browser icon
You are using an insecure version of your web browser. Please update your browser!
Using an outdated browser makes your computer unsafe. For a safer, faster, more enjoyable user experience, please update your browser today or try a newer browser.

2019-17 Rustig naar de OD

Posted by on 19 May 2019

Het boogprogramma is vernieuwd! Nog veiliger, moderner… en even wennen… Dus de foto’s zijn er wel deze week, maar de vormgeving kan verbeterd worden!

13 mei: rondje Naarden

Ik bracht Vincent naar de fietstraining. Dat is ongeveer 10 kilometer fietsen. Ik ga zelf verder, want in de groep bochten oefenen is toch wat lastiger! Ik ga naar Naarden Vesting: lijken me heerlijk veel bochten! Het is lekker weer. Ik fiets op een prachtig fietspad met een keurig nieuwe brug onder de Hogering door en dan… houdt het fietspad opeens midden op midden in het niets. Terug dan maar en toch even door het Kromslootpark naar de Hollandse Brug. Ik kom achter iemand te fietsen die mij langs de golfbanen leidt. Ik hou de cadans hoog, snij de bochten af en geniet van de omgeving. Dan ben ik opeens bij Naarden. Ik mag het voetpad niet op en moet omfietsen langs de A1. Beetje zonde, maar daarna ga ik maar weer terug. De zon valt prachtig over de vesting.

Het is echt mooi en ik stop eventjes om er van te genieten. Maar niet te lang: er wachten nog vele bochten en ik moet op tijd terug zijn om Vincent op te pikken. De bochten gaan goed, maar ergens mis ik het laatste stukje fietspad en moet ik het stadje een klein stukje door. Dan ben ik rond en ga ik terugracen naar Almere. Ik heb nu wind tegen, dus het is iets meer mijn best doen. Vooral de brug over is dat best eventjes zwaar. Ik ga voor het eerste van mijn leven blij het bochtige spoorbaanpad over. Uiteindelijk ben ik 5 minuutjes te laat, maar… ik moet er nog zeker 10 wachten! Samen fietsen we weer naar huis. 50 Kilometer in de pocket.

14 mei

Ik hoeft alleen maar te gaan zwemmen. En een stukje lopen mag ook. Deze week vult het schema mij niet helemaal aan. Ik besluit een uurtje te gaan lopen en zet de zwemspullen ook vast klaar. Naar de manege en terug is het plan. De zon schijnt, ik heb geloof ik muziek bij me en ik hobbel rustig voort. Joyce heeft vandaag 12 kilometer gelopen en ik wou dat mij dat ook zou lukken. Maar ja, er staat zwemmen op het schema… Ik loop tamelijk moeiteloos vandaag. Eerst een half uur in zone 1 en dan zou ik naar zone 2 moeten, maar dat gaat vanzelf. Ik tel de kilometers liever door. Ik loop lekker onverhard. Ik loop te piekeren en tegen Joyce te “kletsen”. Om de manege heen lukt me gemakkelijk. Daarna loop ik door het bos heen. Ik kijk naar de bomen, de snelweg zo vlakbij en hobbel maar gewoon een soort van moeiteloos door. Ik ga over de Trekweg en loop Almere in. Ik kan nu naar huis lopen en gaan zwemmen of ik loop nu lekker en ga nog even door. Op het moment dat ik besluit lekker door te lopen en te kijken of ik ook 12 kilometer kan halen, daalt de rust nog verder in. Ik ga verder langs de Vaart en neem een gelletje. De hou ik vast en zal ik dadelijk wel in een vuilnisbak gooien. Voor me loopt iemand en heel, heel rustig haal ik die in. Ik denk dat 12 kilometer mij ook gaat lukken. De hartslag blijft laag. Ik hou de lege gel maar vast en mijn benen gaan maar door. Na de 12 kilometer ga ik door voor 15 kilometer: vandaag lukt het prima! Ik kom er achter de Stripheldenbuurt achter dat ik een ommetje zal moeten maken en ook dat is geen moeite. Het zwemmen mis ik nu toch! Uiteindelijk loop ik zelfs 16 kilometer. In precies 1 uur en 40 minuten. Ik heb genoten, een lage hartslag gehad en een prima tempo passend bij de lage hartslag.

15 mei

Ik had een lange fietstraining staan, maar het gaat er op deze woensdagmiddag gewoon niet van komen. Eerst moet ik naar de therapie en ik wil eigenlijk liever zwemmen. Uiteindelijk ga ik met een groepje ‘minder snelle’ zwemmers het buitenwater proberen om half 5. Kortom: aan alle kanten past een paar uur fietsen er niet tussen. De therapie doet me heel, heel erg goed en ik heb een paar belangrijke dingen ontdekt over de duiveltjes die mijn wedstrijd van tevoren altijd overnemen. Er is ook een duiveltje voor het buitenzwemmen: Het is te KOUD. Gezelschap gehouden door het duiveltje: Je kunt nu eenmaal niet zwemmen. Maar zoals altijd: ik luister niet naar de duiveltjes en ga lekker TÓCH. Wetsuit aanhijsen, wachten op GN, BIJ en DH. Een heerlijk clubje: niks hoeft, alles is goed. Het valt mee. De kou. Het valt me alles mee. Ik kan lekker zwemmen en adem 1 op 3. Dat gaat hartstikke goed. Ik zwem achter DH aan en achter mij de andere twee. Het gaat heerlijk, ik kan niet anders zeggen.

Er zijn al veel plantjes. DH keert om en ik dus ook. Zwemmen we tegen de golfjes in. Ik blijf aan één stuk door zwemmen en 1 op 3 ademen. Gaat allemaal prima. Ik zwem nog een stukje terug om de andere twee op te halen en al met al zwemmen we ruim 1500 meter binnen 40 minuten. Ik zou wat minder mijn hoofd uit het water moeten halen, maar met deze kou heb ik meer lucht nodig merk ik. Ik heb genoten! Alle duiveltjes weer in een doosje gestopt.

Daarna moet mijn fiets naar de fietsenmaker in de buurt. Er kraakt iets in de racefiets en van tijd tot tijd loopt ie vreselijk aan. Ik fiets er samen met Vincent door het Kotterbos naar toe.

We laten mijn fiets achter, Vincent neemt de rugzak over en ik wissel de fietsschoenen om voor hardloopschoenen. Ik ga lopend naar huis. Ook met een kleine omweg. Ik loop wat hard. Als we de loopclub tegenkomen, zelfs nog ietsje harder.

Toch vind ik het na 4 kilometer wel meer dan genoeg. Niet lang gefietst, wel buiten gezwommen en gelopen. Sorry dan.

16 mei.

Ik had kunnen rusten. Niks op tegen. Het erbij kunnen houden dat ik samen met Vincent ontzettend ben gaan uit eten bij Onderweg. Maar al die toetjes he… En de ontbrekende fietsuren van gister… Ik ga nog een uurtje voor de zon ondergaat! Ik wil een rondje om het kasteel. Het gaat heerlijk. Ik heb eerst wind mee, weet dat en incasseer later wel. Nu zit ik lekker op de tijdritfiets en ik moet en zal een rondje Kasteel. Het is mooi buiten.

Het is altijd een beetje de weg zoeken, maar het rondje om het kasteel lukt me. Dan ga ik richting Onderweg en wil ik een rondje Weerwater er aan vast plakken. Het wordt een heel ruim rondje! Ik kom langs het nieuwe busstation en moet dan tegen de wind in de stad door. Dat zou minder erg moeten zijn, maar dat is niet helemaal zo. Het wordt steeds donkerder! Uiteindelijk wil ik het rondje bijna afmaken, rij ik om om 30 kilometer te halen en ben ik net voor het donker thuis.

17 mei

Ik heb KH bereid gevonden om buiten in het Gooimeer te gaan zwemmen. Morgen is daar de wedstrijd en ik moet weten hoe koud het is. Ik moet me haasten. Voelt niet goed. Eenmaal in het water is het duidelijk: dit is VEEL kouder dan het Weerwater. Ijzig. Het lukt wel, maar niet heel gemakkelijk. Mijn voeten bevriezen. Ik kan wel zwemmen, maar als KH eenmaal begint, ben ik weer wat slomer. 1 op 3 ademen lukt ook nu weer. We zwemmen tot de flat en ik maak me oprecht zorgen over morgen: dit is wel erg koud!

Van KH moet ik ook meer eten om hier energie voor te hebben. Nee, daar kijk ik naar uit _NOT_ Terug hebben we golfjes en zelf ik vind 1 op 3 nu lastig worden. Sommige stukjes doe ik schoolslag, dat kan ik morgen ook doen. Om de rust er in te brengen. We zwemmen een dik half uur en ik val bijna om als ik het koude water uit kom!

Maar ik mag nog lopen en KH gaat mee. Gaan we even het terrein verkennen waar morgen de wedstrijd is en Vincent vanavond al start. Maar hij hoeft niet buiten te zwemmen… Hij mag rennen-fietsen-rennen. Het water is 13,4 graden. De voeten doen vreselijk veel PIJN bij het lopen. De eerste 500 meter toch echt. Daarna valt het alles mee.

We lopen 4 kilometer en hoe weet ik niet, maar het gaat in een flink tempo. We moeten vast en zeker opwarmen!! ‘s Avonds kijk ik lekker hoe slecht Vincent de eerste keer loopt, hoe fantastisch hij daarna fietst en hoe lekker hij daarna nog even loopt. Ik heb voor mezelf een hard hoofd in het koude water.

De Duin Triatlon in Almere Haven

17 mei

Het is raar hoe het went om alle spullen bij elkaar te zien. Hoe het went om een voedingsplan te maken. Hoe het went aan de afstanden. Er sluipt een soort gemak in. Atletenlicentie, chip, fietsspullen: alles ligt klaar en is klaar. Ik kijk er niet meer van op. En dat het mijn dag-van-de-maand niet is, zou ook moeten wennen. Maar dat doet het niet. Een flinke tampon dan maar. Het koude water zal alles wel afknijpen hoop ik en het pakje is toch rood! Wat niet went zijn de overvloedig aanwezige duiveltjes. In soorten en maten: “Het water is te koud, je gaat verzuipen” “Je valt om als je er uit komt en iedereen lacht je uit” “Je kunt niet fietsen” “Oh, wat zul je verbranden” “Je word allerlaatste” Ik weet dat ze allemaal (bijna) niet waar zijn, maar ze zijn er wel. Mijn startnummer is bijna onze postcode. Kalm zet ik de fiets neer en met SG samen -die naast me staat in de wisselzone, verkennen we de ellenlange looproute van het zwemmen naar de wisselzone. Ik kan wel 1000 keer vallen! Ik eet nog twee bolletjes en we gaan op tijd richting het water.

Ik heb gedaan wat ik kon, dit is een training; probeert het engeltje de duiveltjes te overstemmen. Enigszins tevergeefs. We mogen het water in en de kou beneemt me minutenlang de adem. Zwemmen lukt me wel, mijn brilletje zit goed en dan is de ergste kou er af. Gelukkig is het een waterstart! Pang en ik ga gewoon. Ik adem 1 op 2 en maak gewoon iets langere slagen. Ik cirkel een beetje om de mensen heen en de kou valt mee. Ik doe lekker mijn ding en ook hier al hoge plantjes. Ik volg altijd een beetje mijn eigen route. Ik maak 3 schoolslagen en ga dan een tijd op iemands voeten hangen. Tot ik hem/haar kwijtraak. Het is niet meer koud. De eerste boei is er snel, de tweede rond ik nog krapper. Bijna wil ik al terug gaan, maar ik moet ook nog een derde boei om. Ik ben nooit zo goed in de weg vinden op het water! Dan terug. Ik hou het prima vol. Het gaat. De kou is echt ver weg. Ik hoeft dit maar 35-40 minuten vol te houden. Daar ga ik van uit. Er zijn geen golven. Dan zit de eerste ronde er al op. Ik maak het zwemmen in elk geval af, want ik vind dat leuk. Ik adem een tijdje 1 op 3, maar richting de verre boei dwaal ik weer teveel af naar links. Een kanoer stuurt me terug. Ik heb het gevoel dat ik of afsnijd of veel te veel zwem. Ik kom weer tussen de witte badmutsen terecht (mannen 50+) en volg gewoon. Krap om de boeien heen. Nog dat hele eind terug en ik maak me maar vast zorgen over het uit het water komen. Het is best ver terug en dan ben ik bij de steiger. Het er op klimmen is het lastigst. Alle draaierigheid ontbreekt. Dan kijk ik op mijn horloge en ben ik maar een half uurtje onderweg geweest! Ik heb toch echt 1500m gezwommen. Hoe het verder ook gaat, ik heb een goede dag! Vorig zwom ik 7 minuten langzamer. Ik doe mijn wetsuit uit op de lange looproute en kan zelfs moeiteloos dribbelen. Ik zie MB en ben blij haar te zien. Ik vind snel mijn fiets, de dames om mij heen zijn al weg. Ik besluit dat ik nu al sokken aan doe, hoewel ik het niet koud heb. Ik doe alles keurig en neem een gel. En dan spring ik op de fiets en moet ik meteen de grote bocht in. “het is maar een bocht” zeg ik hardop tegen mezelf. Ik klik in en ga fietsen. Over het fietspad, aangemoedigd door DvanKH, de buurman van KH en mijn eigen mannen: “Kom op mama”. Daar ga ik de dijk over. Er zijn nog veel fietsers, want iedereen doet deze ronde 4 keer, maar wie in welke ronde zit… Ik kijk en heb DvanKH beloofd van de omgeving te genieten. Toch geniet ik niet echt deze keer. Ik ga hard, wordt ingehaald alsof ik stil sta, ga dames op kleine racefietsen voorbij. Ik lig, drink en ken de omgeving te goed. Er zijn nog mensen bezig met zwemmen, dus ik was niet laatste. De eerste 5km in precies 10 minuten. Dat moet sneller kunnen, maar goed. Dan wind mee, vissers aan de kant en de fijne weg. Ik kijk wel even naar het Cirkelbos en zie een bankje. Vinkje zetten bij “genoten-van-de-omgeving”. De dijk weer op (ik ben niet zo van het omhoog fietsen geloof ik) en daar neem ik een gel. Het tempo zit er lekker in nu en ik zal niet meer zo langzaam fietsen. Elke 5 kilometerblok begint nu met een 9 minuten. Zelf vind ik de mensen die gewoon op een bankje zitten te kijken leuker dan de grote horde toeschouwers. CB zit te kijken en maakt geen bombarie: heerlijk. Dan ga ik de drukte in en de grote bocht door. Het klinkt stom, maar ik herhaal mijn teksten hardop. De bochten gaan redelijk. Nog een rondje. Ik kan een paar bochten prima nemen, maar de dijk af en een 90 graden bocht gaan me iets te hard. Ik drink meer dan genoeg en voel geen trek. Bij het bankje staan ook grote meerpalen. Dubbel vinkje bij de “omgeving”. Er ligt iemand naast de kant bij de vissers, de medical-motor is er al bij. Als ik de dijk weer op ga, staat CB daar weer en de “snelle” fotografe SZ. En dan staat MD daar. Dat breekt mijn hart: hij heeft de hele triatlon gedaan vorig jaar, lacht altijd en kreeg toen ernstige hartklachten, maar hij is er nog, nu met pacemaker. Dat hij hier komt kijken, komt supporten en die eeuwige grijns komt tonen, vind ik klasse. Dat toont hoe hij is, hij had zich er ook ver van kunnen houden omdat hij dit misschien niet meer kan met zijn lichaam. Maar nee, hij ís er. In de grote bocht die ik weer hardop pratend doorga, staan Rob en Vincent. Ook DvanKH schreeuwt weer dat het goed gaat en ik lach bij iedereen die ik zie. In de derde ronde consolideer ik wat. Het is rustiger geworden op de route en ik kijk naar de anderen. KH gaat als een speer. Ik neem weer een gel en voel een paar druppels. Gezien het geknoei van de gel kan ik het wel gebruiken, maar veel is het niet. Ik hou wel van de rust op het parkoers. Maar nu heb ik alle tijd om te twijfelen en dat gaat me erg goed af. Eigenlijk wil ik er een punt achter zetten. Niet achter deze wedstrijd, maar mijn hele trainingsdoel. Ik moet er niet aan dénken dat ik tig van dit soort rondjes moet rijden, dat ik nog zoveel trainingsuren voor de boeg heb en dat dit maar een vingeroefening is. Dat is een vrij standvastig duiveltje. Ik rij weer richting MD, maar ik weet niet of hij er nog was. Ik zie wel anderen en ik bewonder BIJ omdat ze daar met een dikke grijns fietst en ik bewonder KH die al zo ver voor ligt en zo doorbeukt.

In het laatste rondje draait de wind. Ik heb ‘m nu mee op de dijk en maak er gretig gebruik van. Ik heb genoeg gedronken en dik 30 kilometer gefietst binnen een uur. Dan is veertig kilometer nog te overzien. De bochten neem ik nu met gemak en het Cirkelbos bestudeer ik grondig: ik moet er maar eens gaan lopen om de meerpalen te onderzoeken en de bordjes te lezen. Langs de vissers is het tempo moeilijker hoog te houden door de tegenwind en een lichte vermoeidheid. Het engeltje met de boodschap “dit-is-een-training” heeft de moed opgegeven. Ik neem nog een gel en verbaas me dat ik nog wordt ingehaald, maar misschien moeten die nog een extra ronde ofzo. Ik zie BIJ nog een keer en ook CB blijft strak op zijn post. Ik haal 40km binnen 5 kwartier, maar het is natuurlijk weer meer dan dat. En dan is er de stopstreep, vrij plotseling. De wisselzone in en daar staat SG haar sokken aan te doen. Ik zit vlak achter haar en ben verbijsterd. Ik heb mijn schoenen snel gewisseld. Zelfs het lappen van mijn horloge gaat elke keer goed. Het is net iets te druk in de te kleine wisselzone, waar de snelste sprinters ook al binnenrennen. Ik loop vlak achter SG aan. Eerst even zoeken. We gaan weer 4 rondjes doen, dus iedereen loopt door elkaar. Al binnen 500m haal ik SG in, ook al spijt me dat wel een beetje. Het tempo voelt goed aan. En daar is MD weer! Er staan anderen bij van de club, maar ik zie hem alleen maar: mijn held en op dit moment een steunpunt. Als hij hier nog staat, geef ik niet op. Ik zie clubgenoten die rondjes lopen, ik zie KH en de stralende KD. Er zijn er vast meer, maar van mij hoeft de herrie en drukte niet. Dat iedereen elkaar gedag roept. Ik neem een spons en schrik van de eerste kilometertijd: 5 minuten. Dat gaat Anke geen 9 kilometer meer volhouden. Ik ga uit van 5:40, dus dit is wat te veel van het goede. Langzamer mag, nee móét.

Verkenning, dit. Een stukje onverhard zelfs en een grappige nep-raceauto. Meer merk ik niet op, want ik vind de route saai. Het fietspad is krap. Misschien te onrustig voor mij. Na 2 kilometer krijg ik last van de tampon. Alle mannen moeten maar een paar regels overslaan, maar dit is letterlijk kut. 8 Kilometer zijn nog lang. En vertragen heeft geen zin, dan duurt het nog langer voor ik naar de dixie kan. Onderweg is er geen Dixie. Ik ram dus gewoon door. Als ik er nog van zou gaan genieten, is die kans nu verkeken. Ik zoek MD en aan de kant staan nog meer mensen me aan te moedigen. Ik lach naar ze, maar van binnen is dat niet echt zo. Ik weet dat ik nog best mooi en hard loop, maar de enige reden is dat ik er snel vanaf wil zijn! Je mag naar me roepen, maar eerlijk gezegd heb ik niet veel zin in antwoorden en tel ik de rondjes af. De meiden van de groep van GN juichen me luid toe. Ik denk dat ze een rondje voor me liggen. Eigenlijk moet ik na 3 kilometer een gel nemen, maar ik taal er totaal niet naar. Ik neem wel elke keer een spons mee. Ik zie een andere vrouw de bosjes induiken, maar ik heb niet echt ruimte daarvoor. Ik ga onze voorzitster inhalen. Echt zin om dat van tekst te voorzien heb ik niet en kan ik ook niet zo. Ik lach wel naar de mensen die ik tegenkom.

Het is even rustig op het parkoers: alle snelle mannen zijn weg en de sprint is er nog net niet helemaal. Mijn grote vriend RV loopt net achter KH. Ik krijg niet goed uitgevogeld wie waar loopt. Ik ben al bijna op de helft! Nog maar twee rondjes! Ik voel me inzakken na ruim 4 kilometer. Niet zozeer mijn tempo, maar mijn energie. Ik neem nog een spons mee, koel af en zwaai naar Rob en Vincent. Dan neem ik nog een gel. Iets te laat eigenlijk, maar ik zit al op 5 kilometer en daar heb ik nog geen half uur over gedaan. Ik kijk goed naar de andere mensen op het parkoers. De eerste lieden van de sprint schieten er tussendoor. Ik zie wel dat MC en JT supersnel zijn. Ik neem nog wat water, maar krijg het moeilijk weggedronken.

Dan nog een ronde en ik haal 1 van de luidruchtige dames in. Nog even en dan naar een toilet op zoek! Mijn tempo blijft rond de 5:30 liggen. Ik zie dat RV KH heeft ingehaald: zij zijn er bijna. Ik zie BIJ ook weer op het parkoers en ik geef MD bijna een handje. Het wordt weer druk, maar nu met sprinters. Rob en Vincent moedigen me nog een keer aan en ik neem nog 1 spons. Dag stomme onverharde pad, dag parkeerplaats, dag vrijwilliger, dag waterpost. Het gaat geen volle tien kilometer worden. Ik heb het niet gemakkelijk, maar de Dixie lonkt. Ik ben verbaasd dat er mensen zijn die nog een rondje lopen en op me achter liggen. Ik zie MB, altijd een glimlach waard. En ik geniet van de prachtige stijl van AS (zus van). Nog een keer omhoog en dan ben ik er! De tijd kan me niet meer schelen: ik wil hier weg. Ik zie Vincent en ik zet gelijk mijn horloge uit.

Ik neem de medaille en loop meteen weg. Liever geen hottub haha. Ik zoek Vincent en wil de tas. Maar daar zit geen reserve in. Eenmaal staand is het weer dragelijk, maar het doet wel zeer. Ik ben heel erg snel weer bij eigenlijk. Ik moet allemaal mensen gedag zeggen. Daar heb ik niet zoveel zin in. Ik ben aanzienlijk sneller geweest dan vorig jaar. Heel veel. Ik heb allemaal goede keuzes gemaakt. En ik drink direct de hersteldrank op. Vincent haalt de tas en ondertussen praat ik met deze en gene. Ik kom heel opgelucht de Dixie uit en ga MD nog even bedanken. Verder spreek ik iedereen, maar ik ben niet in opperbeste stemming. KH mag superterecht naar het podium en DH ook. Pas bij het inpakken van de fiets realiseer ik me dat ik niks te klagen heb. En dat dat het enige is wat aanvoelt als een enorme klacht. Pas als KH me er op wijst dat dit mijn hoofddoel niet is, breekt het bijna. Ik had net besloten dat het hier ophield, maar ik ben er nog niet zeker van vrees ik… Ik geef BIJ nog een dikverdiend schouderklopje en dan wil ik eigenlijk gewoon weg. Dit voelde lang niet als de overwinningen die ik eerder heb behaald. Het voelt bijna als “een makkie”: ik ben het toch een beetje gewend geraakt. Ik ben razendsnel weer hersteld, ik heb geen overvloedige honger, ik heb geen last van mijn darmen, de hartslag was lang niet zo hoog als vorig jaar, ik heb redelijk snel (!) gewisseld, er is niks kapot gelopen, ik heb harder gefietst als bij de tijdrit, ik heb behoorlijk hard gelopen met een gemiddelde van 5:25. Maar de euforie, de trots is er nog even niet.

Dan kan ik mijn racefiets ophalen. Hoe? Nou, ik ga hardlopend heen en fiets lekker rustig terug. Ik vind het een beetje raar, maar ik weet dat ik het kan. Heel rustig een kilometer of 2 dribbelen. Meer lukt mijn benen ook niet meer. Er vallen weer een paar druppels. Vincent fietst kletsend naast me. 7 minuten over een kilometer en het voelt niks soepel aan. Het licht is wel prachtig. Na 2 kilometer ben ik blij dat ik er ben. Fietsen gaat echter weer als een zonnetje. De fiets kraakt nu minder dan ik. En Vincent en ik kletsen heerlijk. We fietsen een klein half uurtje uit. Dat lukt prima. Het herstelvermogen is formidabel gelukkig!

19 mei

Ik slaap als een roos! Als je vroeg gaat slapen, ben je ook vroeg wakker helaas. Zeker als de kat moet spugen. Ik blijf lekker lang liggen, maar heb teveel zin in een boterham met hagelslag. Als die op zijn, gaan Vincent en ik het uitfietsen combineren met ijs eten en andere sporters aanmoedigen.

We fietsen naar Haven en gaan daar kijken naar de team-triatlons. Goed voor Vincents toekomst! Leuk om te zien dat zij het ook koud hebben. Leuk om andere mensen te spreken. Mijn ontevredenheid kan ik nog niet zo goed onder woorden brengen. We gaan een ijsje eten.

En dan fietsen we langzaam weer terug naar Nobelhorst, waar vriendin Joyce gaat hardlopen. Zo komen we van het ene sportevenement in het volgende. Meteen lopen we Joyce tegen het lijf. Ik heb even spijt dat ik niet meedoe, maar mijn benen weerleggen dat gelukkig direct. Ook hier weer veel bekenden. En harde muziek. Ik klets met RV.

We brengen Joyce richting startvak en dan wil Vincent graag de harde muziek verlaten en dat snap ik. We fietsen terug en als we de A27 over zijn, verlaat de energie me. Ik ben moe, ik wil naar huis. Ik neem nog sportdrank en snoepjes om het te halen. Ik ben gewoon moe. Maar mijn benen zijn weer bij en spierpijn heb ik niet. De rest van de middag geniet ik van de muffins, zit lekker achter een computer en kom een beetje bij.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

19 − 1 =