browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Beestenboel over koude paarden, slakken en een zinkende eend!

Posted by on 18 February 2015

Gisteravond had mijn loopmaatje me jaloers gemaakt met een foto van de woondome en hij voelde zich een ‘jong veulen‘ zoals hij op zijn voorvoet omhoog gehuppeld was. Deze koude ochtend was het mijn beurt: eerst inlopen met 4 steigerruns, dan zes keer de woondome op en daarna nog zo’n anderhalf uur in zone 1 lopen. Ik zag het meest op tegen zone 1!
Toen ik de wijk uitliep met mijn koptelefoon op, had ik het ijskoud. Ik voelde me bepaald geen veulen, meer een log paard, een log KOUD paard. Gelukkig had ik de hartslagbeperking nog niet aangezet, want de hartslag was ietwat aan de hoge kant! Ik dacht er werkelijk over terug te gaan voor een paardendekentje, toen ik besloot de TIJGERrun in te zetten. Ik ging steeds 15 seconden tellen en dan iets sneller. Ik had niet het gevoel écht op draaftempo te komen, maar ik werd er wel warm van! Ik besloot gewoon maar door te gaan met lopen en telde tussen de 4 TIJGERruns een minuut af in langzamer tempo. Ik kwam precies onder aan de Woondome uit! 17 % Omhoog, ik loop meteen in kleine passen naar boven. Naar beneden mag ik wandelen. Pas bij de derde keer maak ik foto’s en stuur ik mijn loopmaatje op kantoor een filmpje als tegenprestatie. De zon schijnt lekker fel en geeft prachtig strakke schaduwen af. Het is niet zo zwaar om naar boven te gaan, zolang ik maar korte pasjes maak en naar boven blijf kijken. Een jong veulen heb ik niet ontdekt bij mezelf, hoewel ik naar boven toe eigenlijk ALTIJD op mijn tenen loop. Pas de zesde keer dacht ik: het wordt nu een beetje zwaar. Het idee van de paardendeken verwierp ik, want ik was lekker opgewarmd.  Ik had mijn muziek aan en dat was erg fijn deze keer. Het was een goede afleiding, maar het valt niet mee om naar beneden te wandelen op mijn favoriete hardloopmuziekje: Human van de Killers. Tijd voor het vervolg van de opdracht: de rest van de tijd (ik was pas 23 minuten op weg om warm te worden) in zone 1 met een maximale hartslag van 135. Ik stelde het horloge in en daar kwam het slakje aan! De verkoudheid is aardig geweken, dus nu kan ik goed kijken of het beter gaat als vorige week. Mijn voornemen was het Weerwater rond te lopen en dan na anderhalf / twee uur de trein of bus terug naar huis te nemen. Zo trok het slakje zich terug in haar huisje met een muziekje aan en bevond ik mijn weer op het spoorbaanpad met de twee bruggen over de Vaart (iemand noemde het laatst een kanaal, maar zo bekijk ik het nooit, al is het dat wel). In tegenstelling tot vorige week, was er nu een zonnetje en dat maakte veel goed. Ik wende snel aan het tempo, maar wat zou ik graag dat petje opzetten waar met grote letters op staat: Ik kan harder! Ik hield mezelf voor dat ik dit doe omdat ik er uiteindelijk sneller van word, en eerlijk gezegd heb ik dat afgelopen zondag wel een beetje bewezen. De volgende brug op in slakkentempo en toen moest ik aan het einde even versnellen, want er kwam een bootje langs! Nu moet ik goed gaan onthouden dat dit de Hoge Vaart is. Het tempo van 7:30 – 7:40 viel me aardig mee en ik had het beter in de hand deze keer, wat betekent dat mijn horloge niet om te haverklap aan het piepen sloeg. Wie weet leer ik het nog wel ooit! Toen kwam ik bij Station Parkwijk en vanaf nu ga ik een rondje lopen. Mijn FitBit meld mij dat ik vandaag al aan de tienduizend stappen zit. Ik zie een schelpenpad en dat eis ik meteen op! Het leek lente-achtig met het zonnetje, maar ik moet zeggen dat de temperatuur daar niet direct aan deed denken. Overal vluchten de eendjes voor me weg, ik vond ze lollig. Ik hobbelde zo lang mogelijk onverhard, tot de busbaan. Daar heb ik nog nooit gelopen. Ik luister lekker naar de muziek en blijf strak in een ritme zitten. Ik kom erachter waarom ik schaafplekken op mijn knie krijg: de naad van deze broek is de boosdoener. Stom, want dit is de enige ‘middelwarme’ broek die ik heb. Ik ontdek dat hier bus 5 naar huis langskomt en dat troost me. Eerst ga ik nu langs het Weerwater! Ik vraag me tot ik in het centrum ben af hoe om ik ga lopen. Pas op het bruggetje naast de busbaan merk ik dat het tegen de klok in wordt. Dan doe ik het laatste stukje als de ACR (Almere City Run) en onverhard en loop ik eerst over de Esplanade. Hoe lang ik erover heb gedaan om hier te komen, weet ik niet. Hoe hard ik ga weet ik ook niet. Het maakt me niet uit. Ik ga gewoon en om het Weerwater heen, ga ik nog wel halen. Ik loop langs Pi en langs de ijsbaan en dan moet ik een trapje op! Mijn hartslag vind dat even te veel en bereikt de hoogste stand van 146, dat is nog steeds niet veel. Maar ik doe er het hele bruggetje (superlangzaam) over om het weer onder de 135 te krijgen, terwijl ik me vergaap aan het natuurcentrum midden in de stad. Hoe ongerijmd is dat? Ik ben al snel aan de zijkant van het Weerwater en daar is natuur genoeg: zwanen, eenden, bomen, een strandje; het ligt allemaal te stralen in het zonnetje en ik loop er ook bij te stralen. Er ligt een dun laagje ijs en de kleine vogels staan nu op het water, het ziet er mysterieus uit. Normaal volg je vanaf de andere kant het fietspad, maar vanuit deze kant lokt de groenstrook langs het wate
r me. Gras en oneffen grond vraagt onmiddellijk een hogere hartslag. Ik verbaas mezelf hoe moeiteloos ik deze onverharde route kies! Ik kom bij een artistiek uitkijkpunt op de skyline van Almere.

Het volgende stukje gras is wat lastiger, wat hobbeliger en natter en het horloge piept maar even. Ik ga de Limburgbrug over. Voor mijn gevoel kom ik nu aan de andere kant van het water. Ik moet mijn handschoenen weer aan doen, want hier waait de koude wind me tegemoet. Het dunne laagje ijs ga ik niet fotograferen en ik loop gewoon even lekker door. Niet hard, maar gestaag en ononderbroken. Toch kan ik de ganzen voor de skyline niet ongemoeid laten, ze moeten op de foto! Dit is zo het beeld van Almere! En ik sta zelf ook nog fel in beeld. Ik ga langs restaurant Atlantis en zie dezelfde hardloper als ik bij het ziekenhuis zag. Dan volgt het saaie stuk tussen de bomen door. Ja het Kan. Ook in deze zone, ook bij deze lage hartslag, ook in dit slakkentempo kun je in een flow komen. De toestand waarin snelheid, ruimte, omgeving en jezelf samenvalt, waarin er niks meer of minder is als ZIJN. Het duurt even voor ik het besef en ik ga het niet onderbreken om de mooie blauwe lucht boven het heldere water te fotograferen. Ik leg het vast in mezelf. Stap voor stap: dit hele fietspad, deze lucht, de razende snelweg, alles draait om mij en mijn gestage stappen. Het horloge piept niet, ik ga op in de muziek Verdronken Vlinder en in mezelf. Tot ik het brugje op moet. Het horloge piept me uit mijn staat-van-niets. Boven op de brug maak ik dan toch maar een fotootje van mezelf, de lucht, de skyline en het water met het laagje ijs. Vanaf hier volgt een herinneringsloop: de ACR komt hier na 18 km de stad weer in, hier hebben we hard gelopen met een kaartspel-training. Ik loop met mijn telefoon in de hand naar het volgende brugje om van daaruit ook een foto te maken. Een mannelijke, professioneel uitziende hardloper komt me voorbij. Hij gaat ook niet hard, constateer ik uiterst verbaasd. Ietsje harder dan ik, dat wel, maar deze heer doet net zo min als ik een tempoloop! Ik kijk naar de eendjes naast me die op het ijs staan en dan hoor ik gekraak. Ik zie het eendje zo naar beneden zakken! Het is een koddig gezicht, want voor zover ik kan zien, is de eend stomverbaasd en zijn maatje ernaast nog meer! Het ziet er zo grappig uit dat ik hardop moet lachen! Dat lachen helpt me om te relativeren en te bedenken waarom ik hier hongerig loop te wezen. Als ik dit soort lange, saaie duurlopen volhoudt, lukt me dat straks bij een marathon ook door de verveling heen. Ik hou mezelf duidelijk een groter doel voor ogen en negeer de trek met nog een Dextro en een slok water. Hier hebben we een stomme training gehad bij de bankjes, een andere keer liepen we hierboven een goede intervaltraining langs de flats. Ik hou de andere hardloper een beetje bij en gniffel nog na over de eend. Ondertussen blijft mijn eigen tempo en hartslag aardig constant. Dan staan er twee totaal verschillende mensen met eenzelfde hondje op de brug: een soort nep-pitbull. De pitbull van de opgemaakte, sjieke mevrouw heeft een jasje op waarop staat dat hij King heeft, de oude, ietwat sjofele man zegt als ik langsloop dat zijn bijna identieke hondje Bo heet. Ik lach weer om de dieren! Ik neem en stukje zand mee en ga het bos in langs het water, waar nog meer herinneringen aan de ACR en trainingen liggen. Ik zie ineens dat ik al heel wat tijd aan het rennen ben. Ik verheug me altijd op het laatste bruggetje, maar nu geniet ik nog even van de felle schaduwen en kijk ik het weerwater rond: de brug waar ik het trapje op moest, daar waar de zwanen zwommen, ik zie het uitkijkpunt en waar ik in the flow zat. Ik ben rond. Maar het laatste bruggetje ga ik níet over: die bewaar ik voor de Almere City Run dit jaar. Hopelijk in een ander tempo dan vandaag! En ik vermoed helaas dat de temperaturen dan ook anders zijn. Deze koelte bevalt me wel. Ik kruis de route-van-daarstraks en ga toch proberen naar station Parkwijk te rennen, ook al weet ik niet zeker of ik dat met de tijd haal. Dan ga ik toch ietsje langer rennen, neem ik me voor. Ik loop door de schaduw en dat is koud, daarom neem ik het Louis de Funes-tunneltje. Alle scholieren dwingen me op het gras en dan zit de anderhalf uur hartslagbeperking erop. Ik zet het horloge aan en ga de wijk in. Het lijkt erop dat ik de afgelopen twee uur meer heb gelopen dat vorige week, dus heeft een verkoudheid zeker invloed op je blijkbaar! Iemand heeft een tuin vol ganzenbeeldennepdieren! Ik kom langs een onbekende speeltuin en dan ga ik toch weer richting het spoorbaanpad en langzaamaan de brug op. Ik hou het tempo gewoon laag, ook nu het horloge mijn hartslag niet meer direct beperkt. Ik wil de gemiddelde hartslag op 134 houden. Bij de sporthal wordt het ineens onverwacht zwaar. Ik kijk uit naar het station en dat volgt gelukkig snel. Hoewel ik conditioneel nog gemakkelijk naar huis zou kunnen lopen, voel ik dat het goed is zo. De tijd en de opdracht zitten erop. De gemiddelde hartslag ligt nog steeds op 134. Super Keurig. Nu ben ik rond en zit ik op 20.000 stappen 🙂

Station Parkwijk


Mijn loopmaatje sms’t net op dat moment: hoe ver nog? Ik ijsbeer bij de bushalte op en neer en neem dan om kwart over 11 de trein. In het centrum stap ik uit om brood en papier te kopen en dan pas krijg ik het ietwat koud. Ik neem voor het laatste stukje de bus. In twee uur en tien minuten heb ik ongeveer 17 kilometer gelopen. 7min29 (telefoon) of 7min34 (garmin vanaf de woondome) gemiddeld. Het interesseert me niet. Raar genoeg maakt het me echt niets uit, ik ga niet meteen op de computer kijken hoe ver, hoe snel (langzaam), hoe goed. Ik denk meteen terug aan de zwanen, het zinkende eendje, de pitbulls, de ganzen, de paardendraf en het slakkentempo: dat heeft samen met het zonnetje voor mij de loop gemaakt wat ie is! Het duurt een paar uur voor ik me realiseer dat ik weer ‘s ‘zomaar’ 17 kilometer heb gelopen, zonder doodmoe te worden. Als ik thuiskom heeft mijn moeder onze “zwijnenstal” opgepoetst tot een blinkend, volledig spinnenvrij paleisje: dat is nog eens een binnenkomer!
 

Comments are closed.