browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

Afwisselende week achterstevoren

Posted by on 22 August 2017

Hoe doe je dat; achterstevoren?! Nou, dat betekent dat we bij het laatste beginnen. Als ik dit type, ben ik eindelijk met vakantie. We zitten in Oostenrijk, maar de afgelopen week was wel behoorlijk druk en onrustig. Vandaag werden we al om 7 uur wakker “geluidt” door de plaatselijke kerkklok. Enige uren later wandelden we naar het andere Landalpark, 3 kilometer verderop en 400 meter hogerop. Dat is eigenlijk al training, maar ik tel het niet mee! Het zwembad is wat schampertjes…..
Nee, dan mijn renrondje. Ik ging rennend dat stuk omhoog. Dat is een steiging van 13%. Ruim 2 kilometer lang. Onafgebroken. Heerlijk! Lekker mentaal puntjes scoren. Ik moest in de tweede kilometer een paar keer 100 meter wandelen. De uitzichten, de zwaaiende mensen op het balkon en de koeienbellen maken alles goed. Ik had een halve kaart en ging een beetje op gevoel. Meestendeels verhard, soms een stukje onverhard. Ik kwam goed uit en besloot een rondje erbij te nemen. Ik druppelde leeg (en omdat ik dat verdubbel, zat zwemmen er vandaag echt niet in). Een Duitser die me met zijn auto voorbij reed, riep hard “SOEPER” naar me door zijn open raampje. Het tempo lag ‘niet-echt’ hoog (als in: wat een understatement is dat!). Ik kwam een drinkwaterbron tegen. Erg cool – ook letterlijk. Die ploft in je buik zeg. Ik ging langs de steencirkels. Blijft unheimisch, maar het was er druk met zondagse dagjesmensen. Toen ik 5 kilometer in veel-te-veel tijd had gerend, ging ik richting terug. Kijk, dat is het voordeel van bergen: je kunt je orienteren! En… je mag weer omlaag. Niet dat ik dan veel harder ga, maar het gaat wel soepeltjes. Ik was een dik uur onderweg en heb daarin 8 kilometer net gehaald. Maar wel met bijna 400 meters stijging! Dat is nieuw voor dit poldermeisje
Gister hebben we de hele dag gereisd. Dat ging vlekkeloos en vooral heerlijk hard, maar wel met een auto. De wandeling om even wat berglucht binnen te laten duurde wegens de dikke regendruppels niet erg lang, maar was veelbelovend!
Vrijdag mocht ik na het inpakken, strijken, inkopen doen, schoonmaken, organiseren en alles-wat-er-nog meer-‘even’-moest-gebeuren, gaan zwemmen. Als ik klaar was. Wat lukte. We gingen met een klein, niet al te snel groepje. Altijd prettig! Vooral als MZ ook nog taxiet. We gingen aan de andere kant de Noorderplassen in. We zouden rond het eiland gaan zwemmen. Ik was niet zo snel vanavond. Het brilletje verveelde me weer ‘s, wat navigeren een extra uitdaging maakte. En het ging gewoon niet zo snel. Ik kon MZ niet eens bijhouden, wat meestal wel lukt. Maar wat overkwam me nou?! Ze gingen op mij wachten! MZ niet, maar MB, MBjunior en nog 2 anderen die ik slecht kon zien (rotbrilletje ; gelukkig heb ik een nieuwe) wel. En MB praat zo helder, daar kan ik op afzwemmen! Ik moest een verre boomvorm uitzoeken om naartoe te navigeren. Niet dat ik niet genoot, maar het ging niet zo soepel. Het was minder ver als het leek. Na het eiland volgden de golven tegen. Gaaf. Dat vind ik leuk, dat afzien en het geplens van water, maar dat maakte het niet gemakkelijker. Ze wachten nog een paar keer (sorry guys) en toen ploeterde ik terug naar het strandje. Toch weer 2300m erbij te schrijven. Ik merkte de dag erna waarom het niet ging. Dat heb ik die ene dag van tevoren elke maand weer.
Donderdagavond ging ik naar de atletiekbaan. We gingen de baan niet af, want de kinderen waren er ook bij. Het was haasten, dus ik kon niet op de fiets. Uiteindelijk zouden we 9 kilometer lang rondjes rennen van 400 meter sinteltjes. Even denken wat we ook weer deden na de drie rondes inlopen. Uhh: ohja, 800tjes. 2 Rondjes dus. 1 Ronde echt hard, een half rondje matig en een half rondje dribbel-wandel. Ik hield ongeveer een 20 hartslagen lager aan en kon daarin dribbelend komen. Ik voelde me ontzettend zwaar en log op de baan. Echt hard is niet echt mijn ding. Echt niet. Ik deed het wel, maar daar heeft een olifantje veel wilskracht voor nodig. Tegen de klok in liepen we uit. ‘s Wat anders… De andere kant op zien de sintels er hetzelfde uit en blijft 400m vierhonderd meter.
Woensdag was wel een dikke sportdag! Ik werkte ‘s morgens, ging naar de dierenarts (reguliere controle) en toen fietsen. Vond ik spannend. SG ging met me meerijden naar het Henschotermeer. Om 7 uur startte daar een swim-run-swim-run die ik als training ging doen samen met RW. RW heeft pas heel kort geleden voor het eerst 5km achter elkaar gelopen en een snelle loopster is ze nog niet, dus daar zag ik niet zo tegenop. Ze zwemt wel sneller dan ik, maar ik dacht wel dat ik die 2x 300meter zou overleven. Even terug naar het begin: SG fietst echt wel sneller dan ik en dan ga ik me zorgen maken dat ik haar ophou of niet kan voldoen. Ik moest flink doorfietsen om om half 5 bij de Stichtste Brug te zijn, maar ik zag SG een minuutje voor me fietsen. Achteraf zou dat het snelste tempo blijken. SG hoefde niet zo rap. We fietsten vrolijk langs elkaar kwebbelend langs Eemnes. Het zou zo’n 60 kilometer zijn, maar ik was de fietsroute vergeten. Tot Soest kende ik het wel, maar door Soest was weinig succes. SG had een route op haar Garmin. Het was rommelig door het dorp. Ik was op mijn tijdritfiets. Daar moest ik nog een lange rit op maken. Ik had ook een trisuit aan. Wat fietst die fiets toch zalig. Echt superfijn. Bergop kon ik SG gemakkelijk voorblijven. Ik had pas laat door dat het echt steeg. We waren de richting een beetje kwijt en twijfelden enorm. We kwamen over de startbaan bij Soesterberg. Toen haalden we een groep studenten in – reden verkeerd – haalden een groep studenten in – reden verkeerd en haalden nog een keer dezelfde groep studenten in. We reden lekker door het bos. Voor ons lekker, voor Garmin moeilijk. We gingen maar richting de Pyramide en ineens waren we daar dan ook. Toen was het nog afdalen, nog (lang) geen 60 kilometer, maar wel mooi op tijd bij het Henschotermeer. Als snel kwamen RW en haar moeder er ook aan. Zij hadden al onze spullen. Teiltjes, handdoeken én mijn wetsuit! Voor de oefening en om nu voor eens en altijd te vergelijken ging ik 1 keer met en 1 keer zonder wetsuit. Ik was de enige met wetsuit, ha! Ook ging ik expres midden in de groep zwemmen. Dat maakt mij wat agressiever. Ik was blij dat RW dat nu vast meemaakte. Zij ging over op schoolslag en ik raakte haar kwijt. Ging ik alleen verder, ik zou in de wissel op haar wachten. Het wetsuit was snel uit, ik was weer draaierig, maar ik stond snel in de schoenen. RW kwam ook en we gingen joggen. Sorry, ik vond het heerlijk, maar echt hardlopen was het niet voor mij. Ik kletste er vrolijk op los. In de eerste kilometer moesten we twee keer de bergjes af wandelen en kwam de fietser achter ons rijden. Ik liep te geinen en kritisch de snelste renners die ons al lapten te beoordelen. Het licht was geweldig en ik kon genieten van de prachtige omgeving. Na twee rondjes van 1,5 kilometer mochten we het water weer in. Zonder wetsuit deze keer. Aj, dat is wat zwaarder voor me. Niet dat ik me kapot zwom, maar RW’s schoolslag vergelijkt zich met mijn borstcrawl. Ik doe niet eens mijn best, zei ze halverwege en toen kon ik nog wat aanzetten. Schoenen weer aan met een beetje zand erbij. De fietser wachtte ons op, maar we moesten hem teleurstellen: wij waren geen laatste meer! RW is misschien niet de snelste, maar opgeven doet ze in elk geval niet. Als die wat meer trainingstijd heeft naast haar (onregelmatige) baan en studie, kan ik haar niet bijhouden. Dan heb ik nog als excuus dat ze jonger is. Nu had ik geen excuus nodig. Ze wilde in de laatste ronde te vroeg versnellen, maar ik hield haar in. De laatste kilometer is goed, maar anderhalve kilometer is dan net te veel eigenlijk. En hé, wat een topprestatie was zij aan het neerzetten! Ze bleef rennen, niks geen gewandeld meer. We kwamen achter de duoloop te zitten. Niet erg hoor, die waren vers en snel weg. Na een dik uur kwamen wij ook binnen. Ik was trots op RW, ze was trots op zichzelf en haar moeder was het allertrotst. Terecht. We kregen een t-shirt uit de voorraad mee, dat mocht en ik scoorde een paar compressiesokken ook nog (al is het voor heren). Gelukkig konden de fietsen en wij met de auto mee terug. Ik was er uiteraard niet moe van, maar wel heel tevreden. Nu maar hopen dat het de week voor 9 september niet warm wordt, want als het water boven de 22 graden is mag je niet met wetsuit zwemmen en dat wil ik wel. Dat weet ik zeker.
Is de achterstevoren week al aardig op dreef. We zijn al bij de dinsdag. Hier, zo typend in Oostenrijk, lijkt dat al zo lang geleden. De dagen waren druk vorige week, want naast het sporten moest er ook heel veel werk afgemaakt worden. Dat zat op dinsdag tegen zeg. En dat gaat in mijn lijf zitten meestal. Gelukkig hoeft ik niet zoveel op dinsdag, ‘alleen maar’ een uurtje zwemmen in het zwembad. En nu was ik potdikkeme toch mijn horloge vergeten. “Voor niks” train je dan. Elke (tri)atleet begrijpt dat. Baantjes tellen. En tellen. En tellen. En laat dat – zeker op de dinsdagavond- niet mijn sterkste kant zijn. Ze hebben om me gelachen hoor. Niet dat ik niet meekwam, maar ook de oorlog met de zwembril was echt compleet. Waarom denk je dat er een andere komt?! Er zat water tussen, hij besloeg, hij zat te strak, dan weer te los. Het zwemmen daarentegen ging super. Zul je zien, gaat het snel en goed, kan ik het niet bewijzen zonder horloge. Of misschien voelde het wel snel en goed en sprak mijn horloge mij niet tegen deze keer, aha! Nou ja, we deden veel en aan het einde was alweer vergeten hoeveel ik ingezwommen had. En mijn baancompagnon telt in baantjes en niet in meters, wat het voor mij nog moeilijker maakt.
Is de week bijna af. We zijn bijna bij het begin. Bijna een week geleden. En wat hoort op maandag? Jawel, heel verrassend is het niet meer: de fietstraining. Ik bedacht op het laatst dat ik toch echt wilde gaan fietsen naar de startlocatie met Vincent. Toen een vriendin terug appte. Toen de buurman voor de deur stond. Toen er nog iets geregeld moest worden. Snel alles uit de kast trekken. Ik had al bij het heen fietsen het idee dat mijn broek verkeerd om zat. Het zat niet lekker, stroopte op. Bij de training had ik ‘m door: ik fietste in renbroek. Ongeschikt. We gingen naar de dijk en ik kwebbelde even mee. Ik ben niet de snelste en fiets net zo graag alleen. Er waren vooral heren die snel en sneller moeten zijn. Mij om het even. Ik verzamelde al mijn moed en vroeg JC me te helpen bij bochten maken. We gingen de brug op. Omhoog heen in de laagste versnelling, rustig naar beneden zeilen (rustig heren, rústig), omkeren (het lastigste deel), omhoog in de hoogste versnelling, en dan weer naar beneden (laat maar met rustig, dat geldt alleen voor mij, joh) en dat drie keer. Doe ik ook. Iemand moet de laatste zijn. Doen zij het vier keer (de meesten dan) en ik drie en een half. En als er dan 1 een lekker band krijgt, moet ik ook eens wachten. We fietsten terug en ik fietste terug naar huis. Met JC. Babbelend. En zoals dat hoort en vooral op mijn schema staat: dan volgt aansluitend hardlopen. Had ik tenminste nog ergens de goede broek voor aan. Intervallen moest ik doen. Ze stonden in mijn horloge. Ik liep even in en toen 1 minuut hard, 1 minuut zacht en dat twaalf keer. Bijna goed. Er stond maar 30 seconden in mijn horloge in plaats van een minuut. Dus ik was pas halverwege toen de training klaar was. Startte ik ‘m nog een keer op. En toch, toch echt, is 24 keer 30 seconden anders dan 12 keer een minuut. Het ging wel. Dat wel. Maar na de twintigste keer kwam het me toch aardig mijn uhhh, renbroek uit. Figuurlijk dan. Nou ja, ik ga niet zeuren: aan het begin van de week al 47 kilometer fietsen en 6 kilometer hardlopen is mooi meegenomen.
En dat allemaal op laagte. De komende week kijk ik uit naar hoogte. Zonder fiets. Met een minizwembad. Gaan we een belangrijk deel van de training invullen: tot rust komen en voorbereiden. Op hoogtestage. Gewoon van dag tot dag. Daag!
 

Comments are closed.