browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2024 – 18 a Bornsdorf Sprint Triatlon

Posted by on 20 July 2024

19 juli – zwemmen in de Senftenberger See zonder wetsuit

Het is een kalme, wederom bloedhete vakantiedag. Vandaag hoef er niet zoveel. Ik werd vannacht 3 keer paniekerig wakker. 1 Keer omdat ik Stekker kwijt was in mijn dromen, de andere twee keer op hoogte. Verder voel ik me wel goed! Het lopen heb ik prima verwerkt. Ik heb wel elke keer overal een beetje pijntjes, maar niks wat beklijft of echt opspeelt. Ik kijk even op mijn werk, wat ik misschien niet had moeten doen, want ik verneem dat er nog een superlijve collega vertrekt. Voor hem geweldig en ik gun ‘m de wereld, maar ik vond hem net zo leuk! Ik blog en rommel wat en we spelen weer de Crew. ‘s Middags heb ik het onzalige idee om in de plaats van een selfmade triatlon te kijken of er geen echte is. Nu we toch hier zijn, is zwemmen, een rondje om de Senftenberger See fietsen en de 5 kilometer van gisteren nog een keer hardlopen natuurlijk wel gaaf. Vincent moet van zijn trainer dan 750 meter zwemmen. Ik zoek even en er is een triatlon hier in de omgeving op een uurtje rijden van ons vandaan. Kan dat echt?! Vincents trainer juicht het toe en die van mij…. die heeft niet veel in te brengen. Ik weet niet of het me gaat lukken, maar wie het niet probeert weet zeker dat het niet kan. We kunnen nog inschrijven op de dag zelf. Deal. Ben ik gek? Vast wel. Maar wie het niet probeert, weet ook niet waar de grens ligt toch?

Vincent moet zwemmen. Hij onderhandelt met het oog op de verdere plannen uit dat hij 3 keer 500 meter moet zwemmen. Het water is inmiddels 23 of 24 graden en dan is een wetsuit dus echt uitgesloten. We gaan in trisuit en wandelen op (te kleine) slippertjes naar het strand toe. Zelfs dat is al warm genoeg om dadelijk lekker in het water te kunnen springen!

Brilletje op, boei mee en ik neem ook mijn achtje mee! We spreken af dat we dezelfde route zwemmen als vorige week en dat Vincent na elke 500 meter zal wachten. Het duurt even voor we in het water liggen. maar dan is het doorzwemmen. Ik vind het wel lekker, maar nu meet ook Vincents horloge goed en is 500 meter een behoorlijk stuk! Ik doe er best lang over, zo zonder steun van een wetsuit. Ik heb dan minder drijfvermogen. Kan Vincent langer pauzeren. Je voelt zonder wetsuit veel beter de verschillen in watertemperatuur. Nog een keer 500 meter. Ik kom precies op 1000m bij Vincent aan daar heb ik dan 25 minuten voor nodig gehad. Dat is best lang. Nou ja, ik ben geen zwemmer van nature, dus hier midden op het meer liggen is al heel wat! Misschien gaat het morgen ietsje beter, maar dat hoeft niet. We gaan richting de haven en zwemmen het laatste blokje van 500 meter. Ik ga iets lekkerder. Het is een mooi ommetje en ik zwem 1750 meter bij elkaar, maar dat laatste stuk gaat heel kalmpjes aan!

20 juli – Sprint Triatlon Bornsdorf met heel wat tegenslag!

Ik sliep niet heel erg goed: het was benauwd, ik moest een paar keer naar de WC en ik schrok nog een keer van de hoogtes en kwam niet meer goed in slaap. Mr Garmin prees me dat ik hersteld was door goed slapen; dat ding is soms echt raar. Om 8 uur opstaan en gelukkig had ik alles gister al klaargelegd.

Het spannendste was of we vandaag, op de dag van de wedstrijd nog konden inschrijven en tot hoe laat. De website was van Oost-Duitse kwaliteit: onduidelijk en de tijden spraken elkaar tegen. De buurvrouw van het huisje schrok helemaal dat wij de fietsen op de drager zetten: ze was bang dat we al weggingen! Ik dronk het bidonnetje leeg: het beloofde een warme dag te worden. Mijn knieën deden om de beurt pijn en ik voelde me stijfjes en totaal niet klaar voor het hardlopen. Ik neig nogal te vergeten dat de marathon nog geen week geleden is! We moesten aardig door het binnenland rijden en toen was de weg ook nog afgesloten en opeens leken we op het parkoers te zitten met pijlen en borden “opletten voor fietsers”. Dat beloofde niet veel goeds toen er een bordje met 8% helling stond. We parkeerden de auto even voor tienen op een veld een redelijk eindje van de start af. We gingen eerst kijken of we ons nog konden inschrijven, een eindje wandelen naar de camping, het was een beetje onoverzichtelijk allemaal met kinderen die al bezig waren (een paar). Maar we konden ons inschrijven!

Niet de Staffel, maar de Jedermann….

Ik deed het een paar keer fout ook nog met invullen, maar het lukte en we betaalden en ik had nummer 162 en Vincent nummer 163. Het water was 26,9 graden! Wetsuit was dus echt uitgesloten. Het beloofde ook warm te gaan worden. We haalden de fietsen en de spullen op. Lekker op tijd. Ik was zelfs bang dat ik me zou gaan vervelen en had mijn boek bij me. Maar niets was minder waar: mijn voorband was leeg. Niet leeg-leeg, maar 2 of 3 bar nog slechts. Rob ging weer op en neer naar de auto die 500m verderop stond om de pomp en de herstelspullen te halen. Ik at intussen de broodjes netjes op.

Hij legde er een nieuwe band op en spoot er wat spul in. En toen was de achterband ook leeg gelopen! Hoe dan?! Ik werd een beetje wanhopig en de tijd werd wel wat kort zo, maar we spoten de achterband vol. Heb ik dat ook een keer gedaan. Alles zat onder, dat was wel stom.

Toen deden de remmen het niet meer goed (genoeg). De voorrem helemaal niet en achter net aan. Rob deed een noodreparatie zodat ik in elk geval door de keuring heen zou komen en achter in elk geval goed kon remmen. De race zou starten om 12 uur en het was intussen 20 voor 12. Vincent ging zijn fiets inleveren en kwam terug om de helm vaster te zetten: ze waren nog streng ook. Ik ging om kwart voor 12 de wisselzone in en ze checkten me niet heel erg goed gelukkig. Ik moest snel een plek zoeken. Mooie wisselzone wel met houten blokjes.

De briefing was in het Duits en ik was er niet bij. Vincent ook niet. Zijn DI2 werkte niet meer, hij kon niet schakelen. Alleen het grote blad nog. Thuis in Almere hebben we alles opgeladen en dat werkt dan wekenlang. Rob kon er niks meer aan doen. Ik werkte nog een banaan naar binnen. Het was 5 voor 12 en we moesten naar het water. Ik appte Annemarie nog net en gaf Rob mijn telefoon.

Ik kon nog precies even het water voelen en aan iemand vragen in mijn knullige Duits waar we heen moesten zwemmen. Toen was het drei-zwei-eins en gaan. Op hoop van zegen!
Uiteraard zat mijn hartslag door alle spanning met de banden en de stress ergens on top en moest ik zonder wetsuit zwemmen in een massastart, al viel de massa wel mee. Maar wel mensen op schoolslag en ik met hoge ademhaling. Het ging niet echt lekker. En ik ben al geen sterke zwemmer! Dan had je ook nog een armbandje in plaats van een enkelbandje voor de tijdregistratie. Na een paar trappen vond ik wat ruimte en probeerde ik wat gecontroleerder te gaan. Dat viel niet mee. Ik zwom wel strak de goede kant op. Na het ronden van de eerste oranje boei kreeg ik de zon tegen en moest ik weer aanpassen en 1 op 3 ademhalen. Nog een boei ronden en dan weer terug. Ik was niet eens helemaal de laatste, maar mannen met schoolslag konden me bijhouden of inhalen. Ach wat: ik doe hier toch mee voor de lol, dacht ik en toen realiseerde me dat ik maar moest genieten. Het water lekker warm, weer een grens verlegd door te zwemmen zonder wetsuit en wie weet is dit wel het enige wat ik kan doen, dus laat ik maar het beste er van maken. Ik ging wat krachtiger zwemmen met 1 op 3 ademen en denken dat dit makkelijker is dan een machine op komen! Gewoon rustig kom ik er ook. Langs de gele boeien en dadelijk maar eens kijken hoe ik dat moet doen met dat chipje. Ik ging rustig het water uit en zag dat ik maar liefst 21 minuten had ‘genoten’ en dat het meer dan 750 meter was. Het bandje haal je dan langs een bord en dan is de tijd geregistreerd. Grappig systeem. Ik zag Rob en verder was het al lekker rustig. Joh, ik ga dit toch niet winnen, niet te veel willen.

De banden nog hard, Vincent was 6de of 7de en ik nam nog wat water extra mee en nam nog een slok. Ik ken het wel in de wisselzone en doe netjes alles wat ik moet doen. Rustig met die fiets de wisselzone uit en opstappen na de streep.

Oke…… In de allerzwaarste versnelling. Ik kwam nauwelijks weg. Uiteraard ging de weg een beetje omhoog. Superlastig. Zomaar 4 of 5 mensen die me inhaalden. Die zwommen dus nog trager, maar dat terzijde.

Het duurde wel een kilometertje voor ik er wat in kwam. De rem was dusdanig vast gedraaid dat het wat aanliep en dat ankertje had ik dus ook extra bij me. Maar he: ik fiets hier, heb me niet goed ingesmeerd en ik ga gewoon een beetje over dit asfalt trappen. Het ging best omhoog. Door het dorpje waar 10 mensen een aanmoezigingsfeestje hielden. Daarmee was al het publiek ook zo goed als op 🙂 k werd ingehaald door een redelijk stevige dame, terwijl ik net een beetje tempo kreeg. Ach. Het ging best een beetje vals plat omhoog. Tussen de zonnebloemen door. Het was een heen en weer parkoers, dus straks ben ik hier weer! De eerste 5km gingen in 12+ minuten, dus ik ben wel effe bezig. Toen kwam de 8% helling en weet je: ik schijn dat te kunnen. Laag verzetje, kracht op de pedalen en ik haalde de dame en 2 heren in. Ikke, uit de polder. Verder genoot ik van de bossen en dat het gewoon best stoer is om hier een triatlon te doen, zomaar in de vakantie! We kwamen nog een dorpje door en tralala ik genoot van de huisjes, het bord hoe hard je gaat (47 voor de auto achter me en 27 voor mij). ik trapte gewoon maar door wat me lukte en paste. De allersnelste mannen kwamen al terug. Ik telde ze om te kijken waar Vincent zat. Ondertussen ging ik omhoog. Gestaag, maar het ging niet echt veel harder de tweede 5 kilometer. Onder de treintunnel door en ik dacht: straks weer… Dan ga ik de goede kant op. Dan weet je hoe ver het nog is tot het volgende dorpje, Crizin en daar moet je keren, dat wist ik. Het was een end het dorp in en keren midden op de weg. Gleich Zuruck, zei ze. Ik had al een heleboel vrouwen voor me geteld, ook ouderen, dus ik liet het er maar bij en zette mijn zinnen op finishen. Er stond nog 1 man te kijken naar alle fietsers door zijn dorp. Verder wederom nul publiek! Ik was lang niet de laatste, dat was prettig. Treintunnel. Dorpje met mooie kerkje. Ik had het best naar mijn zin en dronk wat en ik at zelfs een fruit gellie! 8% naar beneden ging lekker hard en ik grijnsde breed. Haal ik net de 50 niet. Zonnebloemen. Al op 15 kilometer en het lukt wel. Nog 7 kilometer te gaan. En dan moet ik lopen. Laat ik eerst dit maar overleven. Er stond een heel erg schattig kasteelruinetje.

Ik ging het dorpje Bornsdorf in. Werd bijna blij. Het aanmoedigingspubliek weer (een paar mensen minder) en toen voelde ik het: de band loopt leeg. Dan heb je weinig tijd om na te denken: doorrijden en de velg stuk rijden? Nee, dat zeker niet. De band volpompen met dat spul? Kost teveel tijd. Ik zit op 20 kilometer. Ik stap direct na de bocht af en ga lopen. Ik moet die fiets in de wisselzone krijgen. Ze vragen nog even wat er is en ik hoef alleen maar op de band te drukken. Ik zie de borden Triatlon staan en langs de kerk laat ik nogmaals mijn band zien. Het is nog 1,5 kilometer. De dames halen me in. Tja, zo is het, ik snap het. Ik ren een stukje, maar op fietsschoentjes is dat lastig en ik moet dadelijk nog hardlopen, nu niet alles opmaken aan energie. De band ploft er nu echt af. Ik kan wel drinken en neem nog veel water. Nu merk ik het nadeel van de automatische overgangen op het horloge: Garmin weet echt niet of ik in de wisselzone zit of hoeveel kilometer ik nu heb afgelegd. Het fietscomputertje is minder strikt en die hou ik aan. Ik zal ze later wel allebei bewaren. Ik neem deze tegenslag mee. Niets aan te veranderen, wandelen. Ik moet nog een paar bochten door en er komt een meneer op zijn stadsfiets die aanbiedt om te wisselen, dat ik zijn fiets pak en hij wandelt. Hij bedoelt het echt heel lief, maar ik laat deze fiets niet achter en daarbij: ik moet dit zelf doen. Maar zo schattig. Ik kom dadelijk op het loopparkoers en kijk of ik Vincent zie. Ik kom langs de auto. Nog minder dan een kilometer. Ik ga dit gewoon echt wel doen hoor! Inmiddels ben ik vast en zeker de laatste. Ik heb de dames voorbij zien komen. Maar net als een lekke band, heb ik ook dat nog nooit meegemaakt. De achterfietser vraagt of ik het verder alleen red. Ik ben dus echt de laatste en ik ga het wel redden hoor! Hij viel inderdaad netjes niet op. Ik kijk of ik Vincent zie lopen. Als ik er bijna ben, zie ik Vincent en Rob ook. Vincent is al gefinisht. Ik heb geen idee hoe lang ik er over heb gedaan. Rob vraagt nog overbodig of de band lek is. Ik ga de wisselzone in en zet mijn fiets netjes neer. “Stap je uit?” vraagt Rob. Wat Denk Je Zelf. Ik heb die teringfiets hier naar toe gesleept en ik ga nu hardlopen ook! Ik neem de tijd om mijn sokken aan te doen. De fijne blauwe. En ik spoel mijn voeten af. De mevrouw van de wisselzone voelt nog aan mijn band, alsof ze me moet controleren ofzo! Ik voel me een beetje pissig over alles. Het ging best goed namelijk. En dan ga ik hardlopen. Wat kan er nog mis gaan joh?

Er staan sponzen en die pik gelijk mee en even verderop pak ik wat ‘wasser’ aan. En ik ren. Ik bedoel: eindelijk iets wat me makkelijk af gaat! Het is onverhard. No problemo. Er liggen matten tegen de modder en ook daar kijk ik niet van op of om. Ik ren gewoon. Voel ik ergens pijntjes? Nee, totaal niet. Stukje kiezels. De eerste kilometer zit er al op en die gaat in 5:30. Dat is prima en vooral: het gaat ook prima. Nog een stukje zaagsel gevolgd door zand: joh, dan hebben we alles maar gehad. Het is lekker in het bos. Inmiddels zou het toch bloedheet moeten zijn, maar ik heb lekker een spons vast die opgedroogd is en ik loop hard. 1 Bocht om en dan ga je het bos uit en schijnt de zon fel op de nog steeds onverharde route van zand. Geen centje pijn of moeite. Eigenlijk is dat raar, zo een weekje na de marathon, maar ik ben hartstikke blij dat er iets lukt en ik zal proberen te blijven hardlopen ook. We gaan de verharde weg op. Er staan wel 9 pijlen dat je links moet lopen, maar iedereen voor mij loopt natuurlijk rechts. Ikke niet. Brandende zon op asfalt en het tempo is nog steeds hoog. Auto’s langs, beetje aanmoediging. 1 Mevrouw zegt dat het er hartstikke goed uit ziet. Tja. I know. Je kent de rest van het verhaal niet. Ik haal mensen in, die lopen te zweten en het moeilijk te hebben. Zij zijn er vast dadelijk. Ik heb de eerste ronde al gehad en vraag aan Rob waar ik in s hemelsnaam heen moet.

Er loopt een smal stukkie langs de wisselzone. Onverhard uiteraard. Ik lever mijn spons in en pak de volgende mee die ik uitknijp. Niet op mijn rug, dat komt niet goed met de schuurplekken. Ik zet ongeveer 6 wandelstappen om het water te drinken. En dan is er dikke rust. Op de matten, in het bos. Alhoewel het stikt van de dagjesmensen en sommige kutkinderen niet begrijpen dat 6 breed met uitstekende luchtbedden het hele pad beslaat. Ik hoor ‘als die Niederlande’ en denk: mooi dat Vincent gehuldigd wordt. Mijn kansen zijn verkeken. Of ik word laatste. Ik zie iemand voor me sjokken. Ik haal je moeiteloos in ouwe meneer. Hij vraagt of de Olympik 4 rondes zijn. Ik zeg ja, maar ik hoop niet dat hij denkt dat ik dat moet doen, want dan zou ik wel heel snel zijn! Ook met waterpost gaat de derde kilometer in 5:30 of daar omtrent. En warempel: iets verderop weer iemand die er om vraagt om ingehaald te worden met zijn sjoktempo! De man met de wandelstokken zie ik denk ik voor de 5de keer intussen. De zon wordt warm op het zand en meerdere mensen wandelen. Ik heb daar echt geen enkele behoefte toe. Dat is het enige wat ik nog kan ‘scoren’: 5 kilometer hardlopen zonder wandelen. En dat is geen enkel probleem. Ook al is het nu dik boven de 30 graden. Ik heb geen enkel pijntje, niet moe, werkelijk nergens last van. Weer op het asfalt en uiteraard komen nu de snelsten van de OD al binnen (of was dat al in de vorige ronde). Ik kijk nog even of ik binnen de 2 uur kan finishen, maar wat maakt het eigenlijk uit? Ik heb een triatlon in 4 delen gedaan: stress-zwemmen, fietsen, wandelen, hardlopen. Ik ga op de finish af en juich nog wel.

Niet eens binnen de 2 uur. Die man begint me vanalles te vragen. Sodemieter op met je Duits, ik versta je niet en ik wil niet. Ich war plat. In eerste instantie baal ik er dus echt enorm van dat ik hier niks heb kunnen laten zien en hoe geweldig Vincent wel niet is. Ik baal van de lekke banden, ook al kan ik er niks aan doen. En ik baal dat er geen medaille is, vind ik gewoon jammer. De ouwe man finisht ook. Dan gaat mijn Garmin ook nog moeilijk doen en de hartslag niet downloaden en vervolgens herstarten. Ik geef ‘m aan Vincent maar de activiteit is tenminste opgeslagen. Ik wil eigenlijk best weg, maar we moeten wachten tot Vincent de derde prijs krijgt. Hij heeft heel hard gelopen en strijd geleverd en ondanks dat hij niet kon schakelen ook heel hard gefietst. Ik heb op een andere manier veel strijd geleverd en dan merk ik op dat ik gewoon 5:30 heb gelopen. En dat ik werkelijk nergens last van heb. Helemaal niks. Niet eens moe! Ik vind het wel leuk dat ik 2de ben in mijn leeftijdscategorie, ook al zijn het er maar 2.

Vincent krijgt een pot augurken en de eeuwige roem en een urkunde. Dan ben ik toch wel trots op hem, hoe hij de plaatselijke Duitse triatleten opzij heeft gezet. Ik schrijf het Annemarie en ook naar Joyce dat het wel erg veel beren waren op de weg die mijn banden lek beten. Ze wist het al van Rob. En hoera: er is ook een urkunde voor mij en mijn tweede plaats. Hartstikke leuk.

Toch een soort van medaille. Als je de tijd wegdenkt van 2 uur en 11 seconden. We pakken de spullen. Het is hier een hoog ons-kent-ons gehalte en een ongeorganiseerde gezelligheid. Rob neemt de fiets mee en ik allebei de tassen.

Bij de auto worden we nog aangesproken door een oud stel dat Vincent herkent als de prijswinnaar. Het is gek, eigenlijk heb ik vanalles goed gedaan: de voeding, de organisatie, de zenuwen. Alhoewel de zenuwen er wel waren, maar die lagen volkomen buiten mijn macht met 2 lekke banden voor de start. Rob is blij dat ik nog 20 kilometer wel heb gehaald. Het zwemmen was vooral te moeilijk voor mij denk ik. Maar ik heb de finish gehaald! Annemarie is trots op mij, want velen zouden hebben opgegeven. Ikke niet dus. Ik wil maar niet echt moe of hongerig of oververhit raken. Ik heb echt nergens last van. Misschien was dit wel mooi om aan te tonen dat ik fysiek in elk geval sterk genoeg ben om te hardlopen in de hitte en dat ik blijkbaar ook best mentaal wat kan verwerken. Daar is geen prijs voor.

Ik zet daarna wel wat berichten op Instagram en kan in het huisje meteen de was doen en alles bijwerken.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

four × four =