12 juni – tisniks
Om de zenuwen voor de eindexamenuitslag een beetje onder controle te houden, gingen we samen wandelen. De hartslag is toch al hoog. We krijgen een enorme bui over ons heen.
Dat voorspelt al niet veel goeds en de bui worden inderdaad tranen met tuiten: gezakt. Dan zakt de grond even weg inderdaad. Het is niet kansloos, dus we gaan op school uitzoeken wat er te redden is en welk herexamen we moeten doen. Dat kost veel energie. Heel veel. Er zijn mogelijkheden.
‘s Avonds wil ik er wel even uit en wat sporten. De NPW triatlon is naar vandaag gezet, maar daar heb ik dus echt geen enkele zin in. Op mijn bericht dat wij waarschijnlijk niet komen is nul reactie gekomen, maar de lijst is wel aangevuld met de plaatselijke toppers die uiteraard moeten shinen. Ik ga hardlopen. Nou ja, hard zit er niet aan. Een hele rustige duurloop. De hartslag opzettelijk laag houden en het tempo van niks. Muziekje op en het Kotterbos door.
Aantal andere hardlopers: NUL. Aantal keren plassen onderweg: 1 Aantal keer schijten onderweg: ook 1. Aantal keer wandelen onderweg: keer of 6. Aantal vuilnisbakken weggezet: 2 En dan komt het ergste: na een kilometer of 6/7 trekt het in mijn voet. Kramp of is de blessure terug? Ik maak me nog grotere zorgen. Ik ga iets harder lopen en het wordt minder, maar het trekt niet weg. Ik maak met moeite 10 kilometer vol. Net onder de 7 gemiddeld. Ik heb dan echt aan alle kanten het gevoel dat ik niet voldoe. En ik heb overal spierpijn!
13 juni – Een suffige duurrit
De onrust is nog niet over. Het is niks, het leven is teveel en sport even te weinig. Ik doe maar wat. Tempo en cadans en gevoel: allemaal net niet. Ik ga omdat ik morgen niet hoef. Ik doe maar wat, heb geen idee. Niet voor een route, niet voor een opdracht, niet voor een doel. Alles gaat toch anders. Ik zou heel blij kunnen zijn met de contractverlenging en de lovende woorden, maar er is weinig plek voor. Aardrijkskunde, dat ene ticket wat me niet alleen lukt, Rob die op reis gaat, de tri in zandvoort die een runbikerun wordt, geen vraag van wie-dan-ook (“en jij” zou genoeg zijn), te weinig interesse. Er is alleen de oneindige steun van Joyce en de brede lach van Vincent in de Mercedes aan het rijden. De rest is grijzig. Ook met een gele bril op. Die verduistert ook.
Ik eet ook weer slecht en ik voel me slecht en weinig waardevol. Zo fiets ik ook. Stukje bij beetje, bochtje en rechte weg. Piekerend, suffig en ergens vol jaloezie op ‘iedereen’ bij wie het vanzelf gaat of wie zoveel zorg krijgt van de overheid. Ik was ook blij geweest met anderhalf uur fietsen. Maar toen was ik nog niet thuis. Er was nauwelijks wind. En weinig mensen. Veel polder.
Hazen, een hertje, buizerds, een wilde kat. Het is het allemaal nét niet; tempo net geen 27, cadans de eeuwige 77, geen 2 uur en net 45km. Maar het was tenmonste droog. Het weer is ook saai. Like me. Is juni al voorbij? Nog lang niet he….
14 juni – Zwemmen in een warm, klein binnenbadje
Buiten zwemmen een half uurtje was het idee wat op het schema stond, maar nee, dat lukt niet. Dan dit maar. Binnen, korte reistijd, past overal net tussen. Maar het bad is klein en ik heb het ingesteld op 15m. Maar misschien is het nog wel minder? Achteraf denk ik dat het rond de 12 meter was, als ik wat tweak met de getallen. Vaak aantikken en keren en om de anderen heen zwemmen. Meestel ging het goed en ik heb geduld als het moet. En dat in het warme water. Ik voelde me onwijs een buitenbeentje! Alleen al omdat ik een badmuts op had 🙈 alles met achtje. Poepoe. Ik hield het onafgebroken een half uur vol. Doorzwemmers: zo heette de baan, dus ik zat goed. 😊 snel weer verder met de dag!
15 juni – een run bike run in Zandvoort in plaats van een sprinttriatlon
Toch ben ik samen met Joyce naar de wedstrijd gegaan. Hier staat het wedstrijdverslag.
En ‘s avonds lekker uitzwemmen. Niet om toch een triatlon te doen op 1 dag, maar omdat Vincent me er naar toe wil rijden!
Het was te doen, maar vermoeiend. Kort ingezwommen en toen de 450m: heel-armen-heel-benen-heel-school-heel-rug-heel. Benen wilden niet. Samen met W in de baan, die een uur extra zwom. Toen 700 m achter elkaar. Met stukjes sneller.
W voorop, maar ik weet niet wat sneller ging en of het wel genoeg was. Toen moest ik het alleen doen: 50-100-150-200-250 met eerste en laatste baan snel (dus de eerste 2 allebei) Daarna was het idee nog 100-25xnel-100-50snel etc, maar ik kwam tot 100-50snel-100-50snel-100. Toen nog een rond getal maken. Er was wel wat minder kracht. Daarna reed Vincent door de regen naar de snackbar voor de welverdiende hamburger! Ik ben moe, maar niet kapot. Al was het een hele enerverende dag.