Maandag 20 februari Hardlopen-bootcampen-joggen
Het ging niet goed. Niks. Lopen voelde alsof ik gewichten meesleepte en bij het gewichten slepen trokken alle spieren. Deze dag wil ik vergeten. Het werk is zo veel, zo demotiverend. Dan wordt alles zwaar. Als ik mag kiezen tussen het lopen van een ultra of een dag op kantoor, is de keuze op dit moment heel snel gemaakt! Qua vermoeidheid en druk en verplichtingen en wanhoop is een ultra bijna een makkie. Ik ben vermoeid, aggressief en wanhopig en dan kom ik dus niet vooruit met het hardlopen. Dan willen mijn benen niet, gaat mijn hoofd niet en mijn darmen protesteren ook. Ik liep tussen km 2 en 4 heerlijk te kletsen, wat superfijn afleiding vormde – bedankt J! Maar toen moest ik me toch schijten…. (sorry voor dit detail!) Ik sloeg de trap over en ging bij de AH.
Het was echt zwaar shit, te laat gegeten en dan ook nog volkoren macaroni! Ik doe veel liever 15 keer de trap bij het station. Daarna bootcampen. Het was best een beetje saai en ik deed mijn best. Ik moest mijn bidon ophalen, dus ik heb even heel hard onder het station door gerend. Het was allemaal onrustig, of ik in elk geval. Ik heb netjes de peesplaatoefening gedaan en de dennenboom en ook het rondje 40 seconden ging prima.
Ik was wel boos op het werk, dat ik niet mag monteren. “Jij hebt het te druk met sales-ondersteuning, schat” was goedbedoeld, maar mega-mega-verkeerd. De buikspieren heb ik wel behoorlijk goed gedaan en verrekkie- ik kan al moeiteloos een minuut planken!
En toen weer naar huis gegaan. Eerst gejogd en toen kwam ik de wandelende moeder van R tegen die lekker meebootcampt juist om haar reuma (of zoiets) de baas te blijven. En dan heb ik daar superveel respect voor en vind ik wandelen helemaal niet erg. De straat door rennen was zo mogelijk nog zwaarder dan heenlopen en ik kwam amper nog vooruit. Er is niet genoeg chocolade in huis om mij nog blij te maken vanavond. En van een zak witte paaseitjes word ik niet blijer en krijg ik ook nog buikpijn. Maar dan zijn ze wel weer weg.
21 februari – Een koppeltraining! 🚴🏻♀️🏃♀️ maar zonder enige animo.
Aan de trainster van Train3Sports (T3S) meld ik: “Ik zag net iemand op strava die schreef bij zijn duurloop van 15km op 4:40 gemiddeld ‘niet mijn dag’. Jankert. Ik had ook ‘niet mijn dag’. Geen zin, depri, geen animo, moe van alles, hartslag en hrv niet op orde, werkomstandigheden zijn op z’n best gezegd ‘onrustig’ en Vincent heeft toetsen: niet mijn dag. Ik was klaar om naar buiten te gaan, regent t. (…) Ik telde al af vanaf 18 minuten. (…) Kan er niks goeds bij bedenken. Niet mijn dag.” De trainster antwoordt: “Die mensen moeten inderdaad niet zeiken, 4:40, poeh, maar snap je reactie helemaal! Eigenlijk niets van andere aantrekken, maar onbewust gaat dat dan als alles al stom is! Maar onwijs sterk en dapper dat je wel op de fiets stapt!!“
Dus eerst fietsen. Buiten regen dus toch maar binnen. Met mijn boek erbij en nul animo. Trappen. Niks boeit me. Binnen fietsen in Frankrijk niet. Het tempo niet. De cadans minimaal. Drinken nauwelijks. Het is niet zo dat het me tegenstaat, maar ik vind even niks leuk. Of boeiend. Of interessant. Of dat er iets lukt.
Een uur volgemaakt en vooral afgeteld. Meteen van de fiets af gesprongen! Dat past niet zo bij mij, dat het rondje afmaken of 25km volmaken me gestolen kan worden.
Ook geen zin in hardlopen. Ik voel me een sjokkende slepende olifant. Doe keurig het tempo tussen de 6:00 en 6:30. Ik luister naar de vogels, probeer te bedenken dat nog maar pas ziek was, dat ik blij moet zijn dat ik onafgebroken kan blijven rennen, met de lage hartslag. Maar ik heb het te warm, het is saai en grijs en somber en ik heb trek (niet in een appel nee).
Weer tel ik de tijd af. Niet stoppen. De hartslag loopt wel wat op. Ook nu maak ik de 5km niet vol en stop ik per direct na 30 minuten. Gister had ik het erover hoe ‘knap’ het is dat ik niet stop voor een rotgevoel of pijntje of met een (voedings)probleem, maar dit -dit ‘iets doen’ zonder enige animo; dat is minstens even sterk. Ik voel me er vandaag niet beter bij. #ankeisffdepri (en het is pas dag 14)
T3S: “Omkleden en dan gaan hardlopen. Ook niet mijn dag. Ik kan niet hard, hoeft ook niet. Ik moet gewoon een half uur blijven lopen. Ik versnelde de tweede en vierde kilometer iets, maar ook dat voelde slepend en log. Ik bleef gewoon maar rennen en aftellen. (…) Ik ben zelfs niet blij dat ik keurig gedaan heb wat ik moest doen. Behalve in het eten van zoetigheid (helpt ook niet) en stil zitten terwijl ik niks doe, heb ik nergens zin in. Niet mijn dag. Andere dag weer beter.” antwoord: “Je bent zelf niet blij, maar ik ben wel trots dat je het toch even op kan brengen wel te doen! Echt waar, weet niet of ik zelf die motivatie zou hebben als alle me even zo tegen zou zitten!“
ps. Van paaseitjes voel je je ook niet lekkerder, ook niet van het hele zakje witte eitjes.
22 februari – zwemmen.
T3S: “Ondanks weer een onrustige kantoordag toch gaan zwemmen. Een baantje opgeschoven. Kon ik in iemands voeten hangen 😏 het ging lekker.“
Inzwemmen 200m
4×50 techniek: slepen, bijleggen, armen, benen
400 duurtempo
4×50 techniek: oksel, heup, achter, lange slag
6×100 elke keer (1 sec) sneller
4x 75 25 school – 50 rug
4x 25 sprint
Uitzwemmen 50 en 100 zonder 8je
Alles met pullboy. En het ging me achteraf behoorlijk hard! 1:54/100m. Kan me niet schelen of het horloge dit goed had, maar het lijkt er wel op. Antwoord: “Dit is fijn. Weer een goede en lekkere training in the pocket.“
23 februari. Wandeling – meer zit er niet in
Een dag op kantoor is als een marathon lopen berg op. Elke kilometer stijgt en boven komen lijkt tergend langzaam te gaan. Er lopen steeds minder mensen mee. En je komt ook maar niet boven. Dan is taak X gedaan en blijft taak Y liggen. Ik moet ‘op het matje’ komen bij de manager, want zelfs zij ziet dat er iets is. Maar ik kan het haar niet uitleggen, want ik moet echt afmaken wat ik aan het doen ben. Intussen heb ik keelpijn en ben ik erg moe van 3 dagen op kantoor in 1 week. Ik ga niet naar de baan, zoveel is me duidelijk. Zodra we thuiskomen wil ik nog even van het avondlicht gebruik maken om te wandelen.
T3S: “Ik voel me nog steeds niet helemaal lekker, heb nog/weer keelpijn en ik hoest ‘s nachts nog veel en slaap dus slecht. De werkdruk is belachelijk hoog. Ik ben al met al moe en niet in staat om hard te gaan lopen op de baan. We maken een wandeling, Rob en Vincent en ik tussen half 6 en half 7. Ik hoop dat ik me echt snel beter voel, zowel qua stresslevel als zonder pijntjes. Voordeel: de peesplaat heb ik geen last meer van!” Mijn collega raadt me aan te stomen tegen het hoesten en met haar jarenlange ervaring met luchtwegaandoeningen denken ze dat ik bronchitis heb. Ik stoom, maar dat valt helemaal niet goed. Heb ik in mijn jeugd te vaak gedaan. Met even desastreuse gevolgen. De keelpijn neemt toe.
24 februari – WEER ZIEK GVD
Mijn linkeramandel is dusdanig opgezet dat slikken moeilijk is. Het straalt uit naar mijn oor en ik heb hoofdpijn. Ik doe een corona-test, maar dat is het niet. Bij de huisarts ben je eigenlijk ook niet echt welkom.
‘s Ochtends lukt slikken en eten wat beter, maar de trail die ik zo graag zou doen met Vincent zit er zeker niet in. Er zit niks in. Ik ben moe en slaap elke keer. In bed. Op de bank. Boven mijn boek. Dan heb ik tenminste geen pijn. Ik drink veel thee en heb ‘s avonds lichte verhoging.T3S: “Keelontsteking oorontsteking kan niks, wil niks of eigenlijk: wil vanalles, maar kan niks en het doet nog pijn ook “
25 februari – NOG ZIEK
“Pijn in oor en keel neemt af. Wel vreselijk moe. Ook van slapen tussen elf en elf. :-\ Weinig eetlust. Weinig energie buiten de bank.” En dan weer dezelfde jankert die 30km hardloopt op 5:00 gemiddeld en o-o-o, dat vindt ie toch zo tegenvallen van hemzelf. Een derde van de afstand en het tempo zou ik nog voor willen ruilen! Maar goed, iedereen vindt het natuurlijk hartstikke knap ‘dat hij toch heeft doorgezet’. Jakkes. Ik mag er niets bijzetten, want hoewel deze gast zelf altijd mega-cynisch reageert, snapt hij niet wat ik bedoel en jaagt hij alleen zijn eigen doel na. Soms zou je mensen toewensen dat ze omvallen. Of waarderen wat ze hebben. Mijn trainster begint haar vakantie goed en loopt ook 30km, maar ze zegt gewoon dat ze weinig zin kon opbrengen. Dat vraagt niet om kijk-mij-eens-zielig-zijn, maar het is een me-de-de-ling. En ze is achteraf net zo trots op zichzelf dat ze het heeft gedaan als ze op mij is.
T3S: “Nog steeds keelpijn en oorpijn en hoofdpijn, maar minder. Wel erg moe. Van de hele nacht slapen ben ik al erg moe. op en neer naar de AH lijkt wel een halve marathon! Die ik liever zou doen.“
26 februari. – Wandelen. En doen alsof…
Het gaat weer beter. Wel nog lang slapen, maar ik hoef er niet meer uit voor een paracetamol. En ik blijf overdag redelijk overeind. Ik kan eten en slikken. Iedereen gaat lekker afstanden lopen, maar ik doe nog niks. Gaat ook nog niet natuurlijk. Maar ik wil eigenlijk ook wel de badge van 5 kilometer hardlopen dit weekend! Hardlopen is echter uitgesloten. Ik ga lekker wandelen met Rob. Is al moeilijk genoeg, maar het zonnetje is heerlijk en ik ben echt blij buiten te zijn. Het gaat prima en we lopen de weg langs door het gras. Vrolijk kletsend. In het zonnetje is het niet zo koud. We wandelen 5 kilometer bij elkaar en mijn horloge noemt het lekker hardlopen op mijn bevel, dus ik heb de badge gescoord! Het voelt hetzelfde. Ik ben er wat vermoeid van, maar niet meer doodop. En ik hoef niet uit te puffen op de bank. Morgen maar weer werken. Vanuit huis.
27 februari. Joggen-bootcamp
Het gaat best, het werken. Vanuit huis. Ik ben van de keelpijn en oorpijn af en voel me een heel stuk beter. Ik doe gewoon rustig aan, qua werk. Dan mag ik ‘s avonds heel rustig rennend naar de bootcamp. Heel rustig betekent tijden boven de 7:00 minuten op de kilometer en geen omwegen. Mijn benen hobbelen wel. Ik vind het vooral fijn om buiten te zijn en te rennen. Dat het tempo ruk is, kan me gestolen worden. De anderen rennen hard voor me uit, maar ook dat boeit me niet. Ik zou de 3km graag willen volmaken. Ik denk bij mezelf dat het raar is dat ik hard zou kunnen, maar nú dus niet. Mijn hartslag is akelig hoog in vergelijking tot het akelig lage tempo. Ik besluit vanavond gewoon niet vreselijk mijn best te doen. Ik hobbel 5 keer de trap op en af. Mijn ademhaling zit in mijn keel en ik ben werkelijk ongewoon vermoeid. Ik moet er van gniffelen dat ik mezelf zo niet ken en dat ik overal meer moeite mee heb. Dat ik joggen prima vindt.
Ik doe alles, ook van de bootcamp, alleen langzaaaaaaaaaam. Behalve de arm-oefeningen, daar doe ik mijn best bij. Ik luister naar de anderen. Vandaag ben ik over het algemeen gelaten. De HRV gaat wat omhoog en de rusthartslag daalt weer. Ik word wel erg moe van alle oefeningen, wat ik anders nooit heb en ben blij met de buikspieroefeningen op het matje. Behalve met de zijwaartse plank. Op de weg naar huis wandel ik. Daar ben ik meer dan moe genoeg voor, om het hardlopen lekker te laten voor wat het is! Maar verder het prima hoor….
28 februari – koppeltraininkje
Ik werk langer door (om niks) en krijg het toch niet af (maar dat lukt tegenwoordig nooit meer). Het gevoel dat het me niet meer raakt wordt vandaag nog sterker. Niet ongeïnteresseerd, maar rustige gelatenheid. Ik heb een nacht uitstekend geslapen: niet al te lang wakker gelegen en zonder onderbrekingen. Dat doet een mens goed! Maar om half 4 vind ik het mooi geweest met dat geneuzel op het werk en ik ga lekker fietsen samen met Vincent. Tegen de zeurderige hoofdpijn neem ik een paracetamolletje en die doet goed zijn werk. Ik doe 3 dikke lagen over elkaar aan. Er hoeft niks: geen tempo, geen cadans, geen hartslag. Gewoon effekes wat fietsen. Vandaag valt het me weer op dat de bandjes eigenlijk akelig smal zijn.
Ik let vooral op dat ik een hoge cadans hou. Dan voelt het minder zwaar. Het verbaast me dan weer hoeveel Vincent over heeft om te kletsen, want dat gedeelte mis ik nog steeds. Ik ben niet verkouden ofzo, maar ik heb wat minder longcapaciteit. Het fietsen vind ik dan wel weer leuk zo in het zonnetje.
Als we thuis zijn, ga ik in mijn warme fietsbroek en met 2 jasjes aan lekker hardlopen. Rondjes om het park. Ik zou graag de badge van 50 Mile hardlopen in een maand halen. Daar heb ik nog nooit moeite voor hoeven te doen, maar vandaag wel! In het eerste rondje word ik gebeld, werktelefoontje. Gelukkig een vriendelijke klant en het zonnetje maakt het ook goed. Vincent komt langsgeraasd. En ik hobbel weer verder. Het voelt GOED. Dat is fijn! Het tempo ligt ook redelijk en mijn hartslag rijst niet de pan uit.
Ik zie de bloemetjes in de tuin, 3 keer dezelfde jongens die staan te kwebbelen en ik hoor de kinderen in het park. Ik doe 3 rondjes om het park en daarna loop ik 1 keer door het park heen, terwijl Vincent een fotootje maakt.
Dat was geen beste maand, februari. Gelukkig zijn het maar 28 dagen. 8km gezwommen, 37 kilometer gewandeld, 130 kilometer gefietst en slechts 81 kilometer hardgelopen. En dat alles met hangen en wurgen en hier en daar zelfs wat valsspelen. De grootste “prestatie” is dat ik 4 dagen helemaal niks aan sport heb gedaan en ziek op de bank heb gelegen. Dat ik stelselmatig veel te weinig heb geslapen en onder veel te veel stress heb geleden. Maart kan alleen maar beter worden.