Twee maanden geleden werd het Hollandse Hout aan de kant geschoven om naar de startbaan van Soesterberg te gaan. Drie weken later werd het Hollandse Hout aan de kant geschoven om plaats te maken voor een onverharde route op de Utrechtse Heuvelrug. Eind vorige maand werd het Hollandse Hout weer aan de kant geschoven voor de sneeuw in Lage Vuursche. Mijn loopmaatje en ik durfden de naam niet meer te noemen. Vandaag was er weer een mogelijkheid, maar pas toen we daadwerkelijk IN het bos liepen, konden we geloven dat er vandaag toch echt een vinkje op de wishlist bij zou komen! De route stond al maanden op de GPS op ons te wachten.
Het was kwart over 9 en het eerste stukje, zeg zo’n 500 meter, liepen we verhard. Ik mocht in zone 2 lopen, wat wil zeggen dat mijn hartslag tussen de 135 en 154 slagen mocht liggen, wat het gemakkelijker maakt om onverhard te lopen zoals de opdracht was. Ik had er echt zin in, en ik ben erg blij dat de trainer dit voor mij vereenvoudigd heeft met deze hartslagzone. Bang voor modder of regen ben ik al lang niet meer en dat was mooi meegenomen! We hadden een grappig breed karrenspoor van stenen en het liep heerlijk. Ik kan niet anders zeggen: graadje of 6, lichte regen, nieuwe omgeving, goed vol te houden hartslagzone: helemaal mijn ding! Het ging en kon hard: de tweede kilometer ging zelfs in 5:55! En ondertussen nog gewoon kunnen kletsen he. De route was tamelijk duidelijk en de gps deed zijn werk. We liepen al snel onder het spoor door langs een kanaal. Ik hoefde me nergens druk om te maken en soms piepte het horloge even en dan hield ik wat in. Het ging redelijk vanzelf eerlijk gezegd. De eerste vijf kilometer waren na een half uurtje en 38 seconden al onder de voeten verdwenen. Dat toont wel aan hoe gemakkelijk het ging!
We hebben NIEMAND gezien in het bos, het was volkomen uitgestorven. Helaas bleven ook de herten, roofvogels en andere dieren liever beschut ‘binnen’ zitten. Toen begon het door te regenen. Het maakte het bos niet erg uitnodigend, al schrik ik niet terug voor de regen. We kletsten over vanalles: van verjaardagen, nieuwe wishlist-routes tot de kwalen en bowling-prestaties van de collega’s. Ik merkte dat ik iets vaker in moest houden omdat mijn hartslag wat eerder aan de hoge kant kwam. 1 Keer sprongen we over een balk en jawel hoor: pieppieppiep! De hartslag van 174 sprong er bovenuit, maar na 100 meter was het alweer terug in zone 2.
Toen begon de modder. We zagen wel auto’s op de paden staan en recente tekenen van boskap werkzaamheden, maar er was geen levende ziel te bekennen. De tractoren hadden sporen op de zandpaden getrokken en dat was veranderd in modder, in van die grote blokken. Langzaam aan werden de schoenen en sokken wat vochtiger. En het roze jasje werd wat plakkerig van de doorzeurende regen. Ik kan me de route niet meer goed herinneren. Mijn loopmaatje was een goede chef-du-route en zei soms links of rechts en dan slingerden we verder. Alles onverhard. Alles. Alleen aan het geluid van de snelweg en soms de trein kon ik enigszins bepalen waar we waren, maar het was voor mij een doolhof-achtige ervaring. We liepen langs een rare heuvel, staken soms over, maar er is in mijn beleving geen moment wat er uit sprong, waardoor ik precies weet waar ik gelopen heb.
Mijn horloge met tijden hield ik allang niet meer in de gaten. We gingen tijden rond de 6:30 lopen en zelfs dat is voor het onverharde gedeelte geen enkele schande. De regen hield op. Niet ineens, maar zo geleidelijk dat je het amper merkt eigenlijk. Ik hoefde maar 5 kwartier te lopen. Na een uur en drie minuten hadden we er al 10 kilometer op zitten. Ik was niet echt moe, voelde nergens een pijntje, maar ik begon te merken dat 100 gram biogarde en 1 cracker niet helemaal voldoende voedingsgrond vormden voor een inspanning als deze. De hartslag liep wat vaker op en het tempo moest ik vaker laten vieren. We liepen langs een kruising waar we al eerder waren geweest, maar het zag mij er overal een beetje hetzelfde uit! De Flevolandse bossen zijn allemaal zo ontzettend keurig. Het gesprek ging over wasmiddelen! Het is toch niet te geloven dat je tijdens het sporten gaat uitwisselen welk wasmiddel je het best kunt gebruiken om de sportkleding te wassen 🙂
In de verte zagen we een hek op het pad staan. Dat beloofde niet veel goeds, maar het tegendeel was waar: we kwamen in een prachtig stukje natuur! Water, ganzen, stilte, groene grasbodem en…. modder. Lastige modder. Net iets te veel moerassige modder. Als het niet zo mooi was geweest en zo fotogeniek, was ik gaan klagen – misschien. Want ineens waren de 5 kwartier ook nog voorbij! Weg hartslagbeperking, goed rondkijken en zelfs stilstaan voor de foto’s mocht heel even (van mezelf, niet van mijn loopmaatje). Het was maar een klein stukje genieten en toen we het laatste hekje voorbij waren, zag ik mijn auto al weer staan! Eigenlijk was het me te snel. Het laatste stukje was onverhard (maar de tijd was toch voorbij) en omdat ook de hartslagbeperking was vervallen konden we nog net even aanzetten!
12 Kilometer verder, 1 uur en 20 minuten later en natgeregend met een keurig gemiddelde hartslag van 150 waren we weer bij de auto. Bij de thee in het thermoskannetje, bij een schone, droge broek (ik was de trui vergeten) en bij een banaan. Afstrepen van de wishlist! Eindelijk. Buitengewoon onverdiend is het Hollandse Hout veel te ver naar achteren geschoven, maar gelukkig komt van uitstel niet altijd afstel!