browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2024-14a DTS Zandvoort sprint die een run bike run werd vanwege het weer.

Posted by on 15 June 2024

15 juni
Niet mijn week. Zo ontzettend niet mijn week! 2 triatlons afgezegd, Vincent niet geslaagd, Rob die weg gaat. Maar ook een paar lichtpuntjes: contractverlening, feestje van het werk gisteravond (slecht eten dus) met leuke mensen en gesprekken en Joyce die mee naar Zandvoort gaat.
Het bericht dat de sprint in Zandvoort werd omgezet naar een run-bike-run kwam op donderdag. Ik zag ‘m al aankomen, gezien het weer: stormachtig en veel regen. De mail was duidelijk!

Rob is dit weekend naar Madrid voor zijn werk. Dus ik heb Joyce gevraagd mee te gaan. Ik had al een heel plan, maar nu werd het dus 1 wisselzone en lopen in plaats van zwemmen. Ik vond het lastig schakelen. Telt dit als een sprint triatlon? Nee he? Gelukkig vond ik nog een andere sprint triatlon die ik als “herstel-training” ga doen volgende week. Die begint pas in de namiddag. Dat geeft me ruimte. De RBR in Zandvoort zou om 9:45 al starten. Vroeg naar Zandvoort dus! Ik sliep maar matig, met buikpijn van al het eten. En toch op tijd opstaan, om half 7 en de laatste spullen pakken en voorbereiden. Joyce was op tijd. Vincent was er nog even bij. Volgens Garmin zit ik op de piek, maar zo voelt het niet…

Toen we naar Zandvoort reden, begon het bij Amsterdam te regenen. Later GOOT het echt. Akelig om dan over de kuipbocht te fietsen. We kletsen als vanouds onafgebroken. Ik ben blij dat Joyce rijdt. Ter hoogte van Haarlem merkt Joyce op dat ze niemand anders ziet met een fiets. Ook in Zandvoort niemand te zien met fietsendrager. Het is half 9, maar ik ben er niet gerust op! Ik weet dat veel mensen hebben afgezegd vanwege het weer, maar ik laat me niet op mijn kop zitten. Op het terrein zijn wel fietsendragers en ook mensen met een tijdritfiets en dichte wielen. Niet om ‘t één of ander, maar ik vind dat onverstandig met deze wind. Ik ga op de racefiets. Ik hoef niet te winnen. Nou ja…. Vorig jaar was ik op een paar seconden 4de. Dus ik heb wel iets goed te maken. We schuilen nog even in de auto. Het lijkt hierna droog te worden. We pakken de spullen en lopen het terrein op. Het is RUSTIG. Ik bedoel echt: geen drommen met mensen, geen drukte, geen harde muziek, geen onrust. Zelfs de WCs hebben geen wachtrij.

De crossRBR is al bezig, de rookies starten om 9 uur. Ik heb snel mijn startnummer in handen en plak de stickers slecht op.
Joyce vind het allemaal wel gezellig. We fabrieken een elastiekje voor haar haar, want het waait zo hard dat alles voortdurend in je gezicht kom. We schuilen even voor de regen. Het regent nog even als de briefing voor de rookies bezig is. Ik luister mee, maar de routes blijven me wat onduidelijk. Het is compact allemaal. Ik zet mijn doos weg, wat een slim besluit is: zo blijft alles droog. Tja, daarvoor race je in Ierland 😉 Mijn fiets waait om in de wisselzone! Ik moet de fiets ophangen aan de remmen.

De wind is extreem, zelfs voor polderbegrippen. De hekken waaien om. Organisator Lars heeft het er allemaal maar druk mee. Ik krijg een appje van SG en van thuis, maar ineens slaan toch de zenuwen toe. Wat als dat fietsen niet lukt of ik geen loopbenen heb vandaag? Ik heb de nieuwe schoenen aan voor de eerste 5km, er ligt een schaar in de wisselzone om de veters door te knippen als dat moet en ik heb groene compressiesokken aan. Kan Joyce me herkennen. Zij vindt het leuk en weet zeker dat het me gaat lukken, maar ik ineens niet meer. Ik ga in trisuit. Nummer moet meteen al op. Tijdens de briefing ga ik naar de WC en ik hoef niet, maar ik heb wel krampen en dat is auw. Ik luister toch nog eventjes mee, maar ik heb het gelukkig daarstraks al gehoord. En dan gaan we. Pang.

Weg is iedereen! Wat een enorm hoog tempo kan iedereen aanhouden! Ik loop onder de 5 minuten en wordt aan alle kanten ingehaald. Abnormaal zeg. Ze schreeuwen de route en dan het circuit op. Nou ja, ik doe maar wat ik kan. De eerste kilometer gaat in 4:40 en dat is wat te gortig natuurlijk. Dan omhoog over het hele steile stuk en ik verlies even de controle en glij zo’n beetje. Omhoog lopen vind ik niet zo erg, maar scheef…

En dan binnendoor.Er zijn al fietsers. De zon schijnt. Werkelijk! Maar het waait zo hard dat mijn haar die niet allemaal in de vlecht past in mijn gezicht waait. Dan een stukje terug en de wind is wel echt een dikke rem. Ik kan dat best en haal weer wat mensen in. Te snel gestart, denk ik dan grimmig. Iemand staat me heel hard aan te moedigen, maar ik zou niet weten wie het is. Ik hoor heel veel hekken vallen en denk: niet mijn fiets!!!! Dan gaan we het terrein weer op. Ik zwaai naar Joyce.

Ja, weet je: dit gaat best oke zo! Een beetje rennen – ach. De fietsen staan nog overeind. Onverhard rennen en door het spekgladde tunneltje. Ik denk even aan elders en hoe druk het hier was bij de Zandvoort Circuit Run. Het blijft droog, maar de wind is echt stevig-stevig. Dan de oversteek en daar is de wind om de flats echt even abnormaal. Mensen halen me nog steeds in. We komen op de boulevard met wind mee. Ik zie de zee die enorme golven heeft. Snap ik, dat we daar niet zwemmen. Ik neem de wind maar gewoon mee en er valt een gat. Alsof ik de laatste ben. En wat dan nog… als de rest voor me dan maar jonger is, haha. Belachelijk, want mijn tempo ligt op 5:10 ofzo, dus het zou wel maf zijn als iedereen harder kan lopen dan dat. De schoenen zitten perfect, kort/kort is ook uitstekend. Dan weer terug het terrein op. Ik zie nog iemand van de crossRBR en glibber nog een keer de tunnel door. Ik heb auto-sport aanstaan op het horloge: dan wisselt Garmin zelf van sport; van lopen naar fietsen en naar lopen. Ik ben benieuwd, maar ik denk opeens: het moeten wel 5 kilometer zijn voor de badge! Als ik Joyce voorbij loop en richting de wisselzone ga heb ik ‘m. Dat roep ik naar haar.

Ik loop bijna verkeerd en dan hup, de fiets zoeken. Dan begint een staaltje beginnersgepruts. De schoenveters zijn zo los, maar de helm wil niet uit de krat. Dan waait de deksel van de krat weg en moet ik daar achteraan op 1 fietsschoen en 1 loopschoen. En dan de bidon achterlaten, maar in de krat anders waait die ook nog weg. Anyway: mama zet weer eens thee in de wisselzone. Maar ook ik ga met fiets, helm en startnummer gedraaid naar de opstapbalk. Daar ligt meteen een plas. De tijdwaarnemingsmat is weggewaaid en wordt net weer opgespannen! Wat een bruut weer zo. Gelukkig is het droog. De kombocht. Je kan onderaan prima blijven fietsen, ondanks dat er veel fietsers zijn. Hoge versnelling. Dan het rechte stuk op. Ik moet even ‘settelen’: inklikken, kijken, een ritme vinden.

Tarzanbocht eng door. En dan pakt de wind je op het eind van de bocht. Omhoog ploeteren en dan binnendoor omlaag en dan weer omhoog. Het valt me mee, dat stukje. Dan heel hard omlaag en weer omhoog. Dat vind ik wel leuk.

Ik durfde in Ierland 60 te rijden, dit is breder en ervoor gemaakt! Dan weer een bocht waarin de wind je pakt. Ik ben op mijn hoede. Achteraan op het circuit is de wind fors en lastig. Ik schakel veel op en neer. De bochten zijn met de wind en de hoeveelheid fietsers net lastig. En als je dan denkt dat je alles hebt gehad, krijg je op het zelfde stuk als bij het lopen, vol wind tegen en het gaat omhoog! Dat kan ik wel. Nog een paar s-bochten en dan ben ik er al weer. Het tweede rondje gaat al beter door de kombocht. Het rechte stuk ga ik even helemaal los! Hier kan het! Joyce zie ik ook.

Ik begin er de lol van in te zien. Tarzanbocht door en even een stukje persen. Gek genoeg haal ik mensen in. Vrij veel. Ik weet niet in welke ronde ze zitten en ik ben verbaasd over hun 300-nummers. Rookies nog? Het zal wel. Ik ga echt helemaal los op de afdaling en de stijging daarna. Pak ik vol snoeihard mee. Voor mijn collega die me gister zei dat ik dat wel moeilijk zou vinden. Nou niks Jo, ik doe het voor jou! En voor mezelf. Even ploeteren en iemand in de bocht die me bijna omrijdt, wat gek is met zoveel ruimte. Het stukje waar ik mijn kuiten voel en dat ook durf en dan zit het tweede rondje er ook al op! het tempo zit er nu redelijk in.

Het rechte stuk pak ik snoeihard mee. Even lijkt het me wel genoeg: nog 3 van deze rondjes, ammehoela. Ik had iets moeten eten. Mijn horloge doet even moeilijk over een verbinding en ik ben bang dat ik teveel wegklik, maar het gaat goed en ik zie weer wat ik aan het fietsen ben. In het derde rondje wordt het al wat rustiger, maar nog niet echt extreem. Ik zie ook veel lopers: zou ik toch zo ver achter liggen? Het moeten wel rookies zijn, maar dat is dan weer langzaam. Ach wat – ik mag weer omhoog en omlaag en iemand kletst even tegen me dat er zoveel wind is. Yeah. Deal with it. Ik vind dit echt heel erg leuk op het circuit.

Ik heb het al tig keer gedaan, maar deze keer vind ik het superduperleuk. Met dat idee pik ik het weer op. Ik weet waar de wind het overneemt en calculeer het nu in. Daardoor krijg ik het gevoel van controle weer wat. Ik zie wel mensen die het moeilijk hebben met de wind enzo. Kom op zeg, maar ik vat je ook wel weer. De kombocht weer door. Het rechte stuk en ik ga liggen. Ik zie Joyce juichen als een trekpoppetje en ik lig hardop te lachen. Ik heb mijn eigen harlekijntje bij me! Geweldig! Het gaat de goede kant op: nog maar 1,5 ronde en het tempo is echt oke. In de vierde ronde is het stuk waar ik tempo maak LEEG. Ik wil wel schreeuwen, maar ik fiets me helemaal er doorheen en geniet tot in mijn fietsschoenen. Nog even de wind tegen langs en het is nu echt rustiger duidelijk. Er fietst iemand in de weg op een gewone fiets, maar het is een videograaf. Apart ja.

Nog 1 rondje. Weinig meer te verliezen. Dus ik ga een stuk rücksichtsloser de kombocht door, ik ga liggen en kijk nog even naar de klok, maar ik zie wel wat ik kan halen en ik blijf al de helft van de Tarzanbocht trappen. Even vind ook ik naar boven lastig en dan zijn er meer mensen op het stukje waar ik vaart maak, maar het is zo ruim dat circuit. Ik waan me eventjes een coureur! Wat me zorgen baart, is dat ik niemand met een medaille zie. Zouden ze er toch nog niet zijn? Sjit, dan moet ik toch azen op een podiumplaats, want ik moet wel íets hebben! Anders had ik misschien nog een zesde rondje wel gewild. En dan naar binnen toe fietsen. Ik heb de twintig gehad, zie ik zowel op de fietscomputer als op het horloge. Het auto-wisselen werkt.

In de wisselzone is het druk. Mensen die wisselen, mensen die hun fiets ophalen, mensen die voor de OD hun fiets neerzetten. Ik wissel nu wel netjes op tempo. Ik slinger er langs en ga weer rennen. Het is nog steeds droog en zonnig zelfs. Ik zwaai naar Joyce en ik heb het naar mijn zin.

Nog maar 2,5 kilometer hardlopen: hoe moeilijk kan dat zijn? Nou… De OD is gestart en die moet rechtdoor en ik linksaf. Ze roepen het en toch mis ik de afslag. De vrijwilliger rent met me mee en ik kan tussen de paaltjes door het tunneltje in. Een post, een slok water. En dan een verrassing: we moeten omhoog! Richting de zee. Lekker bedacht ja.

We mogen ook weer omlaag, dat wel. Niet dat dat beter is, want die kuiten voelen dat ook! Ik blijf rennen, dat zeker wel. Ik zie dames achter me, dus ik ben niet de laatste ook. Dan komt het moeilijkste stukje: de parkeerplaats over tegen de wind in. Saai, recht, eindeloos en zwaar. Ik denk aan de race in Ballinskelligs die ook niet doorgaat en aan alles wat mis is gegaan en dan komen de tranen vast door de wind… Ook hier stop ik niet voor, want ik moet en zal nu finishen en zo snel mogelijk ook. Aan het einde van de parkeerplaats gaat het omhoog – doe normaal en daarna onverhard over de andere parkeerplek. De andere oudere vrouw haalt me in, maar ik kan echt niet aanhaken. 1 Man waar ik eigenlijk de hele tijd mee op heb geracet in zijn blauwe trisuit ook, maar dat is een man. Boeitniet. Nog een keer door het gladde tunneltje.

Er zijn nu ook OD lopers. Het heeft niet geregend. Geen druppel. Dan naar de finish. Ik juich en ben blij!

Geen idee of ik snel was of niet. En dan krijg ik de ‘medaille’: een beker! Hij is fantastisch. Ik eet twee spekkies en drink vooral even wat water. Ik vind Joyce al snel weer en ik ben gewoon heel blij. Alles behalve de wissel ging top. Joyce heeft met mijn toestel foto’s gemaakt. Ik heb het niet koud gehad en vooral het racen op de fiets vond ik hartstikke geweldig. Van Joyce moet ik dat blije gevoel even goed vasthouden en me vooraf al moet realiseren dat het ook gewoon voor de lol is. Zij zag me alleen maar lachen en ook veel andere mensen die alleen maar voor het plezier mee deden. Joyce gaat plassen en ik bel met Vincent en app met Rob. Dan gaan we op zoek of we moeten blijven voor een podium. We komen MD tegen, de altijd lieve gast van de TVA. Uitslagen zijn te vinden via een QR code en ik vind mezelf al snel: tweede dame 50+!! Hoera, hoera! Ik eet de broodjes op, want ik heb gewoon trek. Jas aan en dan wachten. Ik haal mijn fiets en spullen snel, want die heb ik liever bij de hand met deze stormachtige wind. Het wachten duurt best lang, ze moeten veel tellen. Ik ben zeker tweede, want ik heb genoeg gefietst. Die andere vrouw haalde me inderdaad in bij het lopen. Ondertussen kan ik gewoon rondhuppelen en ik ben echt niet extreem moe ofzo. Eigenlijk is dat best gek. Dan de beker ophalen! Ik moet er niet aan wennen hoor, om op het podium te staan 😉

De beker is geweldig. We gaan nu weer terug. Het is wel drukker, maar niet overvol of onoverzichtelijk. Ik wil Joyce nog graag de beklimming laten zien en we wandelen nog op en neer, maar we zien de zee nu alleen uit de verte. Dus we lopen nog wel even naar het strand, nu we er toch zijn.

Wij snappen niet dat andere dit laten vanwege het weer. Het was de hele tijd droog! Wel veel wind, erg veel wind, maximaal veel wind, maar geen regen. Ik wandel moeiteloos mee. We gaan weg rond een kwart voor 1 en de reis die dan volgt is monsterlijk. We rijden een file in voor Schiphol en vervolgens steken we werkelijk heel Amsterdam door om aan de andere kant de A10 met de klok mee te volgen. Het is allemaal stapvoets en rustig rijden. Vreselijk. Ik ben blij dat Joyce rijdt. We kletsen ondertussen ook aan 1 stuk door. En dan is mijn telefoon leeg. Een kleine ramp, maar het voelt ook oke. We moeten nog ergens plassen. En als we eindelijk op de A1 zijn en kunnen rijden, regent het weer pijpenstelen. Ik vind mijn beker wel leuk, maar ook schaam ik me een beetje. Ik ga niet diep en ik ga er ook niet echt voor: ik ben gewoon van een zekere leeftijd inmiddels.

Het is drie uur als we eindelijk thuis zijn. En nee, ik ben gewoon niet kapot. Ik ben wel snoeperig. Maar nauwelijks echt moe. We kijken nog iets na van aardrijkskunde en dan gaan we nog zwemmen. “Doe jij toch een triatlon”, zei Annemarie gisteren. Het is belachelijk dat het normaal geworden is. “Ik ben er ook aan gewend”, zegt Joyce. Het was een mooie ervaring, schrijf ik naar Annemarie. Maar doe mij maar zwemmen erbij.

Een beker, een tweede prijs en een ongebruikte badmuts. Dat vat het prachtig samen.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

fourteen − five =