Ik zou alleen water drinken en had een rugzakje bij me met papier er in en een gelletje voor als ik dat nodig had. Met alle poep-ellende wilde ik onderweg niks nemen. Ik gokte op 2-2,5 uur. Geen zenuwen en een lage hartslag in het startvak. Ik heb er vertrouwen in dat ik kan finishen. Hoe boeit me niet. Muziek hard aan en gaan.


Zwaaien naar Rob en ik hield me in qua tempo. Voelen wat er gaat en ONWIJS genieten van al dat publiek! Ik liep ooit een marathon zonder, dus dit is echt leuk. De eerste km in 5:27 – oeps. Maar het voelde uitstekend. Ook de daarop volgende kilometers voelden kalm en beheerst en prima te doen. De hartslag liep wel snel op, maar ik had de energie en de benen en mijn knie en alles voelden prima.




Ik weet dat een halve marathon pas later begint, maar dit was oke. Drinken bij de waterpost en even een paar stappen wandelen, maar het tempo bleef verder enorm contstant op 5:27. 5KM in 27 minuten: ha, daar zou ik altijd blij mee zijn! Naar de muziek luisteren, om me heen kijken, zwaaien naar lieve omstanders en iemand volgen, maar meestal mijn eigen tempo. Ik vind de paden best smal en vol. Het maakt niet uit he, ik doe wat ik leuk vind: een paar uur sporten. En ach, dat kan ik. Ik wist niet dat ik het zo goed kon, dat verbaast me. Buiten de stad weer een drinkpost (en ik zie bosjes voor straks) en ik drink wat. Dan een brede weg en wind mee. Profiteren! Ik ga echt prima en tel in blokken: 7km is een derde, door naar de 10km waar een Dixie is, die ik niet extreem nodig heb. Tunneltjes door en dan de stad weer in. Wind tegen, klinkertjes en veel drukte. Ik vind het niet zo erg, maar ik moet nu wel een beetje en daardoor ga ik iets minder hard. 10km in 54 minuten ofzo. Ik kan wat lijden de volgende ronde!





Ik zie Rob en dat maakt me blij, maar we lopen niet langs de Dixie, zodat ik ze herken tenminste. Balen. De stad door en dan begint ronde 2. Het is rustiger. Ik heb er meer moeite mee nu zit even in een dipje. Dan de stad uit en ik ga weer op de muziek en dan vind ik de tweede boost. De aandrang is weg, de energie terug. Door naar tweederde en dan de vreselijke 16. Stukje voor stukje. Ik pak het tempo weer terug! Ik voel me nog steeds lekker en dan krijg ik het PR van Vincent door. Ik roep hardop: WTF en ben superblij en trots! Een reden om er eerder te zijn en vaart te maken! Ik drink nog wat, maar nu komt er een nare misselijkheid opzetten. Hoge gal zeg maar. Op de brede weg ga ik wat sneller wind mee. Langs de knul met de bel.


Ik maak een foto van het bordje kalm aan, maar zelf ben ik hyper en blij! Geen denken aan een gelletje! Als ik 18 haal, red ik het. Ik roep zelfs heel hard tegen instorters: nog maar 5km, kan je thuis ook! En raas door. Ik vergeet een foto in de tunnel: OP naar de toekomst en je doel. Omhoog en de stad weer in begint meer te vergen. Dat voel ik ook, maar elke km rond de 5:50 is prima. Ik reken uit: nog 4km op 6 minuten en dat krijg ik nog voor elkaar en dus moet het binnen 2 uur lukken. Hoe gaaf zou dat zijn? Ik maak me nog een keer nat om koel te blijven en drink nog. Ik passeer de 18km en even later is het AF. Misselijk en ik stop even, maar er is niks om uit te kotsen gelukkig. Dat moment waarop ik dan alles laat varen: tijd, als het moet poep ik in mijn broek, ik ga wazig zien en kan niet meer rekenen of denken. De voorraad is op. Denken wordt lastig. Tempo houden onmogelijk. Afmaken is het enige wat nog telt. Zo min mogelijk wandelen. Het ritme is er uit en al die roepende mensen zijn vaag. Ik zie iemand met cola, maar pak het te laat weg (er zit bier in, roept ie). Ik weet niet meer waar ik blijf of hoe ver het is. Het is me te druk, te onoverzichtelijk. Ik blijf de laatste km rennen, maar het is heel moeizaam. Geen pijn, gewoon LEEG. OP. UIT. Ik zie de finish en ik zie Rob en Vincent en dat maakt me blij.
Het kan me niet eens schelen dat de 2 uur niet gehaald is en ik weet het ook niet. Ik pak de medaille en dan drinken en een banaan. Ik heb de kracht niet om de banaan open te maken, maar ik moet eten. Net geen 2 uur, maar ook geen 2:01. Ik kan blijven lopen en met de banaan komt de kracht terug, maar ik heb het wel te ver laten gaan. Ik heb geen pijntjes, alleen moe, erg moe en strompelig en krachteloos. Vincent pikt me op en de winegums helpen me weer op weg. Warme trui aan. Ik heb het maximale eruit gehaald. We sloffen terug naar de auto en dat gaat niet vanzelf. Bij de Lidl koop ik koekjes en cola. Ik ben weer snel bij en weer in orde, maar ook erg moe.



Best heel tof: twee maanden geleden kon ik alleen maar wandelen en nu loop ik in 2 uur een halve marathon. En Vincent: wow, ik ben enorm trots! Zo laat een hamburger eten vind ik vermoeiend! Ik heb geen last van spierpijn of mijn knie of iets. Een schuurplek. En balen dat ik de laatste kms zo verprutst heb. Gegokt en bijna gewonnen. Ik kan met deze tijd best op het werk aan komen zetten toch 😉