Veel schuiven met de trainingen, dat doe ik de laatste dagen. Ik probeer het goed te verdelen. Gisteren kwam het er maar niet van om te gaan hardlopen en dat drukte mijn toch al niet beste stemming danig. Maar vanmorgen stond ik op met de gedachte: vandaag mag het weer! Ik vroeg mijn vriendin of ze mee wilde en ze stond even voor twee uur aan de deur. Ik had in mijn horloge staan dat ik eerst twee kilometer ging inlopen, dan moest ik 12 minuten in zone 1 lopen en daarna 3 minuten in zone 4, nogmaals 12 minuten zone 1, 3 minuten zone 4 en dan nog 1 keer 12 minuten zone 1, 3 minuten zone 4 en het uitlopen. Er stond niks over onverhard, dus de route ging leuk over asfalt!
Het inlopen ging mooi langzaam en ik hield zone 1 ook vol. Ik had van tevoren niet nagedacht over de route, dus we liepen een beetje hap-snap. Naar de ene wijk tot mijn vriendin zei dat ze er al ooit was geweest, toen draaiden we terug onze wijk in, maar allemaal achterlangs. Het tempo was verre van vermoeiend en we hadden alle tijd om te kleppen. Toen gingen ineens mijn drie minuten sprinttempo in. Ik zette er flink de sokken in! Ik ging meteen aan het aftellen tot 180. Het was erg vermoeiend na 2 minuten en ik voelde mijn spieren voor de eerste keer. Ik trok flink door en haalde een tempo van 13 kilometer per uur. Mijn vriendin kwam achter me aan en na 3 minuten (ik vertelde me slechts 10 seconden) draaide ik me om en ik wandelde haar even tegemoet om de hartslag te verlagen. Het lukte me om na anderhalve minuut weer een lage hartslag te hebben. Daar was ik trotser op als op de sprint! Ik had wel iets te hard gelopen en zag op tegen de volgende drie minuten. We liepen langs de Hogering. Voor mij allemaal bekend terrein. Ik had geen idee hoe ver we zouden komen qua route. Maar ik maakte me ook geen zorgen. De volgende drie minuten sprint in zone 4 zette ik iets minder hoog in, maar ik hield het wel vol tot het einde van het fietspad. Ik vertelde me flink en het leken wel 4 minuten!
We besloten door het bos terug te steken en kletsten gewoon verder. Deze keer was mijn hartslag al binnen een minuut weer terug in zone 1. Inmiddels was het helemaal niet meer koud, maar er lag nog wel wat sneeuw in het bos. Op stukken waar de zon niet scheen, was het ook nog verraderlijk glad. De lucht was echter heerlijk koel, prachtig blauw en het was perfect hardloopweer. Veel te snel gingen de 12 minuten rust voorbij en moest ik voor de laatste keer de hartslag opvoeren. De hartslag volgt altijd iets na de versnelling en ik ging deze keer extra langzaam aan het tellen. Ik kon ook niet meer zo loeihard. Liep ik de eerste twee met 13,3 en 13,2 kilometer per uur, nu haalde ik ‘maar’ 12,6 kilometer per uur meer. Ik kwam dan ook tijd te kort en toen ik pas bij 150 was met tellen, waren de drie minuten alweer voorbij. Ik liep mijn vriendin weer tegemoet en zover blijf je dan eigenlijk niet achter. Ik hoefde bij het uitlopen niet meer op de hartslag te letten, dat had ik expres uitgezet. De hartslag liep nog 1 keer op toen we de brug op moesten. Ik was nog helemaal niet moe eigenlijk, maar de drie kwartier die voor de oefening stond was alweer ruimschoots overschreden. We liepen over de Evenaar terug langs alle hekjes slingerend en auto’s ontwijkend. Het was een raar rondje geworden en je kunt de versnellinkjes in het rood goed herkennen. Uiteindelijk hadden we 5 kwartier gelopen, die waren echt omgevlogen! We hadden 11,5 kilometer gelopen. Normaal zou ik denken:mwah, maar ik maakte me er deze keer niet druk om en merkte het zelfs nauwelijks op! Ik had lekker gelopen, een paar keer versneld en ik krijg mijn hartslag steeds beter onder controle. Er komt vast een tijd dat ik het ook zonder piepend horloge aan ga voelen.