26 September ? ?♀️ ? ?♀️ ??♀️ ? ?
‘s Nachts om 3 uur word ik wakker en dan slaan de zenuwen toe. Is het wel verstandig om ‘zomaar’ mee te gaan doen aan weer een halve triatlon? Maak ik dan niets kapot aan mezelf, als ik koste wat kost de medaille wil ophalen? En het fietscomputertje, stel dat die niet bij de fiets is, hoe moet dat dan? Kan ik eigenlijk nog wel hardlopen, want de afgelopen week ging het niet best en dan ook nog zomaar even een halve marathon? Ik ben zo bang om de finish niet te halen of in elk geval niet zonder kleerscheuren. Er komt een steen te liggen op de plek van mijn maag. Die steen is pijnlijk zwaar. Letterlijk en figuurlijk. Ik moet weer vroeg opstaan en eten en ondertussen zit de steen me in de weg. Om wanhopig van te worden! In Almere waren er weinig zenuwen, maar nu is het weer net zo erg als vroeger! Omdat ik niet precies tot in de details ben voorbereid? Of is mijn twijfel terecht? Ik weet dat het over zal zijn als ik in het water spring, maar dat duurt nog 2 uur. Deze twee uur zijn by far het allermoeilijkste gedeelte van de dag. Als Rob flink doorrijdt, zodat ik genoeg tijd heb in de wisselzone, voel ik me diep, diep ongelukkig en onzeker. De steen zit knoervast. Ik eet twee bolletjes, dat red ik net. Als ik met Vincent Hoorn inloop, loop ik eigenlijk de hele tijd te huilen van de spanning.
Dat is even weg als ik naast mijn fiets sta in de wisselzone, het fietscomputertje vindt en de regenboog boven het terrein staat. Ik ga hoe dan ook starten, maar deze doodsangstige spanning houdt nog een half uur aan. En er is niemand die het kan verhelpen, want Rob en Vincent kunnen wel zeggen: “dit kun je best, je hebt geen haast, geniet ervan”, maar ik voel me vreselijk niet blij en niet opgewassen tegen weer een dagje sporten. Er zijn massa’s mensen die maanden trainen voor een halve marathon alleen al (en ik hoorde ook bij de groep!), laat staan dat ze dat elke twee weken doen in een halve triatlon (ook zoiets waar mensen maanden voor trainen en zeker niet een half weekje, zoals ik nu heb gedaan).
Het is megadruk met atleten in het startvak. Ik weet niet eens voor welke starttijd ik sta. Om 9 uur ben ik ongedurig. Laat mij maar los nu! Het gaat snel met het irritante Mario Kart deuntje, maar mij duurt het schaapjesgedrag te lang. Elke 5 seconden vertrekken er een paar atleten, zodat niet iedereen tegelijk in het water ligt. Dat geeft ruimte op het parcours. De tijd start met tellen vanaf het moment dat je de onderste trede verlaat. Het begint te regenen. Flink. Dat boeit me niet, mijn wetsuit kan tegen water. Ik spreek nog een Belgische en zie ook spanning bij anderen. Met alleen atleten onderling is het minder erg, misschien redde me dat in Almere ook wel. Rond tien voor half 10 sta ik al op de trapjes en zwaai ik een moment in de hoop dat Vincent me zal zien (helaas niet) en dan spring ik het water in.
Meteen is de steen weg (anders was ik gezonken denk ik) en kan ik zwemmen. Het water is een seconde of tien koud en dan zalig. Door de regen beslaat de bril al snel, maar ik pik meteen een borstcrawl op. Door de drukke haven en ik geniet vanaf dat moment onvoorwaardelijk en onafgebroken. Ik heb geen haast, ik maak brede, lange slagen en hoeft niet meer na te denken. Alleen rustig blijven en kijken waar ik heen moet. Dat is wat lastig met de beslagen bril, maar ik heb ruimte zat door de ‘druppelstart’. Ik geniet even als we door de sluis de haven verlaten. Wat een heerlijk krap en uniek uitzicht! Dit doe je maar 1 keer, zeg ik tegen mezelf.
De golven trekken al wat aan. Daarmee ook mijn vermogen om te genieten, want hoe meer het tegenzit, hoe beter ik kan zwemmen! Ik haal mensen in. Even maak ik mijn brilletje schoon en dan zie ik naar welke boei ik moet zwemmen.
Aan de kant meneer, anders ga ik om je heen. Er om heen dan maar. Als ik dit al wat zwaarder vind, dan moeten de meeste mensen om mij heen toch gek worden van deze golven? Dan gaan we buitengaats. Hogere golven! Ze komen van zij en ze doen me niks. Het is in vergelijking met de Frysman braaf. Maar toch: ‘it is quite rough out here’. Ik zou toch in meren zwemmen en niet meer in golven? After all is dit natuurlijk het Markermeer, ik moet niet zeuren. Ik zwem met een degelijke slag van boei naar boei. Zo krap mogelijk. Ook het navigeren beheers ik inmiddels tot in de finesses. Ik heb geen schoolslag nodig. De borstcrawl met breed uitslaan en diep insteken is een bron van kalmte geworden. Mijn benen gebruik ik niet, die mogen straks. En nog een gele boei. Ik vraag me niet af of ik er wel kom, ik weet namelijk dat ik dat red.
Dan bedenk ik dat ik ook wel eens met ontspannen vingers kan proberen en dat maakt de slag helemaal gecontroleerd rustig. En door naar de verre rode boei. Natuurlijk zwemmen er ook al bosjes mensen terug, maar die zijn eerder gestart. Ik voel mijn horloge de 500tjes noteren. De weg terug is nog steeds golvend en echt golven mee is het niet. Ik permitteer me een kort stopmomentje om te genieten van het zicht op Hoorn. Dat zie je niet vaak vanaf deze plek! Even oriënteren waar de boog is en dan weer heerlijk door. Als ik op deze manier alles kan afhandelen vandaag, ben ik superblij. Ik geniet ontzettend van het zwemmen en vind het jammer dat ik niet een kilometertje door mag. Dat ik me ooit zo lekker, zo veilig, zo zeker en zo vrij zou voelen in het water, had ik nooit kunnen bedenken. Op het einde begin ik een beetje mijn linkerschouder te voelen, maar mijn armen mogen dadelijk liggen op de fiets, dan is het wel weg. Ik zwem steady naar de boog en kijk even op als ik er bijna ben.
Ik zie Rob en roep en zwaai naar hem. Dan de laatste meters (jammer) en ze helpen me op een ponton met een hoge opstap en dan zwaai ik naar Rob en vertel hem dat het best zwaar was.
Dik 41 minuten! Dat is sneller als het brave Weerwater. Leuk hoor. De wandeling naar de wisselzone is ellenlang. Er is een post en ik pruts mijn wetsuit uit. Spullen pakken, in de tent de fietsschoenen aandoen en dan jog ik naar mijn fiets. Het hele voetbalveld rond, tjonge. Ik zal niet meer klagen dat Almere ver is.
Hoi fiets! We gaan een stukje rijden. Ik zet de computertjes aan en baal een paar seconden omdat alles nog nat is. Dan ben ik geen held. Nooit niet, maar nu zeker niet. Het uittypen van de deze zinnen duurt langer dan het balen. Opstappen, naar Vincent zwaaien en dan de bocht om.
En nog een bocht met piepende remmen. En nog een bocht en dan een fietspad op en Hoorn door. Het gaat goed qua snelheid, maar al dat gedraai vind ik maar matigjes. We slingeren over fietspaden en wegen Hoorn door. ZGvG haalt me al in, maar dat maakt mij niet uit. Veel mensen haalen me in, maar ik hoef alleen maar mezelf en de fiets terug te brengen. De eerste 10 kilometer zitten er wel snel op. Ik probeer er niet aan te denken dat ik er nu nog 80 moet, maar het bekruipt je toch. Het is veel slingeren en daarna veel buitengebied. Ik weet niet goed waar ik blijf en herken een paar gemeenten. Ik word veelvuldig ingehaald, maar dat kan mij niet schelen, echt niet. Ik doe mijn eigen ding en dat fietsen is het niet qua mijn ding. Ik had hier ook in Groningen of bij Amersfoort kunnen zijn: mij is het allemaal hetzelfde. Veel bebouwing, verveling, aftellen van de afstand en weinig in te spannen. De eerste post zit al voor de 30km en ik zie dat ik wel een bidon wil. Ik ben netjes aan het drinken en aan het eten volgens het schema van de challenge. Dat kan prima. Heb ik intussen ook in de vingers. Ik zie wel veel mannen die lek gereden zijn. Dat is met de herfst en de natte wegen ja. Ik zie ook leuke dingen: rare bedrijven die iets met bolletjes doen (bloembollen), kindertjes die op een stoeltje zitten voor hun huis, mooie molens. Echt bekoren kan dat fietsen me niet, en dan is 90 kilometer best lang. Ik hou mijn gemiddelde een beetje rond de 29 en dan straks zak ik wel af. Het maakt me niet uit, ik mag gemiddeld 23 rijden om binnen de tijd te finishen. Het enige wat ik hoeft te doen is zorgen dat ik wat extra heb voor noodgevallen.
Het is rustig op het parkoers. Hele stukken fiets ik zowat solo. Toch zie ik iemand die een penalty krijgt voor stayeren. Er is zelfs maar weinig jury. Of ik word door een superdure fiets ingehaald en ik denk dan: jouw zwemmen moet je uitleggen….
Ik moet plassen. Eigenlijk. Best lastig, want mijn blaas durft niet. Dan is meer drinken en eten erbij stoppen wat lastig. De eerste bidon is leeg. Ik zit op dik anderhalf uur voor de eerste helft. Nu komt de moeilijkste helft van een halve triatlon nog. Medemblik is wel even leuk. Vooral de geur rondom het stoommuseum. Daar staat DR! Leuk haar te zien. Ze wist niet dat ik meedeed, tot vanmorgen. Even wachten met plassen dan. Bij de tweede post (dik voor de 60km) gooi ik 1 bidon weg, zet de andere bidon voor en pak een bidon met water aan. Die giet ik maar over mijn kruis heen en dan snapt mijn blaas het. Ik sta een beetje en vertraag wat, maar het loopt wel leeg nu. Een passant vraagt of het goed gaat als ik weer aanzet. Ik spoel wat weg en voel me opgelucht. Het tweede uur ben ik wat laks geweest met de blokjes reep en het drinken, maar nu pak ik dat voor komend uur weer op. We gaan door Enkhuizen. Ik ben blij dat ik geplast heb, want hier staan meer mensen! Wel gezelliger. Ik ben vast niet laatste, maar snel ben ik ook niet. Ik hoop op 27,5 gemiddeld te eindigen. Al met al is dit duidelijk mijn zwakste onderdeel. Maar voor mij is dit dan ook een kwestie van doorbijten en niet kapot gaan. Ik visualiseer het finishen maar alvast in de hoop dat vandaag mee te gaan maken. We gaan door StedeBroec en dat vind ik nou een leuke, vriendelijke plek! Inmiddels tel ik de kilometers flink af. Ik had veel bedacht, maar dat ik me zo zou vervelen tijdens het fietsen, is vannacht gelukkig niet in me opgekomen. Dan had de steen vanmorgen gewonnen zeg ik.
Ik mijmer nog wel even waarom ik dit eigenlijk doe, of ik iemand of een trainer wil imponeren met deze dubbele halve triatlon, maar ik kom tot de conclusie dat ik vooral mezelf iets wil bewijzen geloof ik. Al weet ik niet precies wat dan.
Dan rijden we de dijk op. Wow! Het uitzicht is anders en ik verheug me onmiddellijk op de laatste 20 kilometer. Prachtig! Bootjes, zonnetje erbij, molentjes. Terug in gedachten naar de andere kant van het Markermeer bij de Frysman, maar dit heeft toch zijn eigen karakter. Dat de snelheid afneemt, boeit me totaal niet. Dat ik mensen inhaal is wel grappig. Er is wind tegen, maar die kan mij niet uit de genietenmodus halen nu. Daar heb ik dan 70km voor door het saaie achterland getrapt! Het gemiddelde zakt naar 27,5/27,6. Ik vind het best. Ik plas nog maar eens een paar keer. De volgende zin wil je misschien liever niet lezen, maar mijn schoenen staan vol. Ook omdat ik het water er doorheen spoel. ? Ik neem netjes de derde gel. Ik zit al 3 uur op die fiets. Het lopen zie ik tegenop, maar ach – we zijn er nu toch. En dan ben ik alweer in Hoorn! Ik zie Vincent die roept Ride On en ik lig dubbel.
Bocht, piepende remmen (sorry mensen, da’s niet alleen water…), nog een bocht en dan afstappen voor de lijn. Keurig. Ik waarschuw nog een meneer zijn helm vast te laten zitten. Ik ben nog zo helder dat ik bedenk dat ik mijn helm op mijn fiets moet laten en niet bij de stinkende fietsschoenen. Dat mag van de NTB meneer. Dan naar de tent en ik zeg het er maar hardop bij. Ik kies de korte sokken en al zittend doe ik nog een plas. Dikke sorry, dat mag echt niet he, maar het loopt nu gewoon. Ik zeg Marta nog even gedag die me twee keer heeft ingehaald op de fiets omdat ze iemand assisteerde bij het band plakken. Haar vlaggetje is Zweeds, maar haar taal Nederlands. Ik ren alvast de wisselzone uit en merk dat mijn benen dit moeiteloos accepteren. Ik voel me opgelucht. Blijkbaar kan ik nog hardlopen. We lopen een onverhard paadje over de wisselzone uit. In alle stilte. Die is voor Joyce. Dan in de schaduw en daarna komt het geweld van Hoorn. Ik loop gewoon! Rugzakje op, gels bij me, maar hardlopen is mijn tweede natuur; het gaat echt vanzelf.
Rob en Vincent zie ik en even verderop DR weer. Ik loop bijna verkeerd! Het is een raar rondje met één- en tweerichtingsverkeer en volle straatjes. Op een hoek zie ik DM en mijn heldin KH en ze schreeuwen hoe tof ze deze actie van mij vinden. Doordat zij het vanmorgen op haar Instagram heeft gezet, is het wat bekender wat ik vandaag doe.
Mijn kilometertijden liggen veel te hoog. Het voelt aan als een soepele 6:30, maar het is 50 seconden moeiteloos sneller. Ik mag op 7 minuten de kilometer gaan lopen! Het lukt me niet. Ik voel me supersterk en ga door rond de 5:40. Langs de terrassen. Het is nog druk op het parcours, nu iedereen nog bezig is met rondjes. Verwarrend allemaal, maar straks zal er rust zijn. Ik loop langs een groep meiden die opgemaakt met wijn en sigaretten luidkeels aanmoedigen met GirlPower. Ze zijn geweldig: hun wereld en mijn wereld met uitgevallen vlecht en zweethoofd kunnen niet verder uit elkaar liggen, maar we genieten allebei van wat we nu aan het doen zijn. Een meneer op de hoek support iedereen, maar ik snij niks af. Langs de haven en dan het volgende terras. Zou ik straks de route wel weten? Ik neem water op elke post. Straks pas gel. Terug door de straat. Ik hoor mijn naam van FV en CB van de NTB en voel me een beetje vereerd dat zij mij herkennen. Een brugje over en dan weer langs DR en langs Rob en Vincent.
Het gaat te hard, ik ga te hard. Dat moet straks misgaan, maar nu kan ik het tempo niet stoppen. Dan de betrekkelijke rust in achter de wisselzone. Ik krijg mijn eerste groene bandje. Langs het water. Door naar de post en de eerste 5 km. Ik neem een gel. Het gaat. Water erbij en dan wandel ik een paar passen. En door! Schaduw, krappe post, Hoorn in en Vincent en Rob weer zien en dan de goede weg op bij DR en het tempo maar vasthouden.
Ik ga gewoon blijven hardlopen zo lang als dat gaat! Door de straat waar mensen naast hun koffie zitten, over de ophaalbrug en iemand moedigt me bij naam aan, die ik niet ken. Op het terras zitten KH en die schreeuwt zo heerlijk hard!
De meiden, de meneer en dan zwaaien CB en FV me toe als ze wegfietsen. Zo leuk dat zij mijn TVApakje oppikken! Mijn buik klotst een beetje. Geen water mee. Om af te koelen alleen dan. Ik blijf hardlopen. Straatjes, bruggetjes, wandelende atleten die al rondes verder zijn. Dag DR, hoi Rob en Vincent en ik roep dat ik te hard ga. Rob zegt nog: neem de tijd! Ohja, dat kan prima.
De rust in. Ergens voel ik dat ik weer last van aandrang krijg, maar het is te doen. Nu nog. Ik krijg het tweede bandje (geel) en voel me moe als ik langs het water loop. Aj, dat is meestal niet zo best. Misschien zijn het de rustgevende golven? Ik blijf nu hardlopen tot 11km, dan kan ik die laatste 10 kilometer in alle rust doen. Ik heb 3 uur voor een halve marathon en dat moet mij dan zeker lukken. 10 Kilometer handel ik af BINNEN EEN UUR. koekoek. Hoe is het mogelijk? Degene die ik hier het allermeest mee verbaas, ben ik zelf. Gelukkig is er ook altijd dat stemmetje: je bent er nog niet… Jurylid NB fietst langs en zegt dat ik het keurig doe. Bedankt! Ik neem nog een gel, maar deze gaat kokhalzend naar binnen. Daar stoppen we dus accuut mee. Water en weer hardlopen. Schaduw, rust en beslissen hoe de laatste kilometers moeten. Nou, rustig aan. Binnen halen is het belangrijkste. Wandelmomenten inlassen. Bijtankmomenten. Ik kijk meer naar de hartslag dan naar de kilometertijd. Hoe lang ik er over heb gedaan, weet ik totaal niet. Binnen 7 uur ga ik zeker binnen zijn.
Ik zie Vincent. Ik vraag DR hoe laat het is en het is een lastige vertaalslag naar half vier. “Studio Sport begint pas om 7 uur, dat haal je wel” roept een lollige omstander. Het is beduidend rustiger nu op de route. Dat bevalt me uitstekend. Dit is het moeilijkste rondje weet ik. Ik moet. Een Dixie graag. En dan valt pas op dat het er niet zoveel zijn! Ik wandel een stukje. Kom op, roepen ze aan de kant. Ik denk: dit is de tweede halve triatlon in drie weken, het is wel goed zo! AC van B rent een stukje met me mee, de lieverd. Langs de terrassen en de meiden ren ik ook. Langs de haven zal ik nu alleen maar wandelen om van het uitzicht te genieten. Ik heb geen haast. Soms moet je even bijtanken. Als ik langs het volgende terrassengebied ren, lach ik hardop als ik bedenk dat ik zin heb om vanavond met 1 glaasje wijn stomdronken te worden! Of bier, dat is ook goed. Ik ren langs de mevrouw met de kleine baby. Die baby is geweldig klein. Ik duik de Dixie in. Geen papier natuurlijk, maar ik heb mijn eigen zakdoekjes. Het loopt er weer snel uit en ook nu lucht het op. Toch teveel koolhydraten voor mijn lichaam. Ik meld dat het papier op is en door. Weer iets soepeler nu.
Rob en Vincent en BT en AC staan daar. Naar één meneer roep ik dat dit de tweede halve triatlon is in drie weken. In de volgende ronde roept hij niks meer, maar buigt hij alleen maar voor me. Langs DR en dan op om het laatste bandje te gaan halen. De rode. De golfslag geeft rust en vermoeidheid, nog een keer over het warme asfalt. Ik weet nu dat ik het ga halen, hoe dan ook. Nog maar 1 rondje. Ik wandel onder de schaduw door. Voor Joyce. Zij heeft mij in zoveel kilometer vergezeld waarin ik getraind heb om door te gaan en door te gaan. En dan weer rennen. Dat gaat dan supergoed als je even de hartslag heb laten zakken. KH, DM, BT en AC staan nu op een andere plek. DR staat alsmaar op dezelfde plek. In het park is het rustig. Ik kan prima blijven rennen op de aanmoediging van de fietsclub van Ferry met hun spandoek ‘FERgeet niet te eten’. Er is niks te maken met mijn naam, maar ik heb hun spandoek meermaals ter harte genomen. Ik spreek 2 wandelende mannen van Kika terwijl ik doorren. In het straatje tank ik nog een keer bij door te wandelen. Over het brugje en daar is Rob.
Die moet naar het finishgebied gaan! Ik loop dit wel uit hoor! Langs de fotograaf voor de zoveelste keer blij doen. Laatste keer langs de terrassen en het rennen gaat me nu weer goed af in deze rust en met de kracht die ik voel. Wijn of thee straks, dat zou fijn zijn, bedenk ik me. Langs de meiden, langs de man waar ik weer niet afsnijd. Ik wandel even iets verder langs de haven, halen doe ik het toch wel. Heel langzaam dringt het door: ik ga twee halve triatlons doen binnen 2,5 week! De meeste vrijwilligers bedank ik, wat zij doen voor ons atleten is onbetaalbaar.
De laatste loodjes klinken leuk voor de Ironman. Ik ben nog lang niet op of leeg. De laatste keer langs de poort en over dit brugje met in de verte het finishterrein. De laatste keer het straatje door waar een man stilstaat en niet meer weet welke kant hij op moet. Eigenlijk lopen hier nu nog de helden met elk hun eigen verhaal. Misschien niet de snelsten, maar wel de grootste doorzetters. En dan loopt DR een stukje met me mee om me te zeggen hoe knap ze dit vindt. Jep. Duizend maal dank voor je support meid!
Als ik nog maar 1 kilometer hoef te lopen, breekt het. Ik moet heel hard huilen en de omstanders zijn bezorgd en roepen dat ik er bijna ben. Ja, dat weet ik… en ik kan beter nu even huilen zodat ik dadelijk lachend en juichend kan finishen. Overmand door een scala aan emoties. Wat ik hier doe is echt mijn eigen enorme overwinning. Alleen van mij. Laat mij maar even mijn tranen afvegen.
Ik loop nu richting de finish langs de mevrouw die ik deze keer links mag laten liggen, met drie gekleurde bandjes om en ik ben weer een grote blijde lach. Nog maar een klein stukje, er kan niks meer misgaan. Ik loop het terrein op en lach alleen maar.
De vrijwilliger van gister die mij en Vincent kent staat daar en daarachter Vincent die me filmt.
Ik juich vast en dan de rode loper op. Hier was het de hele dag om te doen en ik schreeuw aan één stuk door van blijdschap, dat ik twee halve triatlons kan finishen binnen 1 maand.
TvK van Trispiration vangt me op en juicht mee. Even is het wat veel, maar ik blijf staan en krijg de felbegeerde medaille waar alles om begon. Binnen de 6,5 uur (6 uur 25) zie ik staan, maar ik vind alles best. Ik loop de trap af en dan wil ik Rob en Vincent en ik ben echt dolblij, apetrots en overweldigd. Ik mag van hen even in de atletenarea blijven, maar er is geen wijn. En geen thee. En geen chocomelk. De massage is te druk en ik ben te vies. Ik haal een stom wit t-shirt (hoezo wit) en laat de medaille graveren. Ik heb geen moeite met lopen, geen moeite met bewegen en ik ben (nog) niet extreem moe. Ik haal mijn witte tas en verlaat de plek.
Mijn Trispirationmaatje ZGvG krijgt een hug, ik ben trots op haar eerste halve triatlon. Maar ik ben ook echt ongekend trots op mezelf. Dat heb ik maar heel, heel erg zelden. De nieuwe coach stuurt me binnen 5 minuten na de finish een bericht en de verwachting dat ik een fijne dag heb. Zoals het hoort! Deze man moet echt blijven.
Ik ben best moe, dat wel. Ik heb behoefte aan chocomelk. Als we weglopen, krijg ik nog even een wegtrekker en ben ik erg misselijk en draaierig opeens en moet ik even zitten. Ik moet eten, maar ik weet even niet wat. Ik ga mijn fiets ophalen en mijn spullen. De Ironmanstand is al dicht en ook op de Ironmanvillage is geen thee of chocomelk te krijgen. Steunend op mijn fiets gaan we richting de auto, die Rob ophaalt. Vincent haalt chocomelk voor me en dat helpt me.
Ik ben moe, ik ben vies, ik ben emotioneel, maar ik ben niet kapot. Ik voel me echt een Ironman. Supersterk. Ontzettend krachtig wat ik gedaan heb de afgelopen maand. Dat is voor mezelf al moeilijk te bevatten!
Het is ongelooflijk wat goed eten met je doet. De hamburger eet ik op, maar na een gewoon bord frietjes zit ik vol en dan ruim ik alles op. Ik kom moeiteloos de trap op en af.
Kracht zit niet alleen in het beheersen van 3 sporten -wat me intussen aardig afgaat- maar in het oprekken en verleggen van je eigen grenzen. Toen ik 4 jaar geleden voor het eerst een halve triatlon deed, was het ondenkbaar een week later de Dam tot Dam loop te doen. Dat deed ik twee jaar later tóch. En dit jaar deed ik niet alleen de Dam tot Dam loop, maar ook nog een extra halve triatlon. Your body can stand almost everything, it is your mind you have to convince.