1 maart: 3x2000m hardlopen met Joyce naast me op de fiets
Geen zin. Geen eten = geen zin. 6km inlopen. Joyce bleef vertellen: HEERLIJK! Ook zon. ☀️ heerlijk! Alleen ik was niet zo fijn. Ging gewoon niet makkelijk of vanzelf. 6:30jes aan het begin stemmen me niet gerust. Maar ik ging door, ondanks dat ze zin niet echt doorkwam. Wel zo fijn dat Joyce dan gewoon ouderwets doorkwebbelt.
Ik moest 6km inlopen en de hartslag was prima. Geen pijntjes of niets, maar ook geen echte zin. De kilometers gingen wel wat sneller en ik liep lekker langs de rotonde en op het fietspad. Na 5km moest ik gaan eten van Joyce. Stoppen en ik ging ook even plassen in het bos, want ik had al een bidon leeg gedronken. Langs de flitser en toen moest ik gaan versneller voor 2 km lang. Het kwam uit mijn tenen en benen en niet uit mijn hoofd! 5:43 toch nog. Dan wind tegen. Oke, dat ken ik beter en hoewel t echt, echt niet makkelijk ging kan ik beter afzien dan wind mee hebben. Ik luisterde naar J😍yce en had in totaal 11:35 nodig. Toen een leuk fietspad op. Recht, zon, mooi, platte polder. Even genieten.
Dan weer twee kilometer versnellen. De hartslagrange was nu goed (in de eerste niet in het begin). Nog meer afzien tussen de fruitvelden. Ik pushte echt flink. En me maar afvragen waarom. En hoe. Na de twee kilometer die iets sneller gingen, een stop voor een grote boodschap en weer wat eten en vooral drinken. Ik vond de volgende kilometer prettig: mooi in de polder, zon, Joyce naast me op de fiets. Begrijp me niet verkeerd: nog steeds niet echt zin! Nog een keer twee kilometer graven en aanzetten. Mijn hoofd krijste: stop ermee. Terwijl we het over IK hadden. Joyce wil haar lijf, ik haar hoofd. 5;30. De twee kilometer versnellen komen helemaal uit mijn tenen, maar ik doe ze! Ook met wind tegen in de polder. Eigenlijk juist dán. Grappig genoeg gaat het sneller naarmate mijn hoofd harder protesteert! Ik dacht: laat die laatste maar zitten, maar ik ging toch door. Ietsje langzamer maar. Toen eventjes wandelen en bijkomen. We liepen tot op het park /15km en toen nog een stopje voor drinken. Andersom over het park terug. Ik vond het zwaar!
Een belangrijke mijlpaal: stoppen op 16,7 terwijl het schema 17 opdroeg. Ik was er al 16km klaar mee 😎 Ik had absoluut geneog gedronken en drie gellies op. Achteraf viel de tijd (6:08 gemiddeld) en loop cadans me mee. Ook als ik naar de uit-thuis tijd kijk. (6:39 gemiddeld) Snel naar de WC. Op voor part TWO.
Joyce is geopereerd en mocht de hele maand februari niet hardlopen. Ze is wel veel blijven wandelen. Eergister liep ze voor het eerst weer hard. Afgewisseld met wandelen. En nu mogen we samen!!!!! Oei, dat voelden de spieren: weer opstarten.
Deze keer was het mijn beurt om te kletsen! We wisselden rennen en wandelen af. Helemaal fijn, ook voor mij! Joyce had het zwaarder, maar de zon en samen kunnen lopen maakte alles goed. Het park leek groter! Ik ben blij dat we dit samen konden doen. Tempo te hoog nog voor Joyce en afstand is kort: maar ergens moeten we beginnen! Dit was echt de kers op de taart vandaag.
2 maart: weer een mislukte fietstocht en zwemmen
Fietstraining 2 maart Tijdritfiets buiten Duurrit
(moppermodus aan) Dit was fietstraining nummer 3 deze week die helemaal niet goed ging. Helemaal niet lekker ging. Waar weinig goed aan voelde. Ik begin weer iets tegen fietsen te krijgen op deze manier. “niet op data letten” klinkt leuk en makkelijk als het in het schema staat, maar ik snap er helemaal niks van. Ik weet niet wat ik verkeerd doe. Wellicht zit het ‘m er in dat ik op de fiets gewoon geen zin heb om diep te gaan. Lopend kan ik dat wel, zwemmend een beetje, maar fietsend wil ik niet buiten de comfort zone gaan. Eerder deze week niet met de cadansen en met de tempo’s binnen en nu ging ik naar buiten. Op de tijdritfiets nog wel. Ik zie alle meiden op hun tijdritfiets harder-dan-hard gaan, dus ik had hoop. Maar ik vind die fiets eng. Zeker in de stad ga ik niet liggen. En dan is de tijdritfiets erg zwaar en zit er weinig tempo in. Mijn bril zat ook niet lekker: ik had een andere op en die is te licht en zit niet stevig. Vincent ging ook mee. We hadden maar eventjes wind mee: op een druk fietspad in de stad. Dan ga ik ook niet liggen. We zijn gewoon gestopt. Het schoot toch al niet op. Ik krijg er gewoon geen tempo in. Niet. Het ontbreekt.
Toen de dijk op. De wind kwam van opzij en ik vind niks erger dan dat. Liever nog wind tegen, maar zo te zien zou ik dat op de Knardijk gaan beleven en daar verheugde ik me ook niet op. Die wind van opzij blaast je de dijk af, dus ik kon weer niet liggen. En tot overmaat van ramp hield de DI2 er voor het voorblad mee op. We hadden blijkbaar de verkeerde gecheckt thuis, toen een DI2 aangaf nog voor 86% vol te zijn. Snelheid op die tijdritfiets of leuk fietsen zat er gewoon niet in. En dan let ik niet op data, maar als ik dan weer een tijd voorbij zie komen waar ik me voor moet schamen, verdwijnt de lol. Wat doe ik verkeerd?! Vincent ging eerder naar huis, maar ik ging nog verder. En dan begin ik helemaal te twijfelen: waarom kan ik dit niet en vind ik dit ook niet leuk? Als ik nu nog geen 25 kilometer per uur kan fietsen op deze fiets, hoe moet ik dan in ’s hemelsnaam over een half jaar wel hard-hard vele kilometers fietsen? Als ‘men’ nu al rond de 28 zit op hun tijdritfietsen, loop ik wel erg ver achter. Nu al! Ik moet het misschien gewoon helemaal niet meer willen om op mijn leeftijd en met mijn lijf aan triatlon te doen. Daar wordt niemand blij van, en straks gaat iedereen staan te kijken en te oordelen. Ik stopte nog maar een keer om iets te eten. Hoe moet dat in een wedstrijd als je moet stoppen om te eten? Ik zie het niemand doen.
Muziekje aan dan maar. Ik heb ook weinig om me heen te kijken, ik ken dit wel. En het tempo op de Knardijk gaat alleen maar naar beneden strakjes. Verschillende mannen halen me in. Ik probeer aan te haken, maar waarom zou ik? Ik heb dan dus geen zin om me stuk te gaan fietsen. Zonder de hoogste versnellingen. En gek genoeg is de cadans ook niet extreem hoog. De Knardijk valt heel erg mee. Ik vind wind tegen stukken minder erg dan die stevige zijwind. Ik hoop vandaag 50 kilometer te fietsen. Als ik even wat tempo kan maken, is het net weer druk op het fietspad met wandelaars. Zo raar dat ik dat bij al die anderen nooit zie, dat ze moeten remmen en inhouden. Intussen lig ik nauwelijks op de tijdritfiets en dat is retevermoeiend, mijn armen doen er pijn van. Ik zit natuurlijk ook helemaal niet ontspannen! Ik ga de sluis over en daarna de Trekweg op. Ik moet de 50km wel halen zie ik nu en dan is met twee uur de ellende ook voorbij ook. Op de Trekweg valt de zijwind weg door het bos en is de weg recht en leeg. En dan ga ik liggen en komt er eindelijk iets van fietsen terecht. Ik ben al anderhalf uur bezig zonder een moment plezier te hebben gehad! Ik kan nu pas gaan liggen en midden op de weg fietsen en naar de muziek luisteren. Ik hou het op de Trekweg een hele lange tijd best naar mijn zin. Niet dat ik ‘met gemak’ harder ga dan 30 (not a single moment), want ik kom auto’s tegen en ben voorzichtig in de bochten. Vlak voor de witte brug is de DI2 helemaal leeg. Tot zover het fietsgeluk. Gelukkig zit ik niet in een onmogelijke versnelling. Maar je zal het zien: eindelijk wind mee, ook al is dat in de stad en niet meer kunnen schakelen.
Ik maak een foto op de brug en een mevrouw maakt netjes een foto van mij. Ik lach wel hoor, maar ik kan niet bedenken dat ik 50km binnen 2 uur heb gefietst en dat ik alle schijn toch tegen had. Nee, ik denk echt dat een tijdritfiets meer zou moeten opleveren dan het voor mij vanmiddag heeft gedaan. Ik neem nog een beetje wind mee en maak een klein ommetje, maar de bochten in de stad/tegenligger/kinderfietsjes/honden remmen behoorlijk af. Ik maak 55 kilometer vol en dan is de cadans opmerkelijk laag voor iemand die geen hoge versnellingen had en het tempo sneu met nog geen 26 kilometer per uur. Daar komen KD, KH of AR hun bed niet voor uit. Maar ook M of W fietsten vorige week minstens 2 kilometer per uur harder. Ik zet gelijk de fiets aan de lader.
Garmin is gek genoeg heel trots op mij, want mijn wattage was boven verwachting. En ik ben in zone 1/2 gebleven. Kan me niet echt opbeuren, want ik vond het niet erg hoopgevend. Ik weet dat het seizoen nog lang is en zelfs nog moet beginnen, maar als een heleboel mensen nu al rond de dertig fietsen, waar moet de progressie dan nog vandaan komen? (moppermodus uit) Nou ja, op halve voeding, kwart zin en 10% DI2 heeft deze ouwe moppertaart toch maar gefietst. Ik kijk het nog even aan tot half juni. Dan kan ik me altijd nog afmelden. Ik probeer te denken hoe stoer het is van mij dat ik in maart al op de tijdritfiets ga en hoeveel progressie ik nog kan maken, maar ik ben het stukje “wat goed dat je het toch gedaan hebt bladiebla” eigenlijk wel zat. Het voelt totaal niet zo. Ik ben gewoon niet zo goed/snel/sterk. Waarschijnlijk is te weinig eten toch niet echt goed voor je gemoed….
Ik eet tussen het sporten in terwijl ik op de bank F1 kijk.
En daarna togen we richting het zwembad. Geen zin. Weer niet. 4 banen voor de TVA beschikbaar, dus inschikken. Baan 2/3 valt nu namelijk samen in baan 4, hoe gek dat ook klinkt. Ik zwem in baan 4, maar… tempo baan 2/3. Ik zwom weinig in (geen zin namelijk) Toen moesten we op tijd zwemmen. Dat is normaliter wel leuk, maar niet met de grote verschillen in de baan. Of het gebrek aan zin. Beetje verwarrend allemaal. Ik zwom alles met achtje. Mijn armen doen nog pijn van de tijdritfiets. Dan moeten we 200 rustig en he, die kan ik voorop! Dan 2×100 duurtempo en dan 4×50 snel en dat laat ik over aan de knullen. Ik doe wel mijn best het bij te houden. En met onderwater uitademen lukt dat nog ook! Gek dat ik in het zwembad nog beter me in kan spannen dan op de fiets.
We doen het nog een keer, maar dan zijn de 50jes rustig (kan ik voorop) en de tweehonderd moet snel. Ik begin er in te komen (maar zonder zin) en bij de hondertjes bedenk ik of ik mezelf wil uitdagen en de 200 redelijk achterop zonder achtje zal gaan zwemmen. Ik doe het. Had toch al geen zin. En het lukt. Ik hou het bij! Best te doen zelfs. Ik maak er 250 van en daar doe ik 5 minuten over. Lijkt me gezegend. Als je namelijk onder water uitblaast, blijft er energie over om je benen te laten flipperen. Ooit in Deventer gaat me dat vast lukken. Garmin geeft me lekker veel bonusmeters en de Weight Watchers zijn ook gul met punten. Ja ik had geen zin en ik ben weer niet gestopt, maar dat ik de kleedkamer tegenwoordig gezelliger vind dan de zwembaan is wel uniek.
3 Maart: Een koppeltraining voor doordouwers
Als er 1 ding dapper en stoer is, is het om toch weer op de tijdritfiets te gaan die gister zo teleurstellend reed! Vincent moest infietsen en ik dacht: het moet, anders word ik nooit vrienden met de fiets. Hij ziet er zo cool uit. We moeten er samen iets van maken. DI2 is opgeladen en ik moet ervaren of het beter voelt. Nee. Het kost teveel moeite. Tussen de dagjesmensen door manouvreren. Op de dijk kan ik de fiets niet verplaatsen als ie silstaat. Dan komt het Euvel boven water waarom het tempo maar blijft steken. Het is logisch, want de achterrem zit VAST. Fietsend gaat het wel, maar na elke bocht weer op tempo komen heeft duidelijk een ankertje. En schakelen ook.
Mensen kijken Vincent op zijn racemonster na. Zie ik als ik mijlenver achterblijf. Het wordt steeds erger. Maar een half uurtje infietsen en een blije Vincent is het waard.
In trisuit. Dat was heerlijk. Wel met jasje. Die wisselt voor een t-shirt en ik ga hardlopen.
🎉🎉🎉🎉 dit was ouderwets heerlijk, zalig en ik zat zelfs enige tijd in de runners high: in het moment, op 1 plek en volkomen zorgeloos. 😁😁😁😁😁 blij.
Muziek op. Eerst in zone 1 inlopen en ik maakte me een kilometer zorgen dat de hartslag onder de 130 bleef. Daarna ging het goed, was het weer te hoog. Wandelend het viaduct op. Zag ik RvR en hij riep: hardlopen na het fietsen! Oeps betrapt. Het bos in. Mijn pad. Boom-horloge uit- klimmen- vogels overal. Er zit voorjaar in de lucht. Katjes, knopjes en groen. Ik geniet er van. Tempo stik. Lekker ruime hartslag-range. Langs het water. Ik stop soms even. Waarom niet?! Onverhard levert tempo in. Met liefde! Gras oversteken en dan de weg weer.
En daar is het: runners high. Dat moment dat alles ver is, in het moment zijn met benen die eindeloos door kunnen gaan. Ik hou even asfalt aan. Dan het bos weer in. Stilstaan. Bos vergt meer concentratie. Kalmte. Acceptatie. Natuur. Ik ken de weg. Ik krijg even trek. Maar ik kan alles uitbannen. Denk aan Darragh, de enige met het gelijk.
Ik doorloop alles: verdriet, boosheid, geluk, blijdschap. Het asfalt weer op naar huis. Even horloge uit en viaduct af. Dan door de wijk. Het gemak is weer weg. Ik wil 11km halen. Moet naar de wc. Niet meer makkelijk. Rustig aan doen is ook goed. Ik vind het goed en van mezelf mag het ook. Pijntjes betekenen niks, ik ken ze. Met blokjes om het huis en wandelstappen maak ik elf vol. Tempo incl verhard 👍👍 (ook uit-thuis)
Met wandelen en fietsen vind ik m tellen. Voor een beetje triatlon.
Natuurlijk kan ik geen 6 marathons lopen all over the world. Niet naar zon en zee voor een trainingskamp. Geen rolstoel aan de kant schuiven en opeens 5 uur spasmeloos fietsen. En niets hoeft er op strava of insta. 14 uur deze week. (Wandelen telt ook) 24 uur werk (excl reistijd) Alle was gedaan, kind met tentamens, maandgesprek van nieuwe baan, dieten, blog bijgewerkt.
4 maart Fietsen: er stond iets met wattages en versnellingen
Hahahahaha
Te vroeg gemopperd. De trainster maakte zich (een beetje) zorgen hoe ik het leuk kon terugkrijgen. Deze training was voor de tacx denk ik.
Ik heb me totaal niet aan de trainingswattages gehouden, want ik ging naar buiten op de TIJDRITFIETS
Ik wilde het gewoon nog een keer proberen (volhardend als ik ben) en ik stopte iets eerder met werken zelfs (in de pauze doorgegaan) om het laatste daglicht mee te pakken. Toen kleedde ik me veels te koud aan (de zon zag er zo lekker uit) en ik vergat wat eten mee te nemen. Basisfouten. De eerste kilometers wist ik het al: 3kwartbroek en open handschoenen zijn dom. Ik reed zonder muziek en hoorde vogels. Het eerste stuk was extreem mooi goud qua licht. Koud en prachtig. Fotostopje.
De Knardijk was mwah, maar dat had ik al gedacht. Van 3 kwartier lage wattage kwam niks terecht. Andere instellingen ofzo? Ik durfde al snel te gaan liggen. De dijk op. Los. Al is het windkracht 2, dat merk ik. Het enige vertragende zijn overstekende ganzen.
Maar ZONDER DE REM ER OP letterlijk en figuurlijk en MET SCHAKELSYSTEEM en ook nog eens met heerlijk weinig wind en drukte kan ik liggen, trappen en heel hard rijden.
Ik dacht dat ik de 5 minuten al ‘los’ mocht op de versnelling. Blijkbaar niet. Maar IK GING AAN HET PUSHEN. al is het maar om warm te blijven -grim. Alleen ik en de fiets en hard rijden.
Ik durfde, wilde en ik ben (bijna echt) trots op deze training. Al snap ik niks van de wattage en krijg ik het niet meer warm. En heb ik alle dieetpunten opgemaakt aan snackbarpatat. Hoe we het weer leuk krijgen? Door basisfouten te maken en dapper te zijn. Ik moet uit de comfortzone, daar ben ik op mijn best. Te koud, hongerig, onbegrepen training. Vermengd met wilskracht en dapperheid en een vleugje domheid.
5 maart: hardlopen 5x500m hard en uitzwemmen
hartslagband niet om. Polsmeting.
Eerste 5km gingen echt heerlijk. Helemaal in the flow enzo. Wel wat aan de hoge kant qua hartslag en het ging zéker niet vanzelf, maar alles klopte wel! Geen muziek en weinig herrie en onrust vanaf de Vaart. Ik en mijn gedachten. Ook ín het moment. Ik zweette wel veel vond ik, maar… het regende ook een heel klein beetje. Broek zat niet lekker, want niet dichtgeritst.
Toen 500m versnellen. Ik kwam niet in zone 4 uit. Not once. Maar ik versnelde wel degelijk! Zover als mijn benen toelieten. Daar zat de beperking in vandaag. Ik dacht vier van de vijf keer te doen, vond dat wel prima naar mijn idee. Ik ging in de derde het onverharde stuk op. Altijd. Toen werd dribbelen een stukje wandelen. De vierde keer was helemaal onverhard. Bijna in zone4! Het is overduidelijk harder werken onverhard! Ik had er fysiek moeite mee. Uiteraard deed ik de laatste ook…. M’n uiterste best.
Daarna wandelen en toen dribbelen en afmaken. De hoge hartslag bleef hoog steken. Ook de trap op. Gek genoeg. Ik wilde eigenlijk de tien weer eens een keer onder het uur lopen. En jippie dat lukte!! Was ik heel blij om. En er is pas anderhalve kilo af. Nu even rustig aan doen en mezelf alle vrijheid geven om de wedstrijd rustig aan te doen. Maar wat ben ik blij dat ik dit weer kan!!!
TVA zwemtraining in baan III
HelemaaaaAAAAl geeeeeeen zin
Moe
Vermoeid
Twijfel, maar toch maar achter de heren van baan 3. Altijd achter W. Acht man (nou ja, 6 en G en ik)
250 kalm ingezwommen. Koud.
Dan een kilometer:
400, 300, 200, 100 waarvan de laatste 25% snel
400 ging top, mooi tempo, prima inspanning. Maar de rest vond het te snel. D voorop
300 rustiger dus en oke nog altijd; T vooraan geloof ik
200 W voorop en ook te doen
100 ik voorop en netjes in 1:58
Daarna nog een keer de kilometer, maar dan andersom met de afstanden en beginnen met 25% snel
100 ik voorop keurig 1:59
En toen begon de ellende
Ik weet niet wie voorop ging, maar het tempo was compleet weg! De hele tijd inhouden. Zucht
De 300 was nog erger. D zwom vooraan prima op tempo, maar T hield m niet bij en die zwom tweede, dus het was weer sloom en harken
Gaat die gekke T de 400 vooraan! Het ging een minuut (!!) langzamer dan de eerste 400!! En dat vind ik suf. Komop mannen.
Ik zwom 100m uit zonder achtje en nog 26m schoolslag.
Garmin pakt de hartslagmeter niet zegt ie, maar doet het volgens mij wel?
Nou ja, ik vond de training met de lange afstanden prettig en ik ben gebleven omdat ik niet meer zwem deze week.
6 maart Een wandeling rond het station in Leiden
Trein ➡️ werk ➡️ lunch rondje ➡️ trein
Slecht geslapen, om 7 uur in de trein, snel afgeleid op het werk; maar dingen gedaan en verholpen. Op zo’n dag is dieten een opgave. Rust is ook training.
7 maart – Fietsen; toch maar binnen
Ík verheug me de hele dag op de rit buiten en bedenk meteen om 5 uur te gaan voor honderd minuten. Ik werk een beetje ongericht vandaag. Ik slaap lang en prima en maak me niet ongerust over de wedstrijd zaterdag, maar ik droom veel en slaap niet helemaal kalm. Dan komt Vincent even voor vijven thuis en lijkt het koud. En bewolkt. Ik ben moe en wil niet haasten. Ik ga morgen wel naar buiten. Nu wil ik eten. En daarna ga ik wel binnen fietsen. Ik stel het nog even uit en dan ‘moet’ het maar. Ik verveel me al na 10 minuten en geef mezelf anderhalf uur. Weinig weerstand, weinig moeite. Ik luister Frank Boeijen uit 1983 “welkom in utopia” en maak er ‘welkom in Watopia’ van. Ik ken de muziek van mijn grijsgedraaide cassettebandje van vroeger. Het nieuwe zadel is top en ik kan liggen op de fiets. In Watopia scheur ik op de stadsfiets en breek ik records!
Geen idee wat ik doe en hoe ik de tijd doorkom, maar het gaat voorbij. Kilometer voor kilometer, minuut na minuut. Stukje bij beetje. Rij met RingoManDingo, klim wat, kijk vanuit een andere hoek naar Watopia en na een uur ga ik mijn eigen weg. Dan heb ik 28,5km gefietst. Nog 30 minuten! Ik lig en mijmer en dagdroom en denk en verveel me. All together.
Dan wil ik 40km halen binnen anderhalf uur. Ik fiets schijnbaar op hartslag, maar zware inspanning is het niet. Hartslag is ook regelmatig te laag. Ik moet het laatste stuk nog klimmen. Veertig haal ik binnen 90 minuten en dan omhoog om het rondje af te maken. De Riders Choice is voorbij, zelluf doen daarna. Ik wil rond en de marathon! Net geen 100 minuten, maar fair enough. Done and busted. Tempo is danig gezakt, maar ik ben omhoog gefietst. Op een virtueel eilandje van mezelf.
8 maart Heel slecht buiten fietsen – niks goed aan
Niks. Helemaal niks. Niet. Failure.
Zie foto 1. Ik fiets op de Trekweg. En ik wil hier NIET ZIJN. Wind vol tegen. Gevoelstemperatuur van 1 graad. Alles waait door me heen. Ik fiets 20km per uur. Harder lúkt me niet. De cadansmeter werkt niet. En ik moest vooral de cadans hoog houden. Ik doe mijn best. Voor niks. En mijn hoofd werkt al helemaal niet: er zit geen enkel goed gevoel bij. Ik ben te langzaam, slecht en dit is niet leuk. Ik ben te dik en te sloom. De auto achter me reed me ook al op me af (hij is gekeerd) en ik vond het jammer voor de bestuurder en de bmw, anders was ik er voor gaan rijden. Was alles met wedstrijden meteen klaar geweest. Ik wil naar huis. Nu.
Zie foto 2. Ik wilde de Grote Trap over. Op de weg terug. Wind mee. Maar de brug over de snelweg is dicht. De boswachter kan er echter wel over met zijn auto, dus ik ook. (Foto 3). Het probleem zit echter op de Tyfusweg (beter bekend als Ibisweg). Opengebroken. Niet het fietspad. Wind mee (joepie) tussen de drek door. Tot bij de boerderij. Geen weg, geen fietspad, geen mogelijkheid om bij de Grote Trap te komen. En een hond. Kutbeest. Ik háát omkeren. Wind tegen. Koud. Tyfusweg. Ik wil niet meer!!!
Ik ga terug naar het Kotterbos zodra ik het water weer over kan. Uit frustatie ga ik liggen en zelfs in de bochten. Ik heb wind mee en het tempo gaat wat omhoog. De cadans kan me gestolen worden. Mijn cadans ligt laag. Ik stoemp. Kan niemand nakijken. Zo geen zin. Dit is zo niet leuk. Helpt me nergens bij. En toch… Ik ga om langs het Oostvcentrum. En nog iets verder langs de paintballl. Omdat ik de wijk zo ruk vindt. 🥴 ik vind alles kut. Zelfs 30 kilometer krijg ik niet vol. Tempo is erbarmelijk. Ik zit niet op een warm eiland. Kan ik net zo min betalen als psychische hulp. Het warme kokende water wat ik in de bidon heb gedaan is koud.
Dit was een vreselijke training. Alles was slecht: tempo, cadans, route, wind, kou, omstandigheden. Niks ‘daar word je sterk van’. Rot op.
Kort Koppelloopje
thuis een rugzakje inpakken, even oefenen voor morgen. Jasjes aanhouden. Warme broek aan. Kleine stappen maken. Het voelt slepend. Ik kijk even bij de bloesems. It starts.
Foto en toch 6min op de eerste kilometer. De tweede sleept nog meer. Ik krijg het warm. Slinger nog wat. WHATTTTTT 5:34???? Da fuck. Ik maak het kwartier en 2,5km vol. Idioot dit. Voelt als olifant, 🐘 is een vlinder 🦋
Ik ren naar het huis van LvdB. Ze zitten net bij de TVA om te leren zwemmen, LvdB en haar dochter. Dan win je bij mij! Enthousiasme in baan 1. Ze wonen dichtbij en ze gaat meedoen in Almere. Hun eerste sprint. Dochterlief is hooked in de sport. En ik kan prima met LvdB meelopen. Ze gaat niet hard. Ze wil niet hijgen en vindt zichzelf een prima luie sporter 😊 Ze kwebbelt graag. Dat mag ik wel.
We gaan door het bos. Voor haar iets te hard, maar samen is het goed te doen zo. Ik klets op de weg terug. Over zwemmen en de Frysman. Ik hoop dat ik haar nooit imponeer. Zo goed ben ik niet. We sluiten af met een behoorlijke sprint. En een brugje verder. Hier werd ik niet moe van, maar het was wel erg leuk! Wat is nou belangrijker? Afstand niet, snelheid niet, gezelschap wel.
Ik ga morgen naar België voor een halve marathon op het circuit. Ik kan me er niet meer druk over maken- en dat is een ENORME overwinning!