You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.
Eerst de korte versie: (naar Vincent gestuurd, die aan het werken was)
Zwemmen was echt super in megagolven (stelt niks voor bij wat daragh doet, nog meer respect)
Fietsen was supermakkelijk en geweldig, tot de wind toenam en draaide en er regen viel, maar dat was een toffe uitdaging. De bochten waren jammer
Lopen ging 12km heel goed en toen was de energie op
Balend afgemaakt met cola en wandelmomenten.
Dacht de laatste mijl te versnellen voor een sub6, maar toen deinde Hoorn opeens en moest ik toch weer wandelen.
(Dan het verhaal over de ‘tegenvallende’ tijd, als het daar om zou gaan naar Manuel) Dan moet ik dus de excuses opschrijven waarom het geen sub6 geworden is! Er was enorm veel wind, golven dus en angstaanjagende windstoten op de fiets en zelfs regen! Anderen vonden het warm en voor het hardlopen had ik op het einde te weinig energie over (lees: ‘experiment weinig eten’). En ik heb al 2 nachten heel slecht geslapen! Natuurlijk mag het excuus dat we midden in de verbouwingsstof zitten en gespannen wachten op een herexamenuitslag niet ontbreken. Als het om snelheid gaat ben ik teleurgesteld dat ik niet zomaar een sub6 heb gehaald.
Want als ik niet naar de tijd kijk, was het zwemmen echt fantastisch! Wat een mooie uitdaging! En niet misselijk. Doordat ik me geen moment druk hoefde te maken over al dat eten, was ik ‘normaal’ gespannen. Vooraf gewoon ontbijt (om half 5!) en een beetje water. In de eerste overgang heb ik ónwijs genoten van een wit bolletje met hagelslag wat mijn kind voor me gesmeerd had. Al fietsend heb ik me geen moment verveeld, hard gefietst voor mijn doen (i know: trainingstempootje voor de meesten) en mijn ogen uitgekeken. Spel met het Hollandse weer. Hardlopen was dus echt geweldig op een gaaf tempo die eerste tien kilometer. (Voor mij dan he). Bijzonder ‘rondje’ met heen en weertjes, een volle stad qua aanmoediging vol sproeiers en rust op een goddank bewolkte dijk. De laatste 9km was sappelen, moeizaam, zwaar. Achteraf een mooie en leerzame ervaring, maar op dat moment en direct na de finish voelde het niet goed. Ondanks dat ik vele malen meer calorieën heb verbrand als ik kon bij-eten of zin had om bij te eten, was het qua voedingsexperiment zeer leerzaam.
Het verslag op Garmin: (de foto’s zitten bij het lange verslag!) Vooraf: ‘normaal’ gespannen. Geen gedoe over voeding, ik eet gewoon zo weinig mogelijk. warmte valt mee, ook lang wachten in pak. RW gesproken, geduimd.
Zwemmen: 7,2 SUPER. Onafgebroken genoten. De haven en de drukte. Lange slagen. de golven! Zo geweldig. Iemand sloeg mijn bril af, bril schoonmaken en toen zag ik het nog beter. heerlijk strak gezwommen. Ook golven mee. Na 1500m zin in het broodje.
T1: Het geweldigste broodje ooit. En ondertussen insmeren en alles pakken.
Fietsen: 7,1 Wind. Genieten. Kijken. Mijn eigen ding doen. De dorpjes. Een reepje op hongergevoel: dus slechts 2,5 op. Wel water gedronken. Geen haast. Al die mensen: deelnemers en toeschouwers; vond ik leuk. Wind tegen een beetje gestayerd, maar mijn eigen tempo hoog gehouden. En dan na 80 de draaiende windvlagen. Natte wegen en dikke druppels. Enorm eng, die wind. Moeilijkste: de bochten in Hoorn! Oneerlijk: te lang, dus ik lijk minder hard te hebben gereden.
T2: alles in het pakje stoppen aan reepjes, sok binnenstebuiten. Bewolkt en lekker koel.
Lopen: 7 De eerste km’s lekker hard, voelen echt super. Eventjes de hiel en soms de knie voelen. Maar water drinken en doorlopen. Optellen naar 5 en het rondje verkennen. Door naar 7. Probleemloos. Rob en de Amy-LMsupporters waren tof. Tien km binnen een uur. Incl water drinken. Dan door naar 14, maar bij 12 hield het op. Energie op. Moeite met bedenken ‘wat nu’. Cola drinken en toch door naar 14 met wandelpauzes, maar de energie neemt niet meer toe. Geen aandrang, heel even misselijk. Nog een keer dat rare rondje. Naar km 16 en stukken wandelen. Helaas, maar het moet. Dan weer een kilometer rennen. Rondje lijkt een stuk minder leuk 😉 Ik probeer het en hou nog 2km vol, maar vanaf 18 is het af. Ik kijk naar de tijd en reken of sub6 haalbaar is. Km 20 sparen en de laatste km in gaan met het idee: dit heb ik getraind, doen wat niet kan. maar het kan ook niet: draaierig en af. Wandelen dus. Rennend afgemaakt en erg kapot en niet blij na de finish. Na de ironman: Veel drukte. Cola drinken. Geen honger. Beetje alleen. Medaille graveren met ene Petra gekletst. Geen honger. Rillerig en shirtje aan. Geen WC nodig. Nog een keer het hele centrum door om de fiets te halen. Zo ontzettend dankbaar en blij met Rob. Vlak voor we bij de auto zijn, ben ik wel even heel erg moe op het randje. Blijf lang tevreden, maar niet blij. het is “maar” een halve. Zo voelt ie voor mij. Voedingsexperiment vraagt om een paar aanpassingen. Ook geen honger. Geen pijntjes, blaren, schuurplekken, vermoeide spieren. Wel vermoeid, maar kan alles opruimen. Trots ontbreekt weer. Kan thuis moeiteloos alles opruimen.
En dan nu de hele lange en uitgebreide versie:
De dag begon al om 4 uur! Niet dat ik veel had geslapen, maar het was nog donker! Ik ga vandaag iets heel lastigs doen: op zo min mogelijk voeding een halve triatlon. Mijn diëtiste kan het daar natuurlijk niet mee eens zijn, de trainster begrijpt dat het voor mij wel eens beter kan zijn. Ik ga wel gewoon ontbijten, hoewel mijn lijf daar om half 5 nog echt niet klaar voor is! Maar de appelciderazijn, Alpro Yoghurt, meloenblokjes en muesli zijn me bekend. Ik doe de 400ste dag van DuoLingo. Ik pak alle spullen bij elkaar en dat blijft toch een hoop. Er is altijd die angst dat er iets is met de fiets die een hele nacht in een wisselzone heeft gestaan. Om 10 over 5 rijden we weg. Rob gaat in de Karl, want die neemt Vincent vanmiddag mee om te gaan werken. Ik wilde graag met Vincent mee rijden en in de Arteon. Achteraf had ik misschien Rob er bij moeten hebben, want die rijdt iets kalmer, want ik voel me niet heel stabiel. Niet misselijk of ziek, maar wel zenuwachtig. Het is lang zo erg niet als anders dat er niks meer doordringt of mijn maag van steen is. We rijden via Amsterdam, omdat het daar rustig is. De zon komt op achter ons. Rond 6 uur zijn we in Hoorn en de gister nog zo rustige wijk is nu vol. We pakken de parkeerplek achter de Lidl en dan rijdt Rob naar een punt dichterbij zodat Vincent en ik alvast naar de fiets kunnen. Ik heb de tijd, maar als er iets mis is, vliegt die tijd voorbij. Het maakt me heel erg nerveus. Ik moet ook nog al mijn hardloopspullen klaarleggen. Nu ben ik niet helemaal dom, dus ik neem wel degelijk veel fruit gellies mee. Voor op de fiets en voor bij het hardlopen. Vincent heeft voor mij twee witte bolletjes gesmeerd met vruchtenhagel voor tijdens de wissels. Verder moet ik eten op honger, niet op tijd of wat volgens elk schema zou moeten. Ik drink wat water en voor het zwemmen ga ik sowieso niets meer eten, ik moet het redden met dat ontbijt van een paar uur geleden. Als mijn lichaam gaat liggen in het water en ik heb teveel in mijn buik, dan is de kans op misselijkheid veel groter, dat heeft zelfs de diëtiste toegegeven.
Ik loop met de spullen naar de fiets, die er keurig bij staat. Godzijdank. De banden pomp ik zo op. Ik stop de spullen weg en ervaring kickt in. Talkpoeder op de sokken, gellies in de schoenen, het fietscomputer in de goede tas, extra zakken voor vuile was. Klaar. Ik haal de pomp bij Vincent en breng de banden op spanning. Rob moet een paar keer teruglopen, voor de witte after bag en mijn bidon met water. Ik moet al de hele tijd naar de WC voor de grote boodschap, maar de rij is onwaarschijnlijk lang. Ik heb een stukje terug een Dixi gezien waar niemand stond. Nu staan er NTB (Nederlandse Triatlon Bond) juryleden. Ik mag op ‘hun’ toilet, waar zelfs papier is! En rust.
Ik zie LM en zijn geweldige vrouw GM in feloranje t-shirts, die komen supporten. Een dame die door L begeleidt is. Ik ben zo blij met deze mensen! Er is spanning, ik ben zenuwachtig, maar de voortdurende doodsangst ontbreekt. Dat komt omdat ik me niet druk hoeft te maken om de voeding. De route naar de zwemstart achter het brugje is overvol. Ik doe ook mijn pak aan. Het is nog niet bloedheet gelukkig, de zon komt net op. Ik wil Vincent in de buurt houden, maar we komen de brug bijna niet over. Ik ben dan wel even in de zenuwen als ik de wedstrijd voor de pro’s hoor starten. Waar moet die witte tas heen? Ik geef Rob de spullen die ik echt niet meer nodig heb en dan de brug over schuifelen met Vincent.
Net na de brug staat de container voor de witte after bags en dan moet Vincent me achterlaten. Mijn pak is aan, ik ben er zo goed als klaar voor. Ik ga dus echt naar voor om te starten. Ik sta daar maar wat, en krijg het gelukkig niet heet omdat we in de schaduw staan. Ik probeer een praatje aan te knopen met een dame, maar ze spreekt engels. Ik hou mezelf de hele tijd voor: ik ga dit kunnen, al zo vaak gedaan. Dan zie ik RW, een held! Hij starte ook met mij in Hamburg, kapte na 400m met zwemmen en starte opnieuw. Zwemmen is zijn grootste angst. Maar deze 60+er met hartklachten staat er toch weer. Hij loopt met me mee en hoewel hij niemand echt wil spreken en als laatste het water in wil, hebben we al kletsend steun aan elkaar. Het is een onwijs lieve man! Ik krijg nog een slok water van hem en dan schuifel ik door om te gaan starten. Hij zal inderdaad als laatste het water in gaan. Ik doe mijn duim in mijn mond om kalm te blijven en dat werkt wonderwel! Dan ben ik bij het ponton. Horloge aan, brilletje op, diep ademhalen en de vrijwilliger bedanken. Ik ben niet in paniek. Read that again. Jump.
Voor deze foto’s moet je betalen. Ik zou dat rechts kunnen zijn… Ergens hier schijn ik inderdaad te zwemmen: die met die groene badmuts haha
En zwemmen! Het is druk en vol in de haven. Mijn bril beslaat al snel (door dat lange wachten), maar ik maak gewoon mijn slagen. Het is niet koud, niet moeilijk. Ik hoor het publiek en ik ben al heel snel de sluis door. Jammer van de drukte. Ik moet door de beslagen bril even goed kijken naar waar de boeien zijn en dan zwem ik daarheen. Mensen ontwijken. Ik zie helaas niet zoveel van Hoorn, maar ik geniet wel van het zwemmen! Prima temperatuur, het pak zit geweldig met alle vaseline. Door naar de volgende boei en ik zie rechts een soort driehoek staan die het einde van de kade markeert. De golven zijn merkbaar! En dan buitengaats. Holymoly: GOLVEN. Ik heb alvast medelijden met RW, maar ik geniet me suf. Ik ben echt ontzettend blij. 2 Schoolslagen om te kijken waar de volgende boei is en ik zwem er heen. Zo strak mogelijk. De meesten mensen zwemmen meer naar rechts, maar dat is dan ook de enige kant die ik zie. Ik adem 1 op 2. Ik ben al 500m onderweg voel ik aan het horloge (mooi, die staat aan). Ik durf het brilletje niet schoon te maken. Langs de boei en dan krijg ik een tik. Door de tik verschuift mijn brilletje en ik maak ‘m links schoon en dan is de wereld opeens nog veel gaver! De golven zwem ik recht tegenin en ze zijn hoog. Maar er is voor mij geen zee te hoog, ik ga naar de volgende boei. Ik denk aan Daragh die door de zee zwemt. Dit is nog zoet water! Ik krijg geen water binnen. De boeien volgen elkaar snel op en dan naar de driehoek, die een afslag markeert. Ik heb het zwemrondje in mijn hoofd zitten, dus straks golven mee. Ik rond de boei en dan heb ik golven van zij. Ik pas me moeiteloos aan. Jammer voor mij als iemand die alleen maar rechts ademt, komen de golven ook van die kant. Ik heb de zon tegen, maar dat brengt alleen herinneringen met zich mee aan Ierland. Ik zwem strak via de gele boei naar de volgende driehoek toe. Veel mensen zwemmen rechts van me, maar ik vertrouw op mezelf en mijn goede zicht en naviagatievermogen. Ik moet 1 keer even wat doorzwemmen omdat ik het stinkende dieselbootje ruik. Verder ben ik NIET MISSELIJK. Voor het eerst dat ik een lange afstand zwem en niet hoeft te kotsen. Dat voelt echt geweldig fijn! Dit is het niet extra eten meer dan waard. Dan de golven mee en ik zwem naar de boei toe, terwijl de meesten de kant opzoeken. Ik voel het horloge alweer 1500m aangeven. En dan heb ik trek. Echt! Opeens dringt de gedachte aan het witte bolletje met gekleurde hagelslag zich aan me op en ik verheug me er ontzettend op! Ik heb een doel voor de laatste 400m. Dat is ook niet niks meer, maar helaas is het zwemmen daarna voorbij. Ik heb denk ik nog nooit zo heerlijk in zoveel heftigheid gezwommen. Ik zwem naar de boog, die ik ook goed zie en ik krijg een hand van een knappe vrijwilliger (altijd leuk) en ik kijk een tel naar de tijd en ben blij met 40 minuten. Dit was heftig hoor! Ik doe bijna huppelend mijn pak uit en jog wat. Dat gaat goed.
Ik zie wel iemand van de LM crew, maar Rob mis ik. Ik ben helemaal blij. En ik kijk onwijs uit naar het witte bolletje. In de wissel is er ook sprake van routine: wetsuit in de extra tas, brilletje en badmuts erbij. Ondertussen smeer ik me in en doe ik de sokken aan. Helm op, fietscomputertje pakken en dan in het overheerlijke bolletje happen. Ik heb nog nooit zo’n lekker bolletje gehad als tweede ontbijt! Terwijl ik de fietshandschoenen aan doe geniet ik van elke hap terwijl ik naar rij K loop (van anKe) en naar mijn fiets. Helm zit vast. Fietscomputertje aanzetten, fiets pakken en dan de laatste hap van het bolletje nemen. Het is een feestje! Ik neem de fiets mee, ga er via een heerlijk korte weg uit en stap op. De meesten hebben daar moeite mee, dus ik doe ook gewoon rustig mijn eigen ding. Ik zie Rob en zwaai en ben blij.
Dan tussen de drukte door fietsen de stad uit. Op voor een paar uurtjes trappen! Ik zie Vincent nog vlak voor de dijk.
Daarna is het tijd om vast te klikken 🙂 Ik ga liggen op de dijk. Er staat een bord over zijwind. De wind is heftig. Ik vind het niet erg. Maar ik lach inwendig alle Duitsers uit die hier gekozen hebben voor een vlak parcours en er wind voor terug krijgen! Ik doe gewoon mijn eigen ding. Ik drink wat water en ik fiets gewoon lekker. Niemand hoeft me te vertellen in welke cadans ik fiets of op welk tempo of wat ik wanneer moet eten. Gewoon mijn eigen ding. En ik haal netjes (heel wat) mensen in. Ik kijk fietsen, deelnemers en vooral naar de omgeving. Het is echt mooi, deze vlakke polder. Ik ga na de eerste 5km alles zo ongeveer 30+.
En dan bedenk ik dat Almere aan de andere kant ligt en ik zie in de verte het WTC waar ik werk. Dat maakt me zo gelukkig! Ik ben echt helemaal blij en aan het genieten. Het kan me niet schelen hoe het verder gaat vandaag, maar wat ik nu achter me heb, was echt 1 en al leuk en geweldig. Met het rare fietscomputertje wat elke 8km een waarschuwing geeft. Ik zwaai naar het oranje aanmoedigingsteam van LM. Altijd welkom! Ook al zijn ze niet speciaal voor mij, zo voelt het dan wel even. Met een grote glimlach. Ik heb trek op 15km, wat goed uitkomt. Ik hap een fruit gellie weg. Op 16km zit een post en ik drink een heleboel uit de bidon, maar ik ben vergeten me van de oude te ontdoen. En dan weer verder! Langs de molens en het publiek en de dorpjes. Ik vermaak me prima! Ik kijk op mijn klokje en zie dat het pas 9 uur in de ochtend is. Ik begin te zingen van de Piano Man “it’s nine o’clock in de morning” maak ik er van. We komen door een dorp, maar ik heb geen idee wat dit is en ik noem alles maar gewoon Enkhuizen. Als het kan, maak ik lekker meteen weer tempo. Ik vind die bochten in de dorpen lastig en dan halen mensen mij in. “Love your bike” hoor ik van iemand. Dan Enkhuizen uit en we slaan af en krijgen wind tegen. Aha, dit zal het hoekje zijn wat we om fietsen. Op naar 1 derde deel. Die wind, daar hebben anderen mensen dan meer moeite mee, want ik haal ze massaal weer in. Ik fiets de 30 kilometer in 57 minuten! Joehoe! Wat hoopvol! Ik reken me niet rijk, want dit was het makkelijke deel. We fietsen inderdaad nu terug naar de dijken, ik herken dit van de vorige keer. En dan krijgen we de wind minder mee. Ik merk het nauwelijks, maar ik moet duidelijk meer mensen inhalen. Op naar de helft! Ik blijf het allemaal leuk vinden. Ik krijg opnieuw honger. Dat is een gevoel wat duidelijk uit de buik komt en ik eet nog een reepje. En hoppa, 45 kilometer ruim binnen anderhalf uur. De volgende post. Ik wissel nu mijn waterbidon om voor een goed gevulde Ironman bidon. We rijden op een dorpje af met een kerktoren, een groot huis en een molen volgens mij ook nog. Ik denk aan het liedje van Wim Sonneveld over Mijn Dorp en ik zing het lekker ook, het beginnetje. Ik heb nog even gekeken: het dorpje heet Wervershoof. Dan een heel stuk langs de bomen. Ik ga echter Kendik (of zoiets) hangen. Die Indische 25-29 jarige man fietst lekker 30/31. Jury heb ik niet gezien. En daar staat het team van LM. Ik zwaai naar ze. En dan gaan ze met zijn achten ongeveer ANKE-ANKE scanderen. De andere fietsers kijken om en ik voel me even de koningin! De 60 km zit ik ook ruim binnen 2 uur. Gaat lekker zo. Niet aan denken dat ik nog een uur moet fietsen, maar aan de andere kant: ik mág gewoon nog een uur! We hebben wat wind tegen, maar het boeit me verder niet, dan iets minder hard. Ik hou even op met stayeren, want ik hoor een motor. Maar het is de camera. Dan moet ik weer aanhaken. Ik fiets met een paar mannen op, Erik en Joep en Ricardo. De indier hield ineens in en ik heb ‘m niet meer teruggezien. Dan weer trek, maar na een halve fruit gellie zit ik vol. Dat is het dan. Ik wissel op 70km de andere bidon om. Ik heb alleen maar water gedronken! Ik weet niet precies meer waar het is, maar ergens klitten we met een man/vrouw of 5/6 samen. Pelotonrijden. Dat mag niet, maar het is onvermijdelijk. We moeten een handbiker inhalen. Sommigen lijken dat peloton wel fijn te vinden, maar een aantal wil er uit en dat kan dan eigenlijk niet. Omdat je zoveel moet inhalen tegelijk. Ik kijk het even aan, maar dan ben ik het zat en neem ik de benen. Ik zet aan en trek me niks aan van de wind. Ik kom achter Joep uit en stayer even, maar blijkbaar vind hij dat vervelend, want hij kijkt steeds om. Ik haal hem in en dan betrekt de lucht. We zullen toch geen regen krijgen? De wind trekt aan en ik weet dat er een bui aan komt. De wind draait alle kanten op. Heb je dat ook nog. Er zijn felle rukwinden en het is akelig. Geen moment verveling! Een supermooie overvlakte asfaltweg en dan is de weg nat, dus we zijn de bui ontsprongen. Ik rij om Erik heen. Ik fiets even langs hem en we wisselen wat woorden over de wind. Als hij rechts van me rijdt, mijd ik met mijn lichte fiets even de zijwind. Ik kan prima tegen de wind in fietsen en laat Erik achter. Te vroeg gejuichd. De wind wordt nog erger en een sterke zijwind pakt mij en mijn fiets en ik fiets opeens aan de linkerkant en kom nauwelijks meer terug. Doodeng! Echt heel eng! Een bocht later heb ik wind mee en ga het weer hard. Ineens is het niet te warm, maar dit weer is akelig zeg met deze rukwinden. Letterlijk en figuurlijk. Nog nooit gehad.
En daar is ie hoor: de Col de Westfriesland. De enige ‘berg’ op het parkoers, een viaduct. Vooraan staat een bord met een stijgingspercentage van 0,2 procent en hoe lang het is. Ik moet er hard om lachen. En nog veel harder dat er boven een bord staat met You Made It. Dan ineens vallen er dikke druppels. Net als eikels op mijn helm, zo hard. Gelukkig zitten we blijkbaar op een randje en zet de regen niet door. Er zitten al 80km op, dus hoe erg kunnen de laatste 10 zijn? Nou… Ik moet een beetje plassen en dit lijkt me een prima moment. Maar we komen in de stad. Veel bochten dus. Concentratie. Plassen. Nog wat drinken. Ik vertraag. En dan ook nog hele dikke grote druppels. Nog een keer. Het maakt me niet uit, maar deze onrust vind ik wel lastig. Ik plas toch maar en dan de dijk weer op eindelijk. Ik haal 90km makkelijk binnen 3 uur en ik baal dat het er meer zijn! Ik lig nog even en dan zijn we er. Hoi Rob. Ben ik weer. Geloof ik.
Wat Strava er van vindt….
Netjes afstappen van mijn gore fiets en mijn gore ik. Fiets weghangen, de fietscomputer pakken en dan ga ik even op het bankje zitten om mijn gore sokken en schoenen uit te doen. Het is bewolkt en ik vind het niet warm. Dan een duffe fout waar ik om moet lachen: mijn sok is netjes bepoederd, maar binnenstebuiten! Haha. Ik stop mijn pakje nog voller met fruit gellies en neem het broodje ook mee. Even ben ik van slag omdat mijn horloge raar doet met de overgang. En dan gaan hardlopen. Het eerste stukje is heerlijk rustig, onder de bomen en ik zie Rob.
Dit gaat me ook wel lukken. Ik ben blij. Voorbij het brugje hoor ik Vincent en ik zie hem wat laat.
Ik ben nog aan het wennen dat ik ga hardlopen. Het brugje over wat nu rustig is en dan kom ik op het parkoers waar ik vanmorgen gestart ben met zwemmen. Ik ben zo blij dat het bewolkt is! De eerste kilometer voelt als 6 minuten, maar het gaat gewoon in 5:21. Oei, dat is hard. Ik voel mijn hiel even, mijn knie moet settelen en ik mag een stuk langzamer. Langs de haven en dan de dijk op. Ik ben echt nog aan het wennen. Zoveel mensen opeens. En ik ben aan het genieten. Dat het gaat. Maar niet denken dat ik nog een halve marathon moet lopen. Ik ga uit van 5km eerst. De tweede kilometer gaat ook nog hard. Nou ja, je kan ze maar gehad hebben.
Ik vind die dijk lang. Een post. Ik drink wat water en gooi nog meer over me heen. Er zijn mensen die al wandelen en het is druk op het parkoers, maar overzichtelijk. Km 3 gaat ook prima. De leugenaars. Ik kijk naar de route en de tegengestelde lopers. Weer een post en een sproeier en het keerpunt voor de 5i50. Daarna de bandjes. Ik snap het en scoor de eerste ronde, geel. Ik heb het gevoel dat ik net begonnen ben! Op 4km draai ik om. Er is daar bijna geen publiek, maar mij hoor je niet klagen. Ik ga naar kilometer 5 en ik ga wel iets rustiger, maar zit dik binnen een half uur. Ik neem bij elke post water en hou me nat. Door naar kilometer 7, op een derde. Het blijft vanzelf gaan. Ik drink even goed met een paar wandelstappen. En dan de drukte weer in! Op de dijk zit het aanmoedigingsteam van LM. Heerlijk om ze te zien.
Dan een stukje door de stad. Ik zie Rob geloof ik niet, maar hij was er wel!
De straten staan vol sproeiers En we lopen een keer op en neer. Ik reken uit dat ik daar maar 2 keer kom. Het blijft iets te makkelijk en ik reken me rijk. Ik ga de 10km gewoon binnen een uur lopen! Het stukje langs de zwemstart vind ik prettig. Een mooie mix van rust en terras.
Ik kijk nog even uit naar Vincent, want de klok geeft aan dat het pas 12 uur is. Dan weer langs de haven en de dijk op. In kilometer 10 neem ik echt even drinkpauze en ik zie een vrijwilliger die van de TVA is en me cola aanbiedt. De kilometertijd komt voor het eerst boven de 6 uit, maar ik ben verdikkeme al op de helft! Ik zie Rob en hoor van hem dat Vincent al weg is. De klok die ik zag stond stil, want in de volgende ronde was het ook 12 uur!
Door naar kilometer 11 en die gaat dan weer, ook al is het hoge tempo er nu uit. Ik scoor het groene bandje. Er lopen zoveel verschillende mensen op het parkoers. Achter me loopt een moeder met haar zoon mee en ik hoor haar vragen: gaat het goed jongen? Ik hoor het antwoord niet, maar de moeder zegt: het maakt niet uit of je het binnen 5,5 uur haalt of niet hoor, het is geweldig van je! Lang leve de moeders. Ik ga naar kilometer 12 toe en zie Rob op de brug.
Ik vraag hem of het goed gaat en hij wel. Ik denk: hier gaat het minder. Ik weet even niet wat ik moet doen. Ik kan geen fruit gellie eten en de vloeibare gel zit te ver weg. Wat dan? Dan denk ik aan de cola. Ik drink even rustig uit het bekertje en neem de tijd voor lief. Naar 13 is een soort worsteling, maar de cola werkt en ik kan blijven hardlopen. Ik hoop op de 14 kilometer te komen, 2 derde. Langs het LM aanmoedigingsteam en ik hoor ze luid en duidelijk; iedereen volgens mij! Ik zie mensen met ijs staan, maar de warmte is absoluut niet mijn probleem. Mijn eigen keuze is mijn probleem: de energie sijpelt weg. In de stad bij het ophaalbrugje is het op en ik moet gewoon wandelen. Dan maar sparen. Ik kom hier toch niet meer, dus geniet er maar van! Ik hou het hoofd letterlijk en figuurlijk koel. Ik tel in kleine blokjes: km 14 sparen, dan door naar de vreselijk 16. De tijd van km 14 zitten ver boven de 7, maar het is niet anders. De cola verteert niet makkelijk. Maar ik pak voor zeker een kilometer het hardlopen weer op. Tempo boeit niet, maar snelle stappen zetten en kijken naar het terras en de haven. Het gaat. Dan nog een keer wat cola aannemen, maar het valt toch zwaar. Ik ben even een beetje misselijk als ik langs het grote gebouw ren. Geef er niet aan toe, maar door naar kilometer 17 is een opgave!
Ik zie RW lopen en ik ben erg blij voor hem dat hij zover is! Ik kijk of binnen 6 uur haalbaar is en het lijkt van wel. Op het randje. Ik wil het graag. Maar mijn benen zijn het daar volkomen mee oneens. Ik moet echt vaak wandelen. Door naar het laatste blauwe bandje. Dat stukje ren ik even. De laatste 2 kilometer zijn nog heel lang! Het keerpunt en dan bedenk ik dat ik de laatste kilometer vanaf het bord met 20 kilometer zal gaan rennen voor wat ik waard ben. Dan moet een sub 6 mogelijk zijn. Dus gaat kilometer 20 echt rustig aan om mezelf te sparen. Ik ren stukken. En dan bij het bord van km 20 waar ik elke ronde naar uitgekeken heb, zet ik aan. ‘Hier heb ik voor getraind’ hou ik mezelf voor: voor dat laatste moment waarop je alles kan geven. Door kunt lopen. Hard durft te gaan. Het gaat ruim 500m goed en dan ben ik dizzy en denk ik: geen sub6. Ik moet de finish over. Dit zou wel het stomste moment zijn om out te gaan. Ik moet wandelen. Ik vind het niet eens echt erg, want dit is de keuze die ik heb gemaakt met te weinig eten. Ik vind het wel erg zwaar, fysiek vooral ben ik dicht bij uitputting. Vanaf het brugje ren ik weer, maar het is onwijs heftig moeilijk. Ik ben blij dat ik er ben, ik juich mijn longen er uit als ik Rob zie en ga ook juichend de finish over in 6:03.
Allemaal prima, maar nu ben ik op en uit en niet meer blij ook. Ik word aangesproken door de EHBO, maar ik wil even niet en kan even niet. Stomme rottijd. En ik heb geen eens excuses over koorts of een zwaar parkoers of wind: ik moet gewoon nog even aan de slag met de voeding. Ik zeg de EHBO’ster dat het weer gaat en ze maant me wat rust te nemen en te eten. Vooral dat laatste moet ik echt even gaan doen. Ik haal de medaille op bij T; die geeft ze al jaren aan me. Ik ken haar van vroeger en ik huil even bij haar uit. Een topprestatie? Voor mijn gevoel niet direct. Er is gratis patat, zegt ze. Ik loop er heen, maar het trekt me niet. Er is ook pasta en ijs. Ik pak mijn after bag en probeer wat chocomelk, maar ook dat hoeft niet echt. Ik ga in de rij staan voor cola, daar heb ik zin in. Een geweldige beker van Ironman.
Ik moet wel even zitten en pak nog wat extra bekers en dan begin ik te rillen en ik doe mijn shirt aan. Ik besef nog niet precies wat ik gepresteerd heb. Ik weet niet goed wat ik wil of moet. Ijsje? Dat mag toch wel? Geen zin. Ik ga in de rij staan voor het graveren van de medaille. Ik vraag een vrouw of ik even mag bellen naar Rob, maar ik moet lang denken over zijn nummer. De vermoeidheid is real! We kletsen, deze Petra van de telefoon en ik als we in de rij staan. Het was haar eerste en ze is een geweldige loopster, maar ze was zo zenuwachtig. Ze is moeder en we hebben het over moeder-en-atleet zijn tegelijk. Ik mis mijn telefoon en toch ook weer niet. Deze stilte is van mezelf en het is tegellijkertijd eenzaam en bevrijdend. Ik denk dat ik naar de WC moet, maar ik lever eerst de medaille in. Alles duurt zo lang! Want daarna moet ik weer wachten tot ie gegraveerd is. Ik loop naar de Dixie, maar hoef al niet meer. Ik slenter terug naar Petra om nog een keer naar Rob te bellen, maar zij heeft haar medaille al terug. Wat wil ik nog? Ik wil nog cola en dan moet ik op zoek naar de uitgang. Rob staat bij de man met het baardje. Ik vind een uitgang, maar daar zeggen ze dat zij de enige uitgang zijn en ik niet meer terug mag, en dat wil ik ook niet. Geen baardje. Ik wil naar Rob! Die kan ik niet vinden en het voelt paniekerig. Ik zie GM (van team LM) en vraag haar of ik haar telefoon mag gebruiken. Rob staat aan de andere kant. Ik steek het loopparkoers over en constateer verbaas dat ik nergens moeite mee heb trouwens. Dan zie ik Rob en hij pakt mijn tas en geeft me een knuffel en dan is alles weer goed. We lopen samen pratend weer heel Hoorn door. Hij kent de rustige wegen. De zon schijnt. Ik beantwoord alleen Joyce en Annemarie. Ik moet mijn fiets en spullen halen. Dat gaat snel en ik bedank netjes mijn fiets. Weer een rij en daar staan nog wat opscheppers die mijn fiets het mooiste vinden en we krijgen een extra tas. Ik sleep de spullen mee en net als ik Rob wil bellen zie ik hem. Hij neemt mijn spullen over en we lopen nog verder naar de auto. Vlak daarvoor ben ik even opeens het overbekende ‘veel te moe’. Verder is het gebrek aan enige klachten verbijsterend. Zelfs geen honger of zin in wat dan ook! Bij de auto de zooi inpakken, de Engelse drop apart houden en ik maak een post. MV feliciteert me en ES ook “dat ik het kan”. Nog voor we op de dijk zijn. Maar ik ben te misselijk om meer te doen al app ik wel even met Annemarie. Ik realiseer me dat ik wel heel weinig heb binnengekregen en dat ik onwijs genoten heb! Ik krijg weinig mee van de autorit, deels uit vermoeidheid. Eenmaal thuis heb ik alle kracht om alles op te ruimen. Wetsuit schoonmaken, hele vieze sokken uitspoelen en douchen. Nergens last van. We bestellen nasi en ik ben met 1 bord klaar. De hamburger komt morgen. We halen koekjes, maar ook 2 stroopwafels zijn voor mij de maximale beloning. Het is echt verbijsterend! Jammer dat ik geen sub6 heb gehaald zoals de geweldige andere dame met koorts wel kan, maar misschien was mijn fiets- en looproute net iets langer, had ik meer golven. (achteraf gezien heeft zij 2km minder gefietst en een km minder gelopen: dan had ik ook een sub6 gehad). Maar weet je, ik heb gewoon die voedingskeuze gemaakt en daar sta ik achter. Van mijn moeder moet ik ook excuses van buitenaf zoeken, maar ik heb dit zelf veroorzaakt! En er zijn meer dan genoeg dames van mijn leeftijd die een losse halve marathon in 2:11 zouden willen lopen! Ik zou niks anders hebben gedaan. In de toekomst moet ik maar trainen met de 4,2km-rondjes en lekkere broodjes onderweg. In Ierland is de tijd nog vele malen minder boeiend. Ik ben wel erg moe. Gewoon moe. En dat is alles. Ik wacht nog tot Vincent thuis komt van werk, dus ik slaap pas als het weer donker is. Een dag van 4 tot half 12. Je zou van minder moe worden!
maandag 23 juni: En de dag erna… De verbouwing begint. Ik ben om 5 uur wakker en dan dringt het door. Ik heb op heel weinig voeding behoorlijk moeiteloos een halve triatlon gedaan. Dat doet NIEMAND mij na. Ik vond het allemaal geweldig. Als ik terug denk aan de golven moet ik weer lachen. Dat mijn trainingstempo en wedstrijdtempo uit elkaar liggen is prima. En ergens vind ik het ook ‘normaal’. Ik ga plassen zonder enige moeite. NIKS. Er is NIKS!!!! Ik heb geen enkel pijntje, geen idiote honger en ik weeg 65,2 kilo. Geen hoofdpijn, geen concentratieverlies (maar ik ben blij niet te hoeven werken) en ook geen pijn in knie of hiel. Zelfs de vermoeidheid valt ontzettend mee. Er moet veel gebeuren op de dag (trap op en af en sjouwen) en dat kan ik allemaal moeiteloos. Tussen de rommel. Dat hele gedoe met triatlon heeft me sterker gemaakt en de ‘shit’ met eten oplossen heeft het afgemaakt. Ik heb een trainster die bereid is mee te gaan denken. Ik kan het verwerken. Als de vloer wordt ingefreezd en het huis vuil en vol herrie is, maak ik mijn verslag af. Dan is het klaar toch? Ik zet het nog op Instagram, maar voor mij kan er een streep onder.
Wat ik gegeten heb:
Standaard ontbijt om half 5 (250gram soja yoghurt, meloenblokjes, slimpie, mueslien een glas appelciderazijn)
Water voor de start, aantal slokken.
In T1 een wit bolletje met boter en gekleurde hagelslag.
Op de fiets regelmatig water gedronken. Fruit gellie op 16km. Daarna nog een FG met hongergevoel. later een halve FG, toen zat ik vol.
Bij het hardlopen: meerdere slokken water, ca 2 bekertjes cola.
Na de race: over langere tijd uitgesmeerd: soja chocomelk
3 glazen cola bij atletes area en later in de auto nog een kwart fles