Ik schrijf elke keer een Wedstrijd evaluatie voor Merijn. Waarom zou ik de zaken dubbel doen? Dus hierbij de (soms aangepaste) versie.
Wedstrijd: 30 Van Almere -30km
Datum: 27 september 2015
Weersomstandigheden: Zonnig, weinig wind, koel
Doelstelling: 30 km op marathonhrf (150-155), laatste 5km versnellen, oefening eten
Voorbereiding (wedstrijddag)
Wat ging er goed? Alles lag klaar. Goed gegeten de avond van tevoren. Vroeg naar bed.
Wat kon er beter? Ik voelde me op 26september niet fit. Helemaal niet. Buikkrampen, moe, dik. Tijd van de maand.
Wat kan ik daar zelf in betekenen? Niks. Het is de vrouwelijke natuur zullen we maar zeggen.
Wat kan een ander voor mij doen? Het voedingsschema van Merijn (hoeveel gels/ eten avond tevoren/ ontbijt) werkte erg goed. Het was precies het houvast wat ik nodig had. Rob stuurde me op tijd naar bed.
Start
Wat ging er goed? De zenuwen waren niet overheersend. Ik had slechts ‘geen zin’. Er zat wel wat vertrouwen in. De voorbereidingen waren perfect: alles lag en was klaar en op tijd.
Wat kon er beter? Toch was ik weer wat bang of ik wel 30km op marathonhartslag zou halen. De 1:45u eerder waren me zwaar gevallen. Het is toch anders als 35km. Het viel me zwaar om zoveel te eten bij het ontbijt (3 boterhammen) en zo vroeg al (voor 8 uur) en dan nog een hele bidon sportdrank drinken.
Wat kan ik daar zelf in betekenen? Me overheen zetten en bedenken dat ik het doe voor mezelf en om het te halen. Een uitvlucht bedenken als in: ik kan na 15km altijd stoppen. Dat geeft me rust (terwijl ik weet dat ik het niet doe) Ik zeg tegen Manuel: ” Ik kan altijd stoppen na 1 rondje” ‘Dat doe je niet” zegt Manuel. Nee, hehe, dat weet ik ook wel, maar het idee dat het kan, maakte me rustiger.
Wat kan een ander voor mij doen? Ik zocht vlak voor de start naar medelopers en baalde dat ik ze niet vond. Waar waren Alex en Vera? Ik weet dat ik hun tempo aankan! Toen voelde ik me alsof ik alleen moest gaan lopen. Ik twijfel nog of ik met iemand mee ga lopen in Eindhoven.
Tijdens lopen
Wat ging er goed? Eten van gels ging goed. Ik kende de tijden gelukkig erg goed, want het voelen van de afspraak-tikjes op het horloge lukte niet goed. Elke 20 minuten stond een afspraak in mijn agenda die ik via mijn horloge binnen moest krijgen. Ik merkte erg goed dat de gel er 1 a 1,5 km over doet om ‘in te dalen’. Ik zou het in het begin niet nodig gevonden hebben als het niet móést! Na 20km dreigde ik het inderdaad te vergeten. Toen wilde ik het uitstellen, maar wederom was het ‘moeten’ sterker.
Kort wedstrijdverslagje:
KM1-3 Inlopen. Ik ging te hard. Ik luisterde naar de mensen om me heen. Die ene ietwat volle meid die voluit tetterde dat ze haar PR ging verbeteren met deze tijden. Ze haalde me op de dijk in. Ik keek even om me heen en dacht: ik moet kalmer aan gaan doen. Maar de wind op de dijk (hoe weinig ook) verantwoord de iets hogere hartslag. Het is mooi hier, de zon is wat fel.
KM4-8 Drank overgeslagen. Eerste gel naar binnen gepropt. Ik kwam in een groepje te lopen. Dat is wel fijn. Het op 1 mei 1943 verongelukte vliegtuig-wrak is hier op de mast geschilderd. De piloot zal verdronken zijn. Ik zei niks en liep gewoon mee. Laat die dames me maar inhalen. Mijn hartslag blijft met 156+ te hoog.
KM8-12 Ik ga met een man in een blauw shirt meelopen. Zijn tempo is heerlijk rond de 5:20. Pas na twee km vraag ik of hij zich aan me stoort, maar dat doet hij niet. Hij gaat in venetie de eerste marathon lopen. Ik onthoud zijn nummer: 661. Veel praten we niet. De hartslag blijft net te hoog. Ik moet nu langzamer gaan, want we zijn pas op een derde. Het is best saai qua route: lang en recht. De eerste man en winnaar-in-spe zijn we al tegengekomen, die loopt 7 km op ons voor. 15km Lopers halen me soms ook in.
KM12-16 Ik verlaat de veilige haven en het strakke tempo. Ik laat mijn tempo iets zakken en moet opnieuw zoeken. Ik kijk naar de huizen, straks mag ik hier versnellen. Ik haat het fietspad langs het spoor. Natuurlijk stop ik niet na 1 ronde! Het is wel rommelig rond de start-finish. De rust daarna is wel lekker. Eenzaam. De voetstappen onder de brug klinken alsof ik op de wii loop, maar dit is echt. 10EM onder de anderhalf uur. Ik word ingehaald. Voor nu oké. Mentaal een bruggetje, maar ik moet nu een lagere hartslag op gaan pikken.
KM17-22 Op de dijk loop ik met een stelletje mee wat me vraagt welke doorkomsttijd ik de eerste ronde had. Ik heb de klok totaal gemist en ben ontdaan! Ik loop op hartslag. Die te hoog ligt. Mijn tempo zwakt af. Hij zegt tegen haar: we gaan over 7 km harder. Ik heb moeite met uittellen wanneer dat dan is, maar het lijkt ook mijn plan. Zij stoppen om te drinken. Ik vind het saai en probeer de moed erin te houden met rekenen, maar het is lastig. De HM gaat binnen de twee uur. Een meneer die normaal bij Just Run flink doorloopt, geeft het op. Ik ben daar wederom ontdaan door. Je gaat toch gewoon niet wandelen, wat er ook gebeurt?! Ik moet nog een gel eten. Het is echt een kwestie van moeten. Ik ben niet meer zo gefocust. Mijn gedachten gaan alle kanten op: stel dat ik op de marathon elke km in 5:40 loop, hoe snel ga ik dan? He, dat is de mevrouw die haar PR ging verbeteren, ik haal haar zo in: te snel gestart. Terug naar de rekensom. Ik moet wel netjes mijn voeten op blijven tillen. Minuten gaan tellen 5 keer 4 en een beetje. Nee. Had ik maar muziek bij me. Even denken: 40 maal 5 minuten is 200 minuten. Voel ik een tikje op mijn pols, is het een mailtje: wat een slecht moment. Die vrijwilliger heeft het koud. 200 Minuten plus 40 halve minuten is 220 minuten. Het is best mooi hier. En die laatste twee kilometer daar tel ik er 12 minuten voor bij. Zo gaat het dan in mijn hoofd: het is een soepzootje.
KM22-25 Het stel komt bij me lopen: maar we zouden dadelijk toch pas versnellen? Ik ga me aan het verheugen op het tempo-maken. Zonder me zorgen te maken ga ik gewoon kijken wat ik kan, wat er nog inzit, waar het schip strand, hoe snel ik dat rot-fietspad nog over kan. Nu zijn mijn tijden gezakt naar 5:30-5:40. De hartslag ligt nu regelmatig onder de 154, dus dat is goed. De gemiddelde hartslag ligt op 158 tot hier. Daar ga ik me vanaf dadelijk geen zorgen meer om maken!
KM26: bij de waterpost ga ik versnellen. 2 Slokken en dan mag ik! De mevrouw die voor me loopt, ga ik inhalen. Ineens is de focus er. Het tempo is perfect, gemiep over de hartslag voorbij. “Gaat ie goed?” roept een mevrouw met een hondje “ja” het gaat uitstekend! Dit is erg prettig en ik zie wel hoe de volgende kilometers gaan. Volgende mevrouw inhalen. 5:25. TOP
KM27: Ik ga dit gewoon volhouden. 5:28 Deze gaat ook goed. Ik voel me goed. Dit kan ik. Verhip, dit lukt me! Bedankt mensen voor het vier keer supporteren.
KM28: De meneer van Venetie! Hij wandelt! Nee, wat erg! Ik voel me ver-schrik-kelijk als ik hem inhaal. Ik hoop dat hij kan aansluiten, maar ik besef dat hem dat niet lukt. Node ga ik toch maar verder. Ik kan nog meer mensen inhalen. Rotonde over, geen huizen te zien deze keer. Er wandelen meer mensen. Dan is inhalen niet leuk, het is geen kunst. Een stel wat me op de dijk inhaalde komt in zicht. 5:09 Ohnee! Roep ik uit. Nu wil ik de laatste twee km nog elke keer ietsje sneller. Zou dat nog kunnen?
KM29: Een man haalt me in en praat tegen me over mijn eindsprint. Hij doet hetzelfde, maar dan beter. Respect. Hij haalt het stel in en zij vragen: eindsprintje ingezet? Ik hoor ze alleen maar zeggen: “kijk nou” als ik ze inhaal. Ik haat dit fietspad! Ik haat Merijn met zijn stomme ideeën nog meer. Maar Merijn is er niet, dus ik kan niet tegen hem schreeuwen (fijn he Manuel, het ligt niet aan het gezelschap), dan neem ik de woede maar mee en stop het in mijn benen. Die blijven het maar doen! Aan de andere kant is de focus heel helder: ik doe dit niet omdat het van Merijn moet, ik doe dit omdat ik het zelf wil. 5:06
KM30: ik moet en zal onder de 5 minuten komen. Focus. Strak. Geen water meer aannemen en dat laatste stukje loop ik ook wel met die stomme waterbelt. Muziek. Waar moet ik heen? Die uitleg kost kostbare seconden. Nog even Anke, nog even. Het gaat me niet om een eindtijd, ik mis weer de klok. Manuel staat al te wachten (natuurlijk) en dan zie ik Vincent. De eindsprint is formidabel. Ik heb de afgelopen 5 km zeker 10 tot 15 mensen ingehaald! Ik mis de laatste km-tijd. Finished in iets van 2:43. Trots ben ik. Moe, en vol trots.
Wat kon er beter? De hartslag was vaak te hoog. Tussen de 155 en 159. Terwijl het tempo prettig aanvoelde.
Wat kan ik daar zelf in betekenen? Tempo iets lager leggen mag en kan en daarmee komt de hartslag goed te liggen. Iets minder bezig zijn met straks-later in de wedstrijd-wat komt er nog.
Na de wedstrijd
Wat ging er goed? Wat was ik blij Rob en Vincent te zien! Ik was onwijs trots over hoe ik het had gedaan. Trots dat ik nog kon versnellen. In dat gevoel ging ik mooi even op met die zware medaille om mijn nek.
Wat kon er beter? Ik had iets meer mogen drinken na de wedstrijd. Even uitstrechen had de directe spierpijn eraf gehaald.
Ik vroeg aan de mevrouw van het stelletje hoe het ging en ze was blij en tevreden. Gaan zij ook in Venetie lopen! Voor de eerste keer! Ze is zeker twintig jaar jonger dan ik, dus ze gaat het redden. Meneer nummer 661 kwam toen pas binnen.
Tactiek
Wat ging er goed? Ik had het tempo de hele tijd in de hand. De eerste kilometers beschouwde ik als inlopen (beetje hard, maar goed, dat nam ik ook maar mee) De laatste 5 kilometer genoot ik van het versnellen. Mijn benen en mijn lijf bleven volgen. Het was dapper van me om na 11 of 12 km te besluiten de man met het heerlijke 5:20-tempo te lossen en zelf iets langzamer te gaan om te ‘sparen’ voor de laatste kilometers. Ik had het gevoel dat ik het de hele tijd in de hand had.
Wat kon er beter? Ik moet me niet uit het veld laten slaan als een ander die ik hoger inschat gaat wandelen. Dat bracht me tot 2 keer toe uit evenwicht. Ik bleef mijn eigen ding doen met een beetje schuldgevoel en liep hard verder. Ik blijf het moeilijk vinden mijn eigen tempo te bepalen en vast te houden, maar ik denk dat het ligt op 5:37 om precies te zijn. Dat hield ik kilometerslang in mijn eentje stipt vast.
Wat kan ik daar zelf in betekenen? Het gevoel alles in eigen hand te hebben moet ik koste wat kost vasthouden. Ik moet de marathon in de kleine stukken opdelen, anders wordt het te onoverzichtelijk. Ik moet rekensommen bedenken voor onderweg: die houden me kilometerslang bezig. En liever rekensommen die niet gaan over hoe-lang-ik-nog-onderweg-ben! 😉
Wat kan een ander voor mij doen? Zorgen dat ik die gels blijf nemen en op tijd bij de hand heb, zonder dat ik me verwond aan de belt. Te hoge verwachtingen moeten nu getemperd worden om teleurstellingen te voorkomen. Ik moet een heel goed en strak te volgen plan hebben, dan heb ik een houvast.
Coaching
Wat ging er goed? Het voedingsplan was uitmuntend. Ik heb er veel van geleerd en er veel vertrouwen van gekregen.
Wat kon er beter? Er is op dit moment geen betere manier om het vertrouwen te krijgen. De balans tussen wat ik ‘moet’ doen (bijv. de laatste 5km versnellen) en wat ik zelf nog zou willen (dat is dan écht niet de laatste 5km versnellen) is nu heel erg goed. Ik had het zelf niet gedurfd of gedaan, dat versnellen, maar in km28 dacht ik wel dat ik hier niemand de schuld van kon geven omdat ik het zelf deed. Ik wilde het aan de ene kant uitschreeuwen: ‘Merijn ik háát je om dit idiote idee om te versnellen,’ terwijl ik aan de andere kant realistisch bedacht dat íkzelf en niemand anders het toch aan het uitvoeren was en dat het me uitstekend beviel. Ikzelf en niemand anders vatte het plan op om binnen die 5km ook nog elke km te versnellen tot het einde.
Enige weken geleden had ik niet gedacht 25km in 5:45 te kunnen lopen bij de trainingsloop in Amsterdam, nu loop ik 30km in 5:30. En ik besef dat na de 30km de wedstrijd pas begint, dus dat een marathon ook een andere indeling vergt; dat heb ik ergens tijdens de 35km-training geleerd.
Voeding
Wat ging er goed? Ontbijten met 3 boterhammen met boter en appelstroop, vooraf energydrank drinken. Ik heb de reep 1,5 uur vooraf vervangen door een banaan; ik zat zo vol. Voor de wedstrijd een halve gel gegeten en de avond van tevoren macaroni met roerbakgroente. Ik vond het veel. Maar het was genoeg blijkbaar, want ik had geen trek onderweg en dat is lang geleden!
Wat kon er beter? Het eet-nu-1/3de-gel-schema onderweg valt in de wedstrijd een beetje weg. Ik voel het horloge niet tikken, maar ik kende de tijden. De belt om me heen met water en gels werkt niet goed, het hindert me.
Wat kan ik daar zelf in betekenen? Ik moet me aan het schema houden. De tijden op het horloge in de gaten houden, de hartslag op de garmin en met meer moet ik niet bezig zijn.
Overig
Wat ging er goed? Dat gevoel dat ik het de hele tijd in de hand had was erg prettig. Als ik dit kan op die ene dag in de maand dat je het beste in bed kunt blijven liggen, dan moet het goedkomen. Het versnellen leverde me erg veel vertrouwen op. Ik kan de hartslag dus best iets hoger leggen. Deze wedstrijd heeft me veel geleerd over wedstrijd-indeling, voeding en planning.
Wat kan ik daar zelf in betekenen? Blijven beseffen dat de marathon pas ná 30km begint.
Is je doelstelling gehaald? Jep. Weer ‘s.
Wat was hierin bepalend? De voeding moest op orde komen en ik moest weten hoe ver ik kon gaan en zelfvertrouwen opbouwen met de versnelling. De HRF lag na 25km op 158, iets te hoog eigenlijk, maar ik was niet te moe. Als de hrf op 154 of lager lag voelde het tempo wat geremd aan. 156-158 was een perfecte hartslag, op de dijk neigend naar 158, onder de bomen naar 156.
Voeding was helemaal goed onder controle nu. Wat een verschil.
Wat zou je volgende keer anders doen? Zonder waterbelt lopen.
Waar ben je trots op? Die spectaculaire versnellling aan het einde! Wow! Km25 in 5:39/km26 in 5:25/km27 in 5:28/km28 in 5:09/km29 in 5:06 en dan welbewust die laatste km onder de 5min willen komen! En dat lukte nog ook (4:56). Dat was een hele andere afsluiting als van de 35km een week eerder.
De puntjes staan op de i. Nu de i nog in de marathon zetten. i ‘m ready.
Wat een verschil met de tien km die ik vorig jaar hier in Poort liep. Nu geen gouden medaille, maar wél een gouden randje. Ik was tiende van de 33 40+dames. Het ging niet om de tijd.