alles heb uitgekotst. Zo voelt het ook wel een beetje.
Bevrijd van de rugzak en vooral van de druk om te eten pak ik de draad weer op. Zo gaat ie goed! Ik hoor de mensen zingen van ‘een foto van jouw’ en ik merk de omgeving nu op. Heerlijk rustig en wie loop ik daar bij de post weer tegen het lijf? Vriend Ruben. Mijn tempo en energie zijn omhoog geschoten. Hij loopt mee en het is zijn eerste halve triatlon die toch flink zwaarder is dan een kwart, zo kletsen we. We spreken af dat we ieder ons eigen ding mogen doen, maar we trekken ons nu even aan elkaar op. Mijn tempo ligt weer rond de 5:40 en het voelt goed. Voorbij de post van vader K lopen we nog te kletsen en dan het bouwterrein op. Daar begint het te regenen. Wat zeg ik: gieten! Een stortbui van jewelste. Een regengordijn. Ik trek me even op aan Ruben, maar ik ga door. Ik vind dit geweldig. Echt gaaf. Afzien, doorstampen en helemaal nat worden zonder eten – welkom to my world. Dit is heerlijk bekend. Het potje doorzettingsvermogen en wilskracht kan vol open. Vlak voor de modder is het even droog. Ik ben schoongespoeld. In de modder begint het weer met dikke druppels. Ik haal een vrouw in en zeg haar dat dit veel zuurstof geeft in de lucht. Ze is het met me eens. Ruben meld dat hij afhaakt en dat snap ik. Tot de finish, zeg ik. Mijn tempo is moordend hoog. Ik schakel om naar de eindtijd. Fuck. Het gaat er om spannen met die zes uur. Ik bedank de mensen op de post dat ze gebleven zijn met de regen, zij bedanken mij. Er is nog een groep blijven staan die aanmoedigt en ook die bedank ik. 18 kilometer. Dat heb ik hier ooit eerder gehad en toen ging het pas om de eindtijd. Langs de flats is het stil geworden. Heerlijk. Veel mensen wandelen een stukje. Ik doe dat ook heel even, want ik weet dat je daar meer van bijkomt dan van pushen. Dan staat MZ daar. Hij is voor mij gebleven. Wat een ontzettend toffe peer. Ik tel tot mijn PR van 6 uur en drie minuten, daar zal ik nu onder komen ook! Zou het de volle 21 kilometer zijn? Dan haal ik het kielekiele. En hoeveel heb ik over? Qua tijd en vooral qua energie? Ik moet nog een keer een klein stukje wandelen. Als ik bij de ziekenhuisbrug ben, ga ik door tot het einde. Daar staan Vincent en Manuel! Ik roep ze toe dat het me weer net niet zal lukken, want ik zie de klok op 5:57 staan.
En dan gaat het vuur aan. Ik zet aan en stamp door de plas, voor mij had de plank niet gehoeven die ze -zo delen ze luidkeels mee- hebben neergelegd, maar bedankt. Ik heb een missie en ik weet niet waar ik de versnelling vandaan haal, maar hij is er en het gaat ook nog! Grote stappen. Ik ga zeiknat, vies en juichend de finish over, blij dat ik het weer gered heb.
ZGvG staat klaar met mijn medaille. Ik draai me om, om de eindtijd te bekijken en dan is er die 12 Seconden teleurstelling. 6 Uur en 12 seconden.
Na even vloeken en huilen sta ik op en krijg ik mijn welverdiende medaille. Voor een heel waardig PR. Als ik MBB zie, moet ik weer sniffen en iedereen verzekert me dat 6 uur echt goed is en ik ben het daar ook heel snel mee eens. Ik kijk naar Rob die de hele dag gebleven is en dan komt Ruben binnen. We maken een foto.
Ik heb waardering voor hem. Net als voor MD die 5:59:59 heeft gedaan. Met zijn hartklachten. En voor iedereen die gefinisht is, ben ik blij. Maar zelf ben ik echt supertrots dat ik van de 6 uur zeker 5 uur en 40 minuten heel, heel veel plezier heb gehad. Ik lach op bijna alle foto’s. Ik heb nergens trek in. Even zit ik binnen alleen op het trapje om de 12 seconden te verwerken en dan is het goed zoals het is. Ik hoef alleen maar 3 glazen chocomelk. Ik klets met JB en met de vrijwilligsters MS en de vrouw van JvdK. Ze moeten net als ik intussen lachen om de 12 seconden. Ik laat de medaille graveren en ga douchen. Net als de rest van de dag laat ik me ook nu niet gek maken en ga ik weer de vieze natte schoenen in. Ik heb het vandaag niet gemaximaliseerd, de grenzen van het afzien heb ik al lang geleden verlegd. Als ik met mijn finishersshirt het gebouw verlaat, spreek ik de race director aan dat het een geweldige dag was. Hij vond dit event net zo belangrijk als zondag en ik vraag hem nog voor zondag de wind iets terug te draaien. De rest is zo goed georganiseerd! Bij het weglopen zie ik de coach nog even en dan komt Rob naar de ingang om een tas over te nemen. De trek ontbreekt me totaal. Ik ben vermoeid, maar niet kapot. Ik haal de tassen en spreek WF even die het een zware editie vond. Hij is altijd zo snel en goed, en hij racet hier voor de zoveelste keer, dus zijn mening telt voor me. Ik geef Rob de tassen over het hek om de wisselzone heen en knip mijn nummer af als aandenken.
Dan slaat er wat vermoeidheid toe. Ik neem de fiets mee en in de auto baal ik nog één keer van de tijd ? . Dat is de laatste keer dat ik dat doe. Ik eet ‘s avonds alleen maar een bordje pap. Niet omdat ik misselijk ben, maar ik heb gewoon geen trek. Ik lig drie uur op de bank en dan ben ik zo opgeknapt dat ik alles kan opruimen. Voor mij is drie uur bijkomen lang. Ik ga op tijd naar bed, maar we liggen nog tot half twaalf de belevenissen van de dag door te nemen, Rob en ik.
De Day After. 11 September 2011. uit?♀️ en ??? vogels kijken
Ik word wakker met hoofdpijn. De nacht was wat onrustig, maar niet slecht. Ik loop naar de WC en als ik daar ben denk ik: waar is de spierpijn? Waar is überhaupt iets van last? Ik kruip nog even terug in bed en lees mijn boek. Om 10 uur sta ik toch maar op. Misschien geeft de trap last? Ook niet. Ik heb nog steeds opvallend weinig honger. Ik heb een boterham met hagelslag verdiend. Ik loop naar de wasmachine. Na een wedstrijd is dat toch een test voor mij: als ik boven kom en moe ben, is er nog wel iets. Maar ik loop moeiteloos omhoog en omlaag. Voel niks. Verbijstering. Heb ik andere klachten na de paracetamol tegen de hoofdpijn? Nou eentje: dat ik geen klachten heb.
Ik schrijf wat, socialize rond en drink thee. Bij het schrijven van de blog en het bekijken van de foto’s ontdek ik dat ik heel veel genoten heb en veel gelachen. Misschien is het jammer dat ik niet meer ‘stuk’ kan gaan en dat de grenzen niet meer opgezocht worden, maar het was wel erg leuk zo! Naar de winkel lopen is ook niet moeilijk. Alleen het gebrek aan eetlust is opvallend. Na de buitjes ga ik fietsen met Vincent. Lekker rustig! We gaan langs de Noorderplassen en deze keer gaan we letterlijk vogels kijken! We stoppen bij elke vogelhut. Op 1 na, want die zijn jongens in de fik aan het steken.
We gieren het uit over de wilde grijze purperen knobbel zwaan. En de loopbandfiets. We lachen om onszelf en over het zoeken van nieuwe hobby’s. Het tempo is echt traag en rustig. Weet je hoeveel vogelkijkplekken er zijn? En die mensen die zich opwinden over een ijsvogeltje. Als het geen triatlon meer is, zal ik geen beste vogelspotter worden. Vincent en ik spotten wat af. In de zin van ‘voor de gek houden’. Over spotvogels gesproken….
We gaan over de dijk met de wind mee. Ook daar houden we niet op met lachen over de blauwe bananenfiets en de zien we de gekste vogels vliegen! Ik ben blij dat ik ook zonder moeite kan fietsen. Geeneens zadelpijn. Er is een fietstocht bezig en ik lach omdat wij gister wel over de dijkweg zelf mochten en zij op het fietspad blijven. Ze halen ons keurig in. Vincent blijft me plagen met de mogelijkheid om te stoppen op elke plek waar we vogels zouden kunnen kijken. Ik ben blij dat ik eindelijk trek krijg. We fietsen 25 km in een kleine 70 minuten. Helaas zullen we verder moeten zoeken naar een andere hobby, want voor vogelspotter zijn we ongeschikt bevonden. En dan eet ik een paar zelfgebakken muffins, een bakje M&Ms en ‘s avonds een groot bord diner. Morgen eet ik weer gewoon en is alles weer normaal met mij. Dan staat de dag in het teken van de hele triatlon van de andere geweldenaren. Ik noem het een rustdag. Ik heb totaal nergens last van en moedig aan. We fietsen naar de dijk en ik loop rond in het centrum. Mijn rusthartslag is nog iets verhoogd, maar ik voel me echt weer helemaal hersteld. ‘s Avonds ‘in’ ik mijn hamburger! En dan is het triatlonweekend gedaan.