Maandag 24 januari. Door Watopia Trappen ?♀️
We gaan de fiets binnen weer op! Ik wilde de Tacx app aansluiten, maar die wil niet bij mij. Alles is goed aangesloten, maar ik kom zelfs virtueel niet van mijn plek af! Dan maar weer terug naar Zwift. Muziekje aan en een andere fiets kiezen. Even de racefiets weer pakken, misschien helpt dat. Helaas niet. Want er staat ergens iets aan of uit, waardoor ik de heuveltjes niet meer ‘voel’. Ik zie het alleen maar terug in een megalaag tempo. Irritant. Inmiddels ben ik een beetje afgestompt qua fietsen en doe ik het ermee. Ik kies dadelijk de route wel zonder heuveltjes voor de intervallen.
Mijn belangrijkste opdracht voor vandaag is het om de bidon leeg te drinken! Dat zou pas echt een overwinning zijn. En zo rij ik even later over de prairies. Ik moet 3 minuten hard en 2 minuten rustig, maar dan op hoge cadans. Dan valt het tempo me wel een beetje mee. He, ik ben een vrouw! En als je kijkt, dan is dat slechts 10% van alle fietsers, gek genoeg. Hup Anke, drinken maar weer.
Ik hou me niet heel precies aan de intervallen. Ergens mis ik de rust omdat ik lekker snel wil doorfietsen. Ergens verbeter ik mijn sprint zo enorm dat ik ook lekker 4 watt/kg trek! Heb ik het ook warm en ben ik ook een keer blij met 2 minuten rust daarna. Ik fiets op en neer over de vlakte. Ineens heb ik van het slechte klimmetje aan het begin het shirtje gewonnen!
Dan ben je de snelste op een stuk van de route. Waarschijnlijk was ik even de enige 🙂 Daar moet op gedronken worden! Ik ga de uitfietszone ook nog even te buiten om nog een PR te zetten nu ik warmgedraaid ben.
Al met al fiets ik keurig de anderhalf uur weer vol en maak ik er ook 40 kilometer van. En! DE BIDON IS LEEG. Mission accomplished.
25 januari. Intervallen fietsen. Vooruitgang en achteruitgang. ??
Het is maar een uurtje. Het zijn maar intervallen. Ik zal eens kijken of het me echt steeds makkelijker af gaat. Vlakte maar weer op. Geen muziek. Geen afleiding. Concentreren op het fietsen. 5 Minuutjes op de laagste hartslag. Ik accepteer alles vandaag. Nog steeds geen berg-gevoel, maar ach- er zijn ook weinig hoogtemeters te scoren vandaag.
Dan 10 minuten lekkere hartslagzone. Ik schakel mee en stem de cadans en de hartslag op elkaar af. Als ik iets harder mag, als het weer rustiger gaat. Ik stuur bij en zo nu en dan drink ik ook nog eens wat. Het is 2 minuten iets harder, 1 minuut lekker hard (die minuut gaat het snelste) en 2 minuten heel rustig, wat vaak net niet lukt of alleen de laatste 20 seconden.
Dan weer 10 minuten neutraal fietsen en dat bevalt me ook prima. Wat ik doe onderweg of denk of zie, zou ik niet meer weten. De tijd gaat gewoon voorbij. Balancerend tussen de cadans en de hartslag. Wacht eens even…. Een paar weken/ maanden geleden was dat een crime. Ik kreeg de hartslag niet laag en de cadans niet hoog en de combinatie daar tussen leidde nogal tot veel ergernis. Nu lukt dat gewoon. De cadans boven de 80 houden en de hartslag binnen de perken. Vooruitgang heet dat.
Ik doe het hele riedeltje met sneller, snelst, heel rustig nog 3 keer. Simpelweg. Kost niet teveel moeite. Kost niet ongelooflijk veel inspanning. Lukt me gewoonweg. En dat is meteen het grote nadeel van de vooruitgang: de uitdaging vervalt. En ik leef blijkbaar beter op de rand van de uitdaging. In het uitfietsen heb ik nog wel even wat moeite om weer in de laagste zones uit te komen, maar al met al valt ook het tempo van 26,4km per uur best mee. Omdat ik daar geen moeite voor heb hoeven doen.
Meteen na het fietsen doe ik een krachttraining. Ook dat kost me geen moeite meer. In het begin vond ik dat allemaal ongewoon zwaar, maar vooral de buikspieroefeningen gaan me nu heel gemakkelijk af. Sterker nog: ik wissel de krachttraining niet eens meer in voor strijken! Mijn benen vinden hun oefening minder prettig, dus die versoepel ik wat. Planken gaat zelfs met een boosterprik, zonder problemen voor me. Nadeel van het feit dat het simpelweg easy is: ik voel geen enkele drang om ook maar een beetje extra te doen. Ik ga naar de therapie en dat helpt me helemaal tot rust te komen. Een paar leuke, fijne en grappige berichten helpen me ook.
26 januari – Een baantje ?♀️ opgeschoven! ?
Ik controleer of Vincent een mondkapje, handdoek en zijn telefoon bij zich heeft als we in de auto zitten om er dan achter te komen, dat mijn telefoon nog op tafel ligt! We zijn dus net op tijd. Gelukkig is het rode badpakje al aan. En de rode badmuts snel op. En de rode slippers snel uit. Ik waarschuw trainster DR dat ik veel ga bijleggen en ze belooft me dat dat in de training zit. Baan 2 (of hier baan 5) stroomt vol. Baan 3 (of hier baan 4) is aardig leeg. En ik weet wat ik kan. Dus ik ga moeiteloos naar baan 3. Ik schuif zomaar met een licht hart een baantje door! Moeiteloos. Kan ik. Geen gezanik met achtje, ik kan steeds iets beter zwemmen.
Eerst even zelf bijleggen. Ik heb ‘m door! Ademen op het meest stabiele moment is een gewoonte geworden. Ik lig met een brede grijns in het water. Echt waar, als ik kon huppelen in het water, dan had ik dat gedaan! De baan zit vol dames met achtjes, paddels en flippers. Samen met DH ben ik zowat de enige zonder hulpmiddelen! We gaan arm links, arm rechts en beide armen doen. Mijn horloge raakt van slag, maar ik niet. Misschien ga ik niet allersnelst, maar ik ben ook niet de langzaamste! We moeten ook 6 keer 50m doen: rug, school en borstcrawl; 1 serie gewoon en 1 serie alleen armen. Ik denk als ik de rugslag doe aan de core. Die is zeer zeker versterkt bij mij! Door er alleen maar aan te denken is het krachtcentrum al actiever. Alleen armen is een enorme krachttoer. Daarna gaan we 100m armen zwemmen, waarvan 25m bijleggen. Ik ga voorop, want dit kan ik. Ik kan zelfs met achtje 1 op 4 ademhalen in alle rust en kalmte als ik op de uitademing let.
Ik spiek in de banen naast me en ook daar: allemaal hulpmiddelen. Grappig genoeg worden in de langzaamste baan nog de minste hulpmiddelen gebruikt! Er is wat gekibbel in de baan over de pauzes, maar de tempoverschillen zijn lekker groot, zodat je elkaar niet in de weg zwemt. Of ik stoor me vandaag nergens aan, dat kan ook. 1 Van de anderen haalt me in, vind dat ik te langzaam ga. Mij best. Ik train hier en ik heb er grote lol in dat ik mijn eigen training in de training kan doen. En dat ik al lang niet meer kapot ga van het zwemmen. Een baantje verder. We doen ook nog 100m, 150m en 200m rustig met 50 armen tussendoor als rust. Na de 150m ben ik echt vermoeid. Ik pak voor de 200m mijn achtje erbij, maar na 100m voelt het teveel als valsspelen en mik ik ‘m weer aan de kant.
Het is vooral dat gemakkelijke, het lichte en het plezier dat ik heb vandaag wat het zwemmen leuk maakt vanavond. Na het zwemmen klets ik nog verder. Nooit gedacht dat er enig moment in mijn leven zou komen, dat ik zwemmen bij TVA bestempel als ‘gezellig’. Van het zwemmen heb ik meer spierpijn in mijn armen dan van de boosterprik! Misschien zat de ‘zwemmen-upgrade’ in mijn boosterprik ? ?
27 januari Duoloop op mijn tempo ?♀️ ?♂️ en zijn route ?
Als ik van het kantoor naar huis rij na een behoorlijk onverwacht (tevreden) volle dag zie ik dat het eigenlijk nog net niet helemaal donker is. Goed idee om maar meteen te gaan hardlopen. Het enige waar Vincent even over valt is dat hij een route moet bedenken! Even over half 6 staan we buiten om het donker tegemoet te lopen. Het is niet koud, de schemering zet in als wij aanzetten en we kletsen onderweg. Over onze werk- en schooldag. Mijn hartslag schiet niet de lucht in en het tempo is prima te behappen. Het loopt makkelijk! We gaan over het mooie-meisjespad naar het sluisje en dan langs de Vaart. Daar hebben we wind mee en is het tempo super 10 kilometer per uur in zone 1! Vincent maakt zich zorgen of de route niet te lang is, maar ik weet zeker van niet. We gaan door het Kotterbos en ik mag in zone 2 gaan lopen. Heerlijk. Het is een beetje donker en er is niemand behalve wij. Een paars en een groen lampje. Ik geniet van het gemak waarmee dit gaat. Zoals het hoort te gaan. We maken een foto van het verdwijnende licht.
Ik weet dat de route precies goed gaat zijn. Als we de brug over gaan het Kotterbos uit lijkt het pas echt donker. Ik moet nog sprints doen en de eerste keer rent Vincent me er uit. Maar dat is nog niet zo best voor hem na een flink ziekbed vorige week. We wandelen tussen de 3 sprints in. We dubbelen en kruisen ons eigen pad niet. Precies 8 kilometer, 48 minuten (dat past ook in Vincents opdracht) en keurig 6:03 gemiddeld op de kilometer. En het kost geen erger-energie.
28 januari Trail loop rondom Lage Vuursche met ☀️ en leuk gezelschap
Het is toch altijd een beetje spannend als er iemand anders met Joyce en mij meegaat… Ik vraag me dan van tevoren af of het wel zo’n goed idee was om een man mee te vragen die gemiddeld toch wat harder loopt en het is de vraag of hij mee kan praten of tegen ons gekwebbel kan. We zijn netjes om half 11 in de Kuil van Drakesteyn en HB, die met ons mee zal lopen is er ook. Rugzakje op en hoppa – gaan! Op zoek naar het begin van de route. Ik ken ook deze route wel aardig. Hier hebben we paddestoelen gekeken met Vincent en hier liep ik met een andere groep ooit: ik kom ook hier redelijk vaak. Na een kilometer staan we op een stukje mooie heide en ik wil een foto maken. Telefoon vergeten! Ligt nog in de auto. Het is deze week wat, al voor de derde keer op pad zonder telefoon. Ophalen of niet? Ik denk dat ik zonder telefoon kan en we lopen door. Maar ik twijfel toch. Als mijn telefoon open en bloot in de auto ligt is dat niet zo tof. HB en Joyce kletsen en ik bedenk dat ik mijn ‘lifeline’ toch echt nodig heb. Ik zal vanuit Lage Vuursche teruglopen naar de parkeerplaats. Joyce wacht, HB gaat met me mee. Ik loop vandaag gemakkelijker dan dat ik kwebbel merk ik! Dat eerste fact is vooral erg, erg prettig. Ik vind het een onwijs stoer idee dat ik ‘zomaar’ 2 kilometer om kan lopen en het tempo kan ook ietsje omhoog, zodat Joyce niet zo lang hoeft te wachten. Dat zoiets lukt, geeft een gevoel van macht en kracht.
De zon komt er doorheen en ik merk dat ik volop aan het genieten sla, hoe bekend de weg ook is en hoe weinig ik eigenlijk ook te vertellen heb. Al valt dat ook mee als het over voeding gaat. Een klein kwartiertje kost het voor we met telefoon (die best goed verstopt lag) weer in Lage Vuursche staan bij Joyce. Met z’n drietjes gaan we weer verder. De zon komt er doorheen. Dat maakt het helemaal af. We lopen tussen het wuivende gras. Prachtig.
Ik ga even lekker verder, niet dat ik haast heb, maar even mijn eigen beleving op dit stukje. Niet dat ze ver achter me zitten hoor! En ik vind het ook niet erg om weer rustiger te lopen. Maar na alle ellende met lopen in januari is dit echt een verademing dat het gewoon lekker loopt. De hartslag is soms best iets hoger, maar dat kan ik accepteren. Trail kost nu eenmaal meer kracht dan asfalt. We lopen een stukje verkeerd en een beetje om, maar met mijn kaartje en de route komt het wel weer goed.
De zon is een blijvertje. Het is niks koud en ik heb precies de goede kleding aan. De modder valt ook mee en eigenlijk valt alles mee. Op 6 kilometer neem ik de eerste gel. We komen even later bij de Wolfsdreuvik. Zo geweldig als het de eerste keer was, zo gewoontjes wordt het nu.
Maar we staan toch even stil bij deze grappige folly. Ik blijf het een fantastische bouwvorm vinden. En weer verder met het ommetje langs het hek. Als we op het glooiende smalle pad komen, gaan Joyce en HB kletsen over hun sportverleden. Ik vind het te confronterend om te luisteren, want ik heb dat eigenlijk niet. Of misschien wel enorm met mijn nog net geen tien jaar, maar ik wil even alleen lopen. Ik zet aan. En het is echt supergaaf dat me dat gewoon moeiteloos lukt. Ik loop helemaal alleen vooruit te dromen en onwijs van het bos te genieten. Even helemaal tot rust komen. Runners high, maar dan met het volle verstand erbij. Ik wacht ze op en neem nog een gel.
Ik ben totaal kwijt waar we zitten, hoe ver we zijn, hoe lang we weg zijn of hoe het gaat. Dat is een aparte ervaring, maar het meest wonderlijke is dat het me totaal niet hindert. Zo gemakkelijk in het moment ben ik in geen tijden geweest. Het is prettig dat HB zich doodeenvoudig aanpast en alles accepteert en zelf ook nog plezier heeft. Dat geeft rust.
Door de zon blijft het allemaal erg mooi en vriendelijk er uit zien. We rennen niet als gekken overal langs, maar er is een consensus dat het gaat om genieten en de omgeving en dat het tempo daar volledig aan onderhevig is. Voor Joyce ook heerlijk en die kwebbelt wel lekker door. Ik heb even een klein dipje, maar dan loopt HB weer mee te babbelen en vergeet ik dat weer. We komen op een plek waar een duidelijk bord staat: Dit is geen wandel-pad.
Tja, zo gaat dat met trailers: die maken soms een pad… Eerst zegt HB: ‘maar wij lopen toch hard’, vervolgens komt Joyce: ‘maar we wandelen ook niet’. Toch nemen we een ommetje over het brede pad. We komen weer op de route, terwijl we roddelen over een verwarrend appje wat ik krijg. Een loopje zonder onze usual suspects is ook niet compleet! Fijn om eens iemand te horen die soort van onbevooroordeeld is. Overigens blokt HB de gebruikelijke helikopter, maar die ruil ik graag in voor de zon. We komen langs de blokhutjes en tussen de rododendrons door.
Joyce doet even wat rustiger aan. Dan moet ik de sprintjes doen zie ik bij de tweede keer. Ik zet even lekker aan. En dan een beetje wandelen. Ineens zie ik mijn kans liggen: voorbij het blokhutje over de geweldige single track mag ik 20 seconden vliegen! Die 20 seconden gaan veel te snel voorbij – letterlijk en figuurlijk. Alle kracht komt even samen: voetplaatsing, snel beslissen, grote passen en echt in de natuur zijn met takken voor je neus en een slootje om doorheen te draven. Een grijns van oor tot oor. Zó voelt hardlopen, zo voel ik me: ik kan echt even vliegen en kom los van de grond! ?
Dan komen we bij het modderige Nonnetjesland. Ik vind dit altijd niet zo’n leuk stukje. Niet dat ik me vandaag werkelijk ergens druk om maak, maar dit stukje bevalt me gewoon niet zo. Ik ben al aan het uitlopen, de opdracht zit erop. Ik klets met HB terwijl Joyce haar eigen tempo houdt.
Ik balanceer een beetje tussen stilte, laat me met rust, zo snel mogelijk verder lopen, eind-vermoeidheid, vriendelijk blijven en aftel-stress. We wandelen ook een stuk, maar ik kan nog prima hardlopen. Dat is zo fijn! Het gevecht is echt voorbij. Tussen de koeien door wil ik even rennen en dat is nog leuk en dan vind ik het klaar. Nog minder dan een kilometer, dus een halve marathon wordt het niet. Niet binnen 2,5 uur. Vind ik dat erg? Eigenlijk niet. Brede paden. We zijn weer bij de Kuil en ik loop 20 kilometer vol.
In het zonnetje staan we nog lang na te kletsen. Tenminste, Joyce en HB. Ik heb niet zoveel kennis, sportprestaties of woorden meer als zij hebben. Gelukkig ben ik een goede en dankbare luisteraar en heb ik chocomelk meegenomen! Ik heb genoten van het lopen en dat voelt weer helemaal goed. De hele loop gaf een gemiddelde hartslag van 138, net niet meer zone 1 (die loopt tot 137) en dat is echt perfect voor deze omstandigheden; de ondergrond en het tempo in aanmerking genomen. Een dag als vandaag zorgt voor het gevoel dat het weer goed komt en dat het ook weer ooit voorjaar zal worden.
29 januari Een dagje ouderwets uitsloven: ?♀️ en ??, ?♀️ en hard ?♀️
Om 10 uur vanmorgen zat ik binnen op de fiets met Zwift in Frankrijk. Voor dik twee uur. Nu hadden Vincent en ik gister al bedacht om een combi te maken met het leren van Franse woordjes. Gelukkig maar, want het fietsen was een crime. Verschrikkelijk. Er staat dus al een tijd lang iets uit of aan of wat ook, maar ik voel de hoogteverschillen niet meer. Het tempo gaat omlaag en ik kom amper vooruit. Ik moet ergens de ERG aan of uit zetten, maar ik weet niet waar! Het irriteert me onwijs. Zeker als je dan begint met 3 kilometer klimmen op tempo nul komma niks. ?
Ik had nog 1 lange route open staan in Frankrijk en het leek zo’n goed idee om die vandaag in 2,5 uur te passen. Zou moeten lukken, maar met dit tempo wat niet omhoog gaat en wat ook niet reageert niet. Vincent zoekt ook nog mee, maar ik wil de route niet nog een keer opnieuw starten. Ik ruil zelfs van fiets en Vincent fietst een paar minuutjes, waardoor de training in Zwift ongelijk loopt met de Garmin. Ik leg het allemaal terzijde en laat het voor wat het is, want Vincent moet Franse woordjes leren. En ik mag ook!
Hij vraagt ze aan mij. Zo ziet Vincent de woordjes en dekt hij ook de vertalingen af en doet zelf mee. Ik ken er best een paar, maar een aantal ook totaal niet. We herhalen ze. Tot in den treuren. Het haalt alle (negatieve) aandacht weg bij het fietsen. Ik hoef alleen maar te trappen.
De intervallen zitten mooi in 1 van de klimmetjes omhoog. Dan is er nog een beetje eer te behalen. Al met al is 63 kilometer fietsen best een opgave. Maar met de koptelefoon, het zakgeld, sparen, werkelijk en al in het Frans, vliegt de tijd bijna! Ik drink twee koppen thee, 4 slokken water, eet een halve reep en 2 mini-marsjes. Voor mij een maaltijd!
Ik maak me wel zorgen dat ik de route niet ga halen in de tijd die ik heb voor de training. Ik mag 2 uur en een kwartier fietsen met een tijdspanne van 20% verschil. Dus maximaal 2 uur en 37 minuten. Als ik nog 5 kilometer te gaan heb, komt Vincent met een onaangename verrassing als ik hem sommeer naar de route te kijken: ik moet nogmaals omhoog! De laatste 3 kilometer zijn niks makkelijk, maar afmaken zal ik de route.
Ik race nog even naar beneden zonder te trappen. Haal ik het ook binnen de tijd, omdat ik hier en daar wat van de route door Vincent heb laten rijden (5 minuten maar hoor) en de Garmin geeft voor de verandering eens meer kilometers aan dan Zwift. Ik ga in Zwift nog een level up naar niveau 27. En… ik heb ook nog eens dik 590 hoogtemeters gescoord. Ik vind de instelling, maar eigenlijk zijn mijn benen te moe om echt te merken of ik de berg nu wel voel of niet!
Als Vincent gaat zwemmen, gaan Rob en ik wandelen. Heerlijk. Even flink doorstappen. We schampen de Noorderplassen en praten bij. Het waait behoorlijk, maar ik merk het niet zo. Rob heeft het zelfs warm! Op het einde begint de tijd te dringen voor mijn zwemtraining en ik besluit dat ik ga hardlopen en Rob wandelt flink door, zodat we de autosleutel kunnen uitwisselen. Het gaat zo soepel, versnellen! Wat een kracht! Ik kan als het moet zonder enige moeite harder gaan. Zonder dure schoenen, zonder dat te merken aan de ademhaling of dat ik het warm krijg. Dat voelt oppermachtig en goed. We liepen al flink door, maar door de versnelling heb ik de 6 kilometer binnen een uur afgerond! Ik voel me echt supergoed.
Dan de zwemtraining. Ik omschrijf op Garmin: Ik heb lekker mijn eigen dingen gedaan en goed opgelet bij het zwemmen met zo vaak mogelijk bijleggen. Flinke krachtige slagen gemaakt. Middenin een stukje voor mezelf gepakt. Wel vermoeiend tot op het bot om voortdurend alert te zijn op de diepe insteek, het bijleggen, het ademmoment. (en ohja, ik heb al gefietst en ge(hard)wandeld ook)
En dit is de zwemtraining zoals ik die heb uitgevoerd:
- Inzwemmen: bijleggen 100m, slag50m in baan 3 (maar dat is wat hoog gegrepen en waarom zou ik dit mezelf aandoen)
- Terug naar baan 2: heup, oksel, slepen, zelf bijleggen ipv lange slag (voorop)
- 4x125m armen voorop, dat ging lekker krachtig zeg! Dit is het enige wat ik met achtje heb gedaan. Mijn badmuts ging af, maar ik had alle tijd om die even aan de kant te leggen.
- 100school – gelet op wat DR aanraadde en dan is school ook een krachtinspanning. Maar daar geniet ik van. Toch nog meer krachttraining doen, bedenk ik me in het water.
- Toen zelfstandig 100m bijleggen/50slag en dat ongeveer 2x. Lastig, want net te druk in de baan (wel iets van 8 mensen!). Ik was wel bezig met mijn eigen ding en heel bewust aan het zwemmen. Dit moet ik nog leren en de rugslag sla ik even over
- Training opgepakt bij 150m rustig, 100sneller, 50hard. Lekker achteraan.
- 3x100m borstcrawl, laatste 25m snel. Vooraan en dan floreer ik toch! Ik werd wel moe en vermoeid intussen.
- Zelf uitzwemmen en bijleggen in baan 1.
Laten filmen door YZ: needs more work met het ademmoment. Tijdens het bijleggen is het oke, maar als ik dat loslaat, gaat het nog minder goed. Fijn om dat terug te zien, bedankt YZ!
Met veel aandacht gezwommen en dat kost veel kracht en energie. Ook van de drukte weer denk ik. Ik was echt moe onder de douche. Gewoon van die ogen-dicht moeheid. Nog even nagekletst. Zo lollig dat ik daar tegenwoordig van geniet en me niet meer erger! Ik sta er veel zelfbewuster in tegenwoordig.
30 januari. Tempoloopje met ?-geduns.
Hij heeft net nieuwe loopschoenen gekregen en ik heb een tempoloop staan van 3 kwartier. Lijkt een prima combi en Vincent zegt telkens dat mijn hoge zones voor hem nog steeds zone 1 zijn. Duhhh. We informeren de buurman over een hele triatlon (die is nog aan het bijkomen vermoed ik) en lopen dan de straat uit. Het gaat meteen mis met de hartslag: door naar 165 terwijl ik heel rustig loop. Mega-mega-irritant. Ik stop de exercitie en reset de hartslagband, die blijft hangen op 160+, terwijl de Apple Watch op de pols niet hoger komt dan 70. Dat vind ik zo vervelend als ik moet lopen op hartslag en de metingen dan niet kloppen. En ik heb maar 5 minuutjes in zone 1. We starten opnieuw en het is al snel weer hopeloos, de hartslag loopt op tot 170 en gaat niet omlaag als ik wandel. Ik zet zonder pauze de hartslagband uit. Over op polsmeting. En die is dan weer (onterecht?) laag, maar ik doe het er voor! Het klopt met het gevoel. We lopen het viaduct over de Hogering over en het tempo ligt ongewoon hoog. Ik kan echter nog prima kletsen en dit lijkt inderdaad zone 2 te zijn qua gevoel. “Mama, heb je haast ofzo, zeg” roert de puber zich met zijn nieuwe zwart-gouden Ascis schoenen.
Langs de kassen ga ik lekker door. Vincent probeert zo nu en dan of de goud-zwarte schoenen ook hard kunnen en nou, daar zijn ze voor gemaakt! “Ze kunnen niet langzaam lopen, dan zitten ze minder lekker”, is het oordeel. Als we oversteken ga ik 3 minuten hard lopen. Ik zet de blik op oneindig en het tempo komt rond de 5 minuten per kilometer te liggen. Daarna moet ik 1 minuut nog veel harder op een ANT+ hartslag. Heerlijk zwaar, maar een minuut is te overzien. Jammer dat de hartslag niet hoog genoeg komt, maar de inspanning is er zeker wel naar en het tempo ook. Dan een minuut joggen. Vincent slingert om me heen; sprint soms moeiteloos voor me uit en blijft soms even hangen. “Zag je de schapen mama?”; nou, mama zag helemaal niks, want die was enkel bezig met snoeihard lopen.
En nee, dit is óók niet het moment voor Franse woordjes! Ga toch weg, zeg. Ik moet 3 keer 4 van de 5 minuten heel hard rennen. ? En dit is vóóral niet het moment om op te merken dat het tempo in zone 3 net zo hard was als daarstraks in zone 2. ? Volgende keer laat ik de goudzwarte schoenen thuis ? Natuurlijk moet ik de laatste keer sprinten het viaduct op lopen en dit is absoluut helemaal niet het juiste moment om als 15jarige hard voor me uit te lopen omhoog alsof ik stil sta en mijn best niet doe, om een foto te maken. “Maar mama, dat wilde je toch, die foto?!” ?
“Doe maar alsof je het leuk vind voor de foto!” Dan gaan we weer naar beneden en vindt de pubert op de gouden schoenen dat hij mag klagen dat hij trek heeft en dat het niet zo gemakkelijk rent. Ga toch weg kereltje! Ik loop te puffen en te zweten en hij heeft het nog steeds koud en loopt nog zowat te huppelen. “Dat zeg ik zodat jij je beter voelt hoor mama”. Jaja…
Intussen ga ik gewoon op een flink tempo door alsof ik vrijdag niet getraild heb en gisteren niet heb hoeven trappen. Er zal iets enigszins mis zijn met de hartslag, maar het is wel goed zo. We maken een wat ommetjes langs de plus en dan naar de AH. Ik ben er moe van, hij is lekker ‘buiten geweest’.
Ik loop 9 kilometer in 50 minuten vol. Een gemiddelde van 5:33 bij een hartslag van 144 gemiddeld is ook wat te gortig en niet helemaal geloofwaardig en maakt de polshartslag ook weinig betrouwbaar, maar het voelt wel lekker! We moeten nog wel een foto maken van de nieuwe schoenen. En 4 nieuwe sokken.
Jep, mama heeft het kleinste maatje! Maar deze mama sluit een lekkere sportweek af met 37 kilometertjes hardlopen (4 uurtjes), 135 kilometertjes indoor fietsen (5 uur) en 4,5 kilometer zwemmen (bijna 2 uur). Het lijkt aan alle kanten weer een heel stuk de goede kant op te gaan!