1 augustus Hardlopen in Banff met het alfabet bij de hand
We doen vandaag een beetje rustig aan na de vermoeiende dag in Calgary. We rijden terug naar Banff. Ik heb een route om te rennen gemaakt en Vincent leert me hoe ik die mbv mijn telefoon op mijn horloge kan zetten. Tien kilometer. Eerst naar beneden. We gaan dieren verzinnen met het alfabet en dan per letter 3 dieren. Dat haalt de aandacht weg bij het lopen en de omgeving. Vincent verrekt een spiertje in zijn bil. We moeten stukken wandelen die te steil omhoog zijn, maar ondertussen ben ik vooral aan het denken om een dier met de N naast nachtegaal en nerts. Echt oog voor het bos heb ik niet zo. We komen op een parkeerplaats en boven de rivier bij het hotel en de waterval. Ja, leuk. Fotootje.
En weer verder met landen deze keer. Vincent vindt het prachtig. We gaan een brug over. Op tempo let ik maar helemaal niet, want dat is echt bedroevend! Vincent voelt zijn spiertje als we weer opstarten. Andere brug over terug en dan het drukke dorpje in.
Korte stop in het dorp om te drinken en dan door de straatjes slingeren waar het wel rustig is. We lopen op de Otterweg omhoog en we zijn intussen heel lang bezig met automerken. We wijken af van de route. En dat omhoog! Ik zie een trapje omlaag en dat gaan we af om weer op de route te komen.
We komen in een schattig straatje met leuke huizen en een mooie auto en dan missen we een trapje wat uitkomt bij de Wendys. Ook daar gaat het nog een keer mis, ik mis een klein wegje omhoog. We gaan over op steden, per letter twee. Dan moeten we heel hard omhoog over een MTBpad vol slingertjes, maar erger zijn de muggen. Ik kan niet veel harder, maar Vincent blijft de muggen voor.
De Ardennen zijn er niks bij. Boven zijn we bij de camping. En een stad met de F. Vincent moet weer naar de WC. We moeten even slingeren om de route weer op te pakken en krijgen nog een mooi uitizcht over het dorp terwijl we de trein wel horen, maar niet zien.
We lopen over het pad achter de camping langs op zoek naar wereldsteden. We lopen toch nog 11 kilometer bij elkaar, maar het duurt een hele tijd. En er zitten veel hoogtemeters in. Op het einde doen we nog snel alle letters van het alfabet in de keuken.
2 augustus – Veel wandelen
Door Marble Canyon.
Op en neer door de kleuren van de Paint Pots.
Als we de bus naar Banff hebben gemist. En daarna door naar de Cave&Bassins. Rondom de warmwaterbronnen.
En terug naar Banff. Alle stappen haal ik makkelijk! Maar ik ben een beetje moe, prikkelbaar en voel me niet zo lekker; maar dat hoort bij de tijd van de maand.
3 augustus. De laatste keer hardlopen in Banff. Solo
Net als thuis ben ik om tien over 7 wakker. Na een hele nacht doorslapen. Niet al te best, want ik begin toch echt naar mijn eigen bed te verlangen, wat lekker ligt en van een goede temperatuur is. Ik sta op om een paar (droge) boterhammen te eten, dan kan ik over een dik uur gaan hardlopen. Op een lege maag lijken me de intervallen niet handig. Aan de hoofdpijn merk ik dat ik veel te weinig drink. Ik speel nog een tijdje Candy Crush en dan ga ik naar de WC. Het is nog stil op de camping en ook nog mooi weer, maar koud met 14 graden. Ik heb niet anders als een korte broek. Wat zou moeten kunnen met 14 graden.
Ik neem mijn koptelefoontje mee en heb een training met intervallen. Ik weet het niet of dat gaat lukken. Inmiddels sleep ik meer kilo’s mee en dit is hoogte en onverhard. Ik mag eerst 15 minuten inlopen. Dat begint goed, maar de steentjes onverhard zijn niet zo lekker. Ik zit hoog in de ademhaling. De route is makkelijk te volgen en de zon en temperatuur zijn lekker.
Ik ga om de huisjes heen en dan beginnen de intervallen. 400m in zone 4 en die ga ik aftellen. Ruim 2 minuten. Dan 200m rust, waarvan ik wandel tot ik uit zone 2 ga, elke keer na 70m, dan dribbel ik weer. Ik geniet van de omgeving en tel elke keer hoe hard het ongeveer gaat. Niet erg hard. De ondergrond, vakantie-stress, hoogtes: het draagt niet bij aan een makkelijk loopje.
Als ik de vierde keer omhoog moet, ga ik beduidend trager (2:12) dan de vijfde keer die lekker omlaag gaat (2:01). Bij het omhoog gaan, kom ik werkelijk zuurstof te kort en hijg ik als een paard.
Het is intussen warm! Ik zweet en ik drink al zoveel te weinig. Ik loop helemaal om de campings heen lekker door het dennenbos. De bergen op de achtergrond wennen al een beetje, maar ik ben blij dat ik hier loop. De laatste keer is behoorlijk lastig en zone 4 haal ik eigenlijk geen enkele keer geloof ik. Voluit gaan, daar is de ondergrond niet geschikt voor.
Na 200m rust en een foto naar Joyce sturen, moet ik nog een kilometer versnellen tot maximaal. Ik ga even over de weg en denk dan op het pad naar de hoodoos uit te komen, maar ik strand op een mtb-trail-pad met veel wortels en nog meer hoogteverschil. Naar beneden is leuk: snel reageren en hoog tempo, maar lage hartslag. Dan volgt een mooi uitzicht en gaat het weer omhoog en ik laat de snelheid maar achterwege. Geniet maar dat ik hier mag en kan zijn.
Waar ik naar beneden lekker ging, hijg ik naar boven toe. Ik loop over de camping uit en dat ik al best moe ben, blijkt er uit dat ik het verkeerde pad pak en bij de 600 nummers sta in plaats van bij de 400tjes. Ik ga naar de WC en dan heb ik 8 kilometer gelopen. Garmin is aan het zeuren: mijn VO2 max gaat alleen maar achteruit en ligt nu 4 punten lager dan voor de vakantie! Dat krijg ik nooit meer goed voor de halve van Almere! Terwijl dit trainen op hoogte met veel hoogtemeters juist zo goed zou moeten zijn. De rusthartslag is ook gestegen en ik voel aan alles dat vakantie vieren zoals wij nu doen niet erg rustgevend is. Ik denk wel dat het goed komt, maar het baart me ook zorgen. De douche is nog bezet als ik om 10 uur weer bij de camper ben, dus we eten eerst. Dan ga ik douchen, kunnen de heren opruimen. Het hardlopen en het uurtje voor mezelf heeft me goed gedaan: ik voel me minder geirriteerd en ben wat gekalmeerd. Als Vincent voorin wil zitten, neem ik dat meteen aan als mogelijkheid om mijn ‘administratie’ (appen, Garmin, T3S) bij te werken achterin. We zijn even voor 1 uur weg en verlaten Banff in de zon voorgoed.
We gaan de Icefields Parkway nog een keer helemaal af terug naar Jasper. Het weer betrekt en er valt zelfs regen! Bij de gletsjer is het koud, kil en de terugtrekking van de gletsjer is voor Rob en mij een stuitend bewijs van Global Warming.
We kunnen nog wisselen van camping naar een plek waar de verwarming op de stroomaansluiting aan kan. Dezelfde camping als de eerste dag. We maken dezelfde wandeling, Rob en ik.
5 augustus – Een wandeling op zoek naar de Moose die zich schuilhield en zwemmen in het zwembad van Jasper.
We gaan de Moose Lake Trail wandelen want die is maar 2,7 kilometer en een beetje niet zo kriegelig. We lopen langs het meer en over de brug. Daar is het water een beetje blauw. Het is heus mooi hoor, maar adembenemend niet. En geen moose. We gaan een wankel steigertje op. Het druppelt wel de hele tijd zo’n beetje, maar echt doornat word je daar niet van. Daarna is het onverhard, stijgt het een beetje en zijn er veel wortels. Het is niet moeilijk hoor. En lekker rustig. Ik heb geen haast en hobbel er een beetje achteraan. We komen bij Moose Lake. Er staat een groot bord dat we in Moose Area zijn en dat dit de ideale omgeving is. Het is er lekker stil en je hoort alleen de regen en de andere mensen die er zijn. Maar als ik ga fluisteren en Rob en Vincent meedoen, wordt het vanzelf rustig. We wachten op de moose. Ik zit daar heerlijk op een boomstam naar de druppels te kijken in het water. Wel aangenaam. Maar wachten tot de moose komt, dat lukt ons niet. We vervolgen de route die nu wat modderig is. Als we het bos weer insteken, komt er een Canadees van de weg die erbij komt en we raken aan de praat met de jongen uit Saskatchewan die op de bonnefooi naar de bergen is gekomen. Hij weet van overleven door zijn tijd in het leger en slaapt in zijn truck, maar bergschoenen of een slaapzak heeft ie niet bij zich. We kletsen zomaar een kilometer met hem op over hoe laag wij het hebben en hoe verschillend afstanden beleefd worden. Vincent kwebbelt vrolijk mee.
Rob oppert dat we best kunnen gaan zwemmen in het zwembad van Jasper. Er is recreatie-middag. Ik pak alle spullen en dan lopen we door de ‘buitenwijk’ van Jasper naar het recreatiecentrum. We kunnen het zwembad zelf niet zien en vragen een meneer die even naar buiten stapt. Hij zegt dat het druk is, maar goed te doen. Er is 1 swimlane open en er zijn veel kids. Laten we het maar proberen. Ik vraag nog twee muntjes voor de lockers. De slippers ben ik vergeten. Rob wacht en wandelt wel een uurtje door Jasper. Het is even raar en zoeken over het omkleden, maar de tas kan mee tot naast het bad. Vincent pakt de glijbaan. Ik begin om 5 over vier in de enige zwembaan die afgescheiden is van de rest van het zwembad, waar inderdaad veel kinderen spelen. Het is even wennen, want hoeveel weken is het wel niet geleden dat ik gezwommen heb? Er is niemand anders in de baan. Ik doe alleen maar borstcrawl. Na een dik kwartier blijkt dat ik het horloge nog op een 15 meter bad heb staan. GVRDM. Ik stop het horloge maar even. Ik heb 409m gezwommen. Hoeveel dat in een 25m bad is, zou ik niet weten. Ik start het horloge opnieuw op 25m. Nu zijn er een paar andere heren in de lane. Daar moet ik me even voor inhouden als zij (een soort van) schoolslag doen. Ik ga 500m achter elkaar borstcrawlen. Ik heb geen hulpmiddelen of niks en ik ben een beetje vermoeid, dus het gaat niet vanzelf. Maar hoe langer ik zwem, hoe ‘slordiger’ ik word en dan gaat het een stuk makkelijker. Vincent wil mijn aandacht, maar ik maak de 500m af. Hij wil me laten weten dat ik de meters had kunnen wijzigen, maar het is al goed zo. Ik ga nog een keer de 500m zwemmen, maar dan iets krachtiger. Hoop ik. Vincent maakt een aantal foto’s. Er zwemmen nu een paar dames. Soort van zwemmen. We houden rekening met elkaar. Ik vind inhalen wel leuk, maar het moet verantwoord. Ik tel de banen af. 1 Keer krijg ik een bal op me die ik teruggooi en ik moet 1 keer een aantal matten opzij schuiven. Verder is het netjes verdeeld en gaat het prima met een bak spelende kinderen naast me. Er is wel een moment dat de krampen door me heen trekken, maar dat gaat voorbij. Vincent laat zien hoe goed hij kan zwemmen. Na de 2x 500m doe ik lekker rustig aan 100m borstcrawl en 50 meter schoolslag en dan nog haal ik de dame in. Dat doe ik twee keer en dan vind ik het wel mooi geweest. Het is tegen 5 uur. Ik ben tevreden zo. Mag ik nu bij de Jasper River Dragons of bij de Jasper Red Fins? Douchen en omkleden zijn wat ouderwets, zo voelt het. Als een oud bad uit de jaren 70 met bankjes en lockers. 1 Mevrouw geeft zingend haar kind de borst. Om kwart over 5 staan we weer buiten.
6 augustus –
Zodra de camper staat, rennen Vincent en ik naar de WC! Het is een luxe camping. De zon schijnt en het is niet meer echt bloedheet buiten. Ik twijfel even wanneer ik zal gaan hardlopen, maar nu is het vier uur en kan ik gaan. Vincent gaat mee. Ik heb een route van 10 km: 5 km heen en 5 km terug. We lopen naar het startpunt vlak bij de camping. En dan gaan we over het asfalt en over het voet-fietspad lopen. Ik zie alleen de route en niet het tempo. De eerste kilometer gaat in 5:37. De tweede kilometer is voor een deel onverhard en we moeten oversteken bij een grote weg, maar ook die gaat in 5:37. Het voelt erg goed en we kunnen nog praten. Dan door de woonwijk met een paar slingertjes. Het is alleen maar recht. We komen onder een perfect echo-tunneltje door onder het spoor door. Dan gaan we een fietspad op door een parkje. De derde kilometer gaat net onder de 5:30. Die vond Vincent lastig en de vierde kilometer vind ik dan weer lastig en dan rent Vincent lekker voor me uit. Er is een kat bij een bruggetje. We missen 1 moment bij het kioskje de route een moment. Het blijft wel rustiek in de parken, maar Vincent merkt terecht op dat het wel krap is om in te halen als je op en neer moet lopen. Wij doen geen wedstrijd. Op het keerpunt op precies 5 kilometer staan we even stil. We hebben er 27:56 over gedaan. Ik daag Vincent uit de terugweg sneller te doen. We halen nog even diep adem, maken nog een foto en dan gaan we precies dezelfde weg terug. Vincent heeft het makkelijker dan ik, maar ik zet er ook flink de sokken in. Langs de kiosk en dan over de fietspaden. We hebben nu lekker een beetje verkoelende wind. We gaan aan de andere kant van het smalle stroompje langs. De kat zit er nog. We winnen in kilometer 6 al ruim 15 seconden. We bespreken een beetje de techniek van tempo: wij beginnen altijd op 1 tempo en dat zo hard mogelijk en zo lang mogelijk. Progressief lopen zou beter zijn. Vincent houdt het tempo hoog. De kat zit nog op het brugje. De weg terug lijkt een stuk korter, of is dat omdat het sneller gaat? Kilometer 7 gaat ook in een vet tempo. Mooi, dan hebben we dat straks over! Onder het tunneltje door en dan een steil stukje en een stuk stijgen, als ik net heb beweerd hoe vlak het parkoers is. Vincent loopt nog te geinen, maar ik merk dat ik erg hard loop en geen volzinnen meer heb. We nemen een ander vierkantje door de wijk, 1 straat te vroeg. Hoe snel kilometer 8 gaat, weet ik niet meer, maar het was onder de 5:30. En dan zijn we alweer op het onverharde stuk. Dat gaat wat tempo kosten! Niet eens zoveel, want ik wil nu snel klaar zijn, haha. Het oversteken kost tijd en we lopen een beetje om richting het spoor. En dan rechte weg langs de leuke huisjes en de day care. Ik moet eigenlijk weer eens een beetje poepen, maar niet zo erg. Vincent heeft mijn telefoon vast. Ik kijk niet meer naar de tijden. We slaan de laatste weg in en dan is het nog 1 kilometer. “Kom op mama, geef alles wat je hebt in de laatste kilometer”, zegt Vincent, “het gaat naar beneden.” Dat doe ik: waarom ook niet. Dan kijk ik niet meer om me heen en kan ik ook niks meer zeggen en dan ben ik alleen maar bezig met hardlopen. Ik wil wel 1 pad eerder naar links en dat lukt me nog wel. Vincent verbaast zich over het tempo, ik heb het erg warm en zwaar, maar ik vind het nog wel leuk. Ik ben ietsje eerder op 10 kilometer en de laatste kilometer ging in 4:52. In totaal zit ik op 54 minuten. Zo. Heeft Canada en hoogtestage en rusten en al dat wandelen toch iets opgeleverd! Pfoe, wat heb ik het warm. We wandelen terug. Eerst naar de WC! Dan ga ik naar de camper als Vincent nog bezig is en ik ga douchen in de camper.
7 augustus – de reis naar huis
De camper naar de verhuurder brengen. Naar het vliegveld. Wandelen op het vliegveld. In het vliegtuig. Slapen. Een dag overslaan, zo lijkt het. Uren wachten op de koffers. Thuis alles wassen. Moe. Het fietsen laat ik mooi zitten! Dat zou onverstandig zijn. Wakker blijven is een sport op zichzelf.